No. 51. Negenenzeventigste Jaargang. ZONDAG 23 D E C E M B E R. l Q77 (Dfftciccl CScbceltc Engelands zeeweg naar Oost-Indië. SSlekclijfcsche ïacHchlcu SësiSïM-'hiaffïiS AL A li 10/ I ijjis 0\8 i ui ijo boobog •"jhno T. Deze Courant wordt wekelijks uitgegeven en is verkrijgbaar op Zaterdag avond te 7 uren. Prijs per kwartaal f 0,SS, franco per post f ff. 8 ff afzonderlijke nommers 5 Cents. Brieven franco aan de Uitgevers ÜEilM'. COSHER ZOON. De Advertentiën kosten van 15 regels f 0,75, voor elke regel meer 15 Cents; groote letters naar plaatsruimte» Bij inzending tot Zaterdag namiddag 1 uur, wordt voor de plaatsing in het eerstvolgend nommer ingestaan ingezonden berichten een dag vroeger. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALKMA AR brengen ter kennis van de ingezetenendat cie gemeente raad bij de behandeling der gemeentebegrooting voor 1878 heeft besloten in dat jaar te bestraten: de Paardensteeg het F erdronkenoord zuidzijdede Kraanbnurt LimmerhoekRidderstraathet Luttik-Oudorp de haatvan de Kapelsteeg tot de Keetgrachten de Heul; dat het wenschelijk is, - ter voorkoming van opbreking dier straten kort nadat zij vernieuwd zijn dat, vóór dat met die bestrating wordt aangevangen, de daarin gelegen riolen, welke niet in voldoenden staat ver- keeren te herstellen en dat daarom de daarbij belangheb benden worden uitgenoodigd ten spoedigste tot de herstelling van die riolen overtegaan. Burgemeester en Wethouders voornoemd A. MACLAINE PONT. Alkmaar, 13 Dec. 1877 De Secretaris NUHOUT van 'der VEEN. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALKMAAR brengen ter algemeene kennis dat heden op de gemeente-secretarie ter visie is gelegd het aan hen ingediende verzoek met de bijlagen van den heerW. P. STOEL, industrieel te Alkmaar, om vergunning tot het plaatsen van eenen verticalen stoomketel met machine van 5 paardenkracht, tot het in werking brengen van eene zaagmachine en mortelmolenop een terrein aan de loods beboerende tot de werf Nicolaas Wit sen op het Eiland Wijk C, No. 563c, en dat op Maandag, den 31™ December 1877, 's middags ten 12 uren, ten raadhuize gelegenheid wordt gegeven om daartegen bezwaren in te dienen. Burgemeester en W ethouders voornoemd, Alkmaar, A. MACLAINE PONT. 17 Dec. 1877. He Secretaris NUHOUT van der VEEN. B R A N D W E E R. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALKMAAR Gelet op de bepalingen van het reglement op het beheer en het behandelen der brandbluschmiddelenvastgesteld 6 Maart 1872 (Gemeenteblad No. 101); Roepen bij deze op alle manspersonen a. in 1877 20 jaar oud geworden; b. zieh tusschen den ouderdom van 20 en 60 jaren sedert 1 Eebruari J877 te Alkmaar gevestigd hebbende: om zich voor de dienst van het brandwezen te doen in schrijven ter secretarie der gemeenteop alle werkdagen van 's morgens 9 tot 's namiddags 2 urein de maand Januari 1878. Zij herinneren verder belanghebbenden dat Verzuim dier inschrijving indienststelling zonder loting ten gevolge heeft. Burgemeester en Wethouders voornoemd, Alkmaar, A. MACLAINE PONT. 20 Dec. 1877. De Secretaris, NUHOUT van der VEEN. BURGEMEESTER en WETHOU DERS van ALKMA AR Gelet op art. 54 der wet van 29 Juni 1851 (Staatsblad No. 85); Brengen ter algemeene kennisdat de Gemeenteraad in zijne lieden gehouden vergadering heeft benoemd voor het jaar 1878 1°. tot leden der vaste commissie voor de verordeningen tegen welker overtreding straf is bedreigd, de heeren J. G. A. Verhoef, JC. Room, JC. honken M. Cohen Stuart., van welke commissie de Burgemeester, ingevolge art. 166 der gemeentewet, Voorzitter is; 2°. tot leden der