van Zondag 13 Juli 1879. 1879. E Vervolg der wekelijksche berichten. Frankr|{k. («root IfcrlUanJe en Ierland. Rusland. Turk|je. Zwitserland. (xnfcottbigittgcn. i> Jmi 1879, A. MACLAJLNE PUNT, Bijblad van de Alkmaarsche Courant 42 Journalisten vertegenwoordigende 90 bonapartistiscke provinciale dagbladen, hebben met 41 tegen I stem, die van den hoofdredacteur van la Sartheeen besluit genomen, waarbij zij verklaren, nu het hoofd der napoleontische dynastie is overledende erfelijkheid der dynastie te erkennenzoo als die geregeld is bij de constitutie en goedgekeurd bij een plebisciet en dat van de steeds met het oog op het maatschap- lelijk behoud en de godsdienstige vrijheid gevolgde gedrags- ijn niet zal afgeweken worden. De ministerraad besloot aan geen franseh officier te ver gunnen het bijwonen der begrafenis van den prins te Chis- lehurst, dan aan de officieren, behoord hebbende tot de offi cieren van zijn militair huis en in zijn testament met name genoemd. De generaals Fleury en Castelnauex-adjudanten des Keizersvroegen ten gevolge van dat besluit bun ont slag uit den dienst, dat verleend werd. Laatstgenoemde was inspecteur der krijgsschool. Aan de maarschalken Mac Mahon en Canrobert werd de vergunning om de begravenis bij te wonen eveneens geweigerd. Een persoon drong in het paleis van den Raad van State binnen en loste vier revolverschotenzonder iemand te treffen. De zaak van de Lanterne beeft nog verdere gevolgen ge had. De directeur van het blad Eugène Mayer beeft getracht zich te verantwoorden. Hij beschuldigt den heer Christophle van zich te hebben willen wreken over de aanvallen der Lanterne op de plannen van het Credit-Foncier voor de stad Parijs, en erkent verder 25000 frcs. te hebben ontvangen voor medewerking van de Reforme financière „in de Egyp tische Zaken" dat wil zeggen, bet vormen van een sijndi- caat om van de Egyptische regeering voldoening te verkrijgen van Eransche vorderingen, waaronder van het Credit-Foncier op den Onderkoning (in Eranknjk een zeer gewoon soort van medewerking) doch niet voor het onderdrukken der be wuste brochure. Hij beweert, dat bij eenige boekverkoopers nog exemplaren te vinden zijn en zal ten bewijze daarvan 10 stuks aan de Kamer zenden. Eindelijk zegt bij, bestaat er tusschen deze betaling en de stichting der Lanterne geen verband de betaling had plaats Eebruari 1877, het blad werd gesticht 25 April en 30 Aug. werd hij eerst eigenaar. Na de uitgifte van zijn planwaarin deze verantwoording op genomen was, schreef hij een brief aan den heer Christophle en vroeg een contradictoir debat voor eene eerejury dat aan genomen werd. Die eerejury kwam den 5 bijeen. Senaat. Het wetsontwerp op het hooger onderwijs is aangeboden zooals het door de Kamer van Afgevaardigden aangeboden is. De minister Ferry stelde de urgentie niet voordit zal eerst na de sluiting der algemeene beraadsla gingen geschieden. Kamer van Afgevaardigden. Art. 3 der wet Ferry, voorschrijvende, dat studenten, ook van de vrije faculteiten, tot, het verkrijgen van graden zich moeten laten inschrijven bij de staats faculteiten, welke inschrijving kosteloos geschiedt werd den 4 aangenomen, nadat een amendement, om die gansche verplichte inschrijving te doen vervallenverworpen was met 327 tegen 155 st. en de minister overgenomen had een ander amendement. Met de beraadslaging over art. 7 het brandpunt van den strijd, werd een aanvang gemaakt. Op dat art. luidende: „Niemand mag aan "net hoofd staan van eene openbare of bizondere schoolof op zoodanige school on derwijs gevenwanneer hij behoort tot eenige niet erkende godsdienstige vereenigingheeft de heer Ketter een amen dement ingedienddat het reeht om onderwijs te geven ieder Eranschman toekomendedie aan de bij de wet ge stelde vereischten van leeftijd bekwaamheid en zedelijkheid voldeed, niet bij wijze van preventieven maatregel zou kun nen worden ingetrokken, maar alleen te verliezen was krach tens beslissing der rechterlijke macht of der onderwijs-auto- riteiten overeenkomstig de bepalingen der bestaande wetten. Bij de verdediging van dat amendement hield de voorsteller een breedvoerig pleidooi ten gunste der jezuieten, betoogde dat dit wetsontwerp slechts diende om het ongeduld der radicalen te paaijen en de aandacht van het publiek af te leiden van allerlei „verwachte hervormingen." Terwijl het leger, riep hij uit, zijne organisatie verbeidt, terwijl het brood der werklieden onder de algemeene crisis vau handel en nij verheid gevaar loopt, werpt gij het land eenige dorre jezuieten- beenders toe om te kluiven Ten slotte voorspelde hijdat de door de revolutie van 1789 nagelaten vraagstukken niet opgelost zouden kunnen worden zonder eendrachtige samen werking der partijen en dat Erankrijk geen rust of duur zou kennenzoolang het zich niet verzoende met de kerk. De heer Paul Bert trachtte daarop de stelling te bewijzen dat bij dit artikel de vrijheid van onderwijs volstrekt niet ge moeid washet was alleen bet toevoegen eener voorwaarde aan de reeds bestaande voor het geven van onderwijs. Het gansche geschil loste zich op in de vraag, heeft de minister gelijkmet de jezuieten uit te sluiten Hij beantwoordde haar bevestigend, omdat hun onderwijs, zooals hij met een geschiedkundig overzicht hunner leeringen uiteenzette, ge vaarlijk was zoo voor de zeden als de politiek welke in hunne handen alleen strekte om het oppergezag over den Staat aan de kerk te verschaffen. Den 7 ontkende het lid der rechterzijde de la Bassetiere de echtheid van sommige der door den heer Bert den 5 voorgelezen aanhalingenzeidedat andere door hem aan gehaalde werken sedert lang niet meer gebruikt werden in de scholen enz. Daarna trachtte hij de beschuldigingen om te keeren, heriep zich daarbij op reeds vroeger door wijlen insgr. Bupanloup verzamelde aanhalingen van professoren van staats universiteiten en eindigde met eene uitweiding over de va derlandsliefde, door de catholieken in de hachelijkste oogen- blikken aan den dag gelegd. De heer Albert Jollij hield de beweringen van Paul Bert vol en vernieuwde ze zelfs. De heer Madier de Montjau van de uiterste linkerzijde met, een zestigtal geestverwanten stelde als amendement voor om niet alleen de niet erkende maar ook de erkende godsdien stige orden van het geven van onderwijs uit te sluiten. Bij de toelichting vroeg hij, waarom de regeering niet eenvoudig de bovenstaande wetten terstond had uitgevoerd als volko men voldoende om het geven van onderwijs aan de niet erkende orden te verbieden. Het amendement Ketter werd verworpen met 348 tegen 135 stemmen het andere amen dement den 8 met 381 tegen 78 stemmen. Een amendement van de Cassagnac luidendeom toege laten te worden aan het hoofd eener openbare of bizondere inrichting van onderwijsof tot het geven van onderwijs aan dergelijke inrichting, is 't genoeg dat men voldoet aan de door de wet gestelde voorwaarden van bekwaamheid en zedelijkheidwerd mede verworpen met 359 tegen 133 st. Den 9 werd artikel 7 aangenomen met 330 tegen 185 stemmen en vervolgens, na aanneming van de andere artikelen, de geheele wet met 352 tegen 159 stemmen. Den 10 werd een aanvang gemaakt met de beraadslaging over de staatsbegrooting. Denzelfden dag heeft de heer Floquet uit naam der betrokken commissie verslag uitgebracht over het door den Senaat aan genomen wetsontwerpbetreffende de terugkeer der verte genwoordiging naar Parijs. Het verslag concludeert tot aanneming van dat ontwerp behoudens art. 5waarbij het recht om de ter beschikking der Kamers staande troepen rechtstreeks te requirerenden presidenten ontnomen wordt. De beraadslaging over dit ontwerp zal plaats hebben onmid dellijk na die over bet wetsontwerp op den Raad van State. De heer Qiruult, een republikeinsch lid der Kamer, beeft een amendement op de begrooting ingediend om een post van 500000 frc. uit te trekken voor geheime polieie-agenten, die de regeering en de Kamers inlichtingen verstrekken omtrent de wijze waarop de ambtenaren, van welken rang ook, hunne betrekking vervullen. De commissie die zich sedert een jaar bezig houdt met bet vaststellen van een ontwerp tot herziening der wet op het lager onderwijs is 'met haar arbeid gereed. Het telt 110 artikelen. De rapporteur Paul Bert zal zijn arbeid indienen vóór de parlementaire vacantie. Hoogerhuis. Volgens de toelichting tot de iersche uni- versiteitswet is zij ingediend omdat de regeering zieb niet vereenigen kon met een ander in het Lagerhuis ingediend ontwerp. In het in Ierland bestaande gebrek, dat men zich niet kan laten examineeren, zonder aan bepaalde colleges bepaalde studiën te hebben volbracht, moest worden voorzien. Er waren thans 2 universiteiten de eene de University of Dublin, eischt het wonen te Dublin of anders het aileggen van periodieke examens aan het Trinity-collegie, voor ieder, zonder on derscheid van geloofsbelijdenis openstaande. De andere de Queens-University, in 1845 bij parlements-besluit met hare „Queens colleges" te Betfort, Cork en Galwaij gesticht, heeft noch localen noch werkelijk bestaan, tenzij als zedelijk lichaam en is niet voorzien van professoren zij heeft alleen een kanselier en een Senaat, die examinatoren benoemen voor hendie aan een dier colleges gest udeerd hebben. Om ver schillende redenen hebben de catholieken bezwaar tegen deze mede voor alle gezindten openstaande colleges en ter tege moetkoming daaraan dient de regeering haar voorstel in. De door de regeering te benoemen Senaat dier universiteit zal alle graden, behalve voor godgeleerd beid,-toekennen aan ieder, die een behoorlijk examen heeft afgelegdonverschillig waar hij woont of gestudeerd heeft. De Times en Daily News keuren dit compromis voorloopig af, terwijl de conservatieve Globe tracht aan te toonen, dat alle billijke grieven wel degelijk door dit voorstel weggenomen worden en dat de roomsehe ieren het verwerpendeeven onverstandig als onhandelbaar zouden wezen. Den 8 werd deze universiteitswet bij tweede lezing aan genomen: de oppositie achtte haar onvoldoende: de regeering daarentegen wees er opdat zij in hoofdzaak aan alle be hoeften van het onderwijs voldoet. Lagerhuis. Den 4 werd behandeld en aangenomen de motie van den heer Chaplin, tot benoeming eener commissie van onderzoek naar de redenen van de gedruktheid van den landbouw. De regeering verklaarde geen grond te hebben om zich tegen de benoeming eener koninklijke commissie, deels uit pachters bestaande, te verzetten. Enkele redevoeringen van beslist beschermingsgezinden lokten eene nieuwe rede van John Bnqht voor het vrijhandelsstelsel uit. De commissie zou naar zijne meening ook moeten vragen naar de oorzaken van het reusachtige monopolie van grondbezit in Engelandwilden Engeland's landbouwers de mededinging met deYereenigde Staten volhoudendan