No. 2. Tweeëntachtigste Jaargang. 1880. ZONDAG 11 J A N U A R I. liet jaar 1879. #fficicel (öebceltc V SSUckclijköchc ücrichfcu Muiisckiland Frankr|)k. ««root Nttritlange en leriainl. Rusland. tnriokenland. Turkye. Spanje. ï'nte zijn ALKM AA Deze Courant wordt wekelijks uitgegeven en is verkrijgbaar op Zaterdag avond te 7 uren. Prijs per kwartaal f 0,0a, franco per post f 0,80, afzonderlijke nommers A Cents. Brieven franco aan de Uitgever HERM'. COSTER ZOON. De Advertentiè'n kosten van. 15 regels 0,75, voor elke regel meer 15 Cents; groote letters naar plaatsruimte. Bij inzending tot Zaterdag namiddag 1 uur, wordt voor de plaatsing in het eerstvolgend nommer ingestaan ingezonden berichten een dag vroeger. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALKMAAR brengen ter algemeene kennis dat in hunne vergadering van 6 Januari 1880 gunstig is beschikt op het aan hen ingediende verzoek met de bijlagen van FRANCOIS DE GROOF en LEONARDUS COR- NELIS JOHANNES VAN OVEREEM, directeuren der naamlooze vennootschap de Alkmaarsche Stoommeelf'abriek te Alkmaar, om vergunning tot het oprigten eener Stoom- meelfabriek op het erf van het perceel aan het Groot Noord- hollandscli Kanaal genaamd de Hollandsche tuin zijnde wijk E, No. 422. Burgemeester en Wethouders voornoemd Alkmaar, A. MACLAINE PONT. 8 Jan. 1880. De Secretaris NUHOUT VAN DER VEEN. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALKMAAR brengen ter algemeene kennisdat de beschrijving voor de plaatselijke directe belasting voor het dienstjaar 1880 zal aanvangen Dingsdag 13 Januari 1880. Zij herinneren, dat die belasting geheven wordt van de te Alkmaar hun hoofd verblijf houdende en van de meer dan drie maanden in het dienstjaar te Alkmaar verblijvende a hoofden van huisgezinnen of alleen wonende personen, die een perceel of een afzon derlijk belastbaar gedeelte van een perceel bewonen; b. per sonen of hoofden van gezinnenbij anderen inwonende daaronder begrepen minderjarige kinderendie een eigen inkomen hebben, voor zoover de hoofdbewoner niet of niet geheel in hun onderhoud voorziet, onverschillig of de hoofd bewoner al dan niet belastbaar zij. Burgemeester en Wethouders voornoemd, Alkmaar, A. MACLAINE PONT. 10 Jan. 1880 De Secretaris, NUHOUT van der VEEN. Lijst van brieven, waarvan de geadresseerden onbekend zijn, verzonden gedurende de 2'. helft der maand November 1879. D. Kaandorp, J. Zondervan, B van der Wal, C. Smit, Amsterdam J. Bakker, Lagedijk Okkema, Lemmer; A. Pel, de Rijp; J. en C. Griep, Schoorl; P. Dekker, Soest. Van de Hulpkantoren Broek op LangendijkHk. van Amstel, Amsterdam. SchoorldamJ. Steeven 't Zandt. P O L I C I E. Ter terugbekoming is aan liet Commissariaat van Policie het volgende voorhanden alseen jongensonderbroekeen paar roode motjes, twee bankbiljetteneen jonge hond wit bont), een ivoren doekspeld en een lange stoffer. ii Er werd in het afgeloopen jaar in Europa geen oorlog gevoerd. In Februari -'erd de vrede tusschen Rusland en Turkije bekrachtigd. Zijn de uitkomsten van den vreeselijken strijd geëvenredigd aan de groote offers die hij gekost, aan de ellende die hij veroor zaakt en nagelaten heeft De toekomst zal het moe ten leeren Eén gevolg van den oorlog is duidelijk; dat de macht van Turkije voor goed gebroken is. Was reeds vroeger zijn financiëele toestand onhoud baar, thans is de geldnood tot een hoogte geklom men die een voortzetting van de huishouding op den tot nog toe gevolgden voet niet langer gedoogt. Vóór den oorlog bezat Turkije een sterk en tamelijk goed uitgerust leger. Dat leger is vernietigd en er is geen geld voor een nieuwe regeling, ook niet op kleiner schaal dan voorheen. Men mag daarom met volle recht de vraag stellen of Engeland zijn wensch om het Turksche Rijk zoo lang mogelijk in stand te houden niet beter zou hebben bereiktwanneer het