vaste commissie van financiën de heeren J. G. A. Verhoeff, J. CRoom, P. Bruinvis de Lange, C. Bosman en C. W. Bruinvis, onder Voorzitterschap van den heer JG. A- Verhoeff 3». tot leden der vaste commissie van bijstand in betrek king tot het beheer en onderhoud der plaatselijke werken en eigendommende heeren P. Bruinvis de Lange M. Cohen Stuart en 11. J Conijn, onder Voorzitterschap van den heer Wethouder P. A. van der Drift, daartoe door Burg. en Weth. uit hun midden aangewezen. Burgemeester en Wethouders voornoemd Alkmaar, A. MACLAINE PONT. 19 Dec- 1877. De Secretaris NUHOUT van der VEEN. BURGEMEESTER en WETHOUDERSvan ALKMAAR brengen ter kennis van belanghebbenden dat het le sup pletoir kohier der plaatselijke directe belasting, heden door den Gemeenteraad vastgesteld van 20 tot en met 28 De cember 1877 ter gemeente-secretarie ter lezing wordt neder- gelcgd binnen welken tijd bezwaarschriften tegen dat ko hier op ongezegeld papier aan Gedeputeerde Staten kunnen werden ingediend. Burgemeester en Wethouders voornoemd, Alkmaar, A. MACLAINE PONT. 19 Dec. 1877. De Secretaris, NUHOUT van der VEEN, PATENTEN. De patenten, aangevraagd in Augustus, September en Octo ber 1877, alsmede eenige suppletoire patenten van in de ge meente Alkmaar handeldrijvende kooplieden enz. kunnen ter gemeente-secretarie worden afgehaald van Maandag, 24 De cember 1877 tot Zaturdag 5 Januari 1878 des morgens van 9 tot 2 ure. Zij, die van de SCHUTTING staande langs bet, huis van Cornelis Kramer, nabij de Sehapenbrug te Alkmaar, uitslui tend wenschen gebruik te maken, om daarop aankondigin gen enz. aanteplakkenworden verzocht vóór 31 December 1877 zich bij Burgemeester en Wethouders van Alkmaar, onder opgave van den prijsdoor hen voor dat gebruik te betalenaantemelden. P O L I C 1 E. Ter terugbekoming is aan het Commissariaat van Polieie het navolgende voorhauden alseen zak tarwe, een sleutel, een slagersmes met a/gesleten lem en een portemomaie. Verder zijn aldaar inlichtingen te bekomen omtrent een zweep, een zwart zijden boezelaar en een gouden vingerring met letters. De kortste weglangs welken Engeland ter zee zijn Oost-Indische bezittingen kan bereiken, vormt als het ware een keten, waarvan de Atlantische oceaan van de Engelsche havens tot aan de straat van Gibraltar, de Middellandsche zeehet kanaal van Suez de Roode zee en de Indische zee van de straat van Bab-el-Mandeb tot aan de kusten van Voor- en Achter-Indië de schakels vormen. Om die keten, gelijk elke andere, in stand te houden in het noodig dat aan de schakels en haar verband de noodige zorg worde besteed. Waar een dier schakels dreigt ver loren te gaan, moeten alle pogingen in bet werk worden gesteld, om haar voor ondergang te behoe den, indien men ten minste prijs stelt op het behoud van de keten. In Engeland begrijpt men dit zeer goed van daar dan ook de groote vrees die men daar koestert voor alles wat eenigszins strek ken kan om de vrije vaart van Engelsche schepen door de Middellandsche zee en het kanaal van Suez in gevaar te brengen; van daar al die beweging, welke om het voortrukken van de Russische legers door sommige van Albions zonen wordt gemaakt; van daar al die aanprijzingen van maatregelen, welke moeten genomen worden om Engelands belangen in het Oosten te verzekeren. Het schijnt inderdaad dat ook de Engelsche Re geering van meening is zich bij den tegenwoordigen stand van zaken in Turkije niet meer tot bloot toe schouwen te kunnen bepalen althans het Parlement is reeds tegen 17 Januari a.s. bijeengeroepen, d. i. drie weken vroeger dan gewoonlijk, en wel, naar de Standard, een