van Zondag 13 Juli 1879.
1879.
E
Vervolg der wekelijksche berichten.
Frankr|{k.
(«root IfcrlUanJe en Ierland.
Rusland.
Turk|je.
Zwitserland.
(xnfcottbigittgcn.
i> Jmi 1879, A. MACLAJLNE PUNT,
Bijblad van de Alkmaarsche Courant
42 Journalisten vertegenwoordigende 90 bonapartistiscke
provinciale dagbladen, hebben met 41 tegen I stem, die
van den hoofdredacteur van la Sartheeen besluit genomen,
waarbij zij verklaren, nu het hoofd der napoleontische dynastie
is overledende erfelijkheid der dynastie te erkennenzoo
als die geregeld is bij de constitutie en goedgekeurd bij een
plebisciet en dat van de steeds met het oog op het maatschap-
lelijk behoud en de godsdienstige vrijheid gevolgde gedrags-
ijn niet zal afgeweken worden.
De ministerraad besloot aan geen franseh officier te ver
gunnen het bijwonen der begrafenis van den prins te Chis-
lehurst, dan aan de officieren, behoord hebbende tot de offi
cieren van zijn militair huis en in zijn testament met name
genoemd. De generaals Fleury en Castelnauex-adjudanten
des Keizersvroegen ten gevolge van dat besluit bun ont
slag uit den dienst, dat verleend werd. Laatstgenoemde
was inspecteur der krijgsschool. Aan de maarschalken Mac
Mahon en Canrobert werd de vergunning om de begravenis
bij te wonen eveneens geweigerd.
Een persoon drong in het paleis van den Raad van State
binnen en loste vier revolverschotenzonder iemand te treffen.
De zaak van de Lanterne beeft nog verdere gevolgen ge
had. De directeur van het blad Eugène Mayer beeft getracht
zich te verantwoorden. Hij beschuldigt den heer Christophle
van zich te hebben willen wreken over de aanvallen der
Lanterne op de plannen van het Credit-Foncier voor de stad
Parijs, en erkent verder 25000 frcs. te hebben ontvangen
voor medewerking van de Reforme financière „in de Egyp
tische Zaken" dat wil zeggen, bet vormen van een sijndi-
caat om van de Egyptische regeering voldoening te verkrijgen
van Eransche vorderingen, waaronder van het Credit-Foncier
op den Onderkoning (in Eranknjk een zeer gewoon soort
van medewerking) doch niet voor het onderdrukken der be
wuste brochure. Hij beweert, dat bij eenige boekverkoopers
nog exemplaren te vinden zijn en zal ten bewijze daarvan
10 stuks aan de Kamer zenden. Eindelijk zegt bij, bestaat er
tusschen deze betaling en de stichting der Lanterne geen
verband de betaling had plaats Eebruari 1877, het blad werd
gesticht 25 April en 30 Aug. werd hij eerst eigenaar. Na
de uitgifte van zijn planwaarin deze verantwoording op
genomen was, schreef hij een brief aan den heer Christophle
en vroeg een contradictoir debat voor eene eerejury dat aan
genomen werd. Die eerejury kwam den 5 bijeen.
Senaat. Het wetsontwerp op het hooger onderwijs is
aangeboden zooals het door de Kamer van Afgevaardigden
aangeboden is. De minister Ferry stelde de urgentie niet
voordit zal eerst na de sluiting der algemeene beraadsla
gingen geschieden.
Kamer van Afgevaardigden. Art. 3 der wet Ferry,
voorschrijvende, dat studenten, ook van de vrije faculteiten,
tot, het verkrijgen van graden zich moeten laten inschrijven
bij de staats faculteiten, welke inschrijving kosteloos geschiedt
werd den 4 aangenomen, nadat een amendement, om die gansche
verplichte inschrijving te doen vervallenverworpen was
met 327 tegen 155 st. en de minister overgenomen had een
ander amendement. Met de beraadslaging over art. 7 het
brandpunt van den strijd, werd een aanvang gemaakt. Op dat
art. luidende: „Niemand mag aan "net hoofd staan van eene
openbare of bizondere schoolof op zoodanige school on
derwijs gevenwanneer hij behoort tot eenige niet erkende
godsdienstige vereenigingheeft de heer Ketter een amen
dement ingedienddat het reeht om onderwijs te geven
ieder Eranschman toekomendedie aan de bij de wet ge
stelde vereischten van leeftijd bekwaamheid en zedelijkheid
voldeed, niet bij wijze van preventieven maatregel zou kun
nen worden ingetrokken, maar alleen te verliezen was krach
tens beslissing der rechterlijke macht of der onderwijs-auto-
riteiten overeenkomstig de bepalingen der bestaande wetten.
