No. 46.
Eenentachtigste Jaargang.
1879.
ZONDAG
16 NOVEMBER.
Groote Koemarkt te Alkmaar,
Staatszorg voor de kunst.
a rerende
#ffictcel (Bcöccltc
op 19 november 18Ï9.
Sileltelijkschc Berichten
Minnenianri.
&ta&0-lüeuw0.
Vervolg der wekelijksche berichten in het bijblad,
uliljil. I£Si2
V l k 33 A
Deze Courant wordt wekslijks uitgegeven en is verkrijgbaar op Zaterdag
avond te 7 uren. Prijs per kwartaal f O,SS, franco per post f O,SO,
afzonderlijke nommers S Cents.
Brieven franco aan de UHgever HERMv COSTER ZOON.
A NT
De Advertentiën kosten van 1-5 regels 0,75, voor elke regel meer 15
Cents; groote letters naar plaatsruimte. Bij inzending tot Zaterdag namiddag
1 uur, wordt voor de plaatsing in het eerstvolgend nommer ingestaan
ingezonden berichten een dag vroeger.
Bij deze Courant behoort een bijbladbevattende
roekelijksche berichten.
BURGEMEESTER euWETHOUDERS van ALKMAAR
breneen ter aleemeene kennis, dat zij op grond, van het be
paalde bij artikel 17 der wet var '2 Junij 1875 (staatsblad
No. 951 aan den heer J. G. STEMLER Gz., sigarenfabri
kant alhier nieuwe voorwaarden hebben opgelegd, ten aanzien
van de door Gedeputeerde Staten dezer provincie den 16
December 1874 verleende vergunning voor eene sigarenfabriek.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
Alkmaar, A. MACLAINE PONT.
11 Nov. 1879
De Secretaris
NU HOUT van der "VEEN.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALKMAAR
brengen ter alge.:.eene kennis:
dat heden op de gemeente-secretarie ter visie is gelegd
het aan hen ingediende verzoek met de bijlagen, van J AGOB
VAN TWISK, slager te Alkmaar, om vergunning tot bet.
oprigten van eene vleeschhouwerij en spekslagerij in het per
ceel aan het VerdronkenoordWijk C, No 51 oud (79
nieuw) en dat op Woensdag den 26 November 1879, s mid
dags ten twaalf uren, ten raadhuiza gelegenheid wordt ge
geven om tegen het oprigten van die slagerij en vleeschhou
werij bezwaren in te dienen.
Burgemeester en Wethouders voornoemd
A. MACLAINE PONT.
Alkmaar Secretaris,
12 Ao" 1879. NUHOUT van der VEEN.
Lijst van brieven, waarvan de geadresseerden onbekend zijn,
verzonden gedurende de R helft der maand October 1879;
Mr Jacobson, J. S. Elleman, Amsterdam; Me). Groot,
GrootslootMej. J. v. d. Bergh (2 stuks) Haarlem; K. Po
land St. MaartensbrugG. KronenbergSt. Pancras
D. Hulshoen, Wieringerwaard.
Van de Hulpkantoren
Hoogwoud: H. van Scbalkuip, Rotterdam.
Koedijk: D. Rentenaar, Barsiugerhorn.
Oudcarspel: K. Brink, Rijp.
Briefkaarten: J. Hennmger, Overtoom; W eilmg
P O L I C I E.
Ter terugbekoming is aan het Commissariaat van Policie
het volgende voorhanden, als: een bruin kinderjasjeeen
boek getiteld Hoofd en Harteen sleutel van een rijtuig
een 'gouden ringeen witte vrouwenzak een wollen kindermuts
(kaper) een paar zwarte kousen, een kaaslakenvier stoelen,
waaronder één gemerkt.een zwart zijden boezelaar, een lam-
penschaar, een bankbiljet en een portemonnaie met eentg geld.
Bij de behandeling der Staatsbegrooting in de af-
deelingen der Tweede Kamer is biijkens het voor-
loopig verslag dit onderwerp op nieuw ter sprake
gebracht. Daarover zal zich wel niemand verwon
deren die iets heeft opgemerkt van al hetgeen er
in de laatste jaren over is geschreven en gesproken
en van hetgeen door den vorigen Minister van
Binnenlandsche Zaken met betrekking tot deze zaak
is gedaan.
