i\o. 3. Tachtigste Jaargang. 1878. Z O M D A G 20 JANUARI. ®fficiccl (?$cbccUc NATIONALE MILITIE. Loting' voor de Nationale ÏStlifie. Engeiand's voorzorgsmaalregelen. £21ckclijkscüc üevidttcu Frankr||k. 4«rout 83rit(an|e e» Ierland. liirklje. A l A AKS E E A T. Deze Courant wordt, wekelijks uitgegeven en is verkrijgbaar op Zaterdag avond te 7 uren. Prijs per kwartaal franco per post f 0,H0 afzonderlijke ne-mmers 5 Cents. Brieven franco aan de Uitgevers HERM'. COSTER ZOON. De Advertentiën kosten van 15 regels 0,75, voor elke regel meer 15 Cents; groote letters naar plaatsruimte. Bij inzending tot Zaterdag namiddag 1 uur, wordt voor de plaatsing in het eerstvolgend nommer ingestaan ingezonden berichten een dag vroeger. KENNISGEVING. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALKMAAR. Gezien art. 26 der wet op de Nationale Militie, dato 19 Augustus 1S61 (Staatsblad No, 72). Brengen bij deze ter kennis van de belanghebbenden Dat het register der in bet jaar 1877, alhier voor de Na tionale Militie ingeschreven personen benevens de alphabe- tische naamlijst, ter inzage zullen liggen ter secretarie dezer gemeente, van den 15 Januari tot den 25 Januari van des voormiddags 9 tot des namiddags 2 ure, binnen welken tijd tegen gemelde registers bezwaren kunnen ingeleverd worden bij den Heer Commissaris des Konings in deze Provincie. Alsmede Dat ten aanzien van het inleveren dezer bezwarenbij art. 99 der gemelde wet zijn gemaakt de volgende bepalingen De bezwaren worden bij Gedeputeerde Staten ingediend «door middel van een door de noodige bewijsstukken ge- «staafd verzoekschrift, op ongezegeld papier, onderteekend «door hem die ze inbrengt Deze brengt het verzoekschrift «in tegen bewijs van ontvangbij den Burgemeester zijner «woonplaats, die het terstond aan Gedeputeerde Staten «opzendt." Burgemeester en Wethouders voornoemd,, Alkmaar, A. MACLAINE PONT. II Jan. 1878.' De Secretaris, NU 110UT vas der VEEN. KENNISGEVING. Het HOOED van bet Plaatselijk Bestuur te ALKMAAR brengt op grond van art. 1 der wet van 22 Mei 1815 (Staats blad n°. 22) bij deze ter kennis van de ingezetenen der ge meentedat het, kohier der grondbelasting op de gebouwde en ongebouwde eigendommen over het jaar 1878, op den 15 Januari 1S78 door den Heer Provincialen Inspecteur der directe belastingen in Noordholland executoir verklaard op heden aan den Heer Ontvanger der Rijks directe belastingen binnen deze gemeente ter invordering is overgegeven. Ieder ingezeten, die daarbij belang heeft, wordt vermaand op de voldoening van zijnen aanslag behoorlijk acht te geven, ten einde alle gereg'telijke vervolgingen, welke uit nalatigheid zouden voortvloeijente voorkomen. Alkmaar, het hoofd van het Bestuur voorn.' den 17 Jan. 1878. A. MACLAINE PONT. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALKMAAR brengen ter kennis van de belanghebbenden dat de loting der in het vorige ja'ar in deze gemeente voor de Militie ingeschrevenen zal geschieden op Dingsdag, den 12 Eebruari 1878, ten raadlmize der gemeente Alkmaar. Zij worden mitsdien opgeroepenom op dien dag des voormiddags ten 9). ure zich aldaar te bevinden om te loten en opgave te doen van de redenen van vrijstelling die zij ter zake van de Militie vermeenen te moeten inbrengen. Indien zij vermeenen vrijstelling te kunnen erlangen wegens broederdienst of op grond van te zijn eenige wettige zoon, zullen zij bovendien op Vrijdag, den 1 Maart e.k., des na middags ten zes ure, in bet. gemeentehuis moeten verschijn nen vergezeld van twee bij den Burgemeester bekende en ter goeder naam en faam staande meerderjarige ingezetenen, die de rereischte getuigenis kunnen afleggen en bet aldaar optemaken getuigschrift; onderteekenen. Burgemeester en Ik et houders voornoemd, Alkmaar, A. MACLAINE PONT. 18 Jan. 