moest naar zijne meening de dwaze en slechte wetgeving op het bezit en de overdracht van grond gewijzigd worden. Lord Hurtington meende ook, dat zoo voor de gedruktheid van den landbouw een geneesmid del te vinden wasdit alleen kon gelegen zijn in bet stelsel van grondeigendom en dat bet onderzoek zeer diep en ver moest gaanzou het iets beteekenen. Daar eene koninklijke commissie iets anders is dan eene speciale commissie (bij de eerste bepaalt de regeering de richting van het onderzoek), wenschte hij van de regeering te weten, of die punten ook binnen den kring van het onderzoek der commissie zouden kunnen getrokken worden. Minister Northcote verzekerde, dat er geen sprake was van bevoordeeling der eene boven de andere klasse; dat hij geen gevaar vreesde voor het ook door hem voorgestane stelsel van vrijen handeldat de commissie zelve de breedte en diepte van haar onderzoek zou bepalendat voor Ierland geen afzonderlijke commissie zou zijninaar de ieren zouden behoorlijk vertegenwoordigd worden. Den 5 hield het een buitengewone zitting van 's namiddags half twee tot na middernachtter behandeling der wet op de legertucht, wier behandeling door de ob- structionisten zoo zeer vertraagd is. Die dwarsdrijvende ieren hadden weder zoo vele nuttelooze redevoeringen voorstellen en motiën gehouden en ingedienddat de be handeling niet veel vorderde. Den 7 is de artikelsgewijze behandeling der wet op de legertucht voortgezet; scherpe diseussiën hadden plaats en ditmaal ontstond wederom twist tusschen de liberalen on derling. Het gold de afschaffing der lijfstraffen bij het leger. De minister van oorlog, die den 5 toegezegd had eene voor de oppositie bevredigende verklaring te zullen afleggen verklaarde, dat hij, na nader overleg met zijne ambtgenoolen en de militaire autoriteiten, thans voorstelde de lijtstraffen bij bet, leger alleen te behouden voor die misdrijven, waarvoor volgens deze wet de doodstraf kon worden toegepast. Daar men door de houding des ministers op Zaterdag verwacht had, dat hij de lijfstraffen geheel zou afschaffen, viel deze con cessie tegen en de heer Chamberlain stelde daarom verdaging der discussie voor. Hierop volgde eene levendige discussie, waarbij de heer John Bright o. a. deed uitkomen dat de doodstraf volgens reeds aangenomen artikelen dezer wet kon worden toegepast op betrekkelijk onbeduidende misdrijven en dat de concessie dus niet groot waswaarop de minister Northcote vrij scherp antwoordde, dat, zoo zijne meening niet veranderd was wegens de aanstaande algemeene verkiezingen, het vreemd wasdat hij niet vroeger zelf, toen hij minister was, die afschaffing had voorgesteld. Verscheidene leden dron gen op geheele afschaffing aan de minister deed een beroep op den practischen zin van het huisopdat de behandeling der wet niet langer zou vertraagd worden. De motie ter verdaging werd met 250 tegen 36 st. verworpen, doch daar het te laat was geworden, werd de discussie toch verdaagd. In eene voor den aanvang der zitting gehouden bijeen komst van omstreeks 250 conservatieve leden hadden lord Beaconsfield en andere ministers verklaard, dat de regeering de behandeling dier wet zou doorzetten en dat zij vertrouwde, dat de conservatieve leden daarbij hun vereenigden steun zouden verleenen. Den 8 stelde de heer Lloijd de oprichting van een mi nisterie voor handel en landbouw voor. Sir Stafford Northcote verklaarde met het voorstel ingenomen te zijn, maar het toch niet te kunnen ondersteunen. De rpgeering heeft dit punt reeds tot een onderwerp van overweging gemaakt; zij is bereid tot het nemen van practische