No. 46. Eenentachtigste Jaargang. 1879. ZONDAG 16 NOVEMBER. Groote Koemarkt te Alkmaar, Staatszorg voor de kunst. a rerende #ffictcel (Bcöccltc op 19 november 18Ï9. Sileltelijkschc Berichten Minnenianri. &ta&0-lüeuw0. Vervolg der wekelijksche berichten in het bijblad, uliljil. I£Si2 V l k 33 A Deze Courant wordt wekslijks uitgegeven en is verkrijgbaar op Zaterdag avond te 7 uren. Prijs per kwartaal f O,SS, franco per post f O,SO, afzonderlijke nommers S Cents. Brieven franco aan de UHgever HERMv COSTER ZOON. A NT De Advertentiën kosten van 1-5 regels 0,75, voor elke regel meer 15 Cents; groote letters naar plaatsruimte. Bij inzending tot Zaterdag namiddag 1 uur, wordt voor de plaatsing in het eerstvolgend nommer ingestaan ingezonden berichten een dag vroeger. Bij deze Courant behoort een bijbladbevattende roekelijksche berichten. BURGEMEESTER euWETHOUDERS van ALKMAAR breneen ter aleemeene kennis, dat zij op grond, van het be paalde bij artikel 17 der wet var '2 Junij 1875 (staatsblad No. 951 aan den heer J. G. STEMLER Gz., sigarenfabri kant alhier nieuwe voorwaarden hebben opgelegd, ten aanzien van de door Gedeputeerde Staten dezer provincie den 16 December 1874 verleende vergunning voor eene sigarenfabriek. Burgemeester en Wethouders voornoemd, Alkmaar, A. MACLAINE PONT. 11 Nov. 1879 De Secretaris NU HOUT van der "VEEN. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALKMAAR brengen ter alge.:.eene kennis: dat heden op de gemeente-secretarie ter visie is gelegd het aan hen ingediende verzoek met de bijlagen, van J AGOB VAN TWISK, slager te Alkmaar, om vergunning tot bet. oprigten van eene vleeschhouwerij en spekslagerij in het per ceel aan het VerdronkenoordWijk C, No 51 oud (79 nieuw) en dat op Woensdag den 26 November 1879, s mid dags ten twaalf uren, ten raadhuiza gelegenheid wordt ge geven om tegen het oprigten van die slagerij en vleeschhou werij bezwaren in te dienen. Burgemeester en Wethouders voornoemd A. MACLAINE PONT. Alkmaar Secretaris, 12 Ao" 1879. NUHOUT van der VEEN. Lijst van brieven, waarvan de geadresseerden onbekend zijn, verzonden gedurende de R helft der maand October 1879; Mr Jacobson, J. S. Elleman, Amsterdam; Me). Groot, GrootslootMej. J. v. d. Bergh (2 stuks) Haarlem; K. Po land St. MaartensbrugG. KronenbergSt. Pancras D. Hulshoen, Wieringerwaard. Van de Hulpkantoren Hoogwoud: H. van Scbalkuip, Rotterdam. Koedijk: D. Rentenaar, Barsiugerhorn. Oudcarspel: K. Brink, Rijp. Briefkaarten: J. Hennmger, Overtoom; W eilmg P O L I C I E. Ter terugbekoming is aan het Commissariaat van Policie het volgende voorhanden, als: een bruin kinderjasjeeen boek getiteld Hoofd en Harteen sleutel van een rijtuig een 'gouden ringeen witte vrouwenzak een wollen kindermuts (kaper) een paar zwarte kousen, een kaaslakenvier stoelen, waaronder één gemerkt.een zwart zijden boezelaar, een lam- penschaar, een bankbiljet en een portemonnaie met eentg geld. Bij de behandeling der Staatsbegrooting in de af- deelingen der Tweede Kamer is biijkens het voor- loopig verslag dit onderwerp op nieuw ter sprake gebracht. Daarover zal zich wel niemand verwon deren die iets heeft opgemerkt van al hetgeen er in de laatste jaren over is geschreven en gesproken en van hetgeen door den vorigen Minister van Binnenlandsche Zaken met betrekking tot deze zaak is gedaan. Sinds vele jaren reeds werd op goede gronden beweerd dat er hier te lande groote onverschillig heid bestond ten aanzien van gebouwen die met recht den naam mochten dragen van monumenten van geschiedenis of kunst en van andere voorwerpen van kunst en