zich had vereenigd met de overige mogendhe den om d.e Porte zoo noodig te dwingen tot een beter bestuur en tot verzekering van de rechten der christen-bevolkingin plaats vandoor zich terug te trekken en zich min of meer vijandig tegenover Rusland te stellende Turken te stijven in hun verzet en daardoor het uitbreken van een oorlog te bevorderen die tot zulk een uitkomst heeft geleid. Servië en Roemenië onafhankelijk verklaardgrond gebied afgestaan aan Rusland, Griekenland en Mon tenegro, Bosnië en de Herzegowinu aan Oostenrijk overgegeven het eiland Cyprus aan Engeland ge schonken Bulgarije tot aan den Balkan tot een zelfstandig vorstendom gemaaktalleen door seliat- pligheid aan den Sultan verbonden en ten zuiden van den Balkan een zelfstandige provincie opgericht met een Christen tot gouverneur, eigenlijk alleen in naam onder de heerschappij van de Porte gebleven. Het grensgebied van het Turksche Rijk in Europa, waarover de Sultan rechtstreeks gebied voerttelt dan ook niet meer dan ruim vijf miljoen inwoners. Heeft de oorlog niet in Europa gewoedEuro- peesche mogendheden hebben niettemin oorlog ge voerd in andere werelddeelen. Onze eigen oorlog met Atjeh is hoogst waarschijnlijk door de krachtige maatregelen en het goed beleid van den bevelheb ber, voor wien eenige onzer landgenooten een blijk van hulde vragen van de natie zijn einde nabij ge- iracht. In Zuid Afrika zag Engeland aanvankelijk een duizendtal zijner zonen door de Zoeloes over vallen, jammerlijk omkomen, maar toen later de vijand in .zijn overmoed tot een algemeenen aanval overgingwas ook de overwinning der Engelschen volkomen, en tevens de oorlog geëindigd. Na de gevangenneming van den Zoeloe-Koning Ketswajo werden twee andere lastige en gevaarlijke personen .onschadelijk gemaakt, de Kafferhoofden Mooiroos en Sekokoeniwaarvan de eerste sneuvelde en de tweede gev-.ngen werd genomen. Zoo is dan het grondge bied van de Zuid Afrikaansche Staten beveiligd en zal Engeland zich kunnen bezig houden met de re geling van hun onderlinge verhouding en het bestuur van hetgeen onder Engelsch gebied staat. Daartoe behoort nu ook onherroepelijk de voormalige Trans vaalsche Republiek en de Hollandsche boeren zullen zich zoo goed mogelijk in hun lot dienen te schikken Te verdeeldte hardnekkig bij eigen inzichten en I iopvattingen volhardend om een open oor te hebben Cyoor goeden raad en een zelf gekozen leidsman te volgen of in onderling overleg een gemeenschappelijk besluit te nemen en zich daaraan met toewijding en zelfverloochening te onderwerpen hebben zij thans een meester gevonden die gehoorzaamheid eischt, en de macht bezit om zoo noodig tot gehoorzaamheid te dwingen. Daarom behoeft echter de hoop niet te worden opgegeven dat na korteren of langeren tijd zich aan de zuidpunt van Afrika een statenbond of een bondstaat zal vormenwaarin ook deze onze stamverwanten met ons uit hetzelfde blied gespro ten zich naar eigen aanleg en volksaard zullen kunnen ontwikkelen. Wellicht zullen de jaren van beproeving die thans voor hen zijn aangebroken waarin zij genoodzaakt zullen zijn zich naar de in zichten van een vreemden meester te schikken zij het ook een harde, tevens een nutte leerschool voor hen zijnzoodatbij behoud van alle vrijheidszin de overtuiging bij hen rijpe, dat het om vrij te kun nen zijn en te blijven noodig is Blaven der wet te wezen. En wij, Nederlanders in Europa, als wij de hand op het hart leggen zullen wij naast de ver wantschap van het bloed niet eenige verwantschap naar den geest moeten erkennen? Ongetwijfeld, wat er stugs en onverzettelijks in ons volkskarakter schuilt, heeft zich bij onze Afrikaansche broeders, in den staat van afzondering waarin zij over hunne uitgestrekte velden verspreid, steeds hebben geleeld, ongestoorder en krachtiger kunnen ontwikkelen dan bij ons in