No. 31. Eenentachtigste Jaargang. 1879. ZONDAG 3 AUGUSTUS. (Bebeeltc. SILliekelijkschc Berichten DuUschlandL llelgie. Frankrijk. fiirwoMitrlManJe en ïerland. Htusiand. A LK M AIRS Deze Courant wordt wekelijks uitgegeven en is verkrijgbaar op Zaterdag avond te 7 uren. Prijs per kwartaal f O,GS, franco per post f O,S(ff, afzonderlijke nommers Cents. Brieven franco aan de Uitgevers HERM'. COSTER ZOON. A AT. De Advertentiën kosten van 15 regels 0,75, voor elke regel meer 15 Cents; groote letters naar plaatsruimte. Bij inzending tot Zaterdag namiddag 1 uur, wordt voor da plaatsing in het eerstvolgend nommer ingestaan ingezonden berichten een dag vroeger. BURGEMEESTER en WETHOUDERS vanALKMAAR brengen ter algemeene kennis•■•ij Dat heden op de gemeente-secretarie ter visie is gelegd het aan hen ingediende verzoek met de bijlagenvail A. J. LANDMAN, koperslager te Alkmaar, om vergunning tot het oprigten van eene koperslagerijin het perceel aan den Achterdam, Wijk C, No. 414b en dat op Maandag, den 4 Augustus 1879, 's middags ten 12 uren, ten raadhuize gelgenheid wordt gegeven om tegen het oprigten van die koperslagerij bezwaren in te dienen. Burqemeester en Wethouders voornoemd AlkmaarA. MACLAINE PONT. 21 lult 1879. üe Secretaris NUHOUT VAN^DER VEEN. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALKMAAR brengen ter kennis van belanghebbenden, dat het IJKKAN- TOOR te Alkmaar van 1 Augustus a.s. voor het publiek zal zijn geopend op Maandag, Woensdag, Vrijdag en Za terdag van iedere week, van des voormiddags 9 tot des namiddags 1 uur. Burqemeester en W ethouders voornoemd Alkmaar, A. MACLAINE PONT. 30 luli 1879 Do Secretaris, NUHOUT VAN DER VEEN. LATIJNSCHE SCHOOL te ALKMAAR. Ouders of voogdendie hunne zonen of pupillen met den aanvang van den nieuwen cursus, Maandag den 1 September 1879, uitsluitend het eenige tijdstip van toelating het on derwijs op ééne der klassen van de Latijnsche School ver langen te doen volgen, worden uitgenoodigd naam en ouder dom dezer jongelieden, uiterlijk vóór den 25 Augustus 1879. aan den ondergeteekenden op te geven. Aan hen die, voor zooveel de laagste klasse betreft, noch een getuigschrift kunnen overleggen, dat zij de laagste klasse eencr openbare Hoogere Burgerschool met voldoend gevolg hebben doorge- loopennoch op een ander Gymnasium of Latijnsche School reeds zijn toegelaten, zal de dag van het admissie-examen nader worden medegedeeld. De Rector, Dr. J. J. DE GELDER. P O L I C I E. Ter terugbekoming is aan het Commissariaat van Policie het volgende voorhanden, als: een koperen tabaksdoos, een witte geit met kleine hoornseen instrumenttangeen zilveren naaldenkoker, een brillendoos met bril, een wit beenen duim stok] eeen paar witte kousen, eenig breiwerk met priemen, een kinder springtouw en een zweep. Lijst van brieven, waarvan de geadresseerden onbekend zijn, verzonden geweest gedurende de 2'. helft der maand Juni 1879. H. van Veen, I. Doets, M. S. GroodeAmsterdam; Kosse, BalkummerwegW. K. de Kogel, GorinchemH. J K van Beukem 's Hertogenbosch, Jan Swis(Jrsem; J.' Oudhuis, WinkelG. V. RoelinD. van de Bunte, f... Van de Hulpkantoren OudcarspelC. van den BerghAmsterdam. Rustenburg: Mej. A. Kroezeman Deventer; A. Hoogeland, ElburgA. Boos, Briefkaart: I. RoosAmsterdam. Dezer dagen is te Lichterfelde nabij Potsdam in stilte eene bijeenkomst van leiders der socialistische partij gehou den welke tot 3 uur des nachts geduurd heeft. Deze zaak kwam eerst ter kennisse der politietoen allen vertrokken waren. Verscheidene personen meldden zich de een na den ander'in eene openbare afgelegen herberg aan, voorge vende, dat zij door den zwaren regen genoodzaakt waren eene schuilplaats te zoeken. De herbergier was toevallig af wezig en zijne vrouw had uiet opgemerkt, dat deze bezoe kers zich zoo druk en langdurig met elkander onderhielden. De tweede krijgsraad in de zaak van de Grosser Kurfürst heeft den kommandantden schout bij nacht Batseh tot 6 maanden vestingstraf en den kapitein-luitenant Klause tot eene maand vestingstraf veroordeeld. Het is nog onzeker of de heer Batsch zijn ontslag zal nemen. Pruisen. De heer v. Bemigsen schijnt voornemens te zijn zich niet weder candidaat te stellen voor het Huis van Af gevaardigden waardoor het Huis zijnen Voorzitter en de nationaal liberale partij een harer bekwaamste en gematigdste aanvoerders zou verliezen. Zijne vrienden hopen, dat hij op zijn besluit zal terugkomen, als zijne kiezers verklaren dit eenstemmig te wenschen. In den ouderdom van 52 jaren is den 27 Hertog Wilhelm van Mecklenburg, broeder van den regeerenden Groot-Hertog van Mecklenburg Schwerin en generaal der kavallerie in Pruissische dienst te Heidelberg overleden na aldaar eene Gevaarlijke operatie te hebben ondergaan. In 1865 was hij gehuwd met prinses Alexandrine van Pruissendochter van prins Albrecht en prinses Marianne der Nederlanden. Ook te Berlijn wordt de val van Turkye's grootvizier als eene ernstige nederlaag derengelsche staatkunde besehouwd en de Nordd. Zeitung, met instemming overnemende de onder Frankrijk aangehaalde woorden der Tempszegtdat de geheele verantwoordelijkheid van al hetgeen in Turkije ge schiedt op lord Beacons field rust. De Nordd. Allg. Zig. is van meening, dat uit het pro gramma der nieuwe ruuneenscke regeering de bereidwilligheid blijkt, om tot een oplossing te geraken van de israëdeten- kwestie, in den geest van de besluiten van het berlijnsche congres. Het belaug van Rumenie eischt, dat de regeering niet Wf-der door kuiperijen in het parlement belemmerd worde. Het is eene ijdele uitvlucht te beweren, dat er toch geene sprake kan zijn van dwang jegens Rumenie, en dit vorsten dom dus wel weerstand kan blijven bieden. Het is voor een modernen Staat een levensbeginselom zich te voegen naar de eiscken van het internationale recht. Rumenie zou zijn toekomst in de waagschaal stellen zoo het in onbegrijpe lijke aanmatiging meende zich voortdurend buiten de gewone internationale betrekkingen te kunnen houden." De gemeenteraad van Leuven voert een rechtsgeding met het bestuur der r. c. hoogeschool aldaar, omdat deze weigert het gebouw der hoogeschooldat zij vau de gemeente in gebruik heeft, voor de prijs uitdeeling eener openbare school beschikbaar te stellen. De hoogeschool is in het ongelijk gesteld. Het in 1835 gesloten contract, waarop de hooge school zich beriep, bleek echter van de eene zijde gesloten te zijn door de belgiscke bisschoppen handelende in naam van het episcopaat van Belgie, eene vereeniging, die geene rechtspersoonlijkheid heeft en van de andere zijde was het nooit door de hoogere burgerlijke overheid bekrachtigd. Senaat. Na voorlezing van den briefwaarbij de prins de Ligne verklaarde te volharden hij zijn besluit om af te treden voerde de heer v. Limburg—Stirum het woord hij schreef dezen stap van den prins toe aan de houding der volksmenigte, toen de prins, na tegen de onderwijswet gestemd te hebbenhet paleis, waar de zitting gehouden was, wilde verlaten. Hij achtte het wenschelijkdat voortaan maatre gelen werden genomen om de Senaatsleden voor zulke volks- oploopen te beschermen, üe heer de Coninck (rechterzijde) gaf daarop een zeer gekleurd verhaal vau de houding der volksmenigte en van het op dien dag gebeurde en eindigde met te zeggendat zulke dingen alleen mogelijk waren te Brussel waar „het oproer zich telkens voordoet." „Vat ts de taal van een razende" riep de heer v. Schoor, lid voor Brussel en uit naam van de bevolking dier stad protesteer ik tegen die verfoeielijke woorden, üe heer de Coninck antwoordde„dat woord kan u duur te staan komen." De heer v. Schoor, ver liet daar ip zijne plaats en zeide, zich in dreigende houding voor den Leer de Coninck plaatsende, ik heb gezegd, razende, en ik handhaaf dat woorduw taal was die van een razende." De linkerzijde juichte hem toe en er heerschte een groote verwarring. Nadat de minister van buitenl. zaken had aan gevoerd, dat dergelijke tooneelen moeielijk te voorkomen zijn en dat manifestation niet tegen kunnen worden gegaan, had doen uitkomendat de voorstellingdoor den heer de Coninck gegeven, in vele opzichten verkeerd en overdreven was en de heer de Coninck zeer kort geantwoord had, liep het incident af. Later is een uitdaging gevolgd doch de zaak werd bijgelegd: de getuige van den heer v. Schoor las den 26 eene verklaring voor, waarin de getuigen van weerskanten zulks te kennen gaven. De heer v. Schoor had verklaard aan het woord razende de gewone beteekenis te hebben ge hecht, zoodat de eerbiedwaardigheid van den heer de Coninck in haar geheel was gelaten. Daardoor was naar het eenparig gevoelen alle reden voor een tweegevecht vervallen. Met 33 tegen 29 stemmen is den 25 het ontwerp tot wij ziging der personeele belasting en de daarmede in verband staande wet op de verkiezingen goedgekeurd: de conversie der 4%% in 47„ schuld werd mede aangenomen. De nieuwe burgemeester van Brussel heeft dei) 29 zijne betrekking aanvaard met eene toepraak, hoofdzakelijk aan den toestand van de geldmiddelen der stad gewijd: de heeren l)e l'Eau en üelecossede twee nieuw verkozen schepenen, werden gelijktijdig geïnstalleerd. De directeur der Lanterne is door de correctioneele recht bank veroordeeld tot 4 maanden gevangenisstraf en 4000 fr. boete wegens beleediging van ambtenaren der policie (de onlangs beweerde aanhouding van mej. Baragnori). De Ré- publigue Frangaise acht dit vonnis te streng, omdat, al heeft de Lanterne ongelijkhet vonnis den schijn heeft haar ook voor andere artikelen te willen straffen welke op zich zeiven geen aanleiding tot strafvervolging gaven. Dit keurt zij af. Bij den gemeenteraad van Parijs is een voorstel aanhangig om verscheidene stratenpleinenboulevards enz. te her- doopen met republikeinsche namen; daaronder is bij voorbeeld begrepen de beroemde Boulevard Uaussmann. De aartsbisschop van Parijs heeft aan alle Senaatsleden een brief gezondenwaarin hij tegen de wet op het hooger onderwijs van den minister Ferry optreedtwaarvan het slot aldus luidt: „De republikeinsche regeeringsvorm tracht nu voor de derde maal onder ons wortel te schieten de be zwaren die daarbij kunnen ontstaan, zullen niet van onze zijde komen maar men moet ons niet dwingen naar verleden tijden om te zienom daar liet beeld van rechtvaardigheid en vrijheid terug te vinden." De Bonapartisten hebben inschrijvingen willen openen voor een gedenkteeken voor prins Lodewijk Bonaparte, doch de regeering heeft zulks verboden. De minister van oorlog heeft de ontbinding bevolen der vereeniging Notre dame des Soldatsdie in het leger aan hangers trachtte te winnen voor de ultramontaansche denk beelden. De openbare meening in Erankrijk geeft aan Engeland de schuld van de ongelukkige verwarring in Turkije. De Temps, een in betrekking tot den minister van binnenl. zaken staand blad zegt o. a. te dien aanzien het volgende „Reeds te Berlijn was het engelsche kabinet zeer weinig mannelijk. In plaats van flink en moedig de zaak in het hart aan te tasten, vergenoegde het zich inet eene tooneelver- tooning. Alles werd door het engelsehe kabinet aangewend, om een schim van het turksche rijk te behouden. Dat was dandacht menalweer zóóveel gewonnen. Men vermeed daardoor een oorlog en een of twee geslachten zou het nog wel kunnen duren. W ant het is te dwaas om aan te nemen, dat het wezenlijk iets duurzaams meent te hebben gesticht. Het engelsche kabinet weet heel goeddat het turksche rijk niet te hervormen is. Men kon het op zijn vingers na rekenen, dat van al de hervormingen, in art. 23 van het berlijnsche verdrag aangewezenweldra niets meer te vinden zou zijndan het papier, waarop ze staan geschreven. Maar van een staatsman heeft lord Beaconsfield bloot den schijn volstrekt niet den moed en evenmin het genie. Bij de re geling van het oostersehe vraagstuk zocht hjj volstrekt niet naar een duurzame uitkomst, alleen de zege van zijn mi nisterie en van zijne partij. Daarom ook liet hij voor de toekomst violen zorgen en wij vreezendat reeds in eene zeer nabij gelegen toekomst de oplossing gevonden moet worden, die reeds vóór twee jaren gevonden worden moest. De vraag is zelfsof er nog wel wat op te lossen zal zijn, want het oogenblik schijnt nabij dat eene macht ineenzakt, die noch zichzelf in stand houden kan noch ook de gave blijkt te bezitten van zich door anderen in stand te laten houden." De République Francaise denkt er evenzoo over. Zij stelt voor de egyptische zaken te regelenzonder zich verder om den Sultan te bekommeren. De Khedive zou voldoende zijne verplichtingen naleven, door jaarlijks zijne schatting te betalen. Op de parijsche beurs heeft eene belangrijke daling in Erausche spoorweg aandeelen plaats gehaddoordat de af- deeling der Kamer met algemeene stemmen op één na be sloten heeft den aankoop door den Staat van het geheele net van den Orleans-spoorweg aan te bevelen. Men vreest, dat de Staatreeds over een groot deel der spoorwegen beschikkendeallen in handen tracht te krijgenom den door Duitschland begonnen spoorwegstrijd beter en krachti ger te kunnen voeren. Senaat. De commissie voor het wetsontwerp betreffende de verlenging der kandelstraotaten bestaat uit 4 voorstan ders 2die een bepaalden termijn voor den afloop gesteld willen zien en 2die de voorwaarde stellen dat de regee ring het nieuwe tarief zoo spoedig mogelijk zal indienen. Zij benoemden den heer Ferry, den bekenden besckermings- gezinden katoenspinner, tot voorzitter. Een voorstel om het gevoelen der Kamers van Koophandel in te winnen, alvorens lot een besluit te komen, werd bestreden met het bezwaar dat daarmede te veel tijd zou verloopenzij werden echter uitgenoodigd hare meening per telegraaf aan de commissie mede te deelenuiterlijk tot 30 Juli. Die voor het ontwerp Ferry nam den 25 art. 2 aan als mede de 2 eerste paragrafen van art. 3 met 5 tegen 4 st. Over de derde paragraaf wilde zij eerst den minister hooren. Daarbij wordt gehandeld over de kosten der examensdie verhoogd zullen worden tot een nader te bepalen cijfer vol gens een reglement, door den hoogen raad van onderwijs in overleg met den minister van financiën vast te stellen. Die verhooging moet goed maken het door de afschaffing der kosten voor de inschrijving der studenten op de begrooting van onderwijs te lijden verlies. De voorstanders der catho- lieke universiteiten willen weten, hoe hoog de regeering die examengelden denkt op te voeren. De studenten der vrije faculteiten zullen ook geen inschrijvingsgelden meer betalen en daar de examengelden alleen ten bate van het staatson derwijs komenontstaat de vraag of het vrije onderwijs op die wijze niet onmogelijk wordt gemaakt De studenten der cathoiieke universiteiten zullen natuurlijk hunne hoogleeraren op de eene of andere wijze betalen, maar eerlijke mededin ging wordt onmogelijkwanneer zij ook in den vorm van examengelden de hoogleeraren der staatsuniversiteiten moeten betalen. Daarom heeft de rechterzijde bezwaar tegen dit gedeelte van het artikel. Den 28 keurde zij de overige ar tikelen van het ontwerp goed, uitgezonderd art. 7, 9 en 10. Den 29 ving de beraadslaging over art. 7 aanslechts 2 redevoeringen werden gehouden. De heer Daguenetoud voorzitter van het Hof te Pauorleanisttegenstander, merkte op, dat van de generale raden.37 zich tegen en 12 voor het artikel hadden verklaard de overige 12 waren door den prefect verhinderd hun oordeel uit te spreken op grond dat zij daartoe onbevoegd waren. Zijn krachtigste argument tegen dit artikel was, dat de jesuiëten thans alle burger rechten bezaten. Lacordaire werd indertijd tot afgevaardigde gekozenzij zijn kiezers en kunnen gekozen worden en waarom hun dan te onthouden het recht tot het geven van onderwijs De heer Pelletanvoorstander, antwoordde met eene schets van de geschiedenis der jesuiëtenvolgens hem een geheim staatkundig genootschap, met het doel te trach ten de geheele wereld onder hunne heerschappij te brengen. Zij konden niet als burgers besehouwd wordenfamilie- of eigensdomsrecktcn konden niet in verband met hen gebracht, worden want zij bezaten ze nieten hoe konden zijdie geen gezingeen eigendom en geen vaderland bezaten de deugden onderwijzen welke het behoud van dat alles waarborgden? Den 30 spraken de heeren Buffet en de Parieu ten gun ste der jesuiëten. Den 31 bracht zij hare beraadslagingen ten eindemet 5 tegen 4 stemmen verwierp zij art. 7 en met 6 tegeD 2 stemmen verwierp zij de wet in haar geheeléén lid hield zich buiten stemming. De heer Jules Simondie van den Paus een brief ontving om hem te danken voor zijn ijveren tegen de wetwerd tot rapporteur gekozen. Die rapporteur heeft in een onderhoud met den redacteur van le petit Marseillais verklaarddat zijn optreden tegen art. 7 dezer wet het moedigste en verdienstelijkste van zijn leven was. Werd hem het vormen van een ministerie op gedragen dan wist hij weldat een republikeinsche meer derheid zich tegen hem zou verklaren, doch omverwerping der regeering of partij te trekken van haar val lag niet in zijn plan. Hij had een zeer goeden dunk van de regeering en van de eoede bedoeling van zijnen vriend Ferry. Ver wierp de Senaat art. 7, dan behoefden de ministers niet af te treden, waut over één punt kon wel verschil van gevoelen bestaanzonder dat daaruit volgdedat de Senaat zijn ver trouwen aan de regeering onttrok, üe aanneming zou hij een ramp voor de republiek achten. De commissie voor het wetsontwerp op de hervorming van den hoogen raad van onderwijs bestaat uit zeven voor- en 2 tegenstanders. Kamer van Afgevaardigden. Bij de behandeling der begrooting van de posterijen en telegrafen werd opgemerkt dat de verlaging van het briefport de schatkist sterk bena deeld haddoch uit het antwoord des ministers bleek dat de mindere ontvang der posterijen, voor het le jaar op 18 miljoen fr. geraamd en voor de telegrafendoor de invoering van het woordtarief, op 1,200,000 fr., slechts 9 miljoen fr. heeft bedragen of 10,200,000 fr. meer dan de raming. Het getal brieven was met 30dat der telegrammen met 61°/0 toegenomen. De heeren Proust c. s. hebben een voorstel ingediend om het paleis der Tuileriën te sloopen en de openvallende ruimte met het voor het paleis gelegen plein tot openbaren tuin in te richten. De commissie der Kamer vereenigde zich met bijna algemeene stemmen met dat voorstel, dat vervolgens den 29 met 249 tegen 166 stemmen aangenomen werd. Het werd bestreden door den heer Haussmann. Eene commissie belast met het onderzoek van een voor stel des afgevaardigden Maigne om af te schaffen de wet van 1814, het werken op Zondag verbiedende, heeft zich vereenigd om te beraadslagen over een amendement van den afgevaardigde Keiler, sirexkende om die wet niet in te trekken maar aan te vullen met eenige artikelenhierop neerkomende de werken door den Staatde departementen of de gemeenten uitgevoerd wordendeworden des Zoudags niet dan bij groote uitzondering voortgezetop de spoor wegen wordt de dienst beperkt en ieder ambtenaar is ten minste om den anderen Zondag vrij; post- en telegraafkan toren worden dien dag van 9 tot 6 uren gesloten en in dien tijd worden ook geene bestellingen gedaan alleen t,e Parijs en in de hoofdplaats van elk arrondissement moet het tele- gaafbureau den ganschen dag open zijn. Bij de behandeling der begrooting van eeredienst den 29 verklaarde de minister Lepere zich tegen het voorstel der begrootingscommissieom de tractementen der bisschoppen te verlagen en die der lagere geestelijken te verhoogen. Hij vond die verhooging' wel goed doch niet ten kosten der bisschoppen, die nu 15000 fres. ontvangen tegen 10000 fres. in 1802 in werkelijkheid is die som niet meer, lettende op de waardevermindering van het geld in die 77 jaren. Het voorstel was ook niet verstandig, omdat de Kamer nu reeds voorgesteld werd als vijand der godsdienst. De rechterzijde was natuurlijk tegen dat voorsteleen legitimistisck afgevaar digde deed uitkomen, dat een prefect een hooger inkomen had dan een aartsbisschop. De hoogere geestelijkheid moest veel voor de armen doen: werd het inkomen der bisschoppen verminderddan leden daaronder het meest de armendie dan ten laste der burgerlijke overheid zouden komen. De linkerzijde voerde aandat rechters en hoogleeraars lager bezoldigd werden dan bisschoppen en dat de inkomsten van de boogere geestelijkheid volstrekt niet in verhouding ston den tot die der lagere. Een pastoor te platten lande ontving niet meer dan 1000 fres. en dat was te weinig, üe lagere geestelijkheid moest ondersteund wordenwant onder haar telde de Republiek vele voorstanders: de bisschoppen zouden toch niet tot de republikeinen bekeerd worden. Toen over het voorstel gestemd zou worden, werden slechts 221 stem men uitgebracht, alzoo minder dan de helft der Kamer, waar door de stemming nietig was. De uiterste linkerzijde ont beid zichdaarmede wraak nemende over de verwerping van hun voorstel met 358 tegen 95 stemmen om de geheele be handeling der begrooting tot November uit te stellen, waar door zij invloed wensehten uitoefenen op den Senaat bij de behandeling der wet Ferry. Den 30 is met 194 tegen 136 stemmen verworpen een amendement om de bezoldiging der bisschoppen weder op de oude hoogte te brengenhunne bezoldiging wordt dus op 10000 fres. teruggebracht gelijk onder het concordaat van 1802. Den 26 heeft lord Salisbury aan eene commissie van af gevaardigden van engelsche israëlieten en aan eene commissie van de engelsck-joodsche vereeniging, die hem op het feit wezen, dat de ruinaansche regeering nog altijd de bepa lingen vau art. 44 van het verdrag van Berlijn onuitgevoerd lietgeantwoord dat hij niet met zekerheid kon opgeven op welke wijze dat vraagstuk in Rumenie zou geregeld wor den omdat de onderhandelingen nog niet afgeloopen waren, en eene voorbarig i mededeeling daarop nadeelig zou kunnen werken. Sedert dit vraagstuk te berde is gebracht, heeft Enge land in overeenstemming met DuitscnlandErankrijk en Italië gehandeld. Hij geloofde niet, dat de mogendheden zouden weigeren, de plechtige handeling te bekrachtigen, welke door haar te Berlijn is volbracht. Volgens de bepaling van dat verdrag is de erkenning van Rumenie door de mogendheden ondergeschikt, aan zekere wijziging van de binnenlandscke wetten des lands. Rumenie dankt zijne on afhankelijkheid niet slechts aan Rusland, maar in de eerste plaats aan EngelandFrankrijk en Italiëdie den Krim- oorlog hebben gemaakt. Rumenie zou eene dwaasheid be gaan indien het de bepalingen van het berlijnsche verdrag niet eerlijk nakwam. De val van den grootvizier Rhereddin in Turkije wordt in de engelsehe bladen verschillend beoordeeld. De Standard betreurt zijn aftreden, omdat daardoor aan alle goede ver wachtingen die men van den Sultan bad de bodem ingeslagen wordt en acht hel zeer mogelijk, dat de toestand van dat rijk weldra zoo zal worden, dat op nieuw tusschensomst der wester- sclie mogendheden noodig is. üe limes betreurt ook wel het mislukken zijner hervormingsplannen, maar gelooft, dat de tur ken niet tot hervormingen moeten worden gebracht door westersehe middelenmet geduld en volharding kunnen zij wel gebracht worden tot het uitvoeren van europeesche denkbeelden, maar men moet hun toestaan, dat op hunne eigen wijze te doen. Rhereddin beging de fout, zijn doel op europeesche wijze te bereiken. De luijeuitstellende dubbelhartige Turk van de oude school moge geen wen schelijk werktuig zijn, maar met behendigheid kan men hem wel brengen tot het uitvoeren van eene zekere hoeveelheid hervormingen. De Times schijnt nog goeden moed te houden omtrent de mogelijkheid van hervormingen. Hoogerhuis. Den 30 deelde lord Salisbury mededat de laatste russische soldaat Oost-Rumelie verlaten had. Lagerhuis. Den 24 werd het regeeringsontwerp op het hooger onderwijs in Ierland voor de 2e maal gelezenna verwerping met 257 tegen 90 st. van een amendement van den heer Shawom eiken maatregel voor onvoldoende te verklarenwaarbij de opleiding in de colleges niet gemak kelijker gemaakt werd. De door den heer fjowther bij de indiening gedane concessie, dat de regeering bij de artikels- gewijze behandeling der wet bepalingen zou voorstellen, vol gens welke de Senaat der nieuw op te richten universiteit aan het parlement voorstellen zou kunnen doen omtrent bi bliotheken lokalen beurzenprijzen enz. door den Staat te verleenenwaardoor voornamelijk te gemoet werd geko men aan het grootendeels in het geld gelegen bezwaar der iersehe roomsch-calholiekenwas wel vau beteekenis, maar hem niet voldoende. Verscheidene leden der oppositie laakten deze handelwijze der regeering en achtten haar eene onbe tamelijke verrassing, nadat bet hoogerhuis het ontwerp reeds behandeld had. üe heer Gladstone beweerdedat het ei genlijk eene andere wet was geworden en verklaarde in geen geval daarvoor te kunnen st., nu bij zijn in 1874 ingediend ontwerp reeds zooveel ruimer concessiën aan de ieren waren gedaan. Den 25 werd voor de 2'. maal gelezen het ontwerp, waarbij de regeering gemachtigd wordt om uit de Rijksschatkist voor 7 jaar zonder interest 2 miljoen p.st. aan Britsch-Indie te leenen. Een amendement van den heer Fawcetthet be ginsel van het ontwerp bestrijdendewerd verworpen met 137 tegen 125 st., alzoo slechts 12 st. meerderheid voor de regeering. Verscheidene leden waren van oordeel, dat deze tegen de eerzucht van Rusland ondernomen oorlog voorna melijk door Engeland moest worden betaald. Denzelfden dag werd eene motie aangenomenwaarbij verklaard werddat zekere Edmund Galley, 44 jaren geleden ter dood veroordeeld en al dien tijd in de gevangenis doorgebracht hebbende in vrijheid moest worden gesteld, omdat men op goede grim den meende te knnnen bewijzendat hij indertijd onrecht vaardig veroordeeld was. Den 27 werd de regecring door den heer Cowen geïnter pelleerd over de wijzewaarop zijdie aan politieke ver grijpen schuldig zijnin Rusland behandeld en in slavernij naar Siberie gebracht worden. Hij vroeg, of zij kennis droeg van het feit, dat in een klein naar het schiereiland Saghalin bestemd schip waarin het aan voldoend lichtvoedsel en lucht ontbrak, 700 grootendeels wel opgevoede en beschaafde menschen zoodanig op elkander gepakt waren, dat 270 aan boord stierven en 150 stervende aankwamen. Verder vroeg hij of een groot aantal Kozakken gedwongen waren hunne woonplaats te verlaten en zich neer te zetten bij de uitwa tering der Usari-rivierter vorming eener aaneenschake ling van militaire posten tegen de Chineezenen of de regeering de russische regeering wijzen zou op het onrecht matige en onmenschelijke van zulk eene handelwijzege lijk in 1861 Rusland over de Polen en in 1876 de Porte over de bulgaarscke gruwelen. Het antwoord bij monde van den heer Bourkevice-minister van buitenl. zaken luiddedat wel bericht ontvangen was van vele politieke inhechtenisnemingen in Rusland eD van liet feitdat de meeste dier gevangenen verbannen warendoeh waarheen kon niet officieel worden medegedeeld. Met het bedoelde schip waren een aantal wegens andere dan politieke mis drijven veroordeelden overgebracht, die zoo menschelijk behandeld warenals hun toestand als gevangenen maar eenigzins toeliet. Van de Kozakken was niets bekend en wat de laatste vraag betrof, het was niet Engelands ge woonte om bij buitenlnndsche regeeringen in gevallen als deze vertoogen in te dienenindien het niet eenigen grond had voor de verwachtingdat zij werkelijk eene weldadige uitkomst hadden. Northcote kondigde den 31 aan dat de regeering Maan dag a.s. een subsidiair crediet van 3 miljoen voor den Zoe- luekrijg zal aanvragen. Zij hoopt dat die som voldoende zal zijn tot de volgende zitting van het parlement. Door dat crediet verandert het saldo der begrooting in een tekort van 1,163,000 p. st. Daar de Zuid-Africaansche Koloniën voor een deel de kosten van den oorlog dragen, is slechts tijdelijke dekking noodigwaarom zij machtiging vraagt tot de uit gifte van 1,200,000 p.st. in schatkistbons. De misdadiger, die den 25 Maart jl. op generaal Drenteln een pistoolschot loste, is in hechtenis genomen. Hij is de zelfde persoon, die onder den naam van Pletnef te Taganrog een pistoolschot op de gendarmes lostetoen men hem we gens een ander vergrijp wilde gevangen nemen. De brand te Nischui-Novgorod ontstond in het centrum van de marktwaar de kramen dicht bijeenstonden. Door eene onvergeeflijke nalatigheid waren verscheidene vaten buskruit aldaar opgeslagendoch het gelukte ze bij tijds te verwijderen. Üe brandweer' bewees goede dienstenhoe wel er uren verliepen voordat zij kwam. Veertig personen bekwamen min of meer letsel. Volgens berichten bij het departement van binnenland- sche zaken ontvangen, bedroeg het aantal branden gedu rende de maand Juni 3501 en wordt de schade aan eigen dommen op 12,024,134 roebels geschat. Van deze branden worden er 508 aan kwaadwilligheid en 310 aan het inslaan van den bliksem toegesohreven,

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1879 | | pagina 1