Sinds vele jaren reeds werd op goede gronden
beweerd dat er hier te lande groote onverschillig
heid bestond ten aanzien van gebouwen die met
recht den naam mochten dragen van monumenten
van geschiedenis of kunst en van andere voorwerpen
van kunst en kunstnijverheid. Verwaarloozing en
verval of slooping van vele schoone of merkwaardige
gebouwen, verkoop en overbrenging naar andere
landen van vele zaken, uit het oogpunt van de kunst
of hare geschiedenis van belang, waren daarvan de
gevolgenen waar men zocht te behouden en te
herstellen, geschiedde dit met zoo blijkbare onkunde,
dat de toestand er nog door verergerde. Daaren
boven droegen de nieuwe openbare gebouwen de
kenteekenen van gemis van kunstzin en smaak en
gingen ten gevolge van dat alles kunstkennis, kunst
vaardigheid en goede smaak onder ons volk meer
en meer verlorenwaarvan de lage trap waartoe
schier alle takken van kunstnijverheid waren gedaald,
het treurig gevolg was.
Meermalen achtte de Begeering zich geroepen op
dit kwaadalthans wat de gebouwen betrofte
wijzen. Zoo in 1844 en 1849 door den Minister
van Binnenlandsche Zaken. De vierde klasse van
het Konmklijk-Nederlandsch Instituut had in het
laatste jaar dezen Minister gewezen op de geringe zorg,
die in het algemeen besteed werd aan de instand
houding van merkwaardige gebouwen en gedenktee-
kenen, of voor het minst aan de bewaring van hunner
nagedachtenis. Meermalen dus schreef zij werden
merkwaardige oude gebouwen of gedenkteekenen, die
voor de kennis en geschiedenis der vaderlandsche
kunst hoogst belangrijk warenafgebroken en ver
dwenen zij zonder dat er zelfs een afbeelding van
gemaakt was Niet minder was het volgens haar
oordeel dikwijls te bejammeren dat zoodanige ge
bouwen door onkundige handen werden verbouwd
ofzoo het heette herstelddoch op zulke wijze
dat daardoor het oorspronkelijke deerlijk verminkt
of niet zelden geheel bedorven werd. De Minister
noodigde daarom de toenmalige gouverneurs in de
provinciën uit om „deze gewichtige aanlegenheden
aan de plaatselijke besturen aan te bevelen", en die
besturen te verzoeken zooveel mogelijk voor de be
waring en instandhouding der aan hunne zorg toe
vertrouwde merkwaardige gebouwen te waken, mocht
slooping onvermijdelijk zijn goede teekeningen van
bet te sloopen gebouw te doen vervaardigen en
vooral over verbouwing verandering of herstel be
voegde kunstkenners of oudheidkundigen te raadplegen
en het werk aan bevoegde handen op te dragen. Na
vele mislukte pogingen kwam eindelijk in 1874 een
commissie van rijksadviseurs tot stand. Als aanlei
ding tot hare benoeming werd genoemd de wenscbe-
lijkheid om voortdurend adviezen te kunnen verkrijgen
van erkende beoefenaars der vaderlandsche oudheid
kunde ten aanzien van de instandhouding der mo
numenten van geschiedenis en kunst en van de van
rijkswege op te richten of te herstellen gebouwen.
Hun werd opgedragen daarover gevraagd of onge
vraagd advies uit te brengen, de bedoelde monumen
ten op te sporen er een inventaris van op te maken,
voorstellen te doen omtrent de historische en kunst
verzamelingen van het rijk, en eindelijk te adviseeren
over de plannen en hun uitvoering betreffende «te
oprichting of herstelling van gebouwen geheel of
gedeeltelijk ten koste van het rijk ondernomen Daar
enboven werd in het volgend jaar aan het departe
ment van Binnenlandsche Zaken een afdeeling van
Kunsten en Wetenschappen opgericht met een af
zonderlijken referendaris.
