Tweeëntachtigste Jaargang. 1880. ZONDAG lxJANUARI. Nationale Militie. Het jaar 1879. No. 1. (Dfftciëel ©ebceltc fSteftclijfcjffchc Berichten lluilsehland itelgie, Frankrijk. 4iirool Bftriltuiiie en MerEand. h I&usland. Spanje. Deze Courant wordt wekelijks uitgegeven en is verkrijgbaar op Zaterdag avond te 7 uren. Prijs per kwartaal f 0,9a, franco per post f 0,8 O, afzonderlijke nommers 3 Cents. Brieven franco aan de Uitgever JELERM'. COSTER ZOON. De Advertentiën kosten van 15 regels f 0,75, voor elke regel meer 15 Cents; groote letters naar plaatsruimte. Bij inzending tot Zaterdag namiddag 1 uur, wordt voor da plaatsing iD het eerstvolgend nommer ingestaan ingezonden berichten een dag vroeger. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALKMAAR. Gelet op het thans nog van kracht zijnde reglement op het beheer en het behandelen der brandbluschmiddelen van 6 Maart 1872 (Gemeentebl. No. 101); Reepen bij deze op alle manspersonen a. in 1870 20 jaar gewordenb. zichtussehen den ouderdom van 20 en 00 jaren, sedert 1 Pebruari 1879 te Alkmaar gevestigd heb bende om zich voor de dienst van het brandwezen te doen inschrijven ter gemeente-secretarie op alle werkdagen der maand Januari 1880, van 's morgens 9 tot 's namiddags 2 uren. Verzuim dier inschrijving heeft in dieuststelling zonder loting ten gevolge. Burgemeester en Wethouders voornoemd, Alkmaar, A. MACLAINE PONT. 30 Dec. 1879 De Secretaris NU HOUT van der VEEN. BURGEMEESTER en WETHOUDERS vanALKMAAR brengen ter kennis van de belanghebbenden dat bij hun besluit van 23 Januari j.l., met ingang van 1 Januari 1880 benoemd is tot HOOISTEKERin de plaats van wijlen A. BOERSEN, JAN BOERSEN melk- verkooper alhier. Burgemeester en Wethouders voornoemd, Alkmaar, A. MACLAINE PONT. 30 Vee, 1879. Ve Secretaris NUHOUT van der VEEN. INSCHRIJVING voor de Militie van de ge- boornen van 1861. op het Raadhuis op Dingsdag en Vrijdag, 6, 9. 13, 16 en 20 Janu ari ltt80 des avonds van 5 tot 7 ure. De volgende personen worden verzocht zich ten spoedigste ter gemeente-secretarie aantemelden. Arie Bosman, laatste woonplaats Schagen Bernardus Ja cobus Jansen 1. w. Beverwijk Geertruida Maria van Lies hout, 1. w. Wormerveer, Maria Margaretha Clasina Over, 1. w. Zaandijk. Antje Visser, 1. w. SchermerhornM. M. Cloeck, 1. w. Haarlem, Willem Reinders 1. w. Groningen, Johan Jaeobus van Amstel 1. w. Amsterdam, Tijmen Over- dijk, 1. w. Groningen, Maria Catharina Alida Hueber, 1. w. Oude Niedorp Withelmina Geertruida de lloos, 1. w. Does- borgh, Jansje Visser, 1. w. RaalteMaartje Cornelia Mm 1. w. Oudorp, Dirk Ibon, 1. w. KrommenieDirk van Dam, 1. w. Ursem. STEDELIJK MUSEUM. Eerlang zullen Alkmaars ingezetenen, naast den gedrukten catalogus der oude boekerijook de naamlijst der nieuwe boeken van het Stedelijk Museum kunnen raadplegen. Daar door zal het mogelijk wordendatovereenkomstig de be schikking van Burgemeester en Wethouders (6 September 1875, Gemeenteblad No. 2(1) een gedrukt boekwerk aan be kende en vertruo.ven verdienende persouen ten gebruike kun gegeven wordenin dien zin evenweldat de boekerij van het Museiim nimmer in eene leesbibliotheek ontaardt. Dit toch is het practische nut van zulke boekverzamelingen, dat er boeken en geschriften, die schijnbaar op eenig tijdstip alle belang verloren hebben, door geborgen en bewaard big - ven, welke een volgend geslacht gaarne en met vrucht zou kunnen raadplegenmaar zonder in eene openbare boekver zameling geborgen te zijn, zeker te vergeefs zou zoeken. De nieuwe boeken zijn reeds belangrijk door geschenken ver meerderd. Mochten er zijn die het goede voorbeeld van anderen nog willen navolgen dat zij het dan liever morgen dan overmorgen doenopdat, hunne geschenken in den ca