het zich steeds hervormend beschaafd Europa. Geen nieuw denkbeeld dat ook niet tot ons doordringt geen belangrijk feitwaarvan wij niet eenigermate de gevolgen gevoelen of althans den indruk ontvan gen. Dagelijks komen wij met onze naburen in aan raking wij zien hunne werkenhunne wetgeving hunne staatregeling en maatschappelijke inrichting wij merken hun ijver en ondernemingsgeest, ook hun naijver en baatzuchtige begeerten opwij letten op de gevaren die sommige gebeurtenissen en verwik kelingen ook voor ons kunnen doen ontstaan en wij worden tot krachtsinspanning en waakzaamheid, tot wijsheid en voorzichtigheid, tot onderling overleg, tot samenwerking en eendracht genoopt, om in dien wedstrijd staande te blijven en bij mogelijke botsing van belangen onze zelfstandigheid te behouden. Wij hebben bereids vreemde overheersching leeren kennen, en door dat alles hebben wij veel kunnen leeren waartoe onze Afrikaansche stamverwanten in hunne eenzaamheid de gelegenheid misten. Toch is het niet te ontkennen dat het te stijf vasthouden van eigen opvatting en inzicht ook bij ons menige nuttige zaak tegenhoudt, en niet zelden den wagen zoo sterk remt, dat hij niet vooruit te krijgen is. Ja, wij moeten het niet vergetenwij zijn van hetzelfde ras als de koppige boeren in de Transvaalwij zijn van dezelfde familieen hebben vele familietrekken met hen gemeen Al hebben zich bij hen de kiemen sterker en vrijer ontwikkeld die kiemen zijn ook bij ons aanwezig Daarom verdient hunne geschie denis in hooge mate onze aandachten is zij voor ons bij uitstek leerzaam en waarschuwend. Ook in Midden-Azie heeft Engelsche volharding na aanvankelijken tegenspoed en bloedig geboete misrekening ten slotte gezegevierd. Intusschen zijn de wetenschappelijke grenzen, die men in het belang van eigen veiligheid verklaarde noodig te hebben verre overschredenen zal Engeland bij gebreke van een geregelde en vertrouwbare inlandsche re geering, waarschijnlijk wel verplicht zijn Afghanistan zelf te bezetten en te besturen. Zoo komt bet allengs Rusland nader, dat van de andere zijde door gelijk soortige omstandigheden tot voortgaan wordt ge drongen of verlokt en zullen de beide mogendheden eenmaal ofschoon dan ook nog zoo spoedig niet elkander ontmoeten om elkander terstond aan te vallen en een strijd op leven en dood te beginnen? Waarom ook niet om de ondervinding op te doen dat het een groot voordeel oplevert, door een staat begrensd te wordendie orde en veiligheid hand haaft, rooftochten aan de grenzen en schendingen van grondgebied verhinderten regel en wet doet heerschen In een hooid-arttkel, met het opschrift: ePrins Bismarck en het nieuwe Fransche ministerie"betoogt de Rólnische Zeitunq, dat geheel Europa vrede verlangt, uitgezonderd Rusland, dat gaarne in een buitenlandschen oorlog afleiding zou vin den voor de binnenlandscbe moeielijkheden. Vooral heeft üuitschland behoefte aan vrede en daarom had de Rijks kanselier eene boodschap des vredes naar Parijs gezonden. De in Frankrijk voorgevallen verandering van ministerie was hem zeker niet aangenaammaar tot op zekere hoogte is het hem onverschilligwie daar regeerenmits geene staatkunde gevolgd wordt, uitloopende op eenen revanche oorlog met Duitschland. Zulk eene staatkunde zou eene toenadering tusschen Frankrijk en Rusland zijn en was dat ge vaar op het oogenbhk het eenige geweestdat hij voor den vrede van Europa vreesde, dan zou hij dat nieuwe mi nisterie hij de eerste gelegenheid de beste gebruskeerd heb ben. Meer dan eens beeft hij duidelijk getoond dat bij mocht een oorlog onvermijdelijk blijzen te zijn niet zou wachtentot dat zijn tegenstander gereed wasmaar hem voorkomen en overvallen Hst ontslag van den franschen gezant te Berlijn, dat een ongunstigen indruk maakte, gaf geschikte gelegenheid om aan den fransehen president-mi- nister