1878. De Secretaris, NUHOUT vak der VEEN. TRIJNTJE MAY wordt verzocht zich ter secretarie alhier aantemelden. REKENINGEN wegens leverantiën enz. ten dienste der gemeente Alkmaar, over 1877, worden ten spoedigste in gewacht bij den gemeente-architect of ter gemeente-secretarie. VERGADERING van den RAAD der gemeente ALK MAAR op Woensdag, den 23 Januari 1878, 's middags ten 12 ure. A aniens den Voorzitter van den Raad, De Secretaris, NUHOUT VAN DER VEEN. P O L I C I E. Ter terugbekomiug is aan liet Commissariaat van Policie het navolgende voorhanden alsetn vrouwenzak. Verder zijn aldaar inlichtingen te bekomen omtrent een zilveren naaldenkoker, een kleine icitte met qeel gevlekte hond, een groen geschilderd ijssleetje, een stuk van een goud oorbelletje. Lijst van brieven, waarvan de geadresseerden onbekend zijn, verzonden gedurende de 2'. helft der maand December 1877. Wed. Baan, Naber, S. Kapper, AmsterdamP Bakker, HaringcarspelAntje Hoek. Oudendijk; Prins, Oudkarspel; P. van Raap. SchagenP. Rous. SchermerS. Nolijn, Wieringen; Mej. J. SchriekenStolpe-VlotbrugJ. Groot, Tuitjeborn. Van do Hulpkantoren: heer Hugo Ik aardA. S'ovisAmsterdam. Noordschancoude W. Zeeren, Warmenbuizen. Petten, C. Keten, Amsterdam; J. van BerkelSchagen. Woqnum, K. KoolAmsterdam P. KalisSliedrecht. ZuidscharwoudeA. Slot'ves, Amsterdam. te eindigen, wendde zij zich tot de ueutrale mogend heden, die echter weigerden tusschen beide te treden Daarop richtte de Porte zicli tot de Engelsche Re geering alleen. Deze was bereidvaardig genoeg om van de gezindheid der Porte mededeeling te doen aan de Russische Regeering. De Czaar verklaarde van zijne zijde niets liever te wenschen dan vrede te sluiten, en deen de wijze kennen, waarop door Engeiand's bemiddeling, onderhandelingen tusschen Rusland en Turkije konden worden aangeknoopt daarbij de hoop uitdrukkende, dat zij tot een vreed zame oplossing der geschillen zouden leiden. Di Engelsche Regeering heeft, volgens de troonrede, alle pogingen aangewend om dit gewensebte gevolg te verkrijgen, zonder eene der partijen te krenken Zij blijft baar onzijdigheid handhaven, maar, zegt zij wanneer de vijandelijkheden mochten worden voort gezet zou er iets kunnen gebeuren dat voorzorg» maatregelen van hare zijde noodzakelijk zou maken en zulke maatregelen kunnen niet zonder voldoende voorbereiding worden genomen. De Regeering richt zich daarom tot het Parlement om de gelden t< vragen, die daartoe noodig zijn. Alzoo: een verzoek om geld, tot voorbereiding van de voorzorgsmaat'egelen die noodig zouden zijn, al- de onderhandelingen mislukten, en er bij voortzet ting van den oorlog iets gebeurde, dat die voorzorgs maatregelen noodig maakte. Wat is dat iets? De Regeering zegt het niet, m;.ar, zooals de zaken than- -taan, denkt ieder aan een bedreiging van Konstan- tinopel door de Russen Inderdaad zou de hoofdsta- van bet Turksehe Rijk wel eens spoedig in gevaar kunnen zijn. Zou de Engelsche Regeering haar in dit geval willen bezetten, voordat de Russen baar kunnen bemachtigen? Wil zij zich van éenige pun ten in Egypte verzekeren, om meesteres te kunnen blijven van het kanaal van Suez? Kan zij Kandia koopen zooals onlangs beweerd werd en wil zij daarvoor geld vragen? Wij weten het niet. Zij wil in 't algemeen gereed zijn. als er iets gebeurt, dat zij vreest dat weidra gebeuren kan. Dat de Turksehe Regeering van begeerte brandt, om uit de beraadslaging in het Parlement de ge zindheid der Regeering niet alleen, maar vooral ook van de Vertegenwoordiging te vernemen, laat zich denken. Maar zal het haar veel batente hoorei wat Engeland in zijn belang in het oosten verlangt? Zij heeft reeds overvloedige gelegenheid gehad om tot de wetenschap te komen dat Engeland prij.