van Zondag 28 September 1879.
i
1879.
B ER.
Vervolg der wekelijksche berichten.
Duitschland.
Frankrjjk.
Oowteiirijk-IBoH£uriie.
E lal ie.
Spanje.
Bijblad van de Alkinaarsche Courant
ANT
ïls f 0,75, voor elke regel meer 15
lij inzending tot Zaterdag namiddag
it eerstvolgend nommer ingestaan
Feesten. Den 20 is te Utrecht het uitgestelde feest ter
herdenking van het 3e. eeuwgetijde der Unie van Utrecht
gevierd. De deelnemers hebben een gedenkpenning met het
borstbeeld van graaf Jan v. Nassau doen slaanwaarvan
exemplaren in goud zilver en brons voor den Koningin
zilver en brons voor de leden der kon. familie en het archief
der stad, voorts een exemplaar voor de Rijks-universiteiten,
de Kon. Mil. Academie en andere Rijks-instellingen. Na het
bezichtigen eener tentoonstelling van stukken betreffende de
Unie, afgestaan door den heer Aijlandhet onthullen van
een borstbeeld van graaf Jan, waarbij de heer Schubart liet
woord voerdeen het teekenen eener oorkondealles in het
Gebouw voor Kunsten en Wetenschappen, begaven de deel
nemers zich in optocht naar het stadshuis ter aanbieding
der penningen voor het archief bij monde van ds. Ruiten
schild. Ten getale van 133 vereenigden zij zich vervolgens
aan een feestmaal, en 's avonds werd een volksfeest in Tivoli
gegeven. Van het stadshuis en vele huizen waren vlaggen
uitgestoken.
Den 21 zijn te 's Gravenhage de uitgestelde feesten aan
gevangen ter viering van het 50jarig bestaan van het re
giment grenadiers en jagers. De oud-oflicieren-reünisten
werden in optocht naar de societeitstent in het Bosch geleid,
waar de kapel van het regiment zich deed hooren, en 's avonds
werd hun ter eere op het geïllumineerde terras van het bad
huis te Scheveningen een concert door het muziekcorps der
schutterij gegeventerwijl in den schouwburg eene buiten
gewone voorstelling plaats had waartoe het regiment (offi
cieren en minderen) genoodigd was. Den 22 werd in de
met wimpelmasten versierde Maliebaan eene parade gehouden,
waarhij de Koning vertegenwoordigd werd door zijnen ad
judant-generaal Schönstedt. Prins Frederik en de prins v. W:ed
waren te paard, prinses Marianne, de prinses v. Wied en
hare kinderen in rijtuigen tegenwoordig. Nadat namens den
commandant, kol. v. Bel, een dagorder was voorgelezen,
hield prins Frederik (die 50 jaren geleden het vaandel aan
de afdeeling grenadiers had uitgereikt) eene toespraak, welke
beantwoord werd door den commandant die vervolgens,
namens den Koning, 5 ridderkruisen van de hikekroon
uitreikte en ten slotte de reünisten voor hunne tegenwoor
digheid dank zegde. Toen het regiment naar de kazerne
teugkeerde, werd, bij het Willemspark door de officieren der
schutterij een fraaie zilveren bokaal hetzelve aangeboden,
De korporaals en soldaten werden in de kazerne onthaald,
op het voorplein wedstrijden om prijzen door onderofficieren
en soldaten gehouden, 's Avonds werd den officieren in den
geïllumineerden zoölogischen tuin een concert aangebodenen
had in het locaal „de Vereeniging" een bal plaats voor de
onderofficieren en oud-onderofficieren. Den 24 zijn de feesten
geëindigd met eene groote militaire taptoe met fakkellicht.