talogus, die voor de drukpers gereed gemaakt wordt, nog kunnen worden opgenomen. De Commissie van Toezicht. C. W. BRUINVIS, President. A. KLASENER. NUHOUT van der VEEN. J. J. DE GELDER, Secretaris. BammUBUMëaaHnaHl m i. Licht en schaduwregen en zonneschijn wisselen elkander af in het leven der volken als in dat der menschen. Zoo zal er dan ook wel geen jaar voor bijgaan dat geen lichtpunten aanbiedt en waarin niet op enkele gelukkige gebeurtennissen en op deze en gene verbetering in den algemeeuen toestand kan gewezen worden. Daarbij is vrouw Eortuna niet gewoon haren horen gelijkmatig over allen uit te storten en ontvangt het eene land meer dan zijn bescheiden deel in voorspoedterwijl het andere rij kelijk met tegendeel wordt bedeeld. Hoe men echter de balans ook opmakehet jaar 1879 heeft weinig kans dat het onder de gelukkige, onder de voorspoe dige jaren zal gerekend worden. Toch zijn wij ook dit jaar voor dreigende rampen bewaard gebleven en was het onheil dikwijls minder groot dan wij meen den met recht te moeten vreezen. De eerste weken van het jaar 1879 werden ver ontrust door de geruchten van het uitbreken eener ziekte die den geduchten naam droeg van de pest en die als een treurige nasleep van den vreeselijken oorlog en de nog vreeselijker oorlogsellende in het Oosten in Rusland was ontstaan en zich vandaar over Europa zou kunnen verbreiden, om het tnenscb- dom te teisteren zooals geen van het thans levend ge slacht kon heugen. Overal werden maatregelen ge nomen om de overbrenging van de besmetting te beletten, maar ai spoedig bleken die voorzorgen ge lukkig overbodig, want in Rusland zelf slaagde men er in de ziekte binnen de besmette streek te be perken en te bedwiugen. In Midden- en Oostelijk Europa openbaarden zich teekenen van de geheime woelingen eener partij die voor de openbare orde gevaarlijk bleek te zijn. Were in het vorige jaar Duitschland door aanslagen op het leven des Keizers verontrustthans bleek men het met ontzettencien ernst op den Keizer van Rusland gemunt te hebben. Achtte men in het eerste rijk een socialisten-wet onontbeerlijk in het andere wer den strenge maatregelen tegen de nihilisten onver mijdelijk waardoor het land in een toestand werd gebracht, die aan den staat van beleg doet denken Maar door zulke maatregelen wordt het kwaad niet weggenomen Zelfs ban het er niet meer dan tijdelijk door bedwongen worden en dan altijd met groot gevaar dat het zich heimelijk verbreidtom later met grootere met onweerstaanbare kracht uit te breken. Hoeveel de toestand in beide rijken ook te wensehen moge overlaten dat de maatschappelijke orde be waard blijve moet de wensch zijn van elk verstan dig man hoe sterk hervormingsgezind overigens. Maar van den anderen kant mag niet minder vurig gewenscht worden dat zij die thans de macht in handen hebben en die geroepen worden om den machtigen van goeden raad te dienen, dat zij wier woord en meening van invloed zijn op den gang der zaken billijke klachten en rechtmatige eischen niet voorbijzien en onderdrukken omdat de ongegronde en buitensporige zich het sterkst uiten en gehoor trachten te verwerven door als een veemgericht of een heimelijk schrikbewind de machthebbeuden ge dwee te maken door het bewustzijn van voortdurend levensgevaar en het geheele land met onrust en ont zetting te vervullen. De Russische Keizer heeft meermalen blijken ge geven van goeden wil en van voldoende geestkracht om dien goeden wil door te zetten. Toch vermag de machtige Keizer weinig in dit onmetelijk rijk wanneer hij niet wordt ter zijde gestaan door ge trouwe raadslieden en ambtenaren door wier ooren hij hoorenmet wier oogen hij zien moest. De mannen wier overtuiging zoo sterk, wier wilskracht zoo onbuigzaam