Bij de verdediging van dat amendement hield de voorsteller
een breedvoerig pleidooi ten gunste der jezuieten, betoogde
dat dit wetsontwerp slechts diende om het ongeduld der
radicalen te paaijen en de aandacht van het publiek af te
leiden van allerlei „verwachte hervormingen." Terwijl het
leger, riep hij uit, zijne organisatie verbeidt, terwijl het brood
der werklieden onder de algemeene crisis vau handel en nij
verheid gevaar loopt, werpt gij het land eenige dorre jezuieten-
beenders toe om te kluiven Ten slotte voorspelde hijdat
de door de revolutie van 1789 nagelaten vraagstukken niet
opgelost zouden kunnen worden zonder eendrachtige samen
werking der partijen en dat Erankrijk geen rust of duur zou
kennenzoolang het zich niet verzoende met de kerk. De
heer Paul Bert trachtte daarop de stelling te bewijzen dat
bij dit artikel de vrijheid van onderwijs volstrekt niet ge
moeid washet was alleen bet toevoegen eener voorwaarde
aan de reeds bestaande voor het geven van onderwijs. Het
gansche geschil loste zich op in de vraag, heeft de minister
gelijkmet de jezuieten uit te sluiten Hij beantwoordde
haar bevestigend, omdat hun onderwijs, zooals hij met een
geschiedkundig overzicht hunner leeringen uiteenzette, ge
vaarlijk was zoo voor de zeden als de politiek welke in
hunne handen alleen strekte om het oppergezag over den
Staat aan de kerk te verschaffen.
Den 7 ontkende het lid der rechterzijde de la Bassetiere
de echtheid van sommige der door den heer Bert den 5
voorgelezen aanhalingenzeidedat andere door hem aan
gehaalde werken sedert lang niet meer gebruikt werden in
de scholen enz. Daarna trachtte hij de beschuldigingen om te
keeren, heriep zich daarbij op reeds vroeger door wijlen insgr.
Bupanloup verzamelde aanhalingen van professoren van staats
universiteiten en eindigde met eene uitweiding over de va
derlandsliefde, door de catholieken in de hachelijkste oogen-
blikken aan den dag gelegd. De heer Albert Jollij hield
de beweringen van Paul Bert vol en vernieuwde ze zelfs.
De heer Madier de Montjau van de uiterste linkerzijde met,
een zestigtal geestverwanten stelde als amendement voor om
niet alleen de niet erkende maar ook de erkende godsdien
stige orden van het geven van onderwijs uit te sluiten. Bij
de toelichting vroeg hij, waarom de regeering niet eenvoudig
de bovenstaande wetten terstond had uitgevoerd als volko
men voldoende om het geven van onderwijs aan de niet
erkende orden te verbieden. Het amendement Ketter werd
verworpen met 348 tegen 135 stemmen het andere amen
dement den 8 met 381 tegen 78 stemmen.
Een amendement van de Cassagnac luidendeom toege
laten te worden aan het hoofd eener openbare of bizondere
inrichting van onderwijsof tot het geven van onderwijs
aan dergelijke inrichting, is 't genoeg dat men voldoet aan
de door de wet gestelde voorwaarden van bekwaamheid en
zedelijkheidwerd mede verworpen met 359 tegen 133 st.
Den 9 werd artikel 7 aangenomen met 330 tegen 185
stemmen en vervolgens, na aanneming van de andere artikelen,
de geheele wet met 352 tegen 159 stemmen.
Den 10 werd een aanvang gemaakt met de beraadslaging
over de staatsbegrooting.