ministriëel orgaanverzekert, om het de maatregelen in overweging te geven, welke de veranderde staat van zaken in het Oosten eischt, en een buitengewoon crediet aan te vragen ten be hoeve van zoodanige versterking der Britsche strijd macht als de huidige toestand in Europa wenschelijk maakt. Welke die in overweging te geven maatre gelen zullen zijnen in hoeverre men de strijdmacht wil uitbreidenschijnt in Engeland nog niet bekend te zijn, en hierbij leggen wij ons voorloopig neer, overtuigd dat gissingen in deze van weinig waarde zijn. Wat de Engelsche Regeering in haar schild voert, kan de tijd alleen leeren. Gelijk we reeds opmerktenontbreekt het niet aan raadgevers, die door hun stem te doen hooren het Engelsche Gouvernement op het goede pad trach ten te brengen. Zoo heeft men reeds herhaaldelijk de wenschelijkheid trachten te betoogen van een be zetting van Egypte; immers daardoor zou Engelands vrije vaart door het Suez-Kanaal verzekerd zijnal kwam Armenië ook voor goed in Russische handen Over het algemeen zijn de menschen buitengewoon scherpzinnigwaar zij rondzien naar gevarenuie hun eigen belangen bedreigen, maar hoe scherpzinnig ook, zijn diezelfde lieden nu en dan van een over dreven vrees voor allerlei nietsbeteekenende zaken niet vrij te pleiten. Het zou ons niet verwonderen, indien dit laatste ook eens zou kunnen gezegd worden van hen, die Engelands vrije vaart door het Suez-Kanaal bedreigd achten door de omstandigheid dat Armenië een Russisch wingewest is. Hij wien aardrijkskun- dundige kennis van Westelijk Azië ten eenmale ont brak zou bij het hooren van deze lieden al licht meenen dat de grenzen van Armenië hoogstens een dagreis van het Suez-Kanaal verwijderd zijnen in dien dit zoo ware, zou de Engelsche bezorgdheid ten aanzien van dit Kanaal niet geheel ongegrond zijn maar hoe geheel anders is de werkelijkheid. De af stand tusschen de zuidelijke grenzen van Armenië en Egypte bedraagt honderden mijlen, terwijl een tocht met een leger door een woestijn nu eens niet tot de gemakkelijkste zaken behoort. Bovendien heeft Napoleons tocht naar Syrië genoegzaam bewe zen dat de Syrische woestijn voor een doortrekkend leger ernstige bezwaren oplevert. En zou de Khe dive van Egypte zijn grenzen geheel onverdedigd laten Maar nog al neemt men aan, dat de Russen werkelijk over land Egypte hereikenen zich daar vestigendan zouden zijzoolang hun van de zeezijde alle toevoer ontbrakde geheele landstreek tusschen Armenië en Egypte moeten blijven bezet ten om zieh te kunnen handhaven. Dit nu zou een inspanning eischendie op den duur zelfs de krach ten van een land als Rusland zou te boven gaan. Zoolang dit Egypte alleen aan de landzijde kan na deren heeft Engeland op dit punt niets te vreezen. Het gevaar schuilt ongetwijfeld elders. IV are het Rus land mogelijk ongestoord Egypte over zee te bereiken, dan zou Engeland zijn handelsweg naar Oost-Indië terecht bedreigd achthn. Om nu te beletten, dat zulks ooit gebeuren kan heeft het te zorgendat het op de Indische en Roode zeeën meester blijve en in de Middellandsche zee elke Russische machts ontwikkeling neutraliseere. Dat er ook in Engeland zijn, die zoo over de zaak denken blijkt uit een artikel voorkomende in het October-nummer van Blackwood's Bdinburgli Magazine. De schrijver daarvan acht voor Engeland nog niets verloren al verkrijgt Rusland vrije vaart door den Bosporus en de Dardanellen, indien het slechts voor eene behoorlijke scheepsmacht in de Middellandsche zee zorg draagt zoodat het met kracht kan optre den, zoodra de noodzakelijkheid daartoe bestaat. Om die