maatregelen ter betere ontwikkeling van het tegenwoordig departement. De heer Sandon stelde als amendement voor, „te verklaren, dat. het wenschelijk is om de belangen van handel en land bouw zooveel mogelijk door een afzonderlijk departement te doen behartigen," dat verworpen werd met 71 tegen 65 st. waarna het voorstel- Lloijd met 76 tegen 56 st. aangenomen is. Den 9 werd tegen den zin der regeering, die verwerping verlangdemet 165 tegen 162 st. de behandeling van de door den beer Stevenson voorgestelde wet, om alle herbergen in Engeland en Wales op Zondag te doen sluiten behalve te Londen, waar de uren van opening slechts beperkt zou den wordenverdaagd. Den 10 had een stormachtig tooneel plaats: de heer O' Sullivan vroeg, waarom toegelaten werd, dat een vreemde in het huis aanwezig was en aanteekeningen maakte. De Voorzitter antwoordde, dat hij een ambtenaar was, die zijnen last, volbracht. Hiertegen protesteerden de iersche afgevaar digden heftigten slotte kondigden zij aan dat zij morgen de handelwijze van den Voorzitter aan het oordeel van het huis verlangden te onderwerpen. Koloniën. Majoor Cavagnari heeft zich van Simla als gezant, naar Kaboel begeven. Hoewel in Indie op de goede gezindheid van den Emir vertrouwd en niet getwijfeld wordt aan een duurzamen vreden met de afghanenzoo worden met, eenige ongerustheid de bewegingen der russische troepen in Centraal-Azie beschouwd. Men vreest, dat de bedoeling der russische expeditie tegen de turcomannen de verovering van Merv en daarmee de beheersching van een der hoofd wegen naar lndië is. Het bereiken van dit doel schijnt af te hangen van de houding van Perziëwaaromtrent onze kerheid bestaat. Irkutsk, eene belangrijke handelstad in Oost-Siberie, heeft ontzaggelijk geleden door een zwaren brand, die gelijktijdig in het midden en de buitenwijken uitbrak. Een groot aantal menscben is van onderkomen beroofd. Volgens de Golos bedroegen de militaire uitgaven tot Ja nuari 1879 voor den laatsten oorlog ongeveer 911 miljoen roebelswaarvan 2/3 voor bet Donau- en v°or het Cau- casus-leger. 250 miljoen in specie werd naar den Donau gezonden. De geheele opgave der kosten is nog nigt gereed, maar zij wordt begroot op 150 miljoen p. st. Het verlies aan manschappen wordt geschat op 200000 tot 300000 man, ineerendeels aan ziekten. Den 12 vangt te Kiew een geding tegen eene nieuwe reeks misdadigers aan. Volgens de Kölnische Zeitung heeft men thans het bewijs in handendat dr. Weimar, tot de doodstraf veroordeeld welke straf eerstdaags zal voltrokken wordeneen van de aanvoerders der nihilistische partij is geweest. Hij kocht den revolver, waarmede Solowietf op den Keizer schoot en ver schafte het vergif, waarmede de moordenaar zich van het leven wilde berooven. Het paardwaarop de moordenaar van generaal Metzenkoff sprong om zich aan de straf te ont trekken, dat gelukte, was ook eigendom van dr. Weimar. Bulgarije. Prins Alexander is den 5 te Konstaniinopel ge weest, doeh ontving daar niet de investituur. Overigens liep al les zonder stoornis volgens programma af. Na een half uur ver toefd te hebben op het paleis, zette hij zijne reis naar Varna voort, waar hij den 6 's morgens 11% uur aankwam. De stad was met vlaggen versierd en de geestdrift groot. Hij was gekleed in bulgaarsche nniform en ontving prins üondoekojf- Korsakotf en daarna den gouverneur der stad. De burgemeester hield eene rede tot hem. Hij was zeer minzaamnam het brood en zout aandat hem op een groote zilveren schaal werd aangeboden, begaf zich daarop naar de bulgaarsche kerk en ontving den zegen van den bisschopdie