Denzelfden dag heeft de heer Floquet uit naam der betrokken
commissie verslag uitgebracht over het door den Senaat aan
genomen wetsontwerpbetreffende de terugkeer der verte
genwoordiging naar Parijs. Het verslag concludeert tot
aanneming van dat ontwerp behoudens art. 5waarbij het
recht om de ter beschikking der Kamers staande troepen
rechtstreeks te requirerenden presidenten ontnomen wordt.
De beraadslaging over dit ontwerp zal plaats hebben onmid
dellijk na die over bet wetsontwerp op den Raad van State.
De heer Qiruult, een republikeinsch lid der Kamer, beeft een
amendement op de begrooting ingediend om een post van
500000 frc. uit te trekken voor geheime polieie-agenten, die
de regeering en de Kamers inlichtingen verstrekken omtrent
de wijze waarop de ambtenaren, van welken rang ook, hunne
betrekking vervullen.
De commissie die zich sedert een jaar bezig houdt met
bet vaststellen van een ontwerp tot herziening der wet op
het lager onderwijs is 'met haar arbeid gereed. Het telt 110
artikelen. De rapporteur Paul Bert zal zijn arbeid indienen
vóór de parlementaire vacantie.
Hoogerhuis. Volgens de toelichting tot de iersche uni-
versiteitswet is zij ingediend omdat de regeering zieb niet
vereenigen kon met een ander in het Lagerhuis ingediend
ontwerp. In het in Ierland bestaande gebrek, dat men zich niet
kan laten examineeren, zonder aan bepaalde colleges bepaalde
studiën te hebben volbracht, moest worden voorzien. Er waren
thans 2 universiteiten de eene de University of Dublin, eischt
het wonen te Dublin of anders het aileggen van periodieke
examens aan het Trinity-collegie, voor ieder, zonder on
derscheid van geloofsbelijdenis openstaande. De andere
de Queens-University, in 1845 bij parlements-besluit met hare
„Queens colleges" te Betfort, Cork en Galwaij gesticht,
heeft noch localen noch werkelijk bestaan, tenzij als zedelijk
lichaam en is niet voorzien van professoren zij heeft alleen
een kanselier en een Senaat, die examinatoren benoemen voor
hendie aan een dier colleges gest udeerd hebben. Om ver
schillende redenen hebben de catholieken bezwaar tegen deze
mede voor alle gezindten openstaande colleges en ter tege
moetkoming daaraan dient de regeering haar voorstel in.
De door de regeering te benoemen Senaat dier universiteit zal
alle graden, behalve voor godgeleerd beid,-toekennen aan ieder,
die een behoorlijk examen heeft afgelegdonverschillig waar
hij woont of gestudeerd heeft. De Times en Daily News
keuren dit compromis voorloopig af, terwijl de conservatieve
Globe tracht aan te toonen, dat alle billijke grieven wel
degelijk door dit voorstel weggenomen worden en dat de
roomsehe ieren het verwerpendeeven onverstandig als
onhandelbaar zouden wezen.
Den 8 werd deze universiteitswet bij tweede lezing aan
genomen: de oppositie achtte haar onvoldoende: de regeering
daarentegen wees er opdat zij in hoofdzaak aan alle be
hoeften van het onderwijs voldoet.