opheldering te vragen omtrent de door hem te vol gen staatkundeen dit kon te gemakkelijker geschieden omdat de duitsche gezant te Parijs persoonlijk reeds bevriend met hem was. Die ophelderingen schijnen zeer bevredigend te zijn geweest, want de wijze, waarop prins Bismarck den gezant op nieuwjaarsdag te Parijs liet optreden, gaf duide lijk zijn vertrouwen te kennen in de buitenl. staatkunde van het nieuwe ministerie. Daardoor is het in Europa mogelijk gemaakt, want Duitschland's macht is thans gelukkig zoo groot, dat een ministerie, waartegen de kanselier eeue vij andige houding aanneemt op den duur in Erankrijk n- mogehjk zou zijn. De nieuwe president-minister zal dus evenals zijn voorganger eene te nauwe verstandhouding met Rusland gevaarlyt achten en niet het vuur niet eens spelen, Eu daarom en zoolang is hij den kanselier welkom onver- schilbg of hij al dan niet Jaeobijn is. Den 27 bracht de voorzitter van den algemeenen raad der Seine verslag uit van het bezoek bij den minister van binnenlandscbe zakenwaarbij hij zich kweet van de liern gedane opdrachtom uit naam van den raad op te komen tegen de nietig verklaring van verschillende door hem ten aanzien van eene algemeene amnestie uit gesprotten wenschen. Hij was zeer beusch ontvangenmaar overigens had de mi nister de houding der regeering verdedigd en ten slotte den raad vermaand, zich zoo stipt mogelijk aan de wet te houden om geene wapenen te verschaffen aan hen, die vol houden dat hot departement, waarin de hoofdstad ligt, niet onder de algemeene wet kan bestuurd worden. De Parjjsehe gemeenteraad schrapte den 27 bij de voort gezette behandeling der begrooting, op voorstel der betrok ken commissie, de posten voor de bezoldiging der aalmoe zeniers aan drie gemeentescholen. De directeur van het onderwijs kwam evenals de prefect vruchteloos hiertegen op, hoofdzakelijk het.oogende, dat de raad krachtens overeen komsten tot de zorg voor het godsdienstonderwijs in die inrichtingen zonder twijfel verplicht was en de scholen door de meeste leerlingen verlaten zouden worden. Den 29 werd het getal aalmoezeniers in de hospitalen en gasthuizen met 10 verminderd en voorgelezen het besluit van den president der republiekwaarbij de onlangs verworpen kosten voor de uitgaven der eeredienst hersteld werden. De Répuülique Franqaise betoogde ineen hoofdartikel, dat het nieuwe ministerie, dat 14 dagen tijd heeft om zich voor te bereiden, zijn naam en zijne toekomst in zijne hand heeft. Het moet bij den Senaat aandringen op de onmiddelijke be handeling van het wetsontwerp op het hooger onderwijs van Jules Ferry, paal en perk stellen aan den staat van opstand, waarin een deel der rechterlijke macht verkeert en met krachtige hand de beraadslagingen leiden over het ontworpen algemeene tarief van in- en uitvoerrechten. 0..k in de staatkunde is kunst noodig en het moet dus toezien, hoe het optreedt. De liefde voor het vaderland legt zulks als plicht op. Het moet niet vergeten, welken jammerlijken indruk de voorzitter van het afgetreden ministerie maakte door de kleurtooze verklaring bjj zijn optreden afgelegd; hoe dit eene smarte lijke teleurstelling voor geheel Frankrijk was en hoe daar door van dat oogenblik af het ministerie zeer krank was in de oogen van alle scherpzinnige waarnemers. Frankrijk is zulke ontgoochelingen moe en verlangt niet om de 6 maan den van regeering te veranderen de nieuwe ministers weten dit even goed en zullen bij hunne verschijning voor het parlement dienovereenkomstig handelenzij zullen niet met ledige handen komen. In een later artikel wordt met lof gewag gemaakt van de wijze, waarop de minister van finan ciën en die van binnenlandsche zaken begonnen zijn het ambtenaarspersoneel te zuiveren en er op aangedrongen, dat hiermede meêdoogenloos en zonder het minste tijdverlies worde