No. 23 Tweeëntachtigste Jaargang 1880. ZONDAG 6 JUNI. (Bebccllc PATKITKI. gl&lckclijfcdrhc Berichten Ouiischlamt Reigie. geraamd, Luxemburg. FraukrUk. Uroot Bfrlltanfe en Ierland. Rusland. TurkUe. Zwitserland. z\jn best doende de vele sporen der ondergane misban» M A A R S CIIE C 0 U B AIV T. Deze Courant wordt wekslijks uitgegeven en is verkrijgbaar op Zaterdag avond te 7 uren. Prijs per kwartaal franco per post f O,##, afzonderlijke nommers Cents. Brieven franco aan de Uitgever H.ERM'. COSTER ZOON. De Advertentiën kosten van 15 regels 0,75, voor elke regel meer 15 Cents; groote letters naar plaatsruimte. Bij inzending tot Zaterdagnamiddag 1 uur, wordt voor de plaatsing in het eerstvolgend nommer ingestaan ingezonden berichten een dag vroeger. De COMMISSARIS des KONINGS in Noordhollanb Brengt ter kennis van bevelvoerders van schepen die het Noordholiandsch Kanaal bevaren dat ter wederzijde van de plaats van genoemd kanaal bij Purmerend alwaar een spoorwegbrug over dat kanaal wordt gebouwd, waarschuwingsborden zijn seplaatst, die tusscben zonsondergang en zonsopgang van lantaarns met rood licht zijn voorzien dat krachtens art. 84 1». lid van het algemeen Reglement van politie voor dat kanaal en zijne havens, vastgesteld bij koninklijk besluit van 16 Juni 1867 (Staatsblad No. 56), stoombooteu op het gedeelte van het kanaal, tusscben die waarschuwingsborden begrepen met geene groofere snelheid zullen mogen varen dan van 100 meter in de minuut; dat de bevelvoerders van alle schepen krachtens art. 15 zich zullen hebben te gedragen naar de bevelen die hun door de kanaalbeambten worden gegeven. Haarlem De Commissaris des Konings voornoemd 31 Mei 1880 SC110RER. BEANDWEZEN, BüRaEMEESTUR en Wethouders van Alkmaar; Overwegende dat twee brandspuiten bediend zul len worden door ingezetenen, die daarvoor worden aan gesteld door Burgemeester en Wethouders, op voor- dragt van het collegie van brandmeesters en wel 75 manschappen voor iedere spuit, tegen eene vaste jaarwedde van f 5, uittebetalen in de maand Decem ber van ieder jaar en tegen eene belooning van vijf en twintig centen per uur, wanneer bij brand dienst wordt verrigt Boepen hen, die daarvoor in aanmerking wen- schen te komen, op, om zich vóór 8 Juni a. s. te laten inschrijven op de ter gemeente-secretarie ge reed gemaakte lijst, waartoe alle werkdagen gelegen heid bestaat tusscben des voormidüags 9 en des namiddags 2 uur Zij herinneren, dat, wanneer zich geen voldoend aantal personen aanmelden het gevolg zal worden dat de verpligte dienst zonder betaling der bewezen diensten gehandhaafd blijft. Burgemeester en Wethouders voorn <emd, Alkmaar, A. MACLA1NE PONT. 28 Mei 1880. De Secretaris, NUHOUT van der VEEN. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALKMAAR brengen ter openbare kennis dat zij in hunne vergadering van 1 Juni jl. gunstig heb ben beschikt op het aan hen ingediende verzoek van HÈRM'. COSTER ZOON, Boekdrukkers te Alkmaar, om ver gunning tot het plaatsen van een twee paardenkrachts ver ticaal stoomwerktuig met ketelin het perceel aan de Voordam, Wijk C No. 9. Burgemeester en Wethouders voornoemd, Alkmaar, A. MACLAINE PONT. 3 Juni 1880. De Secretaris, NUHOUT van der VEEN. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALKMAAR Gezien de aanschrijving van den Heer Commissaris des Konings in Noordholland van 5 Mei 1880 No. 15/798 M/S 4e. afdeeling (verz. circulaires No. 25). Roepen bij deze op de hier verblijfhoudende verlofgangers der militie te land, voor zoover zij voor 1 April 1880 in bet genot van onbepaald verlof waren gesteldom zich op Maandag 21 Juni 1880, des voormiddags ten negen urete laten vinden voor het raadhuis dier gemeenteom aldaar door of van wege den militie-commissaris te worden onderzochtgekleed in uniform en voorzien van al de door hen van het korps medegebragte kleeding- en equipement- stukken benevens zakboekje en verlofpas. Burgemeester en Wethouders voornoemd AlkmaarA. MACLAINE PONT. 5 Juni 1880. De Secretaris, NUHOUT van der VEEN. De PATENTEN voor TAPPERS, SLIJTERS, KOFFIE- HUISHOUDERS enz. dienst 1880/81 (op vertoon van het aanslagbillet waaruit blijkt dat de helft van den aanslag is voldaan) zijn gedurende 14 dagen, eindigende 19 Juni 1880, ter Secretarie te bekomen. MILITIE EN SCHUTTERIJ. De onderstaande personen worden verzocht ter Secretarie te komen CORNELIS STAM, HENDRIK KLERK, MAARTEN LOS. PI ETER BAKKER, B. J HAAK, R. KOBLENS JAN KONING, P. vande POLL. JOIl". THEOD" SCHUT. CORN' VISSER, A. van de WERKEN en CORN' LUGTIG. VERGADERING van den RAAD der gemeente ALK MAAR, op Woensdag, 9 Juni 1880, des namiddags te kwartier vóór één uur. Namens den Voorzitter van den Raad, De Secretaris, NUHOUT VAN DER VEEN. De volgende personen worden verzocht zich ten spoe digste ter gemeente-secretarie aantemelden: 1Anna Maria Je onnette Querellelaatste woonplaats Noord- wijkerhout; Klaas Bos, 1. w. de Rijp; Johan Gerhard Joor, 1. w. Helder; Cornells Dijker, 1. w. Helder Klaasje Scheerman, L w. CastricumFranciscus Bakker, 1. w Amsterdam, Theo- dorus Resell, l. w. Wieringen Aafje Ooms en Dirk Ooms, beiden 1. w. Uitgeest; Neeltje Klem, b w. Koedijk. P O L I C I E. Ter terugbekoming is aftn. het Commissariaat van Polioie bet volgende voorbandeals: een peteen wit bokje, een gouden doekspeldjevoorzien van een bloedsteentje een gouden f een goud plaatje van een gouden ringtwee onge- kisten. Twee socialistische geschriften, waarin de kiezers van het 5' berlijnsche kiesdistrict voor den rijksdag en van het district Schwnrzburg-Sondershausen aangemaand werden de tegenwoordige regeering en maatschappij om ver te werpen zijn op grond der bestaande wet verboden. Zooveel mogelijk zullen de in Duitschland verspreide exemplaren in beslag worden «euomen. Pruisen. Huis der Afyev. Den 28 werd het wetsontwerp betreffende de Meiwetlen in behandeling genomen. De minis ter van eerediensi betoi gde, dat eeu schikking met de kerk Slechts langzamerhand op den grondslag der pruisische wet geving bereikt kon worden. Uit de onderhandelingen te Weenen bleek, dat een gemeenschappelijke rechtsgrondslag niet te vinden wasdat hoogstens een modus vivendi tot stand kon komen, waarbij de Kerk vasthield aan haren in vloed op geestelijk gebied en de Staat zijn gezag hand haafde. De pogingendaