ISo. 24.
Ëeneulachtigste Jaargang.
Ook de achterdeur toe.
ZO M) V G
KANTONGERECHT.
©ffictcel ©ebceltc
Gelegenheid tot bezigtiging van het
Museum op Zondag15 Juni 1879tus-
schen 1 en 4 uur 's namiddags, tegen
betaling van 10 ct. de persoon.
Prins van Oranje.
Berichten.
Dullschlaiid.
Italië.
ALkllAABSCHE
COUBAA
T.
De collecte ten behoeve van bet Ponds ter aanmoediging
en ondersteuning van de gewapende dienst in de Nederlanden
is ophanden. In het jongste algemeene verslag wordt dank
baar erkend dat de collecte in sommige districten in het
vorige jaar gunstiger uitkomsten dan vroeger heeft opgele
verd maar in dat verslag staat ook het bedroevend feit
vermeld, dat, ten gevolge van de verhooging der jaarlijksche
gratificatiën, de uitgaven in 1877 de inkomsten met f 15,228,70
hebben overtroffenzoodat tot verkoop van 20,000 in
schrijving 4 p.c. N. W. Schuld moest worden overgegaan.
Dezelfde drangreden, die verleden jaar tot milde giften aan
spoorde, bestaat dus ook thans.
13 Juni.
Vrijgesproken D. G., L. S. en J. S., ter zake van het
aanwenden van pogingen om wild te bemachtigen op spoor-
sneeuw in de duinen van Egmond. R. E., ter zake van
het beklimmen van hoornen en het uithalen van vogelnesten.
Ontslagen van recntsvervolgingA. H. K., ter zake van
het niet weerhouden van haar hond te Alkmaar.
In beide de kosten te dragen door den Staat.
Veroordeeld J. W.,f 3 boete of 1 dag gevangenisstraf,
ter zake van niet aangeven aan den Burgemeester te Graft
van het bergen van goederen afkomstig uit een verbrand
perceel. S. J. B., 10 boete of 1 dag gev., ter zake
van het rijden over de stortgronden van het Noordholl. Ka
naal. C. v. P. en IJ. T., ieder f 1 boete of 1 dag gev.,
ter zake van het spelen om geld in de Rijp. J. B., L
dag gev., t.er zake van diefstal van gras en toelers te Alkmaar.
J.S., ƒ10 boete of 3 dagen gev., B. B. en J. W.,/3 boete of
1 dag gev., ter zake van openbare dronkenschap in de Rijp.
C. E. en N. P. E., ieder 2 boeten, elk van 1, of 1 dag gev.
voor elke boete, ter zake van het beklimmen van boomen
en het uithalen van vogelnesten te Alkmaar. J. S C.
W., J. V. en 11. H., f 3 boete of 1 das: gev., ter zake
van het zich bevinden in eene herberg te Uitgeest na be
zetten tijd. J. V., f 1 boete of 1 dag gev., ter zake van
het rijden door de Houttilstraat op marktdag, Allen in dq
kosten, ...u
De Advertentiën kosten van 15 regels 0,75, voor elke regel meer 15
Cents; groot,e letters naar plaatsruimte. Bij inzending tot Zaterdag namiddag
1 uur, wordt voor ds plaatsing in het eerstvolgend nommer ingestaan
ingezonden berichten een dag vroeger.
Bij deze Courant behoort een bijbladbevattend e
wekelijksche berichten.
SCHUTTERIJ
BURGEMEESTER en WETHOUDERS'van ALKMAAR
brengen ter kennis van de ingeschrevenen voor de Schutterij
van dit jaar
dat de alphabetische naamlijst van de personen die aan
de loting van dit jaar zullen deelnemen, voor een ieder ter
visie ligt ter gemeente-secretarie, van heden tot den dag
der lotingdes morgens van 9 tot 2 uurten einde een
ieder in staat zoude zijn, om, ingeval hem op die lijst eenige
personen of omstandigheden mogten voorkomendie daarop
nog zouden behooren fe worden aanget.eekend of daarvan
moeten worden weggelaten daarvan aan de Commissie van
art. 11 bij de loting kennis te geven; met last zich op
Dingsdag 24 Juni e. k., namiddags ten 5% ure, te bevinden
op het Raadhuis dezer gemeente, ten êinde aldaar voor de
dienst der Schutterij te lotenen redenen van vrijstelling
hebbende, die alsdan op te geven-, alsmede om de bewijzen
tot hare staving en bij de wet gevorderdvoor zooveel
noodig, uiterlijk binnen drie dagen na de loting overteleggen
aan het Bestuur der Gemeente.
Burgemeester en Wethouders voornoemd
A. MACLAINE PONT.
Alkmaar, De Secretaris,
11 Junij 1879. NUHOUT van der VEEN.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALKMAAR
herinneren bij dezen aan belanghebbenden, dat alle schuld
vorderingen ten laste dezer gemeente over 1878 ter voor
koming van verjaring, vóór 1 Juli e. k. moeten ingeleverd
zijn. Burgemeester en Wethouders voornoemd
AlkmaarA. MACLAINE PONT.
10 Juni 1879. Be Secretaris,
NUHOUT VAN DER VEEN.
De BURGEMEESTER van ALKMAAR brengt, naar
aanleiding eener aanschrijving van hooger bestuur, ter kennis
van belanghebbenden, dat tengevolge van het overlijden van
Z. K. II. den Prins van Oranje, alle tooneelvoorstetlingen en
andere openbare vermakelijkheden tot nader order gesloten zijn.
Alkmaar, Be Burgemeester voornoemd,
13 Juni 1879. A. MACLAINE PONT.
P A T E NT~E N.
De patenten voor tappersslijterskoffiehuishouders enz.
dienst 1879/80 (op vertoon van het aanslaghilletwaaruit
blijkt dat de helft van den aanslag is voldaan), benevens
de patenten aangevraagd in Eebruari, Maart en April 1879
zijn gedurende 14 dagen, eindigende op 21 Juni 1879, ter
Secretarie te bekomen.
De onderstaande personen worden verzocht zieh ter ge
meente-secretarie aantemelden.
Jan van Marken, Louris CornelissePieter Hemmelder,
Douwe de Jong, Jacob Cornells van de Pol, Willem Visscher
en Johannes de Winter.
Lijst van brieven, waarvan de geadresseerden onbekend zijn,
verzonden geweest gedurende de ie. helft der maand Mei 1879.
Gunrtje van Til, Akersloot; Mej. van Brusse, Mej P.O.
LijberingAmsterdamP. Booter, BovencarspelH. R.
Blokker, Houtrijk en PolanenVerduin, Heer Hugo
W aardD. Gelders NSprong Schoorl P. Erkelens,
Veenhuizen Wed. van Es, VlissingenW. Grilles,
Van de Hulpkantoren
Schermerhornvan Wijk, Seheltema Amsterdam.
SpanbroekC. NestsMijdrecht.
Wognum G. CouvertOuderkerk a/d. Amstel.
P O L 1 C I E.
Ter terugbekoming is aan het Commissariaat van Policie
het navolgende voorhandenalseen wit boezelaar, een sleu
tel een vrouwenzakwaarin portemonnaietwee sleutels en
een paar handschoeneneen parapluieeen paar grijze hand
schoenen en een huissleutel.
gm—n—«m
Binnen, weinige dagen zal de Koninklijke grafkel
der te Delft in den laatsten tijdhelaaszoo
dikwerf ontslotenop nieuw worden geopend
om er het lijk in te doen nederdalen van den man,
wiens naam voor Nederlandsche ooren boven alle
andere namen een schoonen, sinds eeuwen welbe
kenden en gevierden klank heefthet lijk van den
Toen Willem I in 1815 de titels van Prins van
Oranje en Souvereinen Vorst verwisselde met die
van Koning der Nederlanden en Hertog van Luxem
burg deed hij daarvan mededeeling in de Proclo-
matie van 16 Maart. Hij gaf echter den ouden
veelgeliefden naam ongaarne prijs, en om te voor
komen dat die zou verloren gaan, deed hij, na de
bepalingen omtrent de nieuwe, weidsche namen van
Koningrijk der Nederlanden, Koning en Hertog te hebben
vastgesteld, in de proelomatie het volgende opnemen:
„Maar hoezeer ook deze bepalingen strooken met
hetgene Wij aan de uitgestrektheid der Nederlanden
en aan de beschaafdheid van derzelver talrijke en
nijvere inwoners verschuldigd zijn, niet minder achten
Wij Ons verplicht om zorg te dragen, dat niet de
naam, dien Wij steeds, in alle wisselingen van de
fortuinmet eere gedragenen onder welken Onze
voorvaderen aan de zaak der vrijheid zoo menigvul
dige diensten bewezen hebbenvernietigd worde en
verdwijne. En begeeren en bepalen Wij uit dezen
hoofdedat voortaan de vermoedelijke erfgenaam
van het Koningrijk der Nederlanden zal aannemen,
voeren en behouden den naam en titel van Prins van
Oranje, dezelve reeds onmiddelijk bij dezen aan Onzen
beminden oudsten zoon met des te inniger genoegen
verleenendeomdat Wij Ons verzekerd houden
dat hij den alouden luister daarvan zal handhaven
door de stipte vervulling zijner pligten als Onze
eerste omderdaaa eu als toekomstige Beheerscüer
van den nieuwen Staat, en door ten allen tijde met
moed en zelfopoffering te waken voor de veiligheid
van het vreedzame en gastvrije grondgebied der
Nederlanden."
Ook deze Prins van Oranje was bestemd om een
maal als Koning over ons te regeeren op hem
rustte onze hoop, op hem bouwden wij onze verwach
tingen voor de toekomstvoor zoover de machtige
invloed van het Hoofd van den Staat strekt, en hij
sterft op 3Sjarigen ouderdom, buiten de grenzen van
zijn vaderland buiten den kring van zijne familie
ongehuwd.
Élk dezer omstandigheden vervult ons hart met
bittere smart.
Deze gelukkig begaafde, beminnelijke geest ging
voor zijn land en volk verloren. Gedurende zijn leven
was hij meestal verre van onszijn aangezicht was
vreemd geworden aan de kinderen zijns volksen
bij geenerlei merkwaardige gebeurtenis in den lande,
bij geenerlei nationale ondernemingbij geenerlei
wedstrijd of feestviering van volksvlijt of kunst werd
zijn naam genoemd of zijn stem gehoord.
Welk een verschil met dien Prins uit zijn stam
huis die hem zoo kort geleden voorging in den dood!
Men meene niet, dat wij een oordeel uitspreken.
W ij vermelden alleen een bedroevend feitwaarvan
wij de oorzaak niet kennen en waarover wij dus niet
kunnen en niet mogen oordeelen, en wij vermelden
het met innige droefheid en diepen weemoed.
Men heeft aan het wetsvoorstel tot regeling van
de verhouding der geldmiddelen van Nederlandsch
Indië tot die van het Rijk in Europa grooter be-
teekenis toegekend dan het inderdaad verdient door
te beweren dat daarmede werd gebroken met het
stelsel der zoogenaamde financiëele eenheid. Tot nog
toe werdgelijk wij reeds hebben opgemerkthet
batig slot der begrooting van ontvangsten en uit
gaven voor Indië eenvoudig aan de Nederlandsehe
schatkist uitgekeerd en wanneer bij het opmaken
der rekening van vroegere dienstjaren bleek dat zij
voordeeliger uitkwam dan bij het vaststellen der be
grooting werd vermoed, werden ook deze millioenen
voor een groot deel ten bate van het moederland
besteed. Daaraan is beweerd zal door dit wets
voorstel wanneer het tot wet wordt verheven een
«ind worden gemaakt. De ontvangsten in Indië zul
len voortaan uitsluitend ten bate van Indië worden
aangewend, na aftrek van hetgeen aan de Rijksmid
delen moet worden vergoed voor uitgaven die op
onze staatsbegrooting voorkomen ter zake van het
beheer van Nederlandsch Indië. Voorzoover het op
maken der Indische begrooting betreftheeft men
gelijkwanneer althanswat wij willen aannemen
het bedrag dier vergoeding naar billijkheid wordt
bepaald. Maar hoe zal het gaan met batige sloten
van Indische diensten die later voor den dag komen?
Art. 2 van het wetsontwerp geeft op die vraag het
volgende antwoord
„Over vermoedelijke of bij de wet vastgestelde ba
tige sloten van Indische diensten wordt niet beschikt
dan bij afzonderlijke wet.
„Voor zoover die batige sloten niet moeten dienen
tot dekking van vermoedelijke of bij de wet vastge
stelde nadeelige sloten van Indische diensten wor
den zij in de eerste plaats bestemd tot dekking van
de kosten van groote werken van algemeen nut in Ne
derlandsch Indië en ot buitengewone aflossing van
schuld ten behoeve van Nederlandsch Indië door
den Staat aan te gaan."
In de eerste plaats. Maar waartoe in de
tweede of derde plaats Dat zegt het ontwerp niet.
Nadat uit die gelden alzoo groote openbare werken
in Indië betaald en leeningen ten behoeve van Indië
aangegaan afgelost zijn zal het overschot ook nog
kunnen gebruikt worden ten bate van bet moeder
land. De Minister wijst in zijn toelichtingwat dit
punt betreft alleen op het voordeel dat over die
batige sloten steeds bij afzonderlijke wetten zal wor
den beschikten verklaart verder dat eene alge
meene regel omtrent hun bestemming niet kan wor
den gegeven maar dat daarbij in elk voorkomend
geval behoort te worden gehandeld „met het oog op
de omstandigheden van het oogenblik". Bij een vorige
gelegenheid, namelijk in zijn onderhoud met de com
missie van rapporteurs over de Indische begrooting,
had de Minister zijn denkbeelden omtrent dit punt
reeds nader ontwikkeld. Alleen de Wetgevende Macht
kan over de bestemming dier gelden beslissen, zeide
hijmaar het kwam hem bedenkelijk voor haar, in
welken zin dan ook voor het vervolg de handen te
binden. Immers „eventualiteiten waren denkbaar
waarin het ongerijmd zou zijn datals in Neder
land groote financiëele nood bestond en in Indië
werkelijk beschikbare overschotten aanwezig waren
die overschotten niet ten behoeve van Nederland
zouden mogen worden besteed. Men denke bijv. aan
het geval dat het moederland in oorlog was gewik
keld, Zou men dan den regel om aan Indië in de
eerste plaats te denken, niet moeten ter zijde stellen?"
Ons komt het voor dat zelfs in dat geval over
de batige saldo's van Indische diensten niet eenvou
dig ten bate van het moederland zou kunnen worden
beschikt. Of hoe handelt men wanneer in Indië
een oorlog wordt gevoerd? De kosten van den strijd
in noordelijk Sumatra worden ten laste van de be-
grooting voor Nederlandsch Indie gebracht; en wan
neer het noodig mocht worden dat daarvoor gelden
worden geleendzullen de sommen voor rentebeta
ling ea aflossing volgens de voorgestelde regeling
jjjg
uit de Indische middelen worden voldaan. Maar zou
het dan billijk zijn ingeval van een oorlog in het
moederland de batige sloten van Indische diensten
eenvoudig zonder nadere verrekening te gebruiken
tot dekking van de oorlogskosten? Dat men die gel
den niet ongebruikt zou behoeven te latenspreekt
wel van zelf; maar waarom zouden zij later niet aan
Indië vergoed worden? Wanneer op de Indische
begrooting gelden voorkomen voor aflossing en ren
tebelasting van schulden door den Staat ten behoeve
van Indie aangegaan en tot buitengewone aflossing
van die schulden over de batige sloten van vroegere
dienstjaren kan worden beschikt waarom kunnen
Jan daartegenover onder de ontvangsten geen sommen
worden uitgetrokken voor rentebetaling en vergoeding
van hetgeen uit de Indische middelen is besteed ten
behoeve van het moederland bij voorbeeld tot dek
king van oorlogskosten
Éen denkbeeld van den Ministerdat naar onze
raeening meer bijval verdient is het vormen van een
Indische reservekas tot betaling van den inkoopprijs
der koffie en andere kosten der gouvernements-pro-
ducten waartoe tegenwoordig de beschikbare gelden
somtijds niet toereikend zijn. Wanneer het na eenige
jaren bleek, dat de inkomsten het gezamenlijk bedrag
der uitgaven belangrijk overtroffen, zou men daaren
boven den druk van sommige belastingen die voor
de inlandsche bevolking in verschillende streken zeer
ongelijk is, kunnen verminderen. Men zou kunnen
nagaanhoe de koffiecultuur hervomd en tot een
vrije volkscultunr gemaakt kan worden. Het blijkt
toch reedshoe moeilijk de gedwongen cultuur met
haar laag plantloon en de vrije cultuur naast elkan
der zijn te handhaven. Zij kunnen elkanders nabij
heid niet verdragen. De Regeering is genoodzaakt
voor de behoefte van de eerste tien jaren geschikte
gronden voor de gouvernements-koffiecultuur te be
waren, en de woeste gronden, die niet tot de dessa
behooren en voor den aanplant geschikt zijn, binnen
den afstand van vier palen of een uur en twintig
minuten, in voorraad te houden. Of die toestand op
den duur houdbaar zal zijn, mag worden betwijfeld.
In elk geval is het onze plicht, den arbeid in de
koffietuinen voor de bevolking zoo gelijkmatig te
maken als de aard der zaak toelaat. Waar hij blijk
baar te zwaar is moet hij worden verzacht of op
geheven. Op ongeschikte gronden moet geen koffie
worden geplant; geen koffietuinen mogen worden
aangelegd op te grooten afstand van de dessa's; het
aantal koffiepakhuizen waar de inlander den oogst
inbrengtmoet vermeerderdin sommige streken
schijnt het plantloon verhoogd te moeten worden.
Wil men tot deze hervormingen of, om beschei-
denen eischen te stellentot deze verbeteringen
overgaanwil men inderdaad in ds behoefte aan
spoorwegen, goede havens, bruikbare wegen en brug
gen, bevloeiingswerken enz. voorzien en aan de steeds
stijgende eischen van den dienst in alle takken van
bestuur voldoen, dan zal men afstand behooren te
doen van alle aanspraken op gelden uit Indië; maar
dan zal het ook goed zijn uitdrukkelijk in de wet
te bepalen dat, na aftrek van de vergoeding voor de
uitgaven wegens het beheer van Indië en de sommen
voor rentebetaling en aflossing van schulden door
den Staat ten behoeve van Indië aangegaanalle
overige inkomsten en de batige sloten van vroegere
diensten ten bate van Indië zullen worden besteed.
Anders blijft altijd het gevaar bestaandat, evenals
onder het tegenwoordige stelsel zoovele jaren is ge
schied, aan Indië veel noodigs en nuttigs zal worden
onthouden, om nog iets, en iets dat de moeite waard
isvoor het moederland over te houden.
De duitsche consul-generaal te Cairo heeft den 3 Juni bij
den Khedive aangedrongen op een antwoord op Duitseblands
protest van 17 Mei. De Khedive verwees hem naar den Sul
tan om voldoening te verkrijgen. De consui heeft dit ge
weigerd, den Khedive verantwoordelijk gesteld en zijn leed
wezen er over betuigd, dat, ae egyptische kwestie van dien
aard geworden isdat er zeer ernstige gevolgen uit kunnen
voortvloeien.
De Volkszeitmg maakt eene overeenkomst openbaardie
15 fabrikanten van locomotieven, naar liet schijnt alle duitsebe
fabrieken van dien aard vertegenwoordigende, gesloten heb
ben om den prijs der locomotieven op de door hen gewensclite
hoogte te houden. Bij aanbestedingen zal slechts ééne fa
briek voor den gezamenlijk overeengekomen prijs inschrijven
en de overigen schrijven alleen voor den schijn in tegen
prijzendie minstens 1000 mark hooger zijn. Overtredingen
van deze overeenkomst worden met. 10,000 mark boete ge
straft, en maatregelen zijn genomen om zulke boeten zonder
rechterlijk vonnis te kunnen innen. De invoerrechten op
ijzer maken, dat de binnenlandsche fabrikanten een hoogeren
prijs kunnen eischen dan de buitenlandsche, en do spoorweg
maatschappijen zullen dat verschil moeten betalen dus in
de eerste plaats de Staatdie de meeste spoorwegenal
thans in Bruisenin handen heeft.
De Bondsraad heeft den 6 bij meerderheid van stemmen
(waaronder Pruisen), aangenomen het voorstel van Beieren
dat geen regeerend duitsch Yorst stadhouder van Elzas
Lotharingen zal mogen zijn.
Het dept. van buit. zaken heeft zich tot de britsche re
geering gewend om opheldering ter zake der gewelddadige
vernieling van de berlijnsche zendelingsstation te Saaron
(Zuid-At'rica), door manschappen van kolonel Warren, en
der mishandeling van den duitschen zendeling Brune.
De Reichs-Anzeiger heeft het bericht nadrukkelijk tegen
gesproken dat sedert eenigen tijd in buitenlandsche bladen
de ronde deedals zou er eene geheime overeenkomst be
treffende de oostersche aangelegenheden tusschen Rusland
Duitschland en Oostenrijk vóór den jongsten russisch-turk-
schen oorlog bestaan hebben.
De Keizer en de Keizerin zijn den 9ter viering vai
bun gouden huwelijksfeest, van Babelsberg in de hoofdstad
Deze Courant wordt wekslijks uitgegeven en is verkrijgbaar op Zaterdag
avond te 7 uren. Prijs per kwartaal t O,SA, franco per post t O,SO.
afzonderlijke nommers S Cents.
Brieven franco aan de Uitgevers HERM'. COSTER S ZOON.
aangekomenwaar zij door eene zeer talrijke menigte met
groot gejuich ontvangen werden.
De Koning en Koningin van Saksen de Groothertogen
en Grootherloginnen van Baden en Mecklenburgprins
Frederik der Nederlanden en andere vorstelijke personen
zijn mede naar Berlijn gekomen.
Den 11 was de stad overal zeer feestelijk versierd. Onder
het geestdriftig gejuich der menigte begaven liet gouden
echtpaar en de leden der familie zich in optocht naar liet
Slot, waar de liofpredider Kogel, die tot tekst zijner rede
gekozen had 1 Cor. 13, 13, in de kapel het huwelijk op nieuw
inzegende, welke plechtigheid door kanongebulder werd be
kend gemaakt. Vervolgens ontvingen H. II. M. M. in de
Witte Zaal de gelukwenschen van het corps diplomatique
de ministersden Bondsraadde generaalsde provinciale
deputatiën en die der hoofdstad, verschillende vereenigingen
enz. Te 3 uren reden zij naar het paleis terug, terwijl de
studentenin 2 rijen geschaard, voor hen den weg tusschen
de menigte open h elden. De Keizer kwam daarna 3 maal
op het baloon van het paleisom de schare dankzeggend
te groeten. Te 5 uren vond in het paleis een groot familie
diner plaats en des avonds te 8 uren eene schitterende gala
voorstelling in het operagebouw. Berlijn was tot in de meest
verwijderde wijken geïllumineerd.