voortgegaan, opdat binnen weinige weken die zaak voor goed afgedaan zij. Draling van den een of anderen minister zou zoowel onder zijne ambtenaren als in liet mi nisterie zelf eene ware ontevredenheid doen ontstaan. Bij de offieiëele ontvangst der gezanten enz. op het Elysée den 1, gaf de duitsche gezant, prins Hohenlohe, den president- minister de Freycinet namens zijne regeering de verzekering, dat, niettegenstaande het leedwezen over het vertrek van den franschen gezant graaf de St. hallier, uit Berlijn, er geen enkele reden bestond, waarom aan dit ministerie niet dezelfde gevoelens van hartelijkheid en vredelievendheid zouden be toond worden als aan het vorige. De gezant sprak met verheffing van stem die verzekerinsr uit, zoodat, prins Orloff en graaf von Beust, de russische en oostenrijksche gezanten, het duidelijk moesten hooren. De president-minister be tuigde zijne ingenomenheid met die verklaring en ver zekerde dat Frankrijk niets zou verzuimen om de goede verstandhouding te bekrachtigendoor zijn voorganger zoo gelukkig tot stand gebracht. De jiausehjke nuntius zeide, dat bij er zich in verheugde aan het hoofd van het minis terie een man geplaatst te zien, wiens ruime en verzoenings gezinde begrippen verheven karakter en verdraagzame ge voelens algemeen bekend waren, van wien vertrouwd kan wordendat hij het gezag zou uitoefenen op de reebtvasr- digsle, echt vrijzinnige wijze en bij wien men zeker kon zijn, een stipt onpartijdigen steun te vinden. De Freycinet (protestant) antwoordde, dat hij de verzekering kon geven, dat hij bezield was van de oprechtste, eerlijkste bedoelingen. Verre van hem alle vijandige gezindheid ten aanzien van de r. c. godsdienstwelke iiij ten hoogste eerbiedigde. Zijn wensch was. haar verwijderd te houden van elke te nauwe aanraking met. staatszaken en haar aldus te verlossen uit eene verwarringwelke voor allen moeielijkhedenverlegen heid en leedwezen zou kunnen baren en zijne pogingen zou kunnen verlammen. De bevoegdheid van den vice-minister van financiën is geregelddaarbij wordt het bestuur van het gebeele onder het. ministerie van financiën behoorende personeel in banden van dien titularis, den lieer Wilson, gesteld; alle benoe mingen tot heden opgedragen aan de directeurs-generaal der douaneder directe en der indirecte belastingen zijn voortaan uitsluitend aan dien vice-minister voorbehouden en die, opgedragen aan den president der republiek of den mi nister, zullen aan zijn voorafgaand onderzoek en op zijn ad vies geschieden. Feitelijk wordt die vice-minister tegen over de Kamer dus verantwoordelijk ten aanzien van al het geen de samenstelling, zuivering en aanvulling van het personeel betreft. De ber.chtgever der Times meldt, dat den 1 de Parijze- naars voor het eerst eene nieuwjaarsreceptie in haren geheelen omvang na den val van het keizerrijk hebben bijgewoond en dat aan die omstandigheid de versteldheid moet worden toegeschrevenwaarmede de voorbijgangers Gambetta in eene koets zagen zitten met zijne secretarissen, benevens de bedieuden m de liverei >au bet Wetgevend Lichaam en niet driekleurige kokarden begeleid door een eskadron dragonders Niemand beschouwde dit met welbe hagen het volk merkt dergelijke verlooningen aan als eene verloochening van de echt democratische staalsregeling en terwijl de aristocraten de schouders ophalen over dien par venu, keeren de werklieden van Belleville zich met weerzin af van hem dien zij reeds een aristocraat en een snoeshaan noemen. Den 4 deelde graaf von Beust aan den minister-president de Freycinet het antwoord der oostenrijksche regeering mede op de depeche houdende kennisgeving zijner benoeming aan de verschillende regeeringen. Zij geeft daarin hare inge nomenheid met zijn optreden te kennen, als bekend en hoog geacht staande o.n zijn beleid en zijne verzoeningsgezind