De heftige strijd over deze commissie van adviseurs
en over den referendaris van de nieuwe afdeeling
gevoerd is bekend. Die strijd, de klachten over
de eenzijdige richting waarin de commissienaar
men beweerdesteeds adviseerde en handeldeen
niet minder over de niet onbelangrijke uitgaven in
den vorm van subsidiën waartoe hare bemoeiingen
aanleiding gavengevoegd bij de overweging dat
de commissie na de oprichting eener afdeeling van
Kunsten en Wetenschappen en na de belangrijke
opsporingen door haar gedaan eigenlijk overbodig
was geworden, heeft den vorigen Minister van Bin
nenlandsche Zaken tot bare ontbinding doen besluiten.
Dat besluit werd door velen betreurd, en den nieuwen
Minister wordt thans door hen tot het benoemen
van een nieuwe commissie aangespoord. Zou dat
wenschelijk zijn?
Als wij die vraag gaan beantwoorden dan willen
wij niet terugkomen op den strijd in en over de
vorige commissie van rijksadviseurs gevoerd. Dat
behoort tot het verledene. Laat ons de zaak op
zich zelve bespreken. Of' zijn de gebreken, die zich
volgens veler oordeel bij de vorige commissie hebben
geopenbaard zoo onvermijdelijk, zoo onafscheidelijk
van de geheele instelling, dat wij niet moeten trach
ten ooit weer een dergelijke commissie in het leven
te roepen? Dat er te veel voor subsidiën werd
uitgegeven kan moeilijk een ernstig bezwaar neeten
Over de vraag of een som van f 80,000 's jaars in
ie eerste jaren te veel is om in den inderdaad treu
rigen toestand van vele schoone ot merkwaardige ge
bouwen eenige verbetering te brengenkan vooreerst
verschillend worden gedachtmaar in elk geval zou
in gemeen overleg tusschen Begeering en \ertegen-
woordiging een maximum kunnen worden vastgesteld
Was de werkkring van de vorige commissie te uit
gebreiddaartegen kan in het reglement of de in
structie voor de nieuwe commissie gewaakt worden.
Haar de bevoegdheid toe te kennen om wanneer
zij het geraden vindtaan de Begeering voorstellen
te doen omtrent de historische en kunstverzamelin
gen van het rijkschijnt b.v. evenmin noodig als
wenschelijk. Door den referendaris van de afdeeling
Kunsten en Wetenschappen niet weer op te nemen
onder de leden der commissie zou beider zelfstan
digheid ontegenzeggelijk worden bevorderd. En wat
nu de eenzijdigheid der commissie betreft, daartegen
kan de Begeering waken niet alleen door hare sa
menstelling maar ook vooral hierdoor dat zij steeds
het advies van de minderheid evenzeer vraagt als
dat van de meerderheidmet opgave van het ge
tal leden dat zich voor deze of voor gene meening
verklaarde. De Begeering vrage als advies een ver
slag van de beraadslaging in de vergadering der
commissie. Daarin zal zij de verschillende gevoelens,
met de gronden waarop zij steunen en de bestrijding
van de tegenovergestelde meeningen uiteengezet vin
den Zoo zal zij voldoende en niet eenzijdig worden
hunne rust gestoord en niet zelden van hunne on
kunde overtuigd. Dat was dubbel onaangenaam.
Zij gevoelen zich nu weer vrij. en verlangen natuur
lijk de ongeroepen raadgevers en indringers, die zich
met zaken bemoeiden die hun niet aangingen, niet
terug. Daarbij komt de partijzucht der tegenstanders
van de richting die in de commissie de overhand
scheen te hebben en die in hunne kortzichtigheid
liever de geheele commissie zagen verdwijnen dan
tijdelijk een door hen veroordeelde richting in de
kunst zegevieren, maar die thans, nu de referendaris
van de afdeeling Kunsten en Wetenschappen de
eenige raadsman is op dit gebied ontwaren dat zij
niets gewonnen hebben. Zouden zij nu w zer zijn
geworden Laat ons het hopen. Het bezwaar van
eenzijdigheid kan onmiddellijk weggenomen worden
wanneer de verschillende gevoelensdie zich in de
commissie openbaren in hare adviezen worden op
genomen.
Maar de Bijksadviseurs hebben toch niet zelden
misgrepen gedaan adviezen gegeven die tot groote
uitgaven of ondoelmatige inrichting van gebouwen
geleidof de uitvoering van voorgenomen werken
vertraagd hebben! Wel mogelijk. Welke commissie
begaat geen fouten? Maar dat kan geen reden zijn
om een overigens nuttige instelling op te heffen.