scheepsmacht behoorlijk te kunnen uitrusten, zou aan Engeland in de route van de Dardanellen naar den mond van het Suez-kanaal een geschikt station moeten worden afgestaan De schrijver meent dit te vinden in de natuurlijke haven van Suda gelegen aan de noordkust van Candia (1), ten oos ten van het Schiereiland Maleka (het derde van het westen af), die volgens hemeen uitnemende gele genheid tot het oprichten van een marine-établisse ment zou aanbieden. Hij erkent voorts, dat zijn land door zulk een eisch te doen, in strijd zou han delen met een beginseldat het steeds heeft voor gestaan, nl. dit, dat de integriteit van het Turksche Rijk moet gehandhaafd wordenmaar niettegen staande dit, meent hij in de gegeven omstandigheden deze beginselloosheid te moeten aanbevelen. Echter wil hij zoo weinig mogelijk in strijd met het aange nomen heginsel handelen hij verlangt slechts de baai van Suda en zooveel omliggend land als tot bereiking van het gestelde doel wordt vereischt. (1) Dit is de Italiaansche naam van het eiland. De Nieuw- Grieksche is Kritide Turksche Kind, Wij willen aannemen, dat, indien aan Engeland eens vrijheid werd gelaten om naar het verlangen van onzen schrijver te handelen, het van die vrijheid met alle bescheidenheid gebruik zou maken, en onder „zooveel omliggend land als tot bereiking van het gestelde doel wordt vereischt" niet geheel Candia zou verstaan, dan rijst echter nog de vraag, hoe de Candioten over de zaak konden denken. Ook de heer Gladstone heeft hierover indertijd geschreven. Hoezeer hij erkentdat eene eventuëele tusschen- komst van het Britsche gezag in Egypte de bevol king van dit land niet volslagen onaangenaam zou zijn (2), is hij ten aanzien van de Candioten van een tegenovergestelde meening. Hij kan zich niet voorstellen, dat een Griek zoo laag zou kunnen zin ken, „dat hij op eenige voorwaarde afstand zou wil len doen van de schitterende nalatenschap welke zijn voorvaderen hem in hun naam hebben nagela ten." De beteekenis van deze voor de Grieken hoogst vereerende verklaring is stellig deze, dat zij de Candioten zijn ook Grieken alleen door geweld gedwongen, zich aan het Engelsche gezag zouden onderwerpen, evenals zij vroeger slechts door geweld gedwongen de heershappij der Turken erkenden. Deze bewering van den heer Gladstone vindt buiten twijfel steun in de geschiedenis der laatste jaren Herhaaldelijk is het gebleken, dat de Candioot, zoodra hij van vreemd geweld bevrijd wordt, ook in volken rechtelijken zin weer Griek wenscht te worden, en verlangt, dat zijn eiland een deel van het konink rijk Griekenland wordt. Nooit daarentegen 'bleek het, dat een meerderheid der eilanders ernstig ver langde onder Engelsche heerschappij te komen, ge lijk de schrijver in Blackwood's Magazine beweert maar niet bewijst. Toch ware een enkel bewijs vooral met het oog op de herhaalde uitingen van Candia's bewonersniet overbodig geweest. Het komt ons voor, dat de schrijver hier de zwakke zijde van zijn zaak bespeurende en de moeilijkheid, zoo niet de onmogelijkheid om een dergelijk bewijs te leveren inziendezich van dit gedeelte van zijn taak met een machtspreuk heeft trachten af te maken Het schijnt niet geheel zonder belang hier nog te herinneren aan de geschiedenis van de Jonische eilanden, gedurende de laatste zestig jaren. 