Academie-feesten te Groningen. Den 21 is aan het
studentencorps Vindicat atque politmet eene toespraak van
mej. O. Tellegen, uitgereikt een door de groningsche dames
bemerkt vaandeldat met muziek naar de studentensociëteit
Mutua fides werd overgebracht. Den 22 zijn de reünisten
feestelijk ingehaald en tegen 6 uren 500 in getal door de
studenten in optocht geleid naar de Martinikerk, waar door
prof. Hecker eene rede gehouden werd, afgewisseld door
zanguitvoeringen van de liedertafel Gruno en van de solisten
Ad. Biemans. De avond werd verder genoegelijk doorgebracht
in „de Harmonie." Den 24 werd eene maskerade gehouden,
voorstellende de intocht van Graaf Fdzard l van Oostfries
land te Groningen, op 1 Mei 1506. Een deel van den
stoetde overheden en geestelijkheid der stad voorstellende,
trok den Graal te gemoet en bood hembij eene nabootsing
der vroegere Poelpoort, de sleutels der stad aan. 's Avonds
werd de optoent bij toortslicht herhaald. Den 25 hield de
Graaf open hofgevolgd door eene matinée musicaleen
's avonds was de stad fraai geïllumineerd, had een, gondel
vaart plaats en werd een vuurwerk afgestoken.
Luchtballon. De heer Damn is den 22vergezeld van
3 passagiersmet zijnen grooten ballon de Nederlanden te
Amsterdam opgestegen, en 7 kwartier later te Nunspeet,
by Harderwijkzonder eenige stoornis nedergedaald.
Bouwwerken. Op de gemeentebegrooting van Rotterdam
voor 1880 4,857,318 bedragende) is uitgetrokken: voor
nieuwe schoolgebouwen f 140,000, voor den bouw van een
abattoir 200,000, voor het bouwen van een drijvend droog
dok 1 miljoen, voor den bouw eener vischmarkt ƒ130,000,
en voor het benuttigen van den spoorwegviaduct op de ge
dempte Rotte tot marktplaatsen 76000.
Arnhem. In eene den 19 gehouden, zeer talrijk bezochte
bijeenkomst van liefhebbers van pluimgedierte en planten is
beslotenpogingen aan te wenden om aldaar een planten
en vogeltuin tot stand te brengen.
Stoomgemaal. Den 20 heeft met gunstigen uitslag de
proefmaling plaats gehad van het in de Boekelermeer op
de grondslagen van den gesloopten windmolennaar het
ontwerp en onder de leiding der heeren W. C. en K. de
Wit, van Amsterdam, gestichte stoomgemaal, waardoor reeds
in de vorige dagen de polder van het overtollige water was
bevrijd. De ontwerpersde uitvoerder der bouwwerken
B. Brinkman, de leden van het polderbestuur en de bij de
proefmaling tegenwoordig zijnde ingelanden werden, na den
afloop daarvan, door jr. mr. P. v. Foreest tot een vriend
schappelijk maal op den huize Nijenburg genoodigd.
De Maatschappij tot droogmaking van het zuidelijk
gedeelte der Zuiderzee heeft zich tot den minister van wa
terstaat gewend met de verklaringdat zij volhardt bij hare
aanvraag tot concessie, met voorschot van den Staat groot
43 miljoen, in 14 jaren, waarvan in de 3 eerste jaren
slechts 3, 6 en 9 tonnen gouds, zijnde zij bereid het graven
van een kanaal door de Geldersche vallei, als in nauw verband
tot de droogmakingop dezelfde geldelijke voorwaarden te
ondernemen.
Te Velp worden adressen aan den Koningen Ged. Staten
van Gelderland onderteekendde vestiging eener gemeente
Velp en alzoo de afscheiding van Velp van Rheden verzoe
kende.
Giften. Wijlen baronesse Diert v. Kerkleer ve, geb. de Pret,
te Stabroeck (Antwerpen) heeft aan het r. c. armbestuur te
Putten (Noordbrabant) 2000 fr. vermaakt, ten einde uit de
renten 's winters brandstoffenkleedingstukken en beddegoed
uit te deelen.