- stelt op een vrijen en veiligen weg naar Indiii Maar die wetenschap geeft haar alle reden om ti verwachten dat Engeland geen bezwaar zal maken tegen de eiscben van Rusland, wanneer die meei bepaald met Turkije's belangen in botsing komen, inaar tot verzet zal aansporen, wanneer Engeland zijn veiligen weg naar Indië bedreigd ziet. Moet Turkije dan voor Engeland blijven vechten, om misschiei- bij het sluiten van den vrede, tot de grootste opoffe ringen genoodzaakt te zijn? Is de sluiting van Bos phorus en Dardanellen een zaak, waarbij in de eerstt plaats Turkije belang heeft? De vraag blijlt daarom nog altijdof de groote belangstelling van Engeland ten slotte voor de Porte wel een voordeel s. Dit alleen is zeker, dat Ru-dand er belang bij heeft, zoo spoedig mogelijk voorwaarts te dringen en geen wapenschorsing te sluiten tenzij men teven.- tot overeenstemming komt omtrent de grondslagen van het vredesverdrag. Schorsing van de vijandelyk- heden zou de Turken in staat stellen, om zich sterk te maken bezuiden den Balkan en daar wellicht een nieuw Plevna te stichten. Te gelijker tijd kunnen de Engelsehen zich voorbereiden tot die maatregelen, die haar Regeet'ing noodzakelijk acht, als zeker „iets" gebeurt. De eerstvolgende dagen kunnen ons daar om allergewichtigste tijdingen brengen Wil Enge land nog iets doen, dan behoort het zich althans te haasten. Naar hetgeen wij van het oorlogstooneei hooren, schijnt het niet tot de onmogelijkheden tt behooren dat de Russen binnen een dag of vijf t< Adnanope! zijn, en dan diende toch de Engelsche Regeering gereed te wezen om oogenblikkelijk du maatregelen te nemen, waarover het thans het Par lement gaat raadplegen. Nog altijd verkeeren wij in het onzekere omtrent de onderhandelingen, die tot wapenschorsing, en zoo wij hopen, tot vrede zuilen leiden Turkije heeft nog altijd zijn laatste hoop gevestigd op Engeland en er bestaat eenige kans, dat hij eindelijk met eenige zekerheid zal vernemen, wat het van die zijde heeft te verwachten. Het Engelsche Parlement is bijeen, en de troonrede, waarmede het werd geopend, is in hoofdzaak door de telegraaf' medegedeeld. Zj geelt aan Turkije geen licht De Regeering verklaart raa en hulp noodig te hebben van het Parlement, nadat zij pogingen in het werk heeft gesteld om den oor log te doen eindigen. De beraadslaging onder de Engeisehe vertegenwoordiging zal ons omtrent de pogingen ongetwijfeld veel nadere bijzonderheden doen kennen, doch de troonrede zelve deelt ze reeds in hoofdzaak mede Engeland heeft, volgens dit re- geeringsstuk, van den aamang af verklaard, dat het zich streng onzijdig zou houden, zoolang zijne eigene be angen niet wefden bedreigdmaar dat het de eerste de beste gelegenheid wenschte aan te grij pen om tot een schikking te komen. Toen de over winningen de Russen de Porte tot de overtuiging brachten, dat het wenschelijk was de vijandelijkheden Het is met de gezondheid van Prins Bismarck als met den loop van de maan elke week een andere stand. De dagbladen vervoegen het werkwoord komen ten opzichte van zijne Hoogheid in eenige tijden zóó bij herhalingdat de Kanselier welhaast zijn geduld moet verliezen over dat voortdurend informeeren naar zijne gezondheid en de heeren journalisten in de gelegenheid zal stellen zijne komst te Berlijn t.e berichten. Mist Berlijn sedert, eenigen tfjd de tegenwoordigheid van Prins iiismarek, weldra zullen ten liovealda-.r vele andere vorste lijke personen verschyneu o, a. de Koning en de Koningin ian Belgie en de Prins van Ik ales. enz. Er is namelijk op handen de viering van een dubbel huwelijkvan Prinses Charlotte, oudste dochter van den Kroonprins, met, den Erfprins van Saksen-Meiningenen van Prinses Elisabeth. oudste dochter van Prins triedrich Carl, met den Erfgroot- liertog van Oldenburg. Wat de hervormingen betreft, die de lieer