5 No vember 1815 werd te Parijs tusschen Engeland Oostenrijk Pruisen en Rusland een verdrag geslo ten, waarbij die eilanden tot eeu Republiek werden gevorn md onder het protectoraat van de Britsche kroon, die het recht kreeg de geheele Republiek te bezetten en een commissaris te zenden, die in over leg met een volksvertegenwoordiging het land zou besturen. Deze Engelsche heerschappij stond den bewoners volstrekt niet aan; zij rustten dan ook niet, voordat de 6 October 1863 was aangebroken toen op Corfu de inlijving van hun land hij Grie kenland plechtig werd afgekondigd. Waar men nu van een bevolking, die geheel tot denzelfden volksstam behoort als de Candioten, dergelijke zaken kan hoorenzij men voorzichtig met dien eilanders Engelsche sympathiën toe te schrijven. Br bestaat nagenoeg zekerheid, dat een bezetting van Candia of een deel daarvan door Engelsche troepen gepaard zou gaan met de verkrachting van den wil der daar levende bevolking en zoolang dit het geval is, behoort de voorgestelde wijze om aan Engeland's heerschzucht in het oostelijk deel der Middellandsche zee te voldoenmet kracht te wor den bestreden. Dit behoort te meer te geschieden, omdat Engeland in Malta een oorlogstation heeft van waar uit het eene voldoende zeemacht in den Archipel kan onderhouden. (2) In het genoemde tijdschriftartikel wordt tevens over den toe stand van het Egyptische volk gehandeld naar aanleiding van een onlangs van de hand van den heer Edwin de Leon over den toe stand van het tegenwoordige Egypte verschenen werk. Daaruit blijktdat de beschrijving die een bibliothecaris van Ramses den Groote voor 3000 jaren van den toestand van het toenmalige volk gal', dien van het tegenwoordige nagenoeg juist teruggeeft. Die beschrijving is te merkwaardig dan dat wij haar aan onze lezers zouden onthouden. Zij luidt aldus „Hebt gij ooit in nwe verbeelding u den toestand voorgesteld van den boer, die den grond bebouwt? Voor dat hij den sikkel aan zijn oogst heeft geslagen, hebben de sprinkhanen een deel hiervan opgegetendan komen da ratten en de vogels. Indien hij langzaam is in het binnen halen van zijn oogst, zitten de dieven hem op zijn hielen. Zijn paard sterft van vermoeidheid, wanneer het de kar trekt. De ontvanger van de belastingen komt, zijn beambten zijn gewapend met knodsenhij heeft negers hij zich, die roeden van palmtakjes dragen. Zij allen roepen: „„Geef ons uw graan," en hij kan op geenerlei wijze hun afpersingen ontgaan. Vervolgens wordt de ongelukkige gegrepen, gebonden en weggezonden om aan kanalen te werken zonder hiervoor eenig loon te genieten zijn vrouw wordt gegrepen en geboeid zijn kin deren worden uitgeplunderd." De oostenrijkscke regeering heeft thans te Berlijn voorge steld om het handelstractaat van 1868 met een half jaar te verlengen en alzoo tot Juli 1878 van kracht te laten. Prins Bismarck zal wellicht niet vóór het aanstaande voor jaar een einde maken aan het hem verleende onbepaald verlof. Prtjisen. Het ontwerp tot aanvulling der wet op de stedelijke gemeenten is door het Huis van Afgevaardigden naar eene commissie van 14 leden verzonden hetgeen met „eene eervolle begrafenis" gelijkgesteld wordt. Den 5 is door het Huis het voorstel van dr. hirchowaan genomen, om het reglement van orde zoodanig te wijzigen, dat ook bij de behandeling van interpellation de ministers uitgenoodigd kunnen worden tegenwoordig te zijn. Daarna kwam het voorstel-Richter betreffende het Welfenfonds aan de orde. De minister Camphausen legde de verklaring af, dat de regeering haar vroeger staudpunt blijft innemen en derhalve het Huis niet bevoegd acht om inlichting omtrent het gebruik der rente van dat fonds te vragen. De regee- rin°- was alleen verantwoording schuldig aan den voormangen Konin"- van Hannover zoodra deze zijne verplichtingen jegens Pruisen nagekomen zou zijn. Het fonds zelf was onaange tast, dat kon en wilde