Lagerhuis. Den 4 werd behandeld en aangenomen de
motie van den heer Chaplin, tot benoeming eener commissie
van onderzoek naar de redenen van de gedruktheid van den
landbouw. De regeering verklaarde geen grond te hebben om
zich tegen de benoeming eener koninklijke commissie, deels uit
pachters bestaande, te verzetten. Enkele redevoeringen van
beslist beschermingsgezinden lokten eene nieuwe rede van John
Bnqht voor het vrijhandelsstelsel uit. De commissie zou naar
zijne meening ook moeten vragen naar de oorzaken van het
reusachtige monopolie van grondbezit in Engelandwilden
Engeland's landbouwers de mededinging met deYereenigde
Staten volhoudendan moest naar zijne meening de dwaze
en slechte wetgeving op het bezit en de overdracht van
grond gewijzigd worden. Lord Hurtington meende ook, dat
zoo voor de gedruktheid van den landbouw een geneesmid
del te vinden wasdit alleen kon gelegen zijn in bet stelsel
van grondeigendom en dat bet onderzoek zeer diep en ver
moest gaanzou het iets beteekenen. Daar eene koninklijke
commissie iets anders is dan eene speciale commissie (bij de
eerste bepaalt de regeering de richting van het onderzoek),
wenschte hij van de regeering te weten, of die punten ook
binnen den kring van het onderzoek der commissie zouden
kunnen getrokken worden. Minister Northcote verzekerde,
dat er geen sprake was van bevoordeeling der eene boven
de andere klasse; dat hij geen gevaar vreesde voor het ook
door hem voorgestane stelsel van vrijen handeldat de
commissie zelve de breedte en diepte van haar onderzoek
zou bepalendat voor Ierland geen afzonderlijke commissie
zou zijninaar de ieren zouden behoorlijk vertegenwoordigd
worden. Den 5 hield het een buitengewone zitting van
's namiddags half twee tot na middernachtter behandeling
der wet op de legertucht, wier behandeling door de ob-
structionisten zoo zeer vertraagd is. Die dwarsdrijvende
ieren hadden weder zoo vele nuttelooze redevoeringen
voorstellen en motiën gehouden en ingedienddat de be
handeling niet veel vorderde.
Den 7 is de artikelsgewijze behandeling der wet op de
legertucht voortgezet; scherpe diseussiën hadden plaats en
ditmaal ontstond wederom twist tusschen de liberalen on
derling. Het gold de afschaffing der lijfstraffen bij het leger.
De minister van oorlog, die den 5 toegezegd had eene voor
de oppositie bevredigende verklaring te zullen afleggen
verklaarde, dat hij, na nader overleg met zijne ambtgenoolen
en de militaire autoriteiten, thans voorstelde de lijtstraffen
bij bet, leger alleen te behouden voor die misdrijven, waarvoor
volgens deze wet de doodstraf kon worden toegepast. Daar
men door de houding des ministers op Zaterdag verwacht had,
dat hij de lijfstraffen geheel zou afschaffen, viel deze con
cessie tegen en de heer Chamberlain stelde daarom verdaging
der discussie voor. Hierop volgde eene levendige discussie,
waarbij de heer John Bright o. a. deed uitkomen dat de
doodstraf volgens reeds aangenomen artikelen dezer wet kon
worden toegepast op betrekkelijk onbeduidende misdrijven en
dat de concessie dus niet groot waswaarop de minister
Northcote vrij scherp antwoordde, dat, zoo zijne meening niet
veranderd was wegens de aanstaande algemeene verkiezingen,
het vreemd wasdat hij niet vroeger zelf, toen hij minister
was, die afschaffing had voorgesteld. Verscheidene leden dron
gen op geheele afschaffing aan de minister deed een beroep
op den practischen zin van het huisopdat de behandeling
der wet niet langer zou vertraagd worden. De motie ter
verdaging werd met 250 tegen 36 st. verworpen, doch daar
het te laat was geworden, werd de discussie toch verdaagd.
In eene voor den aanvang der zitting gehouden bijeen
komst van omstreeks 250 conservatieve leden hadden lord
Beaconsfield en andere ministers verklaard, dat de regeering
de behandeling dier wet zou doorzetten en dat zij vertrouwde,
dat de conservatieve leden daarbij hun vereenigden steun
zouden verleenen.
Den 8 stelde de heer Lloijd de oprichting van een mi
nisterie voor handel en landbouw voor. Sir Stafford Northcote
verklaarde met het voorstel ingenomen te zijn, maar het toch
niet te kunnen ondersteunen. De rpgeering heeft dit punt
reeds tot een onderwerp van overweging gemaakt; zij is
bereid tot het nemen van practische maatregelen ter betere
ontwikkeling van het tegenwoordig departement.
De heer Sandon stelde als amendement voor, „te verklaren,
dat. het wenschelijk is om de belangen van handel en land
bouw zooveel mogelijk door een afzonderlijk departement te
doen behartigen," dat verworpen werd met 71 tegen 65 st.
waarna het voorstel- Lloijd met 76 tegen 56 st. aangenomen is.