zich daar aan het hoofd der geestelijkheid bevond. Hij reed toen de voornaamste straten der stad door. De buigaren en rnssen juichten, de grieken glimlachten de turken bewaarden bun gewoon stilzwijgen. Bij de aankomst aan de woning, voor zijne ontvangst gereed gemaaktwerden deputatiën van ver scheidene steden aan hem voorgesteld. Des avonds was de stad feestelijk verlicht, tn eene proclamatie aan het volk zegt hij overtuigd te zijn van de heiligheid zijner taak en alle krachten te zullen wijden aan het welzijn van het land. Het Vatikaan is voornemens eene apostolische delegatie te Tirnova, de hoofdstad van Bulgarije, te vestigen. De vorst van Bulgarije heeft bij zijn bezoek aan den Paus verklaard zich niet daartegen te zullen verzetten. liet Grütliverein wil in de bonds-constitutie de wijziging brengendat de bond het monopolie der uitgifte van bank biljetten heeft. 50000 stemgerechtigde burgers moeten een dergelijk voorstel onderteekenenalvorens aan het volk te kunnen worden voorgelegd. Het radicale lid van den Na- tionaien Raadde heer Joasbeoogt hetzelfde doelmaar wenscbt tevens de daaruit te verkrijgen voordeelen te ver- deeien volgens later vast te stellen maatstaf tusschen het land en de kantons. In de jongste zitting van dien Raad is een dergelijk voorstel van dien heer met algemeene stemmen verworpen. Te Bern wordt een levendige tegenstand georganiseerd tegen de bestaande tariefwet,. Door de bepalingen op het transito-verkeer is de inlandsche houthandeldie vroeger zeer uitgebreid was en groote voordeelen afwierp meer en meer achteruitgegaan. Die bepalingen hebben aan Beieren en Oostenrijk de gelegenheid gegeven om Zwitser land op eigen bodem te slaan. Voor het doorgevoerde hout wordt de helft der vracht van het inlandsche product geheven. De verandering dier bepaling wordt gewenscht. INT. i, voor elke regel meer 15 ing tot Zaterdag namiddag ilgend nommer ingestaan vat betreft kiesrecht en defensie. Z. M. en Fransen v. d. Putte en E. Cremers de len ministerie opgedragen. Beide heeren 3 naar het Loo begeven. Dr. 1. J. Cornelissen is benoemd tot hoog- teit der letteren en wijsbegeerte aan 's Rijks len. voor de gemeenteraden. Te Akersloot Oord en E. Bessete Egmond aan Zee emangekozen E. Conijn Jbz., te Graft H. Schoehuys te Haringcarspel herstem- KeesomJKooyP. Berkhouwer, C. Bij- t en J. Grootte Schermcrhorn herkozen «•stemming tusschen P. Smit en E. üekema, n VeldboerKoppes en Kuyper, te War- iming tusschen C. de Moor en G. Seven scharwoude tusschen Pieter de Boer Jsz. Gedep. Staten van Noordholland hebben inn. zaken geadviseerd tot goedkeuring heffing van een straatgeld te Amsterdam. len hebben gedurende de eerste 6 maanden icbt f 45,801,115 tegen 45,131,203 in mn 1878. Het 6/is der raming bedraagt ister van oorlog heeft bepaalddatzoo :or veediens ten geene manschappen worden die zioh tot het verrichten daarvan be ard ofontbreken deze voor de onreine jerpersonen, in beide gevallen onder liet :nontstaan door de bijdragen van hen j koopen. ninisters van oorlog en koloniën benoemde ffi bezig met bet ontwerpen van eene wet staatsrechterlijke verhouding tusschen de ied.- Indische legers. Aan haar is mede n van voorstellen tot vermeerdering van ement, in het indische leger, te gemeenteraad van Vlissingen heeft den Gruber te Utrecht de gevraagde concessie toomtramweg naar Middelburg, i. In 1878 zijn van Rotterdam als land- m 2781 personen, waarvan 2218 vreem- iderlanders. 