von Bismark in de njksregeering zou willen brengen men kan volgens de te Weenen verschijnende' Presse deze aldus omschrijven de rijkskanselarij houdt geueel op te bestaan De Kykskanselarij, zoo windt daar gezegd, is een samen stel van aigeineene takken van rijksbestuur, die met elkander niets gemeens hebben. Aan het hoofd van elk dier takken van bestuur, die njksmiaisteriën zullen worden zat öf een Minister of een ambtenaar met ministerëel bevoegdheid worden geplaatst. De beweging van uitramontaansclie zijde heeft weinig succes Bij den Keizer was ingezonden eene peiitie, onderteekeud door 158UÜU personen. De bladenwaarop deze handteeke- nmgen gesteld warenvormden 7 dikke foliodeelen. De petitie had de strekking den Keizer te overreden tot wijzi ging der zoogenaamde Mei-wetten. Namens den Keizer is aan petitionarissen te kennen gegevendat zij naar Z. M. overtuiging wijzer en beter hadden gehandeld door, in plaats van den Keizer een dergelijk document, toe te zendenzich te wenden tot de kerkelijke autoriteit, welke in staat, is om door haar gezag paal en perk te stellen aan den tegenstand, die geboden wordt tegen de wetten van den staat. Ook de interpellatie betreffende Marpingen in ket Huis der Afgevaardigden te Berlijn door het centrum, bij monde van den lieer Bachem, is geëindigd met verwerping van het voorstel tot restitutie uit de schatkist van de gelden, welke genoemde gemeente heeft moeten betalen wegens het handha ven der openbare orde. Ernstige mannen hebben bedenkelijk opgezien over de ge jaagdheid en de onrust onder de repubhkein.il, gedurende de dagen, die het bijeenkomen vanJSenaat en Kamer voor afgingen. Dank zij den invloed van de voortreffelijksten onder hen, heeft thans ernstig plichtbesef de vroegere onbestemdheid bij hunne partij vervangen. Overeenstemming is verkregen omtrent het noodzakelijke. Er is bezadigdheid gekomen onder de republikeinen, Vernemen wij wat Gambettavan zijne buiteiilandscke reis te Marseille aangekomen, aldaar den 8 dezer heeft gesproken «Ik ben niet geheel en al gerustgesteld. Zij die mij kennen weten dat zoo luchthartig als ik ben ge durende den strijd, in de ure des gevaarsik des te meer bekommerd ben na den slagwanneer het bestand gesloten is. Waarom Omdat ik bovenal voor den roes der over winning voor eenen of anderen misslag onzer partijvoor eene onbesuisdheid van dezen of genen voor eene trouwe- looze kuiperij eener intrigantenbent beducht ben. Mijne waarde vrienden, laten wij geduldig zijn en aan onze krijgs plannen ons houdenOik maak mij geene illusion. De overwinning is nog niet beslissend en ik begrijp bet ongeduld dezer strijdbare democratie, waaraan ik mijn leven gewijd heb. Maar voor het. weizijn der Republiek zelve en van mijn land zal ik steeds deze politiek der redede methode der zekere en werkelijke uitkomsten voeren welke bestaat in bet te baat nemen van alle omstandigheden, het vermijden van alle valsch alarm Zietdaar, waarom de tegenwoordige meerderheid der Kamer, welke, gelooft mij, ernstigonberispelijk republikeinsch istevens ministerieel behoort te zijn opdat wij zonder schokken zonder tegen spoed Januari 1889 bereiken en de kaap der verkiezingen voor den Senaat, omzeilen. Tot dat tijdstip, ik herhaal het, geene vermetelheden geene oneenigheden geene misslagen!" Den dagdat Gambetta de rede hield waarin bovenstaan de zinsnede voorkomen zijn de zittingen van Senaat en Kamer geopend. De hertog d?Audiffret Pasquier is in den Senaat en de lieer Jules Grévy in de Kamer als Voorzitter herkozen. In eene korte toespraak waarmede laatstgenoem de het, voorzitterschap wederom aanvaardde verklaarde hij o.a., dat de Kamer «door een boven allen lof verheven gedrag, Frankrijks wil had weten 1e doen zegevieren en in een oedenkelijk conflict een einde had