Geschenken. De kerkeraad der ned, jierv. gemeente te
Amsterdam heeft ten geschenke ontvangen een gunstig in de
stad gelegen terreinter grootte van p. m. 350 vierk. ellen,
ten einde daarop eene nieuwe diaconieschool te kunnen bouwen.
Rampen. Men is tot de ontdekking gekomendat het
kleinste der beide marinedokken te Nieuwediep weder ge
sprongen is door de kracht der wellendie zich bij de mon
ding herhaaldelijk hebben vertoond.
Den 21 zijn te Meers, gemeente Stein (Limburg), 4 boer
derijen schuren en stallen en de daarin geborgen oogst
door brand vernield.
Den 23 is een der grootste boerderijen te Haarlemmermeer,
die van den heer J. W. h iehoff te Amsterdambewoond
door J. Commandeur, aan den IJweg, bij den Spaarnwouderweg,
vermoedelijk door het broeien van het hooi, afgebrand. Den
24 trof de boerenplaats van A. de Boer te Zaandam hetzelfde lot.
Rechtszaken. De rechtbank te Rotterdam heeft een wis
selwachter van den Holl. spoorwegdie voor de tweede maal
terechtstond wegens het zonder opzet doen ontstaan
van gevaar voor een trein veroordeeld tor, 45 dagen celstraf,
met altijddurende ontzegging der bevoegdheid tot het bekleeden
van eenige betrekking op nederlandsch grondgebied.
De H. Raad heeft den 12 aan de Commanditaire Bank-
vereeniging Rensburg Sf v. Witsen te Rotterdam definitieve
surséance van betaling toegestaan voor den tijd van 1 jaar,
aanvang nemende van den dag, dat de provisioneele surséance
is verleend.
Overleden den 21, te Amsterdam, aan eene beroerte»
toen hij uit den schouwburg der heeren Gustave Prot en Zn.,
waarin hij zeer was toegejuicht, huiswaarts keerde, de acteur
F. P. Kistemaker, geboren 26 Oct. 1828.
De Nordd. Allg. Zeitung zegt„Het was te voorzien, dat
het bezoek van prins Bismarck te Weenen tot allerlei onder
stellingen aanleiding zou geven en dat de meest voor de
hand liggende verklaring juist niet die zou zijnwelke door
de dagbladen werd gegeven. De staatkundige betrekkingen
van Duitschland met Oostenrijk-Hongarije zijn voor de duitsche
politiek eene zaakwelker belang in de laatste jaren telkens
toegenomen is. Voor den duitschen rijkskanselier moest het
derhalve eene onmiskenbare behoefte zijn, om zich steeds
zekerheid te verschaffen aangaande de duurzaamheid der be
staande vriendschappelijke verhouding tot Oostenrijk, leder,
die dit beseft, zal ook begrijpen, welken indruk het bericht
der aftreding van graaf Andrassy op prins Bismarck moest
maken. De vraag naar de oorzaken en gevolgen dezer af
treding was voor den verantwoordelijken leider der duitsche
politiek van zóó overwegenden aarddat hij zich in dit
opzicht niet met schriftelijke inlichtingen vergenoegdemaar
in rechtstreeksehe gemeenschap met zijn attredenden ambt
genoot zijn opvolger bezoohten bovenal er op ,,.-t was,
om bij de hoogste beslissende macht des lands de zekerheid
te verkrijgen welke hij zijnen eigen keizerlijken meester en
het duitsche rijk meende verschuldigd te zijn. Wij houden
ons overtuigddat de gedachtenwisseling bij die gelegen
heid tot volle tevredenheid van beide partijen is afgeloopen,
en mogen aannemen, dat de overeenkomst der vredelievende
staatkunde van beide rijkende welwillende wederzijdsche
verstandhouding over hunne huishoudelijke belangeneen
nieuwen volledigen waarborg hebben gevonden in het jong
ste onderhoud der leidende ministers, op den grondslag van
wederzijdsch vertrouwen en vriendschap."