kunstnijverheid. Verwaarloozing en verval of slooping van vele schoone of merkwaardige gebouwen, verkoop en overbrenging naar andere landen van vele zaken, uit het oogpunt van de kunst of hare geschiedenis van belang, waren daarvan de gevolgenen waar men zocht te behouden en te herstellen, geschiedde dit met zoo blijkbare onkunde, dat de toestand er nog door verergerde. Daaren boven droegen de nieuwe openbare gebouwen de kenteekenen van gemis van kunstzin en smaak en gingen ten gevolge van dat alles kunstkennis, kunst vaardigheid en goede smaak onder ons volk meer en meer verlorenwaarvan de lage trap waartoe schier alle takken van kunstnijverheid waren gedaald, het treurig gevolg was. Meermalen achtte de Begeering zich geroepen op dit kwaadalthans wat de gebouwen betrofte wijzen. Zoo in 1844 en 1849 door den Minister van Binnenlandsche Zaken. De vierde klasse van het Konmklijk-Nederlandsch Instituut had in het laatste jaar dezen Minister gewezen op de geringe zorg, die in het algemeen besteed werd aan de instand houding van merkwaardige gebouwen en gedenktee- kenen, of voor het minst aan de bewaring van hunner nagedachtenis. Meermalen dus schreef zij werden merkwaardige oude gebouwen of gedenkteekenen, die voor de kennis en geschiedenis der vaderlandsche kunst hoogst belangrijk warenafgebroken en ver dwenen zij zonder dat er zelfs een afbeelding van gemaakt was Niet minder was het volgens haar oordeel dikwijls te bejammeren dat zoodanige ge bouwen door onkundige handen werden verbouwd ofzoo het heette herstelddoch op zulke wijze dat daardoor het oorspronkelijke deerlijk verminkt of niet zelden geheel bedorven werd. De Minister noodigde daarom de toenmalige gouverneurs in de provinciën uit om „deze gewichtige aanlegenheden aan de plaatselijke besturen aan te bevelen", en die besturen te verzoeken zooveel mogelijk voor de be waring en instandhouding der aan hunne zorg toe vertrouwde merkwaardige gebouwen te waken, mocht slooping onvermijdelijk zijn goede teekeningen van bet te sloopen gebouw te doen vervaardigen en vooral over verbouwing verandering of herstel be voegde kunstkenners of oudheidkundigen te raadplegen en het werk aan bevoegde handen op te dragen. Na vele mislukte pogingen kwam eindelijk in 1874 een commissie van rijksadviseurs tot stand. Als aanlei ding tot hare benoeming werd genoemd de wenscbe- lijkheid om voortdurend adviezen te kunnen verkrijgen van erkende beoefenaars der vaderlandsche oudheid kunde ten aanzien van de instandhouding der mo numenten van geschiedenis en kunst en van de van rijkswege op te richten of te herstellen gebouwen. Hun werd opgedragen daarover gevraagd of onge vraagd advies uit te brengen, de bedoelde monumen ten op te sporen er een inventaris van op te maken, voorstellen te doen omtrent de historische en kunst verzamelingen van het rijk, en eindelijk te adviseeren over de plannen en hun uitvoering betreffende «te oprichting of herstelling van gebouwen geheel of gedeeltelijk ten koste van het rijk ondernomen Daar enboven werd in het volgend jaar aan het departe ment van Binnenlandsche Zaken een afdeeling van Kunsten en Wetenschappen opgericht met een af zonderlijken referendaris. De heftige strijd over deze commissie van adviseurs en over den referendaris van de nieuwe afdeeling gevoerd is bekend. Die strijd, de klachten over de eenzijdige richting waarin de commissienaar men beweerdesteeds adviseerde en handeldeen niet minder over de niet onbelangrijke uitgaven in den vorm van subsidiën waartoe hare bemoeiingen aanleiding gavengevoegd bij de overweging dat de commissie