10 Hollandschen naam leeren vreezen door de roofzuchtige bewoners van Atjeh. Nog is er ondernemingsgeestonze vlugge stoomschepen ijlen in steeds toenemenden getale naar vreemde kustenmeer of minder ver verwijderd, en de handel herleeft en de welvaart ver meerdert; en zie, daar ginds in het barre noorden, daar even als in de dagen, toen onze Tollens zongwat wij allen van bui ten kennen Nog hield het schrikk'lijk pleit van dwang en vrijheid aan Nog droeg der vaad'ren erf de Spaansche legervaan, En dronk om strijd het bloed van landzaat en van vreemden daar ginds in het barre noordennu als toenis weer gezien het wapperende dundoekheeft weêr gewaaid onze zoo geliefde drie kleur: ons poolschiponze Willem Babents met Neerland's wak kere zonen aan boord, heeft weêr het schuim laten opspatten voor den boeg in de zeeën langs de kusten door onze voorvaderen ontdekt. Nog is er binnen Neerland's grenzen vrijheid, staatkundige en godsdienstige vrijheidgeen drukpers aan banden, geen staat kundige overtuiging voorgeschreven, geen gewetens in boeien; de genius der vrijheid verliet niet het herbergzame oord waar die eenmaal gastvrij was ontvangen en gulle herberg had gevonden en zoo er zijn die de vrijheid verfoeien en met inspanning van krachten onderdrukken willen, dat ze dat mogen uitsprekendat ze daarvoor mogen ijveren zij hebben hetondankbaren die zij zijn aan diezelfde gehate en versmade vrijheid te danken. Nog is er nationale kracht en eendrachtszin onze grootsche ondernemin gen waarop het buitenland met bewondering en naijver staart onze zucht omwaar de nood van buiten dreigtde twisten en verdeeldheden van lager allooi binnenshuis te laten rusten ons volhardend pogen om door te zetten en te verwezenlijken wat wij eenmaal zijn begonnenomdat wij het als goed hebben leeren kennen al kost het dan nog zooveel krachtsinspanning en nog zooveel opofferingenhet getuigt alles dat ze niet zijn uitgestor ven de volksdeugden, die van ouds het volk van Neêrland ten sieraad waren het bewijstdat de geest nog leeft en werkt der vas Teylingen's, der Cabeliae's, der van leb Met's, der kloeke helden uit de 16de eeuw, dat ook wij 't niet goede coop zouden geven maar den viant vromelijck wederstaen. Het geeft recht om op onzen feestdag te juichen, ook nu nog „Triomf voor 't aandeel, dat Het uwe is in die overwinning, kleene stad

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1878 | | pagina 16