Pruisen. De voormalige minister van eeredienst de heer
Falie heeft aan den hoofdredacteur der Deutsche Revue, in
antwoord op een verzoek om bijdragen van zijne hand voor
dat geschrift een brief geschreven, waarbij hij o. a. te kennen
geeftmocht hij als afgevaardigde verkozen worden, de be
ginselen te zullen verdedigen door hem als minister voorgestaan;
dat het naar zijne overtuiging niet mogelijk is met eenige
kans op zekerheid zich een denkbeeld te maken van den ver
deren loop der zakenvoordat de uitslag der verkiezingen
waarvan veel zal afhangen, bekend is. Omtrent dien uitslag
verklaart hij zijne beduchtheid niet weg te kunnen redenee
ren. Hij had daarvan een minder gunstige verwachting dan
menigeen, die van gevoelen is, dat in het algemeen eene
reactie voor de deur staat. Die vrees koestert hij niet. Prins
von Bismarck gaat om een algemeen gebruikelijke uitdruk
king te bezigen stellig niet naar Canossa, indien hij het
kan vermijden en hij is in staat om veel te vermijden. Om
zoover te kunnen gaan als door sommigen wordt gevreesd
dat gebeuren zal, zouden groote veranderingen op wetgevend
gebied en dat in zeer verschillende richtingen worden ver-
eischt. Maar hetgeen hem grooter zorg baarde was het on
derwijs. Op dat gebied strijden alle tegenstanders op de
hartstochtelijkste wijze en te dien aanzien zijn allen met
gelijken geest bezield. Hier is geen wet, die hun paal eD
perk stelten uit den aard der zaak kan die niet bestaan.
De leiding van het onderwijsde geest, waarin het moet
worden gegevenhangt steeds af van hen, die aan het hoofd
daarvan staanen nu hield hij zich overtuigd dat de te
genwoordige autoriteit op geheel andere wijze zou beslissen
omtrent de aan haar te stellen eischen dan hij als geoor
loofd beschouwde. Of diezelfde autoriteit ook niet gedwon
gen zou worden bij den tegen het onderwijs voorbereiden
strijd tot het doen van concessiën, die het uit vrije bewe
ging nimmer zou hebben toegestaan, zou evenzoo geheel af
hangen van den uitslag der verkiezingen. Om die reden
begroette hy dan ook met vreugde het verschijnsel, dat zich
alom liet waarnemen dat men tot het bewustzijn is gekomen
dat hier, op dit punthet gevaar het grootst is en dat men
alle krachten tot verdediging daarvan zal moeten bezigen.
Deze brief heeft in alle kringen volgens de Weser Zei
tung, een verbazenden indruk gemaakt; daaruit blijkt op de
uitdrukkelijkste en tevens op de meest offieiëele wijze de
gegrondheid der vrees, door de liberalen gekoesterd, en ge
lijktijdig wordt door dien brief een luid „rijt waakzaam
toegeroepen aan allendie uit gemis aan geestkracht en
helder inzicht of uit dwaas vertrouwen de handen in den
schoot hebben saamgevouwen.
De Post te Berlijn is het eenige conservatieve bladdat
dien brief heeft opgenomende Germania neemt hem op
zonder eenige toevoeging; de Köln. Zeitung merkt op, dat
de openbaarmaking van dezen brief een einde maakt aan
het spel der otiicieusendietegen beter weten inniet
ophielden met het verspreiden der onware bewering, dat de
eenige wijziging van het ministerie van eeredienst daarin
bestonddat een ander minister daarvan aan het hoofd stond,
De Prov. Correspondenthet officieuse orgaanbeweert
dat al hetgeen door de dagbladen der liberale partij wordt
gezegd betreffende de reactionaire richting, aan de binnen-
landsche politiek te gevenniets beteekenende praatjes zijn.