heid en verklaart zich bereid om met hem de vriend- schappelijkste betrekkingen aan te knoopen en staat te maken op eene dergelijke bonding zijnerzijds. Het daarna plaats gehad hebbende undeihoud was zeer hartelijk. Graaf de Montalioetde laatst overgeblevene der voorma lige ministers van Lodewijk Philips thans onafzetbaar lid van den Senaat, hoewel door ziekte steeds verhinderd geweest zitting te nemen, overleed den 5 in den ouderdom van 79 ja ren. Hij behoorde tol de geestverwanten van den heer Thiers, diewanhopende aan het herstel van het koningschap tot de republiek overgingen, j De minister van binnenlandsche zaken en een groot aantal geneesheeren woonden den 6 te Parijs de uitvaart bij van een jong geneesheer Uerbelin, bezweken aan de croup, nadat hij twee daaraan lijdende kinderen behandeld had. Ierland. Den 3 hadden weder ongeregeldheden plaats, naar aanleiding van het aanzeggen aan eenige pachters to Carraroe in het graafschap Galwaydat zij hnnne erven te verlaten hadden. De politie moest van hare wapenen gebruik makenwaarbij eenige personen gewond werden. Engeland. Lord Salisbury heeft den 6 aan eene depu tatie van houders van turksche schuldbrieven 1858 en 1862 verklaard datzoo hij aan de Porte een raad had te geven, het deze zou zijnop dit oogeublik aan niemand rente te betalenmai.r eerst de inkomsten des lands te gebruiken tot vestiging van een degelijk bestuur en daarna de schuld- eischers tevreden te stellen naar rangorde. De deputatie beklaagde zich dat de door de Porte als onderpand voor de betaling van de houders dezer schuldbrieven aangewezen inkomsten gebruikt werden om latere seliuldeischers te voldoen. Schotland. Slechts 4 van de 75 lijken bij het ongeluk in de Taij zijn tot heden gevonden. Prins Lobanoff is als gezant naar Londen, baron von Oubril naar Weenen en von Nowikoff naar Konstantinopel verplaatst; de gezant te Athene, von Sabaroff, is naar Ber lijn verplaatst. In buitenl. bladen opgenomen mededeelingen over de vestiging van een geheel of gedeeltelijk regentschap, zijn van allen grond ontbloot. Ook de door verscheidene Petersbu-gsche bladen in omloop gebrachte berichten, dat tal rijke benoemingen voor hooge betrekkingen in het binnenl. be stuur zouden plaats hebbenworden in twijfel getrokken. Alleen is de heer H'alujeff benoemd tot voorzitter van de ministers-commissie en van de commissie voor de verzoek schriften. Genoemde heer behoort tot de gematigde en duitsehgezinde partij en in zoo ver heeft deze hen.o.e®.ia.^ reeds dadelijk eenige beteekenisdaar die partij de over winning schijnt behaald te hebben over de panslavisten in de omgeving van den Czaar. Den 3 gevoelde de Keizerin te Cannes (Frankrijk), 55 jaren oud, zich weder zwakker; de hoest was sterker en de hartkloppingen herhaalden zich. De eetlust was verminderd eu de longaandoening toegenomen. Den 6 was de toestand zorgelijker en werd het ergste gevreesd. Na eene beraadslaging van 13 dagen nam de Kamer van Afgevaardigden den 3D des avonds het adres in antwoord op de troonrede aan. Met 99 tegen 71 stemmen terwijl 6 leden aan de stemming geen deel namen, werd eene motie van vertrouwen in de regeering aangenomen. De geldelijke nood in Turkije wordt steeds grooter en de nadeelige gevolgen daarvan zijn thans ook bij het leger merkbaar. Het anders zoo dappere turksche leger is bijna niet meer te herkennen. Verschrikkelijke nood heersebt in zijne gelederen. Het bedelen wordt door de soldaten niet meer als schandelijk beschouwd; op klaarlichten dag ziet men aan de hoeken der straten manschappen den voorbijganger een aalmoes vragendeen zij vergenoegen zich met het gering ste wat, men hun geeft. Des nachts is het echter geheel anders; ontmoeten zij een goed gekleed man, dan bedelen zij om eenige piasters voor tabak maar een boer wordt aangevallen en meêdoogenloos