Den 9 werd tegen den zin der regeering, die verwerping
verlangdemet 165 tegen 162 st. de behandeling van de
door den beer Stevenson voorgestelde wet, om alle herbergen
in Engeland en Wales op Zondag te doen sluiten behalve
te Londen, waar de uren van opening slechts beperkt zou
den wordenverdaagd.
Den 10 had een stormachtig tooneel plaats: de heer
O' Sullivan vroeg, waarom toegelaten werd, dat een vreemde
in het huis aanwezig was en aanteekeningen maakte. De
Voorzitter antwoordde, dat hij een ambtenaar was, die zijnen
last, volbracht. Hiertegen protesteerden de iersche afgevaar
digden heftigten slotte kondigden zij aan dat zij morgen
de handelwijze van den Voorzitter aan het oordeel van het
huis verlangden te onderwerpen.
Koloniën. Majoor Cavagnari heeft zich van Simla als
gezant, naar Kaboel begeven. Hoewel in Indie op de goede
gezindheid van den Emir vertrouwd en niet getwijfeld wordt
aan een duurzamen vreden met de afghanenzoo worden
met, eenige ongerustheid de bewegingen der russische troepen
in Centraal-Azie beschouwd. Men vreest, dat de bedoeling
der russische expeditie tegen de turcomannen de verovering
van Merv en daarmee de beheersching van een der hoofd
wegen naar lndië is. Het bereiken van dit doel schijnt af
te hangen van de houding van Perziëwaaromtrent onze
kerheid bestaat.
Irkutsk, eene belangrijke handelstad in Oost-Siberie, heeft
ontzaggelijk geleden door een zwaren brand, die gelijktijdig
in het midden en de buitenwijken uitbrak. Een groot aantal
menscben is van onderkomen beroofd.
Volgens de Golos bedroegen de militaire uitgaven tot Ja
nuari 1879 voor den laatsten oorlog ongeveer 911 miljoen
roebelswaarvan 2/3 voor bet Donau- en v°or het Cau-
casus-leger. 250 miljoen in specie werd naar den Donau
gezonden. De geheele opgave der kosten is nog nigt gereed,
maar zij wordt begroot op 150 miljoen p. st. Het verlies
aan manschappen wordt geschat op 200000 tot 300000 man,
ineerendeels aan ziekten.
Den 12 vangt te Kiew een geding tegen eene nieuwe
reeks misdadigers aan.
Volgens de Kölnische Zeitung heeft men thans het bewijs
in handendat dr. Weimar, tot de doodstraf veroordeeld
welke straf eerstdaags zal voltrokken wordeneen van de
aanvoerders der nihilistische partij is geweest. Hij kocht den
revolver, waarmede Solowietf op den Keizer schoot en ver
schafte het vergif, waarmede de moordenaar zich van het
leven wilde berooven. Het paardwaarop de moordenaar
van generaal Metzenkoff sprong om zich aan de straf te ont
trekken, dat gelukte, was ook eigendom van dr. Weimar.
Bulgarije. Prins Alexander is den 5 te Konstaniinopel ge
weest, doeh ontving daar niet de investituur. Overigens liep al
les zonder stoornis volgens programma af. Na een half uur ver
toefd te hebben op het paleis, zette hij zijne reis naar Varna
voort, waar hij den 6 's morgens 11% uur aankwam. De stad
was met vlaggen versierd en de geestdrift groot. Hij was
gekleed in bulgaarsche nniform en ontving prins üondoekojf-
Korsakotf en daarna den gouverneur der stad. De burgemeester
hield eene rede tot hem. Hij was zeer minzaamnam het
brood en zout aandat hem op een groote zilveren schaal
werd aangeboden, begaf zich daarop naar de bulgaarsche
kerk en ontving den zegen van den bisschopdie zich daar
aan het hoofd der geestelijkheid bevond. Hij reed toen de
voornaamste straten der stad door. De buigaren en rnssen
juichten, de grieken glimlachten de turken bewaarden bun
gewoon stilzwijgen. Bij de aankomst aan de woning, voor
zijne ontvangst gereed gemaaktwerden deputatiën van ver
scheidene steden aan hem voorgesteld. Des avonds was de
stad feestelijk verlicht, tn eene proclamatie aan het volk
zegt hij overtuigd te zijn van de heiligheid zijner taak en
alle krachten te zullen wijden aan het welzijn van het land.