De verantwoordelijkheid voor die fouten komt daar
enboven in de eerste plaats op hendie de adviezen
hebben opgevolgd en zich als kinderen schijnen te
hebben laten leiden.
Eiken dag kan men de verschijning van de Memorie
van Beantwoording verwachtenwaarin de nieuwe
Minister zijn meening over deze zaak zal mededeelen
Met belangstelling zien velen haar te gemoet
.ngelicht, en bestaat er ongetwijfeld beter waarborg
tegen eenzijdigheid dan wanneer de Begeering geen
anderen raadsman heeft dan den ambtenaar die aan
het hoofd der afdeeling Kunsten en Wetenschappen
is geplaatst. Inderdaad geen van al deze grieven
kan een ernstig onderzoek doorstaan. Waren zij
juist, zij zouden tot de opheffing van alle adviseerende
commissiën moeten leiden. Maar wat hebben wij
daarentegen door de ontbinding der commissie van
Rijksadviseurs verloren?
De commissie van Bijksadviseurs had op verschil
lende plaatsen in elke provincie haar correspondenten,
die met haar krachtig hebben medegewerkt om het
sluimerend gevoel voor kunstschoon bij ons volk te
doen ontwaken. Velen hadden niet het minste be
sef van de kunstwaarde of het geschiedkundig belang
van gebouwen of andere voorwerpen van kunst in
hun omgeving of hun bezit. De commissie en hare
correspondenten hebben ijverig gewerkt om hun de
oogen te openen, het schoone of geschiedkundig be
langrijke aangewezen, tegen verwaarloozing gewaar
schuwd, verval of, wat soms nog erger is, herstel en
vernieuwing door onkundigen voorkomen inlichtin
gen gegeven, bouwplannen onderzocht, met raad en
daad geholpen en daardoor op dit gebied ontegen
zeggelijk veel nut gesticht. Menige verborgen schat
is°door hunne zorg aan het licht gekomen, menig
schoon gebouw voor verval of misvorming bewaard
en op uitmuntende wijze gerestaureerd, De onver:
schilligheid begint te wijken. Maar hoe zal liet gaan
nu de commissie en hare correspondenten zijn ver
dwenen Het is niet te ontkennen dat het gevaar
voor nieuwe indommeling groot is. De commissie
heeft slechts vijf jaren bestaanzou zij reeds zooveel
o-edaan een zoo groote omkeering teweeggebracht
kunnen hebben, dat zij veilig gemist kan worden?
Onmogelijk. Maar de de onverschilligen, de regen
ten en besturen zonder kunstzin, die vroeger onge
stoord bouwden of slooptentimmerden en opknap
ten of verkochten naar eigen lust en luimzijn door
de lastige „adviseurs" en hunne correspondenten in
De kroonprinses van Denemarken is den 12 met. hare kin
deren te 's Gravenhage aangekomen, en door haren groot
vader. prins Frederik, vergezeld var. den prins en de prinses
v. Wied, aan de station van den Rijnspoorweg ontvangen.
Den 13 gaf prinses Hendrik op den huize Bakkershagen ter
eere der kroonprinses een dinerwaaraan ook door prins
Frederik en prins er. prinses v. Ik red werd deelgenomen.
Verkiezingen. De liberale kiesvereeniging Het algemeen
belang te Leiden heeft met, 22 tegen 9 st. verworpen een
voorstel "an prof. Fockema Andveae om van deze vereeniging
geer.e andere dan cet.eekende stukken te doen uitgaan.
Staten-Gen braai,. R Kamer. Den 7 is zonder discussie
aangenomen liet voorstel van den heer Cremersom van de
regeering, des noods onder geheimhouding, de overlegging
te verzoeken, van de aan de 2e. Kamer medegedeelde stukken
betreffende de jongste ministeriëele crisis.
l)en 8 zijn een tiental minder omvangrijke wetsontwerpen
aangenomen.
