ISo. 24. Ëeneulachtigste Jaargang. Ook de achterdeur toe. ZO M) V G KANTONGERECHT. ©ffictcel ©ebceltc Gelegenheid tot bezigtiging van het Museum op Zondag15 Juni 1879tus- schen 1 en 4 uur 's namiddags, tegen betaling van 10 ct. de persoon. Prins van Oranje. Berichten. Dullschlaiid. Italië. ALkllAABSCHE COUBAA T. De collecte ten behoeve van bet Ponds ter aanmoediging en ondersteuning van de gewapende dienst in de Nederlanden is ophanden. In het jongste algemeene verslag wordt dank baar erkend dat de collecte in sommige districten in het vorige jaar gunstiger uitkomsten dan vroeger heeft opgele verd maar in dat verslag staat ook het bedroevend feit vermeld, dat, ten gevolge van de verhooging der jaarlijksche gratificatiën, de uitgaven in 1877 de inkomsten met f 15,228,70 hebben overtroffenzoodat tot verkoop van 20,000 in schrijving 4 p.c. N. W. Schuld moest worden overgegaan. Dezelfde drangreden, die verleden jaar tot milde giften aan spoorde, bestaat dus ook thans. 13 Juni. Vrijgesproken D. G., L. S. en J. S., ter zake van het aanwenden van pogingen om wild te bemachtigen op spoor- sneeuw in de duinen van Egmond. R. E., ter zake van het beklimmen van hoornen en het uithalen van vogelnesten. Ontslagen van recntsvervolgingA. H. K., ter zake van het niet weerhouden van haar hond te Alkmaar. In beide de kosten te dragen door den Staat. Veroordeeld J. W.,f 3 boete of 1 dag gevangenisstraf, ter zake van niet aangeven aan den Burgemeester te Graft van het bergen van goederen afkomstig uit een verbrand perceel. S. J. B., 10 boete of 1 dag gev., ter zake van het rijden over de stortgronden van het Noordholl. Ka naal. C. v. P. en IJ. T., ieder f 1 boete of 1 dag gev., ter zake van het spelen om geld in de Rijp. J. B., L dag gev., t.er zake van diefstal van gras en toelers te Alkmaar. J.S., ƒ10 boete of 3 dagen gev., B. B. en J. W.,/3 boete of 1 dag gev., ter zake van openbare dronkenschap in de Rijp. C. E. en N. P. E., ieder 2 boeten, elk van 1, of 1 dag gev. voor elke boete, ter zake van het beklimmen van boomen en het uithalen van vogelnesten te Alkmaar. J. S C. W., J. V. en 11. H., f 3 boete of 1 das: gev., ter zake van het zich bevinden in eene herberg te Uitgeest na be zetten tijd. J. V., f 1 boete of 1 dag gev., ter zake van het rijden door de Houttilstraat op marktdag, Allen in dq kosten, ...u De Advertentiën kosten van 15 regels 0,75, voor elke regel meer 15 Cents; groot,e letters naar plaatsruimte. Bij inzending tot Zaterdag namiddag 1 uur, wordt voor ds plaatsing in het eerstvolgend nommer ingestaan ingezonden berichten een dag vroeger. Bij deze Courant behoort een bijbladbevattend e wekelijksche berichten. SCHUTTERIJ BURGEMEESTER en WETHOUDERS'van ALKMAAR brengen ter kennis van de ingeschrevenen voor de Schutterij van dit jaar dat de alphabetische naamlijst van de personen die aan de loting van dit jaar zullen deelnemen, voor een ieder ter visie ligt ter gemeente-secretarie, van heden tot den dag der lotingdes morgens van 9 tot 2 uurten einde een ieder in staat zoude zijn, om, ingeval hem op die lijst eenige personen of omstandigheden mogten voorkomendie daarop nog zouden behooren fe worden aanget.eekend of daarvan moeten worden weggelaten daarvan aan de Commissie van art. 11 bij de loting kennis te geven; met last zich op Dingsdag 24 Juni e. k., namiddags ten 5% ure, te bevinden op het Raadhuis dezer gemeente, ten êinde aldaar voor de dienst der Schutterij te lotenen redenen van vrijstelling hebbende, die alsdan op te geven-, alsmede om de bewijzen tot hare staving en bij de wet gevorderdvoor zooveel noodig, uiterlijk binnen drie dagen na de loting overteleggen aan het Bestuur der Gemeente. Burgemeester en Wethouders voornoemd A. MACLAINE PONT. Alkmaar, De Secretaris, 11 Junij 1879. NUHOUT van der VEEN. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALKMAAR herinneren bij dezen aan belanghebbenden, dat alle schuld vorderingen ten laste dezer gemeente over 1878 ter voor koming van verjaring, vóór 1 Juli e. k. moeten ingeleverd zijn. Burgemeester en Wethouders voornoemd AlkmaarA. MACLAINE PONT. 10 Juni 1879. Be Secretaris, NUHOUT VAN DER VEEN. De BURGEMEESTER van ALKMAAR brengt, naar aanleiding eener aanschrijving van hooger bestuur, ter kennis van belanghebbenden, dat tengevolge van het overlijden van Z. K. II. den Prins van Oranje, alle tooneelvoorstetlingen en andere openbare vermakelijkheden tot nader order gesloten zijn. Alkmaar, Be Burgemeester voornoemd, 13 Juni 1879. A. MACLAINE PONT. P A T E NT~E N. De patenten voor tappersslijterskoffiehuishouders enz. dienst 1879/80 (op vertoon van het aanslaghilletwaaruit blijkt dat de helft van den aanslag is voldaan), benevens de patenten aangevraagd in Eebruari, Maart en April 1879 zijn gedurende 14 dagen, eindigende op 21 Juni 1879, ter Secretarie te bekomen. De onderstaande personen worden verzocht zieh ter ge meente-secretarie aantemelden. Jan van Marken, Louris CornelissePieter Hemmelder, Douwe de Jong, Jacob Cornells van de Pol, Willem Visscher en Johannes de Winter. Lijst van brieven, waarvan de geadresseerden onbekend zijn, verzonden geweest gedurende de ie. helft der maand Mei 1879. Gunrtje van Til, Akersloot; Mej. van Brusse, Mej P.O. LijberingAmsterdamP. Booter, BovencarspelH. R. Blokker, Houtrijk en PolanenVerduin, Heer Hugo W aardD. Gelders NSprong Schoorl P. Erkelens, Veenhuizen Wed. van Es, VlissingenW. Grilles, Van de Hulpkantoren Schermerhornvan Wijk, Seheltema Amsterdam. SpanbroekC. NestsMijdrecht. Wognum G. CouvertOuderkerk a/d. Amstel. P O L 1 C I E. Ter terugbekoming is aan het Commissariaat van Policie het navolgende voorhandenalseen wit boezelaar, een sleu tel een vrouwenzakwaarin portemonnaietwee sleutels en een paar handschoeneneen parapluieeen paar grijze hand schoenen en een huissleutel. gm—n—«m Binnen, weinige dagen zal de Koninklijke grafkel der te Delft in den laatsten tijdhelaaszoo dikwerf ontslotenop nieuw worden geopend om er het lijk in te doen nederdalen van den man, wiens naam voor Nederlandsche ooren boven alle andere namen een schoonen, sinds eeuwen welbe kenden en gevierden klank heefthet lijk van den Toen Willem I in 1815 de titels van Prins van Oranje en Souvereinen Vorst verwisselde met die van Koning der Nederlanden en Hertog van Luxem burg deed hij daarvan mededeeling in de Proclo- matie van 16 Maart. Hij gaf echter den ouden veelgeliefden naam ongaarne prijs, en om te voor komen dat die zou verloren gaan, deed hij, na de bepalingen omtrent de nieuwe, weidsche namen van Koningrijk der Nederlanden, Koning en Hertog te hebben vastgesteld, in de proelomatie het volgende opnemen: „Maar hoezeer ook deze bepalingen strooken met hetgene Wij aan de uitgestrektheid der Nederlanden en aan de beschaafdheid van derzelver talrijke en nijvere inwoners verschuldigd zijn, niet minder achten Wij Ons verplicht om zorg te dragen, dat niet de naam, dien Wij steeds, in alle wisselingen van de fortuinmet eere gedragenen onder welken Onze voorvaderen aan de zaak der vrijheid zoo menigvul dige diensten bewezen hebbenvernietigd worde en verdwijne. En begeeren en bepalen Wij uit dezen hoofdedat voortaan de vermoedelijke erfgenaam van het Koningrijk der Nederlanden zal aannemen, voeren en behouden den naam en titel van Prins van Oranje, dezelve reeds onmiddelijk bij dezen aan Onzen beminden oudsten zoon met des te inniger genoegen verleenendeomdat Wij Ons verzekerd houden dat hij den alouden luister daarvan zal handhaven door de stipte vervulling zijner pligten als Onze eerste omderdaaa eu als toekomstige Beheerscüer van den nieuwen Staat, en door ten allen tijde met moed en zelfopoffering te waken voor de veiligheid van het vreedzame en gastvrije grondgebied der Nederlanden." Ook deze Prins van Oranje was bestemd om een maal als Koning over ons te regeeren op hem rustte