wier werkkracht zoo onbegrensd isdat zij alleente midden eener andersgezinde omgeving en tegen die omgeving in den strijd be ginnen en volhouden zijn zeldzame verschijningen en ook zij gaan niet zelden in den strijd onder. Wat baten goede wetten die niet uitgevoerd r heil zame maatregelen, die niet of averechts ten uitvoer gelegdof in de toepassing arglistig door zoovele voorschriften tot nadere regeling en verklaring om ringd, verlamd en dood gedrukt worden dat de uit werking niet te bespeuren is en de blijde hoop van duizenden door nieuwe, bittere teleurstelling wordt vervangen? Niet de eischen van hen, die voor het gansche nog half Aziatische rijk een algemeene volksvertegenwoordiging begeerenmaar de voor stellen tot inkrimping van den werkkring van het centraal gezag en tot het verleenen van groote zelf standigheid aan de verschillende provinciën met toe kenning van invloed aan de stem die bevolking, van vrijheid allereerst om zich te doen hooren schijnen de richting aan te wijzen, waarin in den verontrus- cenden toestand van dezen reusachtigen ataat ver betering gezocht moet worden. Nog bleef het rijk voor geweldige ornkeeringen en noodlottige schokken bewaard nog gingen oproer en opstand niet rond langs huil rookend eu bloedig spoor, maar de waar schuwende teekumn zijn duidelijk. Ofschoon de toestand van Duitschland zeker niet met dien van Rusland gelijk staatkan een Neder lander nog niet ten eenen male ontaard van de traditiën zijns volks en de beginselen waarin hij is opgevoed, ook daar den weg niet goedkeuren, waar langs genezing van de maatschappelijke kwalen en afwending der gevaren wordt gezocht. Hij kan niet gelooven in de heilzame werking van Mei-wetten, socialisten-wetten en beschermende tarieven. Hij kan niet in Bismarck gelooven. Niet dat hij blind zou zijn voor de geest- en wilskracht, den scherpen blik en het koele, heldere verstand van dezen staatsman, voor zijn ijver en waakzaamheid, maar hij keurt zijn methode af. Één der jongste verdedigers van den Rijkskanselier zegt naar aanleiding van de nieuw ingevoerde tarieven onder anderen het volgende „De Kanselier is alleen in de praktijk t'huis; hij ieert van het leven, en heeft inzonderheid weinig eerbied voor een wetenschap, welker bestaan zelfs hij vooreerst nog in twijfel trekt. Hij gelooft volstrekt nietdat hij iets gevonden heeft wat voor alle tijden geschikt is, maar hij ontkent, dat de uitkomst van het nieuwe tarief slechter kan. zijn dan die van het tot dus ver gevolgde stelsel was Ongetwijfeld het leven is een onmisbare leerschool,, en die niet let op de praktijk, zal nooit een goede theórie verkondigen; maar het leven, waarop men het vorschénd oog gevestigd houdt, moet niet het leven zijn vaa het laatste twee- of drietal jarende praktijkwaarbij men in de leer gaat, moet niet de praktijk zijn van het oogenblik. De ervaring van vele jaren, de gemiddelde uit komst van goede en slechte tijden moet hier beslis sen. De voorwaarden, waaronder handel en nijverheid zich vestigen en ontwikkelen, waaronder zij nieuwe on dernemingen beginnen, nieuwe paden inslaan en hun werkkring uitbreiden, moeten niet alleen dienen voor vandaag en morgenmaar zoo duurzaam kun nen zijn, dat de onderneming er op gebouwd, de fabriek er op ingerichtde nieuwe betrekkingen er op aangeknoopt en de nieuwe verbintenissen er op aangegaan kunnen worden. Zij moeten een bodem zijn die wat dragen kan een vaste bodeöiwaarop men mag vertrouwen. Anders, hoe groot zullen de rampen zijn, als men weer tot een ander'stelsel zal moeten overgaanen de grondslagen waarop het gebouw is opgetrokken, de voorwaarden waaronder de nieuwe ondernemiugeu zijn begonnen of uitge breid en hebben gebloeid, moeten veranderd worden. Te