Omtrent deze verklaring van het officieuse orgaan worden
de volgende opmerkingen gemaakt door de Aational-Zeitung
Bekend is hetdat de regeeringsorganen de liberalen uit
de rijen der „vrienden van het rijk" hebben gedongenen
in de opengevallen plaatsen leden van het centrum binnen
geleid. Het verbondgesloten door de conservatieven met
de cleriealenis onder goedkeuring van den rijkskanselier
bezegeld door de benoeming van cleriealen in het praesidium
van den Rijksdag en de aanneming van het bekende voor-
stel-Frarckenstein. Thans zijn de conservatieven en cleriealen
aan het werk om een reeks manifesten te ontwerpenten
einde op de verkiezingen voor den aanstaanden Landdag
invloed uit te oefenen. Zijn die mededeelingen te beschou
wen als niets beteekenende praatjes
De meest vertrouwde vrienden en geestverwanten des hee
ren v. Puttkamer, met den heer v. Kleisl-Retzow aan het
hoofdhebben reeds eenmaal een aanval gedaan op den op-
per-kerkeraad en de synode van Brandenburgwaarmede de
heftige bestrijding dier beide liobamen aangevangen is.
W aarheen men nu wel poogt te gaan, laat zich thans niet
verklaren de tijd zal dit leeren. Maarzoo eindigt het
blad indien iemand pogingen aanwendt om het gebeurde
als niets beteekenend te doen voorkomendan beschouwen
wij hem met verdubbeld wantrouwen.
De heeren F alk en Sydoin hebben hunne plaatsen moeten
ruimen en zijn vervangen door de heeren v. Puttkamer en
v. Gossler waar de heer Falk zich niet langer kou staande
houden, vindt de heer v. Puttkamer een zeer behagelijke plaats.
Elzas-Lotharingen. Den 19 werd te Straatsburg ten
overstaan van den Keizer en de Keizerin eene groote parade
gehoudenwaarbij volgens den berichtgever der Köln. Zei
tung de 2UOO vrijwillig opgekomen manschappen der reserve
uit Straatsburg en omstreken een goeden indruk maakten.
Door den zwaren regen van den vorigen dag was het terrein
doorweekt, waardoor de witte paradebroeken der soldaten
tot over de knieën bemodderd werden en ieder oogenblik
stevels in de taaie klei bleven stekenzoodat menigeen ten
slotte in zijne kousen, ja blootsvoets loopen moest. Op
bevel des Keizers werden de verloren laarzen bijeengezocht
en op eene rij gezetachter ééne compagnie werden er 9
aangedragen. De geoefendheid en tucht der troepen bleken
daarbij duidelijk en hadden zelfs de bewondering van
menig Franschman opgewekt. Den 20 stelde de Keizer
bij het door de voornaamste burgerlijke autoriteiten leden
van den rijksdag en van den landdagalsmede door vele
voorname ingezetenen bijgewoonde feestmaal den volgenden
^ronk in„Ik drink op het welzijn van het rijksland Elzas-
Dotharingenhetwelk mij nu reeds voor de tweede maal
op zoo vriendelijke wijze in de hoofdstad Straatsburg
ontvangt. U vooral mijnheer de president v. Muller be
tuig ik mijn hartelijken dank dat gij door uw bestuur den
grond hebt gelegd voor deze vriendschappelijke gezindheid
in die matedat zijnaar ik hopen magook in de toe
komst stand zal houden. Leve het rijksland Elzas-Lotha-
ringen en zijne hoofdstad StraatsburgDen 21 had een
optocht, van landlieden te Straatsburg plaats ter eere van
den Keizer en de Keizerin. Muzikanten te paardin oud-
boersche kleeding, gevolgd door 130 ruiters op schoone
paaaden openden den tochtvervolgens kwamen 32 elk met
6 paarden bespannen wagens, waarop 450 meisjes in haar
eigenaardige volksdrachttwee muziekkorpsen besloten den
trein. Zoowel de nieuwsgierigen als de deelnemers lieten
luide juichkreeten hooren. Door eene deputatie, met den
burgemeester aan het hoofd, is den Keizer in naam der stad
Straatsburg een gedenkpenning aangebodenter herinnering
aan zijn bezoek in 1877 geslagen. Z. M., blijkbaar aange
naam verrastzeide daarvoor dank en verklaarde o.a. alle-
zins het smartelijke te begrijpen voor een landals de Blzas,
gelegen in de afscheuring van een groot geheelwaartoe
het eenmaal behoorde. Zijn wensch was echter, den overgang
tot eenen anderen toestand zoo zacht mogelijk te maken en
de nieuwe regeering zou ook in dien geest handelen. Den
23 te 4 uren 20 min. na den middag vertrok de Keizer
onder het gelui der klokken en luide toegejuicht door eene
ontelbare volksmenigte, die zich voor de prefectunr op de
straten en aan het stationsgebouw verzameld hadnaar Metz.