de minister verklaren tegenover laster lijke geruchten, die het tegendeel verzekerden. De regeering zou hare gedragslijn ten dezen niet veranderen zoolang Ko ning George zijne aanhangers tot oorlog tegen Pruisen bleef aanzetten. Den 6 is het voorstel-Richter betreffende het geseques- treerde vermogen van den Koning van Hannover afgestemd. Het centrumde fortsckrit.ts-partij en de poolsche leden stemden er voor. In den loop van het debat verklaarde de minister Camphausen zeer stelligdat het mobiele vermogen van Koning George even onaangetast was als de volgens de overeenkomst op rente gezette vijf miljoen; hij protesteerde tegen de onderstelling van den heer Windhorstlid der centrumspartijvolgens welke hij als vice-president van het ministerie zich in anderen geest zou hebben uitgelaten dan hij als minister van financiën gedaan heeft. Aan zulk eene jezuietische practijk (groot rumoer in het centrum, levendige toejuiching van de linker- en rechterzijde) had hij zieh nooit schuldig gemaakt. Yurig zeide hij te wenschen, dat spoedig de strijd tegen de roomsche hiërarchie en tevens de agitatie der Welfenpartij een einde zou nemen welke beide nauw verbonden waren (levendige toejuichingen). De prinses v. Wied is den 7 bevallen van een zoon. Naar aanleiding van een uit Inowraclaw gemeld geval van runderpest, zijn de bij de wet bepaalde maatregelen tegen de verspreiding dier ziekte bevolen. In den avond van 8 Dcc zijn te Keltsch, in Silezie, van de straat 2 schoten gelost in de woonkamer van den pastoor Ta/zergnskidie zieh aan de staatswetten onderworpen had. De eene kogel is in den achterwand van het vertrok terecht gekomen de andere is tegen het raainstijl afgestuit en later op straat gevonden. De pastoor was juist afwezig. Elzas-Lotharingen. De Landdag is den 8 geopend. De opperpresident v. Möller herinnerde in zijne openingsrede, dat de Landdag nu voor de eerste maal niet alleen als ad- viseerend collegemaar als een wezenlijke factor in de wet gevende macht werkzaam zal zijn. De voorzitter antwoord de dat de Landdag dezelfde kalmte en gematigdheid zou weten te bewarendie hem de uitbreiding zijner bevoegd heid hadden doen verwerven. Vervolg der IVekelijksche Berichten in hel Bijblad. lihtncnliind. Staten-Generaal. Bij de behandeling der begrooting van waterstaat, is den 17, met*43 tegen 2i st. aangenomen eene motie van den heer v d Loejfluidende: „De Kamer, van oordeel, dat de overeenkomst, op 3 October 1876 met de vennootschap „Zeeland," getroffen,, niet had behooren te zijn gesloten Izonder dat wettelijke vaststelling der aan die overeenkomst verbonden uitgaven uitdrukkelijk voorbehouden of voorafgegaan waregaat over tot de orde van den dag [De minister v. d- Heim heeft bij die overeenkomst het postverkeer met Engeland 10 jaren lang voor eene aanzien lijke som aan genoemde vennootschap opgedragen. Den 18 werd behandeld hoofdst. X koloniën en de be grooting aangenomen met 54 tegen 9 st. Eveneens die voor Suriname en Curafao; de eerste met 58 legen 8 en de laatste met alg. st. In de avondzitting van denzelfden dag werd de wet op de middelen behandeld en met alg. st. aangeno men. Daarna werd opgemaakt de aanbevelingslijst voor de benoeming van een lid van den H. Raad, zij bestaat uit de heeren J. J. Lolteraadsheer in het hof te 's Gravenhage C. D. Asser, raadsheer in het hot te Amsterdam P. R. Feithrechter in de rechtbank te AmsterdamF. Alting Mees, oud-pres. van het hooggerechtshof in Ned.