na de oprichting eener afdeeling van Kunsten en Wetenschappen en na de belangrijke opsporingen door haar gedaan eigenlijk overbodig was geworden, heeft den vorigen Minister van Bin nenlandsche Zaken tot bare ontbinding doen besluiten. Dat besluit werd door velen betreurd, en den nieuwen Minister wordt thans door hen tot het benoemen van een nieuwe commissie aangespoord. Zou dat wenschelijk zijn? Als wij die vraag gaan beantwoorden dan willen wij niet terugkomen op den strijd in en over de vorige commissie van rijksadviseurs gevoerd. Dat behoort tot het verledene. Laat ons de zaak op zich zelve bespreken. Of' zijn de gebreken, die zich volgens veler oordeel bij de vorige commissie hebben geopenbaard zoo onvermijdelijk, zoo onafscheidelijk van de geheele instelling, dat wij niet moeten trach ten ooit weer een dergelijke commissie in het leven te roepen? Dat er te veel voor subsidiën werd uitgegeven kan moeilijk een ernstig bezwaar neeten Over de vraag of een som van f 80,000 's jaars in ie eerste jaren te veel is om in den inderdaad treu rigen toestand van vele schoone ot merkwaardige ge bouwen eenige verbetering te brengenkan vooreerst verschillend worden gedachtmaar in elk geval zou in gemeen overleg tusschen Begeering en \ertegen- woordiging een maximum kunnen worden vastgesteld Was de werkkring van de vorige commissie te uit gebreiddaartegen kan in het reglement of de in structie voor de nieuwe commissie gewaakt worden. Haar de bevoegdheid toe te kennen om wanneer zij het geraden vindtaan de Begeering voorstellen te doen omtrent de historische en kunstverzamelin gen van het rijkschijnt b.v. evenmin noodig als wenschelijk. Door den referendaris van de afdeeling Kunsten en Wetenschappen niet weer op te nemen onder de leden der commissie zou beider zelfstan digheid ontegenzeggelijk worden bevorderd. En wat nu de eenzijdigheid der commissie betreft, daartegen kan de Begeering waken niet alleen door hare sa menstelling maar ook vooral hierdoor dat zij steeds het advies van de minderheid evenzeer vraagt als dat van de meerderheidmet opgave van het ge tal leden dat zich voor deze of voor gene meening verklaarde. De Begeering vrage als advies een ver slag van de beraadslaging in de vergadering der commissie. Daarin zal zij de verschillende gevoelens, met de gronden waarop zij steunen en de bestrijding van de tegenovergestelde meeningen uiteengezet vin den Zoo zal zij voldoende en niet eenzijdig worden hunne rust gestoord en niet zelden van hunne on kunde overtuigd. Dat was dubbel onaangenaam. Zij gevoelen zich nu weer vrij. en verlangen natuur lijk de ongeroepen raadgevers en indringers, die zich met zaken bemoeiden die hun niet aangingen, niet terug. Daarbij komt de partijzucht der tegenstanders van de richting die in de commissie de overhand scheen te hebben en die in hunne kortzichtigheid liever de geheele commissie zagen verdwijnen dan tijdelijk een door hen veroordeelde richting in de kunst zegevieren, maar die thans, nu de referendaris van de afdeeling Kunsten en Wetenschappen de eenige raadsman is op dit gebied ontwaren dat zij niets gewonnen hebben. Zouden zij nu w zer zijn geworden Laat ons het hopen. Het bezwaar van eenzijdigheid kan onmiddellijk weggenomen worden wanneer de verschillende gevoelensdie zich in de commissie openbaren in hare adviezen worden op genomen. Maar de Bijksadviseurs hebben toch niet zelden misgrepen gedaan adviezen gegeven die tot groote uitgaven of ondoelmatige inrichting van gebouwen geleidof de uitvoering van voorgenomen werken vertraagd hebben! Wel mogelijk. Welke commissie begaat geen fouten? Maar dat kan geen reden zijn om een overigens nuttige instelling op te heffen. De verantwoordelijkheid voor die fouten komt daar enboven in de eerste plaats op hendie de adviezen hebben opgevolgd en zich als kinderen schijnen te hebben laten leiden. Eiken dag kan men de verschijning van de Memorie van Beantwoording verwachtenwaarin de nieuwe Minister zijn meening over deze zaak zal mededeelen Met belangstelling zien velen haar te gemoet .ngelicht, en bestaat er ongetwijfeld beter waarborg tegen eenzijdigheid dan wanneer de Begeering geen anderen raadsman heeft dan den ambtenaar die aan het hoofd der afdeeling Kunsten en Wetenschappen is geplaatst. Inderdaad geen van al deze grieven kan een ernstig onderzoek doorstaan. Waren zij juist, zij zouden tot de opheffing van alle adviseerende commissiën moeten leiden. Maar wat hebben wij daarentegen door de ontbinding der commissie van Rijksadviseurs verloren? De commissie van Bijksadviseurs had op verschil lende plaatsen in elke provincie haar correspondenten, die met haar krachtig hebben medegewerkt om het sluimerend gevoel voor kunstschoon bij ons volk te doen ontwaken. Velen hadden niet het minste be sef van de kunstwaarde of het geschiedkundig belang van gebouwen of andere voorwerpen van kunst in hun omgeving of hun bezit. De commissie en hare correspondenten hebben ijverig gewerkt om hun de oogen te openen, het schoone of geschiedkundig be langrijke aangewezen, tegen verwaarloozing gewaar schuwd, verval of, wat soms nog erger is, herstel en vernieuwing door onkundigen voorkomen inlichtin gen gegeven, bouwplannen onderzocht, met raad en daad geholpen en daardoor op dit gebied ontegen zeggelijk veel nut gesticht. Menige verborgen schat is°door hunne zorg aan het licht gekomen, menig schoon gebouw voor verval of misvorming bewaard en op uitmuntende wijze gerestaureerd, De onver: schilligheid begint te wijken. Maar hoe zal liet gaan nu de commissie en hare correspondenten zijn ver dwenen Het is niet te ontkennen dat het gevaar voor nieuwe indommeling groot is. De commissie heeft slechts vijf jaren bestaanzou zij reeds zooveel o-edaan een zoo groote omkeering teweeggebracht kunnen hebben, dat zij veilig gemist kan worden? Onmogelijk. Maar de de onverschilligen, de regen ten en besturen zonder kunstzin, die vroeger onge stoord bouwden of slooptentimmerden en opknap ten of verkochten naar eigen lust en luimzijn door de lastige „adviseurs" en hunne correspondenten in De kroonprinses van Denemarken is den 12 met. hare kin deren te 's Gravenhage aangekomen, en door haren groot vader. prins Frederik, vergezeld var. den prins en de prinses v. Wied, aan de station van den Rijnspoorweg ontvangen. Den 13 gaf prinses Hendrik op den huize Bakkershagen ter eere der kroonprinses een dinerwaaraan ook door prins Frederik en prins er. prinses v. Ik red werd deelgenomen. Verkiezingen. De liberale kiesvereeniging Het algemeen belang te Leiden heeft met, 22 tegen 9 st. verworpen een voorstel "an prof. Fockema Andveae om van deze vereeniging geer.e andere dan cet.eekende stukken te doen uitgaan. Staten-Gen braai,. R Kamer. Den 7 is zonder discussie aangenomen liet voorstel van den heer Cremersom van de regeering, des noods onder geheimhouding, de overlegging te verzoeken, van de aan de 2e. Kamer medegedeelde stukken betreffende de jongste ministeriëele crisis. l)en 8 zijn een tiental minder omvangrijke wetsontwerpen aangenomen. Den 19 zijn bovengenoemde stukken onder geheimhouding overgelegd en aangenomen de ontwerpen tot wijziging der crimineele wetboeken voor het krijgsvolk en van de tuchtwet der koopvaardijschepentot verlenging van den termijn tot voltooiing van het Noordzeekanaaltot het sluiten eener dading met Amsterdam en tot voorzieningen omtreut de voormalige wees- en momboirkamers. Den 11 tebben de stemmen 16 tegen 16 gestaakt over het wetsontwerp tot. bevordering van den aanvoer van vrije arbeiders in de kolonie Suriname. Den 12 is het aan genomen met 16 tegen 14 st. Dien dag zijn ook de hoofd stukken der indische begrooting aangenomen, waarna de Kamer op reces is gescheiden. 2«. Kamer. Ingediend zijn wetsontwerpen; tot wijziging der indische begrooting voor 1878, waardoor het eindcijfer echter geene verandering ondergaat tot het verleenen, onder bepaalde voorwaardenaan buitenslands in de geneeskunde geëxamineerde vreemdelingen, van vergunning tct uitoefening van hun vak op nederlandseke zeeschepen, met, uitzondering van oorlogsvaartuigentot vaststelling der begrooting voor Surinamej in uitgaaf op 1,687.668 en in ontvang op f 1 305.700, alzoo met eene bijdrage van/381,968 (oor spronkelijk van f 425,904) geraamd; tot vaststelling van de begrooting der Algemeene Landsdrukkerij tot eene uitgaaf van f 239,391 en een ontvang van f '269,686; tot bekrach tiging van credieten, door den gouv.-genl. van N. Indie geopend hoven de indische begroolingen van 1877, 78 en 79 hoofdzakelijk wegens den oonog met At chin en ter be strijding der besmettelijke veeziekte wat 1877 en 78 betreft is geene aanwijzing van nieuwe middelen noodigten aanzien van 1879 moeten de uitkomsten der dienst van dat jaar afgewacht worden. Benoemingen. Met intrekking der benoeming van jr. G F v Tets, is tot commissaris des Konings in Noord- holland benoemd jr. mr. J. W. M. Schorer, burgemeester van Middelburg. Spoorwegen. De heer H. de Kruyfffabrikant van stoom- en andere werktuigen te Ueifsbaven heeft concessie «*evraagd voor een stoomtram tusschen Hoorn en Enkhuizen. Stoomvaart. De Kon. Nederl. Stoombootmaatschappij heeft den aanbouw van 2 stoomschepen elk van RÜ0 ton, opgedragen aan de firma James Laing te Sunderland. Landhuur. Bn. E. d' Hoogvorstdie in de limburgsche gemeente Geulle uitgestrekte bouw- en weilanden bezit, heeft aan 40 pachters die door de overstrooming in dit jaar ge leden hebbenkwijtschelding van pacht van de beschadigde gedeelten geschonken. Onderwijs. In een der localen van de Rijks hoogere burgerschool te Gouda is een cursus in handenarbeid ge opend met 14 leerlingen. De afdeeling van Volksonderwijs heeft voorts besloten ten haren koste dit onderricht door 10 leerlingen uit, den behoeftigen stand te doen volgen. Het wiskundig genootschap te Amsterdam heeft zijne kost bare boekerij B. en W. aangeboden, om die in bruikleen te aanvaarden en te plaatsen in het gebouw der universiteits bibliotheek. De Rrov. Staten van Utrecht hebben eene subsidie van f 2000 verleend aan de ambachtsschool te Utrecht, met be paling dat die school ook toegankeljjk moet zijn voor leerlin gen uit andere gemeenten der provincie. De heer P. Appelboom, hoofdonderwijzer aan de school in het Waarland gem. Haringcarspelis overgeplaatst naar de Kerkebuurt in die gemeente. Kerkelijke Zaken. Te Meppel worden door vele vrij zinnige leden der herv. gemeentedie gewoon waren de godsdienstoefeningen onder de leiding van dr. Oort (naar elders vertrokken) bij te wonen pogingen aangewend tot het stichten van een eigen kerkgebouw. De heer O. Klipp schrijft in Sempervirens over de bar- baarsche behandeling, die men de hoornen in onze .^be plantingen en langs onze wegen [b. v. langs het stationster rein te Castricum] doet ondergaan het volgend.„Even goed zou men een scheermes aan een kind of aan een aap mogen toevertrouwenals zekere houtkappers te roepen om hoornen te sleunen. Zij snoeien de dikke takken af en doen aan de hoornen dikwijls nultelooze en gevaarlijke verminkingen; zij zijn gekomen om te snoeien, en die sleunen zouden den ken hun tijd verspild te hebbenindien zi| den boomdie hun slachtoffer is. niet alle minst noodige en mmst gerecht vaardigde afhoutingen deden ondergaan. Hoe dikwijls wordt de boom onder hunne handen een afgrijselijk geraamte. Zij nemen hem al de groote takken af en als kruin laten zij hem eenige magere scheuten! De boom bloedt aan alle kanten; zijn breede wonden zijn talrijk maar de sleuner bewondert zijn werk met een tevreden oog. Hy heeft tn eenigeoogen- b'hkken een schoonen boom verminktaan wiens ontwikkeling de natuur vele jaren besteedde." Diligentia7 Natuurkundige Vuordragten. Zevende serie. 18781879. Beschreven door P. A. Haaxman Jr. Te 's Gravenhage, bij H. C. Susan C. H.z. Reeds meermalen hebben wij mei ingenomenheid melding mogen maken van de uitvoerige verslagen, welke door den heer Haaxman gegeven worden van de in Dihgentia te 's Gravenhage gehouden natuurkundige voordrachten Zij ontleenen hunne aantrekkelijkheid aan de helderheid en zaakkennis waarmede zij gesteld zijn, maar bovenal ook aan de belangrijkheid en actualiteit der door de verschillende sprekers behandelde onderwerpen. Zoo vinden wij in de jongst verschenen serie o a, eene voordracht over vervalsehin- <*en van eet- en drinkwaren door dr. L. Mulder, eene over bacteriën van prof. J. WGunning, eene over melk en melkinrichtingen van dr. J. Th. Mouton, eene over het êlectrisch licht van prof. H. J. Rink. Wat, het laatste onder- werp betreft, door de geruchten van Edisons uitvinding en de proetneraingen met de Jablochkoff-kaarsen zoozeer aan de orde van den dag gesteld, komt het ons genoegzaam onmo gelijk voordaarvan in weinige bladzijden een beter denkbeeld te p-even dan in het overzicht der voordracht van den hoopleeraar Rink geleverd wordt. Beschaafde leeken die voorde uitkomsten en vorderingen der natuurwetenschappen niet onverschillig zijnzullen zich de kennisneming van „Diligentia" niet beklagen, noch van deze noch van vroegere seriën, die gezamenlijk eene even belangwekkende als onder houdende lectuur verschaffen. In de laatste bestuursvergadering van „"Volksonderwijs" is besloten, den 2 December eene vergadering van de afdeeling te houden, waarin door het bestuurslid, den heer Jk M. de Vries van Oudorphet onderwerp: Schooltpaarbanken zal worden ingeleid. Tot deze vergadering, uitsluitend toegan kelijk voor de leden en hunne dameszullen om te mogen komen tot een practisch resultaatspeciaal worden uitge- noodigd het bestuur der spaarbank te Alkmaar en de noofden der openbare lagere scholen in Alkmaar en omliggende ge meenten. Mede is besloten door middel der Alkmaarsche couranten (zie achterstaande advertentie) den leden der af deeling te verzoeken om voorstellen betreffende onderwijs- belangen door bet bestuur of de ledenvergadering in over weging te nemen, vóór 22 Nov. bij den secretaris in te zen den Voorts de voorlichting van heeren buurtmeesters en hoofdonderwijzers te Alkmaar te vragen ter opsporing in de maand November van de kinderen tusschen 6 en 12 jaren in deze gemeente, die of in het geheel niet, of zeer ongeregeld ter school gaan. Wijders heeren burgemeester en wethouders van Alkmaar te verzoeken, het afdeelingsbestuur in de gele- eenheid te willen stellen omin verband met de aanstaande lOjarige volkstelling, den staat van het schoolbezoek der kinderen van 6 tot 12 jaren in deze gemeente op te maken. Alsook om. naar aanleiding van de ontwerp-verordemng voorn-esteld in eene vereeniging van burgemeesters in de provincie Groningen, aan heeren burgemeester en wet houders van Alkmaar en omliggende gemeenten te verzoeken in overweging te willen nemen, welk gebruik door de ge meentebesturen van voormelde gemeenten verdient gemaakt te worden van de bevoegdheidbun toegekend bij art. 82 der wet van 17 Aug. 1878, Staatsblad n'. 127, ter bevor- derino* van het schoolbezoek der kinderen van 6 tot 12 jaren. De heer Krayenbelt heelt, vóór zijn vertrek naar Rot terdam, zondag-avond in de Groote keik zijne afscheidsrede gehouden, naar aanleiding van Handel. 20, 32. ]3ij kon. besluiten van 9 Nov. is het besluit van 28 Aug. tot benoeming van jr. G. J. M. Bowier, te Roermonde, tot betaalmeester te Alkmaar ingetrokken, en als zoodanig benoemd de heer O. G. Lotsythans betaalmeester te Win schoten. De heer Bowier heeft de standplaats Leeuwarden De heer Vos te Ruinerwold heeft bedankt voor het be roep naar de clirist.-geref. gemeente alhier. De heer v. d. Tak besprak in de volksvoorlezing van 1.1. Dinsdag het ganzenbord waarvan de figuren en de toe standen waarin zij veronderstellen de spelers te brengen hem gelegenheid gaven tot het maken van opmerkingen zoo van zedekundigen als van hun oristischen aard. Na de pauze behandelde hij normaals ,,de herberg", als de plaats waarin het geluk van vele gezinnen ten offer gebracht en gespot wordt met de spaarzaamheid, die ook in den arbeidersstand tot betrekkelijken welstand vermag te brengen terwijl hij de vereeniging eEigen Hulpaanprees als een middel om ook van die klasse den toes and te verbeteren. Ten slotte droeg hij de gedichten Geloof, Deugd en Tevredenheid van Potgieter voor. Het aantal bezoekers was het zeer ongunstige weder in aanmerking genomentamelijkdoch bestondzooals ook vroeger wel eens is opgemerkt, maar voor een klein deel uit de zoodanigen, voor welken de volksvoorlezingen eigenlijk ondernomen worden. Donderdag-avond had voor eene goed bezette zaa de opvoering plaats van het geestige blijspel van Sardou - Vrien den van onsDe heer Caussade (Pos) schenkt zijne vriend schap te gemakkelijk wegook aan personendie haar vol strekt niet verdienen en er een grof misbruik van maken. Hij noodigt steeds zijne kennissen hem op zijn buiten te bezoeken, en als zij aan zijne uitnoodiging voldoen en van zijne gastvrijheid genieten, moet hij zich daardoor vereerd gevoelen, terwijl zij hem bcleedigen over het, zijne ah hun eigendom beschikken, hem in allerlei moeilijkheden wikkelen, een duël op den hals halen en hem zelfs de liefde zijner vrouw (mevr. Ellenberger), die aanvankelijk voor een der .vrienden" wel wat te voorkomend was maar dien later flink afwijst, zoeken te oDtrooven. Geluktig bezit het echtpaar Caussaude een waar vriend en tevens een candidaat. voor hunne dochter (mej. kink) in doctor Tholosan (Moor), die voor de eer van het huis waakt, de vHlsche vrienden in het oog houdt en tot hunne eindelijke verwijdering medewerkt, waarmede hij de goede verstandhouding tusschen den tot arg waan geprikkelden Caussade en zijne lot beter inzicht geko men vrouw bevestigt en voor zich zeiven bet meest hegeer lijke loon verwerftterwijl de schijnheilig opgevoede zoon van een der „vrienden" Sohlkemet de kamenier (mej. Kap per) aan den loop gaat. Uit alles geeft aanleiding tot tal van fljiwnnm

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1879 | | pagina 1