beweren iets gevonden te hebben dat voor alle tijden geschikt is, klinkt zeker wat te sterk maar de overtuiging, dat men althans werkzaam is in een richting waarin men kan doorgaanop eén weg waarop men niet zal behoeven terug te ,keeren schijnt ons toch wel noodig. Of zou ook dit te veel geëischt zijn in een staatsmanin eehi leider der volken Bestaat die overtuiging niet, dan moet de toestand wel benard wel onhoudbaaren elke ver andering een verbetering zijn, eer een ernstig staats man tot proefnemingen overgaat en tot noodwetten j zijn toevlucht neemt, Bij de verkiezing voor een lid van den Rijksdag te Maag denburg den 19 werden uitgebracht 5119 stemmen op den nationaal-liberalen candidaat Webei 4721 op den socialist Niereck4018 op den candidaat der partij van vooruitgang Büchtemann en 621 op den conservatief Scheele. Bij de herstemming tussehen de twee eerstgenoemde candidaten werd de heer Weber gekozen met 8453 stemmen tegen 7308 op zijnen tegenstander. De Keizer heeft bekrachtigd het vonnis van den krijgsraad waarbij de kapitein ter zee graaf v. Mantsbevelhebber der Grosser Kurfiirstis vrijgesproken. Het handelsverdrag met Oostenrijk werd den 31 tot 30 Juni 1880 verlengd, uitgezonderd de bepalingen omtrent de vrijstelling van onbewerkt linnende korting op de spoorwegtarievenhet in beslag nemen van spoorwegmate- rieel en de bepalingen omtrent de goederenweder over de grenzen gaande na het ondergaan van zekere bewerking. Dit laatste punt zal van weerszijden zelfstandig geregeld worden. De Kreuz-Zeitung zegt, na de verandering van het fransche ministerie te hebben besproken dat het niet moeielijk te berekenen iswelke heteekenis die verandering voor het buitenland in het algemeen en voor Engeland en Duitschland in het bijzonder verkrijgen kan. Maar ook voor den bin- nenlandschen toestand schijnt het niet onverschillig te zijn, dat de 3 op dit oogenblik belangrijkste miuisteriën, (dat van buitenlandsche zakenoorlog en openbare werken) zich in banden van mannen bevinden, die in 1871 het begin der vredes-onderhandeliniren krachtig bestreden en voor „revanche" in de bres sprongen. Ook de Köln. Zeitung ziet in den afloop dier minisieriëele crisis reden tot bezorgdheid, waarin zij versterkt wordt door de omstandigheid, dat graaf de St. Vallier onmiddelijk zijn ontslag vroeg als gezant te Berlijn, wiens heengaan aldaar in alle kringen betreurd wordt. Ook dat blad herinnert er aandat. de minister IPaddington een vriend van het behoud van den vrede was, dat de nieuwe ministers vrienden zijn van Gambettaden vroegeren prediker der staatkunde van „revanche". Hij moge nu met de jaren gematigder zijn geworden, het doei zijner wensehen zal wel zijn gebleven herovering van den Elzas en Lotharingenalleen zal hij eene geschikte gelegenheid afwachten en het verkrijgen van 'bondgenooten. Hoewel er geen onmiddellijk gevaar bestaat voor liet verbreken van den vredezoo is bet toch raadzaam meer dan vroeger een waakzaam oog op het westen te houden. Pruisen. Den 25 werd te Berlijn eene geheime nihilistische drukkerij in beslag genomen, waarbij een duizendtal exem plaren van een revolutionair blad werden gevonden. Een letterzetter en 2 andere personen in de drukkerij benevens een poolseh student,, zijn in hechtenis genomen, waarna talrijke huiszoekingen hebben plaats gehad. De centrale afdeeling der Kamer heet'! den 17 verslag uit gebracht over de begroolir.g van buitenl. zaken en de daarbij behandelde vraag, of het belgisehe gezantschap bij den Paus al dan niet behoort te worden gehandhaafd. Met 6 tegen 1 stem heeft zij zich voor de handhaving van dat gezant schap verklaard. De Rappel zegt in een artikel dat wanneer men het cle- ricalisme op zijne gevoelige plek