2669 Daarvan begaven zich i (In 1877 beliep het aantal landverhui- er iets meer nederlanders dan in 78). Uit was het aantal verscheepte landverhui- nguit Harlingen niet meer dan 2. iet op de Haaks gestrande schip Grevin den 11 bij vloed en barden n. w. wind, iat en met verlies van de bezaansmast, ik geraakt, en vervolgens, drijvende op sleepboot Amsterdam te Nieuwediep bin- ens gezonken stoomschip Houthandel is 'amermanste Vlissingen, gelicht en den iracht. 4 vertrok van Amsterdam over den Rijn- 3 locomotieven getrokken trein van 80 met tabak bestemd voor Duitschland komen vóór de invoering der verhoogde Lan Gedep. Staten van Noordholland is oor 275 slagerskooplieden in- en aan- belastingplichtige ingezetenen van Ain- e tegen het leen ingsplan opkomen, vooral uitgaaf van/"900,000 voor de oprichting ie verplaatsing der veemarkt, kon. besluit van 10 Juli is bepaald.dat iekschool voor ouderwijzers zal worden ge- waarvan benoemd is de heer R. R.Bijkens. van Leiden heeft den 14, met 12 tegen esloten tot de oprichting eener hoogere ijfjarigen curcus voor meisjeswaarvan n geraamd worden op ongeveer t UU00. te Heerhugowaard, bij J. C. Hofdijk. Prijs, marmeren pendule met coupes, J. Dam, te Öchermeer, bereden door toilettafelEvavan C. de Witte A. de Wit. 15 Juli (met paard en kar), berlijnsch-zilveren theeservies, Graaf n, premie, rooktafel, Susanna, van 1. tgemend door den eigenaar. Den 14te Amsterdamdoor het ging „de Vrije Gemeente," het maken dienste der vereeniging, op de bestaande Weteringschans, minste inscbr. W. L. 07,265. i, het bouwen van een officiers-pavil oen irinm en het maken van een grindweg Oldebroek minste insclir. J. v. d. Braak, f 28,428. rdamdoor de directie der Duinwater- iven van 3320 ellen lengte kanaalhet flltreerhedden en overdekt rein-water- boorende werkenonder Zandvoort en nschr. P. Langeveld Jr., te Amsterdam; r de naamlooze vennootschap „Erascati," het, gebouw Frascati en der daarachter verkooplocaalminste inschr. B. v. d. 620. het armen-weeshuis der herv. gemeente ior wijlen den heer W. Puyk Udes een «maakt. vndvoort heeft, nu reeds 5 jaren achter- 500 geschonken aan het badhuis voor t bestuur der Vereeniging „de Ambacbts- m daartoe door een zijner ledendie rden, in staat gesteldheeft aan cura- ement van L. Pincojfs voorgesteldde leze aan de ambachtsschool geschonken aoeve der crediteuren uit te keeren. üijksche berichten in het bijblad. oproeping of de plaats van bestemming inlichtingen kunnen worden verkregen. Alkmaar. De Burgemeester voornoemd, eeusaiaps uav uiimisunar verrrouwen Otn voor ae grootste onzekerheid plaats te maken. Meenden an dere Ministeries aan het bewind te moeten blijven zoolang het maar eenigzins mogelyk was, totdat al breidiug van de station Eindhoven van den Staatsspoorweg. Het ministerie heeft den 11 op zijn coUectief ontslag nader bij den Koning aangedrongen, en zulks omdat de Koning niet wilde treden in de voorstellen tot herziening der ,and bij Duitschland ingelijfd, door H. Noriex-lid der Tweede Kamer, ening van den schrijver. Amsterdam v. Munster Sf Zoon, 1879. e in 1837 geschreven woorden: „Wij dreven moeten Duitschland nader, dan romen" tot motto van zijn betoog be- e heer Nori de gronden waarop zijne iat eene aansluiting van ons vaderland en meer wensclielijk wordt en dat liet :n moet,. De als eene natuurwet wer- ireiding van bet groote naburige Rijk „„it 8uu5iauouuc oainenbang daarmede onze stamverwant schap de dreigende uitsterving van ons vorstelijk Huis, onze partijschappende toestand onzer arbeidende klassende kwijning van handelscheepvaartnijverheid letteren en knust, de zwakheid en kostbaarheid onzer verdediging, zie-

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1879 | | pagina 5