weten te maken door de vreedzame vestiging van het. parlementaire stelsel." Dat de Kamer, vervolgde hij«door den geest der wijsheid bezield blijvewaarvan zij tot dusver blijk gegeven heeft dat zij steeds gematigd zij, inschikkelijk, rechtvaardig, aller rech ten eerbiedigende, de waakzame hoedster van de rechten der Republiek dat zij harerzijds zich beijvere om de noodige eensgezindheid tusschen de staatsmachten te bewaren welke alleen de rust, de veiligheid, den arbeid verzekeren kan. Aldus zal zij aan de verwachting des lands beantwoorden en het vertrouwen rechtvaardigenhetwelk dit in haar ge steld heeft." Deze woorden zijn door de linkerzijde en het centrum zeer toegejuicht. Een oogenblik heeft de Kamer gehad dat het debat min of meer onstuimig was, en wel bij ge legenheid, dat de verkiezing van den heer Combes mot SO tegen 139 stemmen nietig werd verklaard; doch overigens kenmerken hare zittingen zich door groote kalmte. Het Journal Officiel, van Vrijdag den 10 dezer, berichtte dat generaal Gamier benoemd L tot, bevelhebber van het achtste legercorps, in de plaats van generaal Ducrot, die tot lid van de commissie vosr de openbare werken is benoemd, ter vervanging van den heer Borel. Volgens de conserva tieve bladen heeft zich de minister Borel eerst na'lang tegen stribbelen tot dezen maatregel laten vinden en is de Regeering in liet algemeen daartoe slechts overgegaan ten einde eene tiaar onaangename interpellatie over het bekende „incident van Limoges" en den aankleve van dien af te koopen. Volgens de liberale organen daarentegen is het ontslag van generaal Ducrot eene daad van gerechtigheid tegen den voornaamst.en drijver tot een coup d'Etat, welke zich reeds te lang had laten wachten. Vóór liet ontslag moet de generaal bij den maarschalk de Mac-Alahon ontboden zijn die hem uitnoodigde het te vra gen i.etgeen gene weigerde, tenzij er een onderzoek naar hetgeen hem werd toegedicht plaats had. De generaal moet begrepen hebben, dat zoodanig onderzoek ol tot, niets leiden zou daar er geene getuigendie de waarheid sprakeu zouden te vinden zijnof dat mannen m de zaak betrokken zouden worden, die Frankrijk liever sparen wilde. Toen stapte de maarschalk over den vorm heen en ontsloeg hem zonder meer. Zondag had op Père-Lachaise eene indruk wekkende, vreedzame demonstratie plaats ten gunste van de Republiek. Het was de begrafenis van Raspailoudste lid der Kamer, bekend als geleerde, maar bovenal als ijverig republikein, geëerd otn zijne goede hoedanigheden meermalen gevangen man en onder liet Keizerrijk banneling. Op 84-ja- rigeu leeftijd was hij overleden. Zeer ordelijk plaatste men zich op bet kerkhof, dat duizenden toeschouwers bevatle, in de nabijheid van het graf. Louis Blanc nam het eerst het woord en bracht hulde aan den burster en geleerde Hij schetste liet staatkundig leven van Raspail, wees op zijn verdiensten als geleerde en mensch en bracht in de narten zijner hoorders eene diepe ontroering te weeg, (oen hij het delinoedisr gedrag der oudste dochter van Raspail in her innering bracht., die geheel voor haren vader had geleefd, uem tu de gevangenis was gevolgd en hier de kiemen opdeed «ter ziektewaaraan sij spoedig daarna in het Zuiden is gestorven. Louis Blunu zinspeelde op den toestand van een der zonen van RaspailAaoier, die 'do.or uit het land te wijken een veroordeeling ontgingen die thans, alleen omdat nem een vrijgeleide was verleend, bij het graf van zijn vader kon staan. Toen Louis Blanc vroeg, zal hij in ballingschap lerugkeeren? nepen tienduizenden: leve do amnestie! Nadat Louis Blanc met spreken had geëindigdvoerden nog ver- sehillende andere kamerleden het woord. Alle deputatiën trokken hierop langs het graf en legden daar bloemenkransen neer. Te halfeen had de lijkstoet de woning van