Het Vatikaan is voornemens eene apostolische delegatie te
Tirnova, de hoofdstad van Bulgarije, te vestigen. De vorst
van Bulgarije heeft bij zijn bezoek aan den Paus verklaard
zich niet daartegen te zullen verzetten.
liet Grütliverein wil in de bonds-constitutie de wijziging
brengendat de bond het monopolie der uitgifte van bank
biljetten heeft. 50000 stemgerechtigde burgers moeten een
dergelijk voorstel onderteekenenalvorens aan het volk te
kunnen worden voorgelegd. Het radicale lid van den Na-
tionaien Raadde heer Joasbeoogt hetzelfde doelmaar
wenscbt tevens de daaruit te verkrijgen voordeelen te ver-
deeien volgens later vast te stellen maatstaf tusschen het
land en de kantons. In de jongste zitting van dien Raad
is een dergelijk voorstel van dien heer met algemeene stemmen
verworpen.
Te Bern wordt een levendige tegenstand georganiseerd
tegen de bestaande tariefwet,. Door de bepalingen op
het transito-verkeer is de inlandsche houthandeldie
vroeger zeer uitgebreid was en groote voordeelen afwierp
meer en meer achteruitgegaan. Die bepalingen hebben aan
Beieren en Oostenrijk de gelegenheid gegeven om Zwitser
land op eigen bodem te slaan. Voor het doorgevoerde hout
wordt de helft der vracht van het inlandsche product geheven.
De verandering dier bepaling wordt gewenscht.
INT.
i, voor elke regel meer 15
ing tot Zaterdag namiddag
ilgend nommer ingestaan
vat betreft kiesrecht en defensie. Z. M.
en Fransen v. d. Putte en E. Cremers de
len ministerie opgedragen. Beide heeren
3 naar het Loo begeven.
Dr. 1. J. Cornelissen is benoemd tot hoog-
teit der letteren en wijsbegeerte aan 's Rijks
len.
voor de gemeenteraden. Te Akersloot
Oord en E. Bessete Egmond aan Zee
emangekozen E. Conijn Jbz., te Graft
H. Schoehuys te Haringcarspel herstem-
KeesomJKooyP. Berkhouwer, C. Bij-
t en J. Grootte Schermcrhorn herkozen
«•stemming tusschen P. Smit en E. üekema,
n VeldboerKoppes en Kuyper, te War-
iming tusschen C. de Moor en G. Seven
scharwoude tusschen Pieter de Boer Jsz.
Gedep. Staten van Noordholland hebben
inn. zaken geadviseerd tot goedkeuring
heffing van een straatgeld te Amsterdam.
len hebben gedurende de eerste 6 maanden
icbt f 45,801,115 tegen 45,131,203 in
mn 1878. Het 6/is der raming bedraagt
ister van oorlog heeft bepaalddatzoo
:or veediens ten geene manschappen worden
die zioh tot het verrichten daarvan be
ard ofontbreken deze voor de onreine
jerpersonen, in beide gevallen onder liet
:nontstaan door de bijdragen van hen
j koopen.
ninisters van oorlog en koloniën benoemde
ffi bezig met bet ontwerpen van eene wet
staatsrechterlijke verhouding tusschen de
ied.- Indische legers. Aan haar is mede
n van voorstellen tot vermeerdering van
ement, in het indische leger,
te gemeenteraad van Vlissingen heeft den
Gruber te Utrecht de gevraagde concessie
toomtramweg naar Middelburg,
i. In 1878 zijn van Rotterdam als land-
m 2781 personen, waarvan 2218 vreem-
iderlanders. 2669 Daarvan begaven zich
i (In 1877 beliep het aantal landverhui-
er iets meer nederlanders dan in 78). Uit
was het aantal verscheepte landverhui-
nguit Harlingen niet meer dan 2.
iet op de Haaks gestrande schip Grevin
den 11 bij vloed en barden n. w. wind,
iat en met verlies van de bezaansmast,
ik geraakt, en vervolgens, drijvende op
sleepboot Amsterdam te Nieuwediep bin-
ens gezonken stoomschip Houthandel is
'amermanste Vlissingen, gelicht en den
iracht.