Den 19 zijn bovengenoemde stukken onder geheimhouding
overgelegd en aangenomen de ontwerpen tot wijziging der
crimineele wetboeken voor het krijgsvolk en van de tuchtwet
der koopvaardijschepentot verlenging van den termijn tot
voltooiing van het Noordzeekanaaltot het sluiten eener
dading met Amsterdam en tot voorzieningen omtreut de
voormalige wees- en momboirkamers.
Den 11 tebben de stemmen 16 tegen 16 gestaakt
over het wetsontwerp tot. bevordering van den aanvoer van
vrije arbeiders in de kolonie Suriname. Den 12 is het aan
genomen met 16 tegen 14 st. Dien dag zijn ook de hoofd
stukken der indische begrooting aangenomen, waarna de
Kamer op reces is gescheiden.
2«. Kamer. Ingediend zijn wetsontwerpen; tot wijziging
der indische begrooting voor 1878, waardoor het eindcijfer
echter geene verandering ondergaat tot het verleenen, onder
bepaalde voorwaardenaan buitenslands in de geneeskunde
geëxamineerde vreemdelingen, van vergunning tct uitoefening
van hun vak op nederlandseke zeeschepen, met, uitzondering
van oorlogsvaartuigentot vaststelling der begrooting voor
Surinamej in uitgaaf op 1,687.668 en in ontvang op
f 1 305.700, alzoo met eene bijdrage van/381,968 (oor
spronkelijk van f 425,904) geraamd; tot vaststelling van de
begrooting der Algemeene Landsdrukkerij tot eene uitgaaf
van f 239,391 en een ontvang van f '269,686; tot bekrach
tiging van credieten, door den gouv.-genl. van N. Indie
geopend hoven de indische begroolingen van 1877, 78 en
79 hoofdzakelijk wegens den oonog met At chin en ter be
strijding der besmettelijke veeziekte wat 1877 en 78 betreft
is geene aanwijzing van nieuwe middelen noodigten aanzien
van 1879 moeten de uitkomsten der dienst van dat jaar
afgewacht worden.
Benoemingen. Met intrekking der benoeming van jr.
G F v Tets, is tot commissaris des Konings in Noord-
holland benoemd jr. mr. J. W. M. Schorer, burgemeester
van Middelburg.
Spoorwegen. De heer H. de Kruyfffabrikant van
stoom- en andere werktuigen te Ueifsbaven heeft concessie
«*evraagd voor een stoomtram tusschen Hoorn en Enkhuizen.
Stoomvaart. De Kon. Nederl. Stoombootmaatschappij
heeft den aanbouw van 2 stoomschepen elk van RÜ0 ton,
opgedragen aan de firma James Laing te Sunderland.
Landhuur. Bn. E. d' Hoogvorstdie in de limburgsche
gemeente Geulle uitgestrekte bouw- en weilanden bezit, heeft
aan 40 pachters die door de overstrooming in dit jaar ge
leden hebbenkwijtschelding van pacht van de beschadigde
gedeelten geschonken.
Onderwijs. In een der localen van de Rijks hoogere
burgerschool te Gouda is een cursus in handenarbeid ge
opend met 14 leerlingen. De afdeeling van Volksonderwijs
heeft voorts besloten ten haren koste dit onderricht door
10 leerlingen uit, den behoeftigen stand te doen volgen.
Het wiskundig genootschap te Amsterdam heeft zijne kost
bare boekerij B. en W. aangeboden, om die in bruikleen te
aanvaarden en te plaatsen in het gebouw der universiteits
bibliotheek.
De Rrov. Staten van Utrecht hebben eene subsidie van
f 2000 verleend aan de ambachtsschool te Utrecht, met be
paling dat die school ook toegankeljjk moet zijn voor leerlin
gen uit andere gemeenten der provincie.
De heer P. Appelboom, hoofdonderwijzer aan de school in
het Waarland gem. Haringcarspelis overgeplaatst naar de
Kerkebuurt in die gemeente.
Kerkelijke Zaken. Te Meppel worden door vele vrij
zinnige leden der herv. gemeentedie gewoon waren de
godsdienstoefeningen onder de leiding van dr. Oort (naar
elders vertrokken) bij te wonen pogingen aangewend tot
het stichten van een eigen kerkgebouw.