-Indie, S M. S. de Ranitz, pres. der rechtbank te Zwolle en R. W. D. lieyligersauditeur militair te 's Gravenhage. l)en 19 werden één zestal wetsontwerpen aangenomen en beraadslagingen geopend over een zevendede herziening der kiestabel. In een van de zes houdende de bepaling van een nieuwen termijn voor de voltooiing van he Noordzeeka naal, wordt 31 Dec. '77 vervangen door jl Oct. '78 en worden de ministers van waterstaat en van financiën ge machtigd met de kanaalmaatschappij eene overeenkomst aan te gaanwaarbij haar uitstel verleend wordt voor de terug betaling der geleende 1 5.500.000. Overmacht de zeer ongunstige weersgesteldheid is de oorzaak geweestdat de zeehaven niet voltooid kon worden opgeleverdhet ka naal voldoet aan de bij de concessie gegeven voorschriften. Den 20 werden de beraadslagingen over de kieswet her vat en zijn daarna aangenomen met 45 tegen 31 st. Het principe van enkele en dubbele districten blijft behouden en liet aantal leden der 2«. Kamer met zes vermeerderd. De Kamer is op reces gescheiden. De 1". Kamer heeft den 18 met alg. st. aangenomen het ontwerp houdende wettelijke voorzieningen omtrent het mi nisterie van waterstaathandel en nijverheid. Den 21 heeft de le. Kamer zonder alg. beraadslagingen hoofdstuk I en 11 en na korte discussie hoofdstuk III tot IX der Raadsbegroot.ing met alg. st. aangenomen. Bij hoofd- IV (Justitie) beloofde de minister wettelijke bepalingen tegen het vervalsehen van levensmiddelen. Benoemingen. Tot hoogleeraar in de faculteit der wis- en natuurkunde te Utrecht dr. W. Kapteyn, leeraar aan 's Rijks koogere burgerschool te Middelburgtot hoogl. in dezelfde faculteit te Groningèn dr. J. C. Kappeyneobser vator aan de sterrewackt te Leiden. Aanbestedingen. Den 13te 's Gravenhagehet vol tooien van den toegangsweg naar de station buiten de Delft- sehe poort te Rotterdamhet verplaatsen van eene goede renloods en andere werken, minste insckr. G. Key, te Rot terdam voor f 56,000. Te Vianenhet bouwen eener nieuwe r. c. kerk minste insckr. J. Dumoulinvoor f 71,624te Varik, het bouwen eener r. c. kerk met toren en pastorie, aan J. Bal- fertte Pannerdenvoor f 67,380; door het prov. bestuur van Noordholland, het bouwen van eene school en onder wijzerswoning te Schellingwoude, gemeente Ransdorp, minste insohr. W. Grevete Buikslootvoor f 14,532. Den 14te Utrechthet maken van een fort bij het He meltje, minste inschr. IV. A. G. Jansen, voor f 358,470; te Middelburg, het bouwen van eene steenen goederenloods met verhoogde perrons, aan de buitenhaven te Vlissingen minste inschr. J. Verhuyl Quakkelaar, te Vlissingen, voor f 37,779. Gieten. Wijlen mej. C. J. Lentfnnckte Rotterdam, heeftvrij van rechtengelegateerd aan de ned. herv. dia- eoniën te Rotterdam en te Haarlem elk f 3000het r. c. parochiaal armbestuur te Rotterdam f 2000, de geref. bur ger-weeshuizen te Rotterdam en te Haarlem de Vereeniging tot het verleenen van hulp aan ooglijdersde werkinrichting voor blinden het doofstommen-instituuthet Sopkia-kinder- ziekenhuis, de armbesturen der evaug. lulhersehe, remon- strantsche en israclietiscke gemeenten alle te Rotterdam elk 1000. Wijlen mej. Sijtje Helder, wed. van Qerbrand Smit, te Heyloo, heeft aan de herv. gemeente aldaar f 15000 en aan de diaconie 5000 vermaakt. Wijlen de heer C. G. Voorhelm Schneevoogt heeft aan het S. Elisabeths-hofje te Haarlem gelegateerd 4 stuks 3 pets. portugeesche effectenalsmede f 200vrij van rechten. Rampen. Den 18 is op de Noorderhaaks gestrand het deensche stoomschip „Nordlyset", van lliga met graan naar Antwerpen. De reddingboot haalde de equipage er af maar overladensloeg zij door een breker omwaarbij haaf I i 1

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1877 | | pagina 1