wil treffenmen het op de begroeting van eeredienst moet munten. Wie er aan twij felen mochtlette slechts op het door de clericale bladen aangeheven geschreeuw over het besluit van den gemeente raad van Parijs. Of de wensch van d'en raad wettig is kan betwist worden; of die rechtmatig zij is eene andere vraagmaar dit is in ierier geval eene uitgemaakte zaak dat,, ziodra gerept wordl van niet langer Ie betalen, het clericalisme ophoudt, te lachen. Men is er nog niet toe ge komen maar men zal er toe komen. De tot raadslid te Parijs verkozen communard Humbert is aangeschreven, zich op 3 Januari 1er beschikking der jus titie te stellen tot bet, ondergaan der hein opgelegde gevan genisstraf van 6 maanden. Hij heeft uitstel gevraagd en verkregen tot den 18. Het, Journal Officiel deelde in zijn nummer van 26 mede, dat de ministers en vice-ministers hun ontslag gevraagd en verkregen hadden en dat, de heer de Freycinet, met, de samen stelling van een nieuw ministerie heiast, zulks aangenomen had. Bij besluit van den 28 zijn benoemd tot voorzitter van den ministerraad en minister van buitenlandsche zaken de Freycinet-, Lepere binnenknrische zaken en eeredienst; Jaury- Guiberry marine en koloniën; Jules Ferry onderwijs en sehoone kunsten Tirard, landbouw en k iloniën; Cochery, posterijen en telegrafendeze heeren bekleedden in het vorige minis terie dezelfde betrekkingen, uitgezonderd eerstgenoemde, die minister van openbare werken was. Tot minister van justitie, in plaats van le Royer werd benoemd Ca zotlid van den Senaat,tot minister van financiën, in plaats van Leon Say, het Senaatslid Magnin; tot minister van oorlog, in plaats van Gresleygeneraal Fan etot minister van openbare werken het Senaatslid Varroy. Cazot maakte deel uit van de delegatie der regeering te Tours en nam met Gambetta ontslag: hij was voorzitter van de repuhlikeinsche unie in de nationale vergadering: Magnin, lid der linkerzijde in de nationale vergadering en onalzetbaar Senaatslid, werd 4 Sept. 1870 benoemd tot minister van koophandel eu landbouw en zorgde voor het voorzien van Parijs van levensmiddelen; F arroy is een ingenieur, die zich in 1870 ter beschikking van de regeering der landsver dediging stelde deel uitmaakte van de linkerzijde der na tionale vergadering en in 1876 Senaatslid werd; Generaal Farre is dezelfde, die door Gambetta reeds in het vorige mi nisterie tot minister van oorlog verlangd was en wien, toen aan generaal Gresley de voorkeur werd gegevenals ver goeding werd,'opgedragen het, bevel over de legerafdeeling Lyon hij warrit beschouwd als eene autoriteit in verster- kingswerken en is sedert 1870 met Gambetta bevriend. De betee- kenis van dit ministerie ligt hoofdzakelijk In de verwijdering van de heeren''Waddington en T.éon Sayde eigenlijke ver tegenwoordigers der linker middenpartijuit" het vorige ministerie. De" Républtque Franqaise is met het nieuwe mi nisterie onvoorwaardelijk tevredenhet beantwoordt, aan de behoeften van d^n.tSestand en de verwachtingen van de meerderheid en-van 4et land. De Rappel, de XIXe Siècle en de Voltaire.schijnen zelfs voldaan te zijn. Het, Journal des üébats, het aftreden der 2 genoemde ministers betreurende, ineent den president der republiek en den voorzitter van het ministerie geluk te moeten wensehen met hunue Jaad van opportunistische stoutheid". Een nieuw tijdperk is inge treden en dat, blad acht zich gelukkig dit, té doen met gé~- matigde - mannen en nog gelukkiger zal Eet zich achten indien het, blijkt, dat zij tevens vastberaden mannen zijn. De ultramontaansche Unioers verklaart al de nieuwe ministers voor mannen van Gambetta. Het nieuwe ministerie is gam- bcttistiseh en onbeduidend: de heer d: Freycinet is alleen als