De heer O. Klipp schrijft in Sempervirens over de bar-
baarsche behandeling, die men de hoornen in onze .^be
plantingen en langs onze wegen [b. v. langs het stationster
rein te Castricum] doet ondergaan het volgend.„Even
goed zou men een scheermes aan een kind of aan een aap
mogen toevertrouwenals zekere houtkappers te roepen om
hoornen te sleunen. Zij snoeien de dikke takken af en doen
aan de hoornen dikwijls nultelooze en gevaarlijke verminkingen;
zij zijn gekomen om te snoeien, en die sleunen zouden den
ken hun tijd verspild te hebbenindien zi| den boomdie
hun slachtoffer is. niet alle minst noodige en mmst gerecht
vaardigde afhoutingen deden ondergaan. Hoe dikwijls wordt
de boom onder hunne handen een afgrijselijk geraamte. Zij
nemen hem al de groote takken af en als kruin laten zij hem
eenige magere scheuten! De boom bloedt aan alle kanten;
zijn breede wonden zijn talrijk maar de sleuner bewondert
zijn werk met een tevreden oog. Hy heeft tn eenigeoogen-
b'hkken een schoonen boom verminktaan wiens ontwikkeling de
natuur vele jaren besteedde."
Diligentia7 Natuurkundige Vuordragten. Zevende
serie. 18781879. Beschreven door P. A. Haaxman Jr.
Te 's Gravenhage, bij H. C. Susan C. H.z.
Reeds meermalen hebben wij mei ingenomenheid melding
mogen maken van de uitvoerige verslagen, welke door den
heer Haaxman gegeven worden van de in Dihgentia te
's Gravenhage gehouden natuurkundige voordrachten Zij
ontleenen hunne aantrekkelijkheid aan de helderheid en
zaakkennis waarmede zij gesteld zijn, maar bovenal ook aan
de belangrijkheid en actualiteit der door de verschillende
sprekers behandelde onderwerpen. Zoo vinden wij in de
jongst verschenen serie o a, eene voordracht over vervalsehin-
<*en van eet- en drinkwaren door dr. L. Mulder, eene over
bacteriën van prof. J. WGunning, eene over melk en
melkinrichtingen van dr. J. Th. Mouton, eene over het
êlectrisch licht van prof. H. J. Rink. Wat, het laatste onder-
werp betreft, door de geruchten van Edisons uitvinding en
de proetneraingen met de Jablochkoff-kaarsen zoozeer aan de
orde van den dag gesteld, komt het ons genoegzaam onmo
gelijk voordaarvan in weinige bladzijden een beter denkbeeld
te p-even dan in het overzicht der voordracht van den
hoopleeraar Rink geleverd wordt. Beschaafde leeken die
voorde uitkomsten en vorderingen der natuurwetenschappen
niet onverschillig zijnzullen zich de kennisneming van
„Diligentia" niet beklagen, noch van deze noch van vroegere
seriën, die gezamenlijk eene even belangwekkende als onder
houdende lectuur verschaffen.
In de laatste bestuursvergadering van „"Volksonderwijs" is
besloten, den 2 December eene vergadering van de afdeeling
te houden, waarin door het bestuurslid, den heer Jk M. de
Vries van Oudorphet onderwerp: Schooltpaarbanken zal
worden ingeleid. Tot deze vergadering, uitsluitend toegan
kelijk voor de leden en hunne dameszullen om te mogen
komen tot een practisch resultaatspeciaal worden uitge-
noodigd het bestuur der spaarbank te Alkmaar en de noofden
der openbare lagere scholen in Alkmaar en omliggende ge
meenten. Mede is besloten door middel der Alkmaarsche
couranten (zie achterstaande advertentie) den leden der af
deeling te verzoeken om voorstellen betreffende onderwijs-
belangen door bet bestuur of de ledenvergadering in over
weging te nemen, vóór 22 Nov. bij den secretaris in te zen
den Voorts de voorlichting van heeren buurtmeesters en
hoofdonderwijzers te Alkmaar te vragen ter opsporing in de
maand November van de kinderen tusschen 6 en 12 jaren in
deze gemeente, die of in het geheel niet, of zeer ongeregeld
ter school gaan. Wijders heeren burgemeester en wethouders
van Alkmaar te verzoeken, het afdeelingsbestuur in de gele-
eenheid te willen stellen omin verband met de aanstaande
lOjarige volkstelling, den staat van het schoolbezoek der
kinderen van 6 tot 12 jaren in deze gemeente op te maken.