De Keizer heeft 10000 mark onder de behoeftigen der
stad doen verdeelen en aan meer dan 800 veroordeelden
amnestie verleend.
De stad Berlijn heeft den Keizer en de Keizerin de stich
tingsoorkonde aangeboden van eene instelling voor oude
lieden van eiken stand en geloofsbelijdenis onder den naa m
van „Wilhelm- en Augusta-siicki'mg"waarvoor een der stad
behoorend stuk grond is aangewezen met een kapitaal van
300,000 mark uit de stedelijke kas.
Een grondeigenaar te Fredersdorf, de heer Ferdries, heeft
bij gelegenheid van dit feest eene som van 30,000 mark aan
liet ministerie van oorlog doen toekomenom de renten te
laten dienen tot ondersteuning der invalieden van het prui-
sische leger.
Langs den Rijn zijn in den avond van den 11 op de
bergtoppen van Bingeu tot het Zevengebergte vreugdevuren
ontstoken.
Rijksdag. Den 9 is de arbeid hervat met de eerste le
zing van een ontwerp tot wijziging der „Gewerbeordnung",
dat vooral de strekking heeft om de tapperijen onder stren
ger toezicht der policie te brengen. De Afgevaardigde
Windthorst verklaarde, dat hij en zijne partij niet kouden
toestemmen in het versterken van het policiegezag omdat
van dat gezag door den Staat nog altijd misbruik gemaakt
werd ten nadeele van de Kerk. Anders wilde hij gaarne
medewerken tot het doen verminderen van het gebwik van
sterken drank zoo zelfsdat hij dien alleen in de apothe
ken verkrijgbaar zou willen stellen op voorschrift van een
geneesheer.
De Paus heeft, bij uitvoerigen brief aan de aartsbisschop
pen en bisschoppen van Turijn, Vercelli en Genua, nadruk
kelijk geprotesteerd tegen het aangenomen wetsontwerp
waarbij bepaald is, dat de burgerlijke huwelijksvoltrekking
de kerkelijke plechtigheid moet voorafgaanwelke wet
naar 's Pausen oordeel, niet zoozeer is voorgesteld in liet
belang der maatschappelijke ordemaar veeleer om de Kerk
en de geestelijkheid nieuwen overlast aan te doen.
Op het initiatief van den oud-minister Crispi heeft zich
een „philbellenisch comité" gevormd, waarvan hij zelf vice-
voorzitter, het Senaatslid Mamiani voorzitter is. Het stelt
zich voor, bij regeering en Vertegenwoordiging aan te drin
gen op de spoedige uitvoering van het tractaat van Berlijn
ten aanzien van Griekenland.
Den 5 zijn 5 leden der Internationale, die bij het vreug
debedrijf te Florence na den mislukten moordaanslag op
Koning Humbert een bom onder de menigte wierpen tot
dwangarbeid voor het leven, voor 20 en voor 19 jaren ver
oordeeld.
De Kamer heeft een half miljoen lira's toegestaan ten be
hoeve van de noodlijdenden wegens de overstrooming van
de Po en de uitbarsting van den Etna.
De uil barsting van den Etna is afgeloopen. De grootste
krater werpt nog slechts eenige asch uit. Daarentegen neemt
de uitbarsting van den Vesuvius steeds toe.
Uit Mantua wordt van den 10 gemeld dat de dijk van
de Po doorgebroken en zeer aanzienlijke schade veroorzaakt
is, 12 gemeenten overstroomd en de bewoners op de dijken
gevlucht zijn.
Den 11 heeft de minister Bepretisin de Kamer van Af
gevaardigden, in antwoord op eene vraag betreffende de
onlusten te Calatabiano, op Sicilië, verklaard, dat een400tal
boeren, ontevreden over de belastingen, de belastingkohieren
op het kantoor vernield hebben. In het oproer zijn 5 boeren
omgekomen en 5 soldaten gewond. De orde is er hersteld
en een onderzoek is bevolen.