onze hoop, op hem bouwden wij onze verwach tingen voor de toekomstvoor zoover de machtige invloed van het Hoofd van den Staat strekt, en hij sterft op 3Sjarigen ouderdom, buiten de grenzen van zijn vaderland buiten den kring van zijne familie ongehuwd. Élk dezer omstandigheden vervult ons hart met bittere smart. Deze gelukkig begaafde, beminnelijke geest ging voor zijn land en volk verloren. Gedurende zijn leven was hij meestal verre van onszijn aangezicht was vreemd geworden aan de kinderen zijns volksen bij geenerlei merkwaardige gebeurtenis in den lande, bij geenerlei nationale ondernemingbij geenerlei wedstrijd of feestviering van volksvlijt of kunst werd zijn naam genoemd of zijn stem gehoord. Welk een verschil met dien Prins uit zijn stam huis die hem zoo kort geleden voorging in den dood! Men meene niet, dat wij een oordeel uitspreken. W ij vermelden alleen een bedroevend feitwaarvan wij de oorzaak niet kennen en waarover wij dus niet kunnen en niet mogen oordeelen, en wij vermelden het met innige droefheid en diepen weemoed. Men heeft aan het wetsvoorstel tot regeling van de verhouding der geldmiddelen van Nederlandsch Indië tot die van het Rijk in Europa grooter be- teekenis toegekend dan het inderdaad verdient door te beweren dat daarmede werd gebroken met het stelsel der zoogenaamde financiëele eenheid. Tot nog toe werdgelijk wij reeds hebben opgemerkthet batig slot der begrooting van ontvangsten en uit gaven voor Indië eenvoudig aan de Nederlandsehe schatkist uitgekeerd en wanneer bij het opmaken der rekening van vroegere dienstjaren bleek dat zij voordeeliger uitkwam dan bij het vaststellen der be grooting werd vermoed, werden ook deze millioenen voor een groot deel ten bate van het moederland besteed. Daaraan is beweerd zal door dit wets voorstel wanneer het tot wet wordt verheven een «ind worden gemaakt. De ontvangsten in Indië zul len voortaan uitsluitend ten bate van Indië worden aangewend, na aftrek van hetgeen aan de Rijksmid delen moet worden vergoed voor uitgaven die op onze staatsbegrooting voorkomen ter zake van het beheer van Nederlandsch Indië. Voorzoover het op maken der Indische begrooting betreftheeft men gelijkwanneer althanswat wij willen aannemen het bedrag dier vergoeding naar billijkheid wordt bepaald. Maar hoe zal het gaan met batige sloten van Indische diensten die later voor den dag komen? Art. 2 van het wetsontwerp geeft op die vraag het volgende antwoord „Over vermoedelijke of bij de wet vastgestelde ba tige sloten van Indische diensten wordt niet beschikt dan bij afzonderlijke wet. „Voor zoover die batige sloten niet moeten dienen tot dekking van vermoedelijke of bij de wet vastge stelde nadeelige sloten van Indische diensten wor den zij in de eerste plaats bestemd tot dekking van de kosten van groote werken van algemeen nut in Ne derlandsch Indië en ot buitengewone aflossing van schuld ten behoeve van Nederlandsch Indië door den Staat aan te gaan." In de eerste plaats. Maar waartoe in de tweede of derde plaats Dat zegt het ontwerp niet. Nadat uit die gelden alzoo groote openbare werken in Indië betaald en leeningen ten behoeve van Indië aangegaan afgelost zijn zal het overschot ook nog kunnen gebruikt worden ten bate van bet moeder land. De Minister wijst in zijn toelichtingwat dit punt betreft alleen op het voordeel dat over die batige sloten steeds bij afzonderlijke wetten zal wor den beschikten verklaart verder dat eene alge meene regel omtrent hun bestemming niet kan wor den gegeven maar dat daarbij in elk voorkomend geval behoort te worden gehandeld „met het oog op de omstandigheden van het oogenblik". Bij een vorige gelegenheid, namelijk in zijn onderhoud met de com missie van rapporteurs over de Indische begrooting, had de Minister zijn denkbeelden omtrent dit punt reeds nader ontwikkeld. Alleen de Wetgevende Macht kan over de bestemming dier gelden beslissen, zeide hijmaar het