specialiteit ongemeen maar tevens gevaarlijk door zijne be ginselen en zijne niets ontziende eerzucht. De Parlement, het orgaan vSn den oud-minister Duf uur e zegt, dat, zoo Gambetta niet het hoofd van het nieuwe ministerie ishij althans de peet isdat voor hem beter iszoo niet voor de nieuwe ministers. De berichtgever her K 'óln. Zeitung kenschetst de mi nisters naar hun verleden alduslieden die bij de nationale verdediging eene groote rol speelden en gezellen van Gam betta te Toursen die der Times is van oordeeldat het ministerie gematigder is uitgevallen dan men verwachtte, hetgeen hij toeschrijft aan de uittreding van fPaddington en Say, wier aanblijven wellicht den voorzitter gedwongen zou hebben naar radicaler ambtgenoot,en om te zien. De Bord zegtdat de ministers Magnin en Farroy zich steeds onder scheiden hebben door hunne gematigde denkbeelden. De Presidentden indruk van Gambetta voorzitter der Kamer omtrent de minisieriëele crisis wenschende te kennen, had den 28 een onderhoud met hem dat zeer hartelijk en op de oplossing der crisis niet zonder inrloed schijnt ge weest te zijn. De heer Waddington bedankte voor de hem aangeboden betrekking van gezant te Londen: de heer Léon Say zal tot het ambtelooze leven terugkeeren. De verkiezingstrijd te Orange was aanleiding, dat tussehen de beide ultra-radicale organen, de Mot d'Ordc en de Lanterne tal van hatelijkheden en scheldwoorden werden gewisseld ten slotte is dit uitgeloopen op een tweegevecht tussehen den bekenden Humbert van het eerste en Mayer van het laatste blad welk tweegevecht den 29 's ochtends plaats had. Bij den tweeden stoot brak Humberts degen en daarbij bleef dien dag de zaak. Den 31 werd het hervat, waarbij Humbert in den schouder en de ander in de dij gewond werd, waarop de getuigen verklaarden dat aan de eer voldaan was. Den 25 beerschte te Londen zulk een sterke mist, dat men verplicht was op vele plaatsen het gaslicht te ontsteken: de spoortreinen kwamen veel te laat aan en omnibussen en tramwagens konden tegen den middag niet langer rijden. Op vele andere plaatsen in het rijk was de mist even sterk als te Londen: op den Mhlland-spoorweg had daardoor eene botsing tussehen een kolen- en een goederentrein plaats. De stoomboot Borussia, 20 November uit Liverpool naar Nieuw-Orleans vertrokken met 76 passagiers en 54 man scheepsvolk, werd den 26 d. a. bij een hevigen storm lek en zonk. Te Corunna waren nog 80 spaansche landverhuizers aan boord gekomen. Alle pogingen, om het schip te behouden, mislukteneen deel der opvarenden trachtten zich in de booten te redden, maar 170 personen kwamen om. Den 29 vierde Gladstone zijn 70 verjaardag. Hij ontving op dien dag tal van blijken van belangstelling en o. a. van eene liberale vereeniging te Liverpool een zilveren cassette. De hij de aanbieding daarvan gehouden toespraak werd door hem beantwoord met eene rede, bijna 2 kolommen der Daily News beslaande, waarin hij ten aanzien der buitenland sche aangelegenheden deed uitkomen, dat, toen hij in 1876 het eerst, over het oostersche vraagstuk sprak, hij niet de bedoeling had de regeering tegen te werkeninte gendeel haar aan te moedigen en te steunen op den weg dien hij hoopte haar te zullen zien gaan. Later was het van ieder, die over hare huiteniandsche staatkunde sprak, de plicht geworden, krachtig en grondig zijne meening' over dat vraagstuk te zeggen Het na de aftreding van lord Derby en lord Carnarvon gebeurde had trouwens al het vroe gere in de schaduw gesteld: op ééue zaak wilde hij slechts wijzen; onder dit bewind was Engeland begonnen despotisch te regeeren over sommige vroeger niet aan zijn bestuur on derworpen landen. In de Transvaal waren voorheen vrije mannen tegen hunnen wil