In het stationsgebouwwaar de overheden bijeengekomen
warenbetuigde hij nogmaals zijne tevredenheid over de
hem bewezen ontvangst en over den aldaar ontvangen in
druk. Te 73/4 uur kwam hij te Metz aan, begroet door
schoten uit het vestinggeschut en de jubelkreten der bevol
king. Prins Kareiaan het hoofd der overhedenontving
hem aan de stationwaarna bij in een open rijtuig naar de
prefectuur reed. De leden der duitsche vereenigingen ston
den in rijen met lampions langs den weg geschaard en de
stad was schitterend verlicht.
De Keizer heeft in eene vrij uitvoerige dagorder zijne
tevredenheid betuigd over de manoeuvres te Straatsburg.
Den 21 werd te Perpignan het standbeeld onthuld van
Arago en te Montbéliard dat van kolonel Denfert-Rochereau,
welke plechtigheden respectievelijk zijn bijgewoond door
de ministers Ferry en Lepere. Volgens de republikeinsche
bladen zijn op verschillende plaatsen ovatiën gebracht
aan de ministersde regeering en het vermaarde art.
7 der nieuwe onderwijswet. De République Frangaise
meldt b. v. dat bij aankomst vau den trein te Perpignan
30000 man Jules Ferry en art. 7 toejuichten. Te Marseille
werd Louis Blanc de strijder voor eene algemeene amnestie
door het volk met geestdrift verwelkomd. De paarden werden
afgespannen en het rijtuig van de station naar het hotel ge
trokken. Ook Blanqui heeft aangezeten aan een groot soci-
alistisch-republikeinsoh feestmaal aldaar en bij die gelegen
heid het woord gevoerd. Naar zijn inzien was de republiek
in gevaar en moesten de democraten op hunne hoede zijn.
In bet gebruiken van den kreet leve Frankrijk en niet dien
van leve de republiek door den minister Ferry bij de ont
vangst der officieren van liet leger te Toulouse zag hij een
bewijs van achteruitgang der republiek. Een andere spreker
hoopte op eene spoedige eensgezindheid der radicale partij
op socialistisch gebied. Den dag waarop Marseille het wil,
zeide hij zal Blanqui afgevaardigde zijn.
In de Pays schrijft de Cassagnac omtrent de door bona-
partisten bij verkiezingen aantenemen houding, dat, wanneer
een communist hunnen bijstand behoeft om in de Kamer te
gVU/gClim,Ul/U V» CAO glVVM «IJ 'UUVIVU WO AV.UUU
land gewonnen worden beschouwd door hem die de oogen
niet moedwillig sluit. Hij vond bij met boeren gehouden
gesprekken overal tevredenheid, nergens verlangen tot terug
keer naar Frankrijk. Zelfs in de stad was de stemming niet
zoo ongunstig: de groote invloed, dien de eigenlijke fransciie
partij op allen uitoefent, had velen door vrees doen terug
houden van eenige demonstratie. Des Keizers innemendheid
Koning, zeide hij, heeft verklaarddat hij Frankrijk redden
wilwij kunnen thans stelliger zeggendat hij het redden
zal. Andere personen spraken in denzelfden geest.
Den 28 kwamen wederom verscheidene geamnestiëerden aan;
450 hunner begaven zich den volgenden dag naar Parijs.
Voordat de minister Ferry uit de Vosges vertrok, ver
scheen hij op het balkon der prefectuur en verklaardedat
Porte dezer dagen weder 1500 turksche vluchtelingen hier
heen had terug gezonden.
De bosnische volksmenner Eadji-Loja werd den 27 ver
oordeeld tot 5 jaren gevangenisstraf: hij werd overgebracht
naar de citadel van Theresiënstadt.
Op aandrang van de fransche en engelsche ministers van
buitenl, zaken hebben de groote mogendheden aan hare ge-
Konstantinopel en Athene gelastgelijkluidende
bij de Porte en de grieksche regeering in tedie-
lewerking eener schikking, krachtens welke artikel
it berlijnsche verdrag als grondslag der onderhan-
iver de grensregeling wordt aangenomen.
uit van den 30 zijn graaf Trautmannsdorjf tot voor
prins Sch'ónberg en Constantijn Czartoryski tot onder-
van het Heerenhuis benoemd.
rijk. Bij het door prins Bismarck aan den fran-
iassadeur te Weenen gebrachte bezoekzou de
gd hebben, dat hij die gelegenheid waarnam, om
dlige verzekering te geven dat de innige verstand-
:usschen Oostenrijk en Duitschland aan Frankrijk
erustheid behoefde te barennoch de gevoeligheid
n. De goede betrekkingen tusschen beide landen
ardoor noch verminderd, noch verbroken worden,
'de integendeeldat in eene niet ver verwijderde
iie betrekkingen inniger zouden worden. Engeland
m daarvan ten bewijze. De oude veete was vergeten,
ras Engeland de trouwe bondgenoot van Frankrijk.
leverde daarvan evenzeer het bewijs. "Vóór tien
hij niet op dezelfde wijze ontvangen zijn als nu
alles vergeten. Het geheugen van volken zoowel
snschen reikte niet ver. Hij bediende zich nim-
het woord om zijne gedachten te verbergen. Hij
oprecht en de heer Wuddingtonmet wien hij te
er geregelde betrekkingen onderhieldkon dit
Overigens was Duitschland's staatkunde niet van
en aard. Het wilde voortaan in vrede leven en
elegenheid herinnerde hij aan het gezegde van een
nisterdat Frankrijk met niemand twist zocht
voldaan was. Welnu, hij kon verzekeren, dat
d voldaan was. Op zijne reis naar Weenen te-
Ie, meende de prins, dat de dagbladen het ge-
rvan overdreven. Hij had zich eenvoudig per-
'illen overtuigen, dat de staatkunde van graaf
legenover Duitschland in de hoogste kringen goed-
erd. De Keizer van Oostenrijk was zeer bemind
ichtig in zijn landen daarom had hij zijne per-
enkwijze in zijn land willen leeren kennen. De
isen der laatste dagen de moeilijkheden aan de
van het Berlijnsche verdrag verbonden, hadden
>e doen besluiten. Hij had zich ook willen vergewis-
Indrassy's opvolger. Eenmaal te Gasteinwas de
lang, en zoo was hij te Weenen gekomen. Het
uurde ruim een half uur, en ten slotte noodigde
en gezant uithem te Berlijn te komen bezoeken.
,ije. In een opstel over baron Haymerle erkent
Lloyd de geschiktheid van dien staatsman tot lei-
buitenlandsche staatkunde, op de wijze als door
gebeurtenissen in het leven is geroepen, doch legt
ondere nadruk op het feit, dat aan het keizerlijk
invloedrijke partij bestaat, welke een verbond met
i Frankrijk beoogt. De schrijver betwijfelt, of An-
volger krachtig genoeg zal zijn om zulke plannen
:nzooals dit aan laatstgenoemde gelukte, en be-
t het hoofddoel der komst van prins Bismarck te
as om zich bij de hoogste macht te vergewissen
o de handhaving der tegenwoordige goede betrek-
ïr beide rijken kon rekenen.
alie meldt dat msgr. Wladimir Czackyde nieuwe
te Parijs, in last heeft om de belangen der Kerk
meeste zorg te behartigen, doch tevens de goede
gen met de regeering te handhaven zonder te lui-
,ar hendie op don vorigen nuntius invloed uitoe-
:n de belangen eener partij boven die der Kerk
Wat het wetsontwerp-Ferry op het onderwijs be-
■"'t de nuntius insgelijks verzoenende instructiën
hij moet trachten de regeering over te haien
ikel 7 uit het wetsontwerp te lichten doch zonder
;e moeielijkheden te doen ontstaan indien dit
Mocht het ontwerp van wet aangenomen wor-
Is het is voorgestelddan zal de H. Stoel daar-
conflict uitlokken, onder verklaring echter dat
m de vrijheid van de bisschoppen, de geestelijkheid
ïolieken niet kan beperken in de uitoefening van
ot bestrijding van een ontwerp dat als gevaarlijk
ijheid, het geweten en de Kerk beschouwd wordt,
de fransche regeering scheidt de H. Stoel zijne
van die der bisschoppen af, aan dezen de zorg
verdediging hunner eigene rechten overlatende,
heeft de Pausals bewijs van zijn verlangen tot
der goede betrekkingen, mgr. Czacky belast met
,d stellen aan den president Grévy van een eigen-
irief, waarin van dat verlangen wordt kennis
werd de 1800 gedenkdag der verwoesting van
rierd. Bij ongemeen lraai weder was half Napels uit-
die doode stad was als belegerd door voertuigen
aard. Tot Pompeji zelf werd niemand toegelaten
rtoon eener kaart, waarvan tusschen 6 a 7000
waren. Op de tribune, waar de meer aanzienlijke
bevonden, hield de hoofddirecteur der uitgravingen
iggiero eene italiaansche verhandeling over het-
t was, sedert de eerste overblijfselen der stad aan
iren gebracht. Op eene tafel voor hem lagen de
vangen telegrammen. Vervolgens droegen ver-
oogleeraren lat.ijnscbe gedichten voorwaarin de
;n de wederopstanding der stad werden geschilderd;
een onbeschrijflijken indruk en lokle herhaaldelijk
:n uit. Na afloop der openingsplechtigheid riep
aanwezigen te samen ter bijwoning van de uit-
tien kamers; de bovenste laag was reeds vroe-
omenen te midden van de gespannen aandacht
uichingen van duizenden brachten nu bekwame
3 uren achtereen een groot aantal voorwerpen
:eer fraaie kunststukken, werktuigen, sieraden enz.
jn. In eene kamer werd een en in de kleinste
ers werden zelfs 4 geraamtenin een hoek bij
ogende gevonden.
de Liberia, was het afcheidsbezoek van baron von
oostenrijksch-hongaarsck ambassadeur, de opvolger
indrassyaan den minister-president Cairoh zeer
Je baron zeide o. a., dat het bezoek van prins
3 Weenen geen kenteeken van verwikkelingen
was alleen het gevolg van den wenschwelke
lougarije en Duitschland bezieldeom een wer-
zameu vrede tot staud te brengen. Hij gaf
uwen te kennen, dat de goede verstandhou-
Italië zou gehandhaafd worden overeenkomstig
ihappelijke belangen der beide rijken. De heer
zien in gelijken geest uit en verklaarde, dat hij
.,ap tusschen die twee rijken wenschte.
Volgens den berichtgever der Belgische 1:.dépendance
heeft de regeering, met? het oog op revolutionaire woelin
gen onder de troepen in de voornaamste stedendaarbij
betrokken officieren en zendelingen gevangen doen nemen.
Als voorzorgsmaatregel zouden ook generaalsbekend om