4 vertrok van Amsterdam over den Rijn-
3 locomotieven getrokken trein van 80
met tabak bestemd voor Duitschland
komen vóór de invoering der verhoogde
Lan Gedep. Staten van Noordholland is
oor 275 slagerskooplieden in- en aan-
belastingplichtige ingezetenen van Ain-
e tegen het leen ingsplan opkomen, vooral
uitgaaf van/"900,000 voor de oprichting
ie verplaatsing der veemarkt,
kon. besluit van 10 Juli is bepaald.dat
iekschool voor ouderwijzers zal worden ge-
waarvan benoemd is de heer R. R.Bijkens.
van Leiden heeft den 14, met 12 tegen
esloten tot de oprichting eener hoogere
ijfjarigen curcus voor meisjeswaarvan
n geraamd worden op ongeveer t UU00.
te Heerhugowaard, bij J. C. Hofdijk.
Prijs, marmeren pendule met coupes,
J. Dam, te Öchermeer, bereden door
toilettafelEvavan C. de Witte
A. de Wit. 15 Juli (met paard en kar),
berlijnsch-zilveren theeservies, Graaf
n, premie, rooktafel, Susanna, van 1.
tgemend door den eigenaar.
Den 14te Amsterdamdoor het
ging „de Vrije Gemeente," het maken
dienste der vereeniging, op de bestaande
Weteringschans, minste inscbr. W. L.
07,265.
i, het bouwen van een officiers-pavil oen
irinm en het maken van een grindweg
Oldebroek minste insclir. J. v. d. Braak,
f 28,428.
rdamdoor de directie der Duinwater-
iven van 3320 ellen lengte kanaalhet
flltreerhedden en overdekt rein-water-
boorende werkenonder Zandvoort en
nschr. P. Langeveld Jr., te Amsterdam;
r de naamlooze vennootschap „Erascati,"
het, gebouw Frascati en der daarachter
verkooplocaalminste inschr. B. v. d.
620.
het armen-weeshuis der herv. gemeente
ior wijlen den heer W. Puyk Udes een
«maakt.
vndvoort heeft, nu reeds 5 jaren achter-
500 geschonken aan het badhuis voor
t bestuur der Vereeniging „de Ambacbts-
m daartoe door een zijner ledendie
rden, in staat gesteldheeft aan cura-
ement van L. Pincojfs voorgesteldde
leze aan de ambachtsschool geschonken
aoeve der crediteuren uit te keeren.
üijksche berichten in het bijblad.
oproeping of de plaats van bestemming inlichtingen kunnen
worden verkregen.
Alkmaar. De Burgemeester voornoemd,
eeusaiaps uav uiimisunar verrrouwen Otn voor ae
grootste onzekerheid plaats te maken. Meenden an
dere Ministeries aan het bewind te moeten blijven
zoolang het maar eenigzins mogelyk was, totdat al
breidiug van de station Eindhoven van den Staatsspoorweg.
Het ministerie heeft den 11 op zijn coUectief ontslag
nader bij den Koning aangedrongen, en zulks omdat de
Koning niet wilde treden in de voorstellen tot herziening der
,and bij Duitschland ingelijfd, door
H. Noriex-lid der Tweede Kamer,
ening van den schrijver. Amsterdam
v. Munster Sf Zoon, 1879.
e in 1837 geschreven woorden: „Wij
dreven moeten Duitschland nader, dan
romen" tot motto van zijn betoog be-
e heer Nori de gronden waarop zijne
iat eene aansluiting van ons vaderland
en meer wensclielijk wordt en dat liet
:n moet,. De als eene natuurwet wer-
ireiding van bet groote naburige Rijk
„„it 8uu5iauouuc oainenbang daarmede onze stamverwant
schap de dreigende uitsterving van ons vorstelijk Huis, onze
partijschappende toestand onzer arbeidende klassende
kwijning van handelscheepvaartnijverheid letteren en
knust, de zwakheid en kostbaarheid onzer verdediging, zie-