gedwongen, zich hij Engeland le laten inlijven en despotisch geregeerd te worden. Het an dere door hem aangehaalde voorbeeld was het eiland Cyprus een door aldaar gevestigde europeesche vreemdelingen van allerlei volkeren onderteekend protest was ontvangen, waarin zij zich beklaagden over het engelsche bestuur en verklaar den dat, zoo de toestand onveranderd bleef, zij verplicht zouden zijn het eiland te verlaten en een ander land op te zoeken, waar zij niet aan allerlei willekeur bloot stonden. Ten slotte zeide hijdat het parlement, waarvan de meerderheid steeds bereid was de regeering, wat zij ook doen mocht, te steunen, de ware schuldige was en datnaar hij vertrouwdebij de aanstaande algemeene verkiezingen het volk die houding veroordeelen zou. Schotland. De plotseling ingevallen dooi, in verband met een zwaren zoelen storm uit het westen, is den 28 oorzaak geweestdat de hooge ijzeren spoorwegbrug over de Taij bezweek, juist op het oogenblik, 71,, uur 's avonds, dat de personentrein van Edinburg naar Dundee daarover reed. De trein bestaande uit 4 wagens 3e klasse1 tweede en 1 eerste klasse, storite in de rivier. Deze brug was de langste spoorweghrug over stroomend water, metende van oever tot oever 1U612 voet: deze lengte was verdeeld over 85 span ningen waarvan de langste 245 voet was. De grootste hoogte der brug hoven liet oppervlak der rivier bedroeg 100 voet. Zij was in Mei 1878 voltooid en had vekost 4,200,090. Het middenste gedeelte omstreeks 3000 voet lang, is geheel ingestort: 13 zware pijlers, waarop dat deel rustte, zijn omvergeworpen. Waarschijnlijk zijn allen, die zich in den trein bevonden, omgekomen. Het juiste cgfer is niet be kend; op de laatste station vóór de brug waren 65 kaartjes geteld voegt men hierbij de houders van abonnementen en vrijkaarten, kleine kinderen en de spoorweg-beambten, dan zal het getal omgekomenendat aanvankelijk veel grooter werd geacht, ongeveer 90 bedragen. Pogingen door duikers op de plaats van het onheil ingesteld om iets te vinden mislukten aanvankelijk geheel. Den 30 slaagde eindelijk een duiker er in Óm een der spoorwegrijtuigen te vinden en den 31 werden, de locomotief, drie wagens en eenige lijken gevonden. Te ..East-Newportlu, mijl van de brug, kwam den 29 des jnorgens een lijk aanspoelen van eene vrouw tussehen de 60 -en 70 jarenhet eerste dat gevon den werd. Volgens berichten uit Cannes van den 25 was in den toestand der Keizerin eenige beterschap gekomen. Den 24 werd door den Senaat het wetsontwerp tot ge leidelijke afschaffing der slavernij op Cuba goedgekeurd met 134 tegen 14 stemmen na verwerping van de daarop in gediende amendementen 210 leden onthielden zich, Ivaaronder de maarschalken Serrano en Martinez Campos. De beraadsla gingen waren ten sjotte vrij onstuimig geweest. Tussehen den minister van oorlog en de maarschalken JoveUar en Martinez Campos ontstond ook eene scherpe woo den wisse ling over de afzetting van 3 generaalsdie hun ontslag hadden genomen, t'oen Canovas del Castillo weder het be wind had aanvaard. Genoemde maarschalken betoogden, dat het een vast gebruik was onder hooggeplaatste burgerlijke en militaire ambtenaren, ook ai waren zij geene leden der Cortes, hun ontslag te nemen, wanneer hunne partij of het ministerie, dat hen benoemde, aftrad. De minister van oor log antwoordde daarop dat aan dat misbruik het nieuwe ministerie juist een einde had willen maken, toen het aan die generaals het, ontslag weige-de en hen eenvoudig alzette. liet ministerie blijft den eenmaal ingeslagen weg ondanks zijne impopulariteit vastberaden bewandelen. Het voornemen schyno te bestaan de ambtenaren weder eene zuivering te

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1880 | | pagina 1