Alsook om. naar aanleiding van de ontwerp-verordemng
voorn-esteld in eene vereeniging van burgemeesters in de
provincie Groningen, aan heeren burgemeester en wet
houders van Alkmaar en omliggende gemeenten te verzoeken
in overweging te willen nemen, welk gebruik door de ge
meentebesturen van voormelde gemeenten verdient gemaakt
te worden van de bevoegdheidbun toegekend bij art. 82
der wet van 17 Aug. 1878, Staatsblad n'. 127, ter bevor-
derino* van het schoolbezoek der kinderen van 6 tot 12 jaren.
De heer Krayenbelt heelt, vóór zijn vertrek naar Rot
terdam, zondag-avond in de Groote keik zijne afscheidsrede
gehouden, naar aanleiding van Handel. 20, 32.
]3ij kon. besluiten van 9 Nov. is het besluit van 28
Aug. tot benoeming van jr. G. J. M. Bowier, te Roermonde,
tot betaalmeester te Alkmaar ingetrokken, en als zoodanig
benoemd de heer O. G. Lotsythans betaalmeester te Win
schoten. De heer Bowier heeft de standplaats Leeuwarden
De heer Vos te Ruinerwold heeft bedankt voor het be
roep naar de clirist.-geref. gemeente alhier.
De heer v. d. Tak besprak in de volksvoorlezing van
1.1. Dinsdag het ganzenbord waarvan de figuren en de toe
standen waarin zij veronderstellen de spelers te brengen
hem gelegenheid gaven tot het maken van opmerkingen zoo
van zedekundigen als van hun oristischen aard. Na de pauze
behandelde hij normaals ,,de herberg", als de plaats waarin
het geluk van vele gezinnen ten offer gebracht en gespot
wordt met de spaarzaamheid, die ook in den arbeidersstand
tot betrekkelijken welstand vermag te brengen terwijl hij
de vereeniging eEigen Hulpaanprees als een middel om ook
van die klasse den toes and te verbeteren. Ten slotte droeg
hij de gedichten Geloof, Deugd en Tevredenheid van Potgieter
voor. Het aantal bezoekers was het zeer ongunstige weder
in aanmerking genomentamelijkdoch bestondzooals
ook vroeger wel eens is opgemerkt, maar voor een klein
deel uit de zoodanigen, voor welken de volksvoorlezingen
eigenlijk ondernomen worden.
Donderdag-avond had voor eene goed bezette zaa de
opvoering plaats van het geestige blijspel van Sardou - Vrien
den van onsDe heer Caussade (Pos) schenkt zijne vriend
schap te gemakkelijk wegook aan personendie haar vol
strekt niet verdienen en er een grof misbruik van maken.
Hij noodigt steeds zijne kennissen hem op zijn buiten te
bezoeken, en als zij aan zijne uitnoodiging voldoen en van
zijne gastvrijheid genieten, moet hij zich daardoor vereerd
gevoelen, terwijl zij hem bcleedigen over het, zijne ah hun
eigendom beschikken, hem in allerlei moeilijkheden wikkelen,
een duël op den hals halen en hem zelfs de liefde zijner
vrouw (mevr. Ellenberger), die aanvankelijk voor een der
.vrienden" wel wat te voorkomend was maar dien later flink
afwijst, zoeken te oDtrooven. Geluktig bezit het echtpaar
Caussaude een waar vriend en tevens een candidaat. voor
hunne dochter (mej. kink) in doctor Tholosan (Moor),
die voor de eer van het huis waakt, de vHlsche vrienden in
het oog houdt en tot hunne eindelijke verwijdering medewerkt,
waarmede hij de goede verstandhouding tusschen den tot arg
waan geprikkelden Caussade en zijne lot beter inzicht geko
men vrouw bevestigt en voor zich zeiven bet meest hegeer
lijke loon verwerftterwijl de schijnheilig opgevoede zoon
van een der „vrienden" Sohlkemet de kamenier (mej. Kap
per) aan den loop gaat. Uit alles geeft aanleiding tot tal van
fljiwnnm