Raspail e Arcueil verlaten. Kerst, te zeven uur was het, kerkhof ontruimd de plechtigheid geëindigd. Het overlijden van kictor Emmanuel heeft in Frankrijk meer indruk gemaaktdan men verwacht zou hebben. Het Journal Officid schrijft: «Dit zuo smartelijk en onver wacht voorval zal niet in Italië alleen algemeen en diepge voeld leedwezen verwekken. Het verlies van een Souverein, die eene zoo groote plaats in Europa innam zal in Frank rijk levendig treffen. De President der Republiek heeft, reedsin naam der Fransche natieden nieuwen Koning zijne deelneming in Lalie's rouw doen betuigen." Het hier bedoeld rouwbeklag van den President aan Ko ning Humbertper telegraaf aangeboden was van den vol genden inhoud «Ik bied Uwe Majesteit de oprechte bettiiging aan van mijne persoonlijke gevoelens en de hartelijke sym pathie der Fransche natie, welke de oude wapenbroedersciiap, waardoor het aan uwen roemruchten vader verbonden werd, niet vergeten is." De maarschalk Canrobert is zaterdag-avond, 12 dezer, naar Rome vertrokkenom aldaar met een gevolg van offi cieren waaronder een zoon van den President der Repu bliek de Fransche regeering bij de uitvaart van Koning kutor Emmanuel te vertegenwoordigen. De Kamer heeft, op den dag der begrafenis van Koning Victor Emmanuel geen zitting gehouden. In de kerk Ma deleine werd eene lijkdienst voor den overleden Koning ge vierd welke mis door den generaal d'Abzacals vertegen woordiger van den President, den voorziter en vele leden der Kamer, alsook door Fransche officieren van den veld tocht van 18,39 werd bijgewoond, daartoe door de te Parijs verblyfhoudende Italianen uitgenoodigd. De toon die door de Daily News en de Engelsche bladen in bet algemeen als ook die op de meetings en in rede voeringen van Parlementsleden wordt aangeslagen geeft er de blijken van dat men ten opzichte van het, behoud van den vrede in Engeland eenigszins geruster is dan eenige dagen geleden. Zaterdag 12 dezer, heeft de heer Bright te Birmingham op eene meeting eene toespraak gebondenom eene motie ten gunste van Engelands onzijdigheid te ondersteunen Het deed den heer Bright leed, dat er zooveel afgunst jegens Rusland in Engeland wordt gevonden. H(j achtte Rusland minder te vreezen dan cenig ander land. Ook kan Engeland van zijnen kant voor Rusland niet gevaarlijk worden. Hij verklaarde, den Czaar persoonlijk hoog te achten. Dat. verre weg liet grootste deel der Britsche natie de handhaving van Engelands onzijdigheid wenschtedaaraan zeide hij niet te twijfelen. Hij werd zeer toegejuicht. Dien dag heeft de ministerraad een zeer langdurige zit ting gehoudenter bijwoning waarvan zelfs de Iersche mi nister Hicksbench naar Londen was overgekomen. In de troonrede, waarmede de Koningin, Donderdag 17 dezerbet parlement beeft, geopendzegt H.M. omtrent de gebeurtenissen in het Oosten, het volgende: „De bespoedigde bijeenroeping van het Parlement heeft ten doel, mededeeling te duen van de aangewende pogingen om een einde aan den oorlog te maken en den raad en den bijstand van liet, Parlement in te roepen. Nadat de oorlog onvermijdelijk was geworden gaf ik mijn voornemen te ken nen om eene slipte onzijdigheid in aebt te nemen zoolang Engelands belangen dit zouden veroorloven, en uitte ik den welgemeenden wenscb om elke gelegenheid tot eene vreed zame schikking aan te grijpen. „De zegepraal der Russische wapenen noopte de Porte aan de vijandelijkheden een einde te maken. De Regeering des Sultans wendde zich daartoe tot de neutrale mogendhe den maar deze wezen haar verzoek van de hand De Porte besloot daarop, een afzonderlijk verzoek aan mij te richten. Ik stemde daarin toe en vroeg den Keizer van Rusland of vredesvoorstellen aanneembaar zouden ziin. De Czaar gaf zijn vurig verlangen naar den vrede te kennen en wees den