kwam hem bedenkelijk voor haar, in welken zin dan ook voor het vervolg de handen te binden. Immers „eventualiteiten waren denkbaar waarin het ongerijmd zou zijn datals in Neder land groote financiëele nood bestond en in Indië werkelijk beschikbare overschotten aanwezig waren die overschotten niet ten behoeve van Nederland zouden mogen worden besteed. Men denke bijv. aan het geval dat het moederland in oorlog was gewik keld, Zou men dan den regel om aan Indië in de eerste plaats te denken, niet moeten ter zijde stellen?" Ons komt het voor dat zelfs in dat geval over de batige saldo's van Indische diensten niet eenvou dig ten bate van het moederland zou kunnen worden beschikt. Of hoe handelt men wanneer in Indië een oorlog wordt gevoerd? De kosten van den strijd in noordelijk Sumatra worden ten laste van de be- grooting voor Nederlandsch Indie gebracht; en wan neer het noodig mocht worden dat daarvoor gelden worden geleendzullen de sommen voor rentebeta ling ea aflossing volgens de voorgestelde regeling jjjg uit de Indische middelen worden voldaan. Maar zou het dan billijk zijn ingeval van een oorlog in het moederland de batige sloten van Indische diensten eenvoudig zonder nadere verrekening te gebruiken tot dekking van de oorlogskosten? Dat men die gel den niet ongebruikt zou behoeven te latenspreekt wel van zelf; maar waarom zouden zij later niet aan Indië vergoed worden? Wanneer op de Indische begrooting gelden voorkomen voor aflossing en ren tebelasting van schulden door den Staat ten behoeve van Indie aangegaan en tot buitengewone aflossing van die schulden over de batige sloten van vroegere dienstjaren kan worden beschikt waarom kunnen Jan daartegenover onder de ontvangsten geen sommen worden uitgetrokken voor rentebetaling en vergoeding van hetgeen uit de Indische middelen is besteed ten behoeve van het moederland bij voorbeeld tot dek king van oorlogskosten Éen denkbeeld van den Ministerdat naar onze raeening meer bijval verdient is het vormen van een Indische reservekas tot betaling van den inkoopprijs der koffie en andere kosten der gouvernements-pro- ducten waartoe tegenwoordig de beschikbare gelden somtijds niet toereikend zijn. Wanneer het na eenige jaren bleek, dat de inkomsten het gezamenlijk bedrag der uitgaven belangrijk overtroffen, zou men daaren boven den druk van sommige belastingen die voor de inlandsche bevolking in verschillende streken zeer ongelijk is, kunnen verminderen. Men zou kunnen nagaanhoe de koffiecultuur hervomd en tot een vrije volkscultunr gemaakt kan worden. Het blijkt toch reedshoe moeilijk de gedwongen cultuur met haar laag plantloon en de vrije cultuur naast elkan der zijn te handhaven. Zij kunnen elkanders nabij heid niet verdragen. De Regeering is genoodzaakt voor de behoefte van de eerste tien jaren geschikte gronden voor de gouvernements-koffiecultuur te be waren, en de woeste gronden, die niet tot de dessa behooren en voor den aanplant geschikt zijn, binnen den afstand van vier palen of een uur en twintig minuten, in voorraad te houden. Of die toestand op den duur houdbaar zal zijn, mag worden betwijfeld. In elk geval is het onze plicht, den arbeid in de koffietuinen voor de bevolking zoo gelijkmatig te maken als de aard der zaak toelaat. Waar hij blijk baar te zwaar is moet hij worden verzacht of op geheven. Op ongeschikte gronden moet geen koffie worden geplant; geen koffietuinen mogen worden aangelegd op te grooten afstand van de dessa's; het aantal koffiepakhuizen waar de inlander den oogst inbrengtmoet vermeerderdin sommige streken schijnt het plantloon verhoogd te moeten worden. Wil men tot deze hervormingen of, om beschei- denen eischen te stellentot deze verbeteringen overgaanwil men inderdaad in ds behoefte aan spoorwegen, goede havens, bruikbare wegen en brug gen, bevloeiingswerken enz. voorzien en aan de steeds stijgende eischen van den dienst in alle takken van bestuur