van alles beroofd. Daar zjf in bijna 40 maanden geen soldij ontvingenis onder hen de gewoonte ontstaan hunne wapenen te verkoopen. De militaire bevelhebber beeft daartegen strenge maatregelen genomenen de dagbladen bevatten eene verordening waarin zij die wapenen of andere equipemenlstukken van de soldalen koopeu met strenge straffen brdreigd worden. Een telegrafisch bericht, dat de engelsche gezant te Kon stantinopel Laijard met zijn vertrek gedreigd had, indien de Porte een ter dood veroordeelden muzelmanschen priester Achmed-Tewfik niet vrijliet, of althans zorgde dat hem geen leed geschiedde, bleek later minder juist te zijn. De zaak kwam hierop neder. Die priester was bij een zendeling Roller, een duitscher, werkzaam geweest bij de vertaling van godsdienstige geschriften in het turkschvolgens de muzelmansche wet een strafbaar feit. De in het bezit van Roller gevonden schrifturen werden in beslag genomen en de priester aangeklaagd wegens het verspreiden van geschrif ten die tot omverwerping eener godsdienstige orde van zaken kunnen leiden en eene beleediging voor den Islam waret'. Zoodra hij gevangen was genomen, had genoemde gezant de aandacht der Porte gevestigd op den ongunstigen indruk, dien de toepassing der wet in hare volle strengheid in dit geval op Europa zou makenen op gematigdheid aangedrongenen toen hieraan niet spoedig gevolg werd gegeven, als eisch gesteld teruggave der in beslag genomen papieren aan Roller, vrijlating van genoemden priester en ontslag van den minister van politie. Bij dien eisch werd van de onderstelling uitgegaan, dat deze geheele zaak, buiten den Sultan omdoor het ministerie verricht was om zich bemind le maken bij de dweepzucbtigste Mohammedanen. Een daarna door den gezant met. den Sultan gehouden on derhoud had eene bevredigende uitkomst. De papieren zouden teruggegeven worden en de priester zou eenigen tijd naar eene stad in bet binnenland gezonden worden om hem tegen de opgewondenheid van het volk te beschermen. De gezant zou over de keuze dier stad geraadpleegd worden. Later is overeengekomen hem naar een eiland te zenden niet eene christelijke bevolking. De minister van politie gaf bevredi gende ophelderingen, waarna de gezant erkende, dat noch de grootvizier, noch de minister van politie de in hechtenisneming had bevolen. De duitsche reg-ering had de eischen van En geland ondersteund, omdat, de Porte gehandeld had in siryd met artikel 62 van het berhjnsche verdragwaarbij zij de vrijheid van godsdienst uitdrukkelijk erkend heelt. De heer v. Rullay, bekend door zijne keuuis der Ooster- sche toestandenis tot opvolger van graaf Zicht/, den oos- tenrijkschen gezant te Konstantinopelbenoemd. De bulgaarsche militie maakte zich met geweld meester van de griekscbe kerk te Philippopel. Aleko-pacha heeft de sleutels en laat baar bewaken. Deze gebeurtenis veroorzaakt groote opschudding. Nieuwe moeilijkheden wachten het ministerie Canovas del Castillobij de hervattiug der Cortes-zittingen den 10. In den laatsten ministerraad deelde de minister van koloniën aan zijne ambtgenooten mede, dat het tekort in de koloniale schatkist van 5 tot 9 miljoen dollars was vermeerderd als gevolg van de uitgaven voor den oorlog. Hij erkende tevens, dat de voornaamste hinderpaal tegen eene vermindering van het tarief van rechten hierin bestond, dat het syndicaat der laatste leeningeu hypotheek bad op de inkomsten der in-eu uitgaande rechten voor 14 jaren. De afgevaardigden van Cuba willen bet voorbeeld hunner ambtgenooten in den Senaat volgen, eu zich tegen het wetsontwerp tot afschaffing der slavernij aldaar verzetten wanneer niet gelijktijdig de andere hervormingen, welke zij onontbeerlijk achtenom de kolonie in staat te stellen de daaruit voortvloeiende crisis

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1880 | | pagina 1