weg aandie daartoe ingeslagen behoorde te worden. De door mijne bemiddeling tussclien Rusland en Turkije gewisselde mededeeling zullen naar ik hooptot een vreed zame oplossing van het vraagstuk en het einde van den oorlog voeren Mijnerzijds wordt het mogelijke gedaan om dat resultaat te verkrijgen. „Tot dusver heeft geene der twee oorlogvoerende partijen de voor mijne onzijdigheid gestelde voorwaarden geschonden. Ik geloof, dat zij van beiden zijden bereidwilliglijk geëer biedigd worden. „Er is dus voorhands geene reden om verandering in mijne houding 1e brengen. Ik mag echter niet verhelen dat, als de vijandelijkheden nog langer mochten voortduren, zekere gebeurlijkheden maatregelen van voorzorg mijnerzijds nuodig maken. Zoodanige maatregelen kunnen niet zonder de noodige toebereidselen genomen worden. Ik vertrouw dat, de vrijgevigheid van mijn Parlement mij de middelen voor dit doel zal toestaan. De hierop betrekkelijke stukken zul len u onverwijld worden aangeboden.Mijne betrekkingen met de vreemde mogendlieden zijn bij voortduring van vriend- schappelijken aard." Te oordeelen naar dit staatsstukhebben de Engelsche dagbladen de toekomst wel wat. somber ingezientoen zij met zooveel gerucht de vervroegde bijeenkomst, van het Par lement aankondigden. Sedert de oogen iets minder op het buitenland gericht zijn kan men weder meer aan binnenlandsche toestanden denken. Zuid-Wallis, eertijds door nijverheid bloeiende, wordt thans door de afgrijselijkste ellende gemarteld. Menig huis gezin teert op den alval van liet in de brouwerijen verwerkte graan en dagelijks worden kinderen grafwaarts gedragen die in koolbladen geen voldoend voedsel vonden. In het voorgaande nummer werd met een enkel woord melding gemaakt, van hevige tooneelendie in bet Turksch- Parlement zouden hebben plaats gehad. Uit latere berichten is daarom! rent gebleken, dat de Turke sche Kamer, onder den sterksten regeeringsinvloed gekozen weinig beantwoordt, aan de verwachtingen van bet ministerie. Wel verre van maar alles goed te keuren wat haar door de Regeering wordt voorgelegdheeft zij zich verstout in- terpellatie's tot, de ministers te richten. Naafi Effendi en Hadji-Emir-Ejjfendi hebben in den vorm van vragen sterke beschuldigingen tegen het ministerie uit gesproken Er zijn meer pel ien aangevraagd dan er troe pen warende verdediging van den Balkan is verzuimd de Russen hebben geen vloot op de Zwarte Zee en toch worden Turksehe schepen genomen; Ardahan met zijn ge sehut is door onwaardige officieren overgegeven enz. De zitting moet, heel veel hebben gehad van een openbaar exa men. De ondervraging van de ministers van marine en oor log heeft, wel I uren geduurd. Herhaaldelijk moest de mi nister van oorlog scherpe opmerkingen hooren over zijn wanbeheer. Wil men weten waar in Turkije liet geld blijft, ver neem dan wat Alehemed Ali heeft gezegd: «Wij hooge amb tenaren worden bijna gedwongen te stelen. Pas ben ik op perbevelhebber geweest, en nu ben ik weer builen betrekking en zonder salaris. Wanneer ik niet binnenkort in den nieuwen raad van oorlog geroepen wordt, dan kan liet ge beuren, dat ik niet heb te eten. Indien men nu maar wat, minder nauwgezet, isdan is daarvoor geen gevaar. Als ik liet voorbeeld van anderen had willen volgen dan had ik spoedig een 20900 pond kunnen maken. met. de leverantiën, terwijl ik opperbevelhebber was aan den Donau, en dan be hoefde ik nu niet. een half gemeubeld kwartier te huren". Hadji-Emir-EJfcndi heeft gevraagddat, na onderzoek de schuldigen zouden worden gestraft en de Kamer heeft, dit goedgekeurd. Hierbij is het nog niet gebleven. Met 51 tegen 37 stem men is goedgekeurd de navolgende paragraal in het adres van antwoord op de troonrede

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1878 | | pagina 1