voldoen, dan zal men afstand behooren te doen van alle aanspraken op gelden uit Indië; maar dan zal het ook goed zijn uitdrukkelijk in de wet te bepalen dat, na aftrek van de vergoeding voor de uitgaven wegens het beheer van Indië en de sommen voor rentebetaling en aflossing van schulden door den Staat ten behoeve van Indië aangegaanalle overige inkomsten en de batige sloten van vroegere diensten ten bate van Indië zullen worden besteed. Anders blijft altijd het gevaar bestaandat, evenals onder het tegenwoordige stelsel zoovele jaren is ge schied, aan Indië veel noodigs en nuttigs zal worden onthouden, om nog iets, en iets dat de moeite waard isvoor het moederland over te houden. De duitsche consul-generaal te Cairo heeft den 3 Juni bij den Khedive aangedrongen op een antwoord op Duitseblands protest van 17 Mei. De Khedive verwees hem naar den Sul tan om voldoening te verkrijgen. De consui heeft dit ge weigerd, den Khedive verantwoordelijk gesteld en zijn leed wezen er over betuigd, dat, ae egyptische kwestie van dien aard geworden isdat er zeer ernstige gevolgen uit kunnen voortvloeien. De Volkszeitmg maakt eene overeenkomst openbaardie 15 fabrikanten van locomotieven, naar liet schijnt alle duitsebe fabrieken van dien aard vertegenwoordigende, gesloten heb ben om den prijs der locomotieven op de door hen gewensclite hoogte te houden. Bij aanbestedingen zal slechts ééne fa briek voor den gezamenlijk overeengekomen prijs inschrijven en de overigen schrijven alleen voor den schijn in tegen prijzendie minstens 1000 mark hooger zijn. Overtredingen van deze overeenkomst worden met. 10,000 mark boete ge straft, en maatregelen zijn genomen om zulke boeten zonder rechterlijk vonnis te kunnen innen. De invoerrechten op ijzer maken, dat de binnenlandsche fabrikanten een hoogeren prijs kunnen eischen dan de buitenlandsche, en do spoorweg maatschappijen zullen dat verschil moeten betalen dus in de eerste plaats de Staatdie de meeste spoorwegenal thans in Bruisenin handen heeft. De Bondsraad heeft den 6 bij meerderheid van stemmen (waaronder Pruisen), aangenomen het voorstel van Beieren dat geen regeerend duitsch Yorst stadhouder van Elzas Lotharingen zal mogen zijn. Het dept. van buit. zaken heeft zich tot de britsche re geering gewend om opheldering ter zake der gewelddadige vernieling van de berlijnsche zendelingsstation te Saaron (Zuid-At'rica), door manschappen van kolonel Warren, en der mishandeling van den duitschen zendeling Brune. De Reichs-Anzeiger heeft het bericht nadrukkelijk tegen gesproken dat sedert eenigen tijd in buitenlandsche bladen de ronde deedals zou er eene geheime overeenkomst be treffende de oostersche aangelegenheden tusschen Rusland Duitschland en Oostenrijk vóór den jongsten russisch-turk- schen oorlog bestaan hebben. De Keizer en de Keizerin zijn den 9ter viering vai bun gouden huwelijksfeest, van Babelsberg in de hoofdstad Deze Courant wordt wekslijks uitgegeven en is verkrijgbaar op Zaterdag avond te 7 uren. Prijs per kwartaal t O,SA, franco per post t O,SO. afzonderlijke nommers S Cents. Brieven franco aan de Uitgevers HERM'. COSTER S ZOON. aangekomenwaar zij door eene zeer talrijke menigte met groot gejuich ontvangen werden. De Koning en Koningin van Saksen de Groothertogen en Grootherloginnen van Baden en Mecklenburgprins Frederik der Nederlanden en andere vorstelijke personen zijn mede naar Berlijn gekomen. Den 11 was de stad overal zeer feestelijk versierd. Onder het geestdriftig gejuich der menigte begaven liet gouden echtpaar en de leden der familie zich in optocht naar liet Slot, waar de liofpredider Kogel, die tot tekst zijner rede gekozen had 1 Cor. 13, 13, in de kapel het huwelijk op nieuw inzegende, welke plechtigheid door kanongebulder werd be kend gemaakt. Vervolgens ontvingen H. II. M. M. in de Witte Zaal de gelukwenschen van het corps diplomatique de ministersden Bondsraadde generaalsde provinciale deputatiën en die der hoofdstad, verschillende vereenigingen enz. Te 3 uren reden zij naar het paleis terug, terwijl de studentenin 2 rijen geschaard, voor hen den weg tusschen de menigte open h elden. De Keizer kwam daarna 3 maal op het baloon van het paleisom de schare dankzeggend te groeten. Te 5 uren vond in het paleis een groot familie diner plaats en des avonds te 8 uren eene schitterende gala voorstelling in het operagebouw. Berlijn was tot in de meest verwijderde wijken geïllumineerd. De Keizer heeft 10000 mark onder de behoeftigen der stad doen verdeelen en aan meer dan 800 veroordeelden amnestie verleend. De stad Berlijn heeft den Keizer en de Keizerin de stich tingsoorkonde aangeboden van eene instelling voor oude lieden van eiken stand en geloofsbelijdenis onder den naa m van „Wilhelm- en Augusta-siicki'mg"waarvoor een der stad behoorend stuk grond is aangewezen met een kapitaal van 300,000 mark uit de stedelijke kas. Een grondeigenaar te Fredersdorf, de heer Ferdries, heeft bij gelegenheid van dit feest eene som van 30,000 mark aan liet ministerie van oorlog doen toekomenom de renten te laten dienen tot ondersteuning der invalieden van het prui- sische leger. Langs den Rijn zijn in den avond van den 11 op de bergtoppen van Bingeu tot het Zevengebergte vreugdevuren ontstoken. Rijksdag. Den 9 is de arbeid hervat met de eerste le zing van een ontwerp tot wijziging der „Gewerbeordnung", dat vooral de strekking heeft om de tapperijen onder stren ger toezicht der policie te brengen. De Afgevaardigde Windthorst verklaarde, dat hij en zijne partij niet kouden toestemmen in het versterken van het policiegezag omdat van dat gezag door den Staat nog altijd misbruik gemaakt werd ten nadeele van de Kerk. Anders wilde hij gaarne medewerken tot het doen verminderen van het gebwik van sterken drank zoo zelfsdat hij dien alleen in de apothe ken verkrijgbaar zou willen stellen op voorschrift van een geneesheer. De Paus heeft, bij uitvoerigen brief aan de aartsbisschop pen en bisschoppen van Turijn, Vercelli en Genua, nadruk kelijk geprotesteerd tegen het aangenomen wetsontwerp waarbij bepaald is, dat de burgerlijke huwelijksvoltrekking de kerkelijke plechtigheid moet voorafgaanwelke wet naar 's Pausen oordeel, niet zoozeer is voorgesteld in liet belang der maatschappelijke ordemaar veeleer om de Kerk en de geestelijkheid nieuwen overlast aan te doen. Op het initiatief van den oud-minister Crispi heeft zich een „philbellenisch comité" gevormd, waarvan hij zelf vice- voorzitter, het Senaatslid Mamiani voorzitter is. Het stelt zich voor, bij regeering en Vertegenwoordiging aan te drin gen op de spoedige uitvoering van het tractaat van Berlijn ten aanzien van Griekenland. Den 5 zijn 5 leden der Internationale, die bij het vreug debedrijf te Florence na den mislukten moordaanslag op Koning Humbert een bom onder de menigte wierpen tot dwangarbeid voor het leven, voor 20 en voor 19 jaren ver oordeeld. De Kamer heeft een half miljoen lira's toegestaan ten be hoeve van de noodlijdenden wegens de overstrooming van de Po en de uitbarsting van den Etna. De uil barsting van den Etna is afgeloopen. De grootste krater werpt nog slechts eenige asch uit. Daarentegen neemt de uitbarsting van den Vesuvius steeds toe. Uit Mantua wordt van den 10 gemeld dat de dijk van de Po doorgebroken en zeer aanzienlijke schade veroorzaakt is, 12 gemeenten overstroomd en de bewoners op de dijken gevlucht zijn. Den 11 heeft de minister Bepretisin de Kamer van Af gevaardigden, in antwoord op eene vraag betreffende de onlusten te Calatabiano, op Sicilië, verklaard, dat een400tal boeren, ontevreden over de belastingen, de belastingkohieren op het kantoor vernield hebben. In het oproer zijn 5 boeren omgekomen en 5 soldaten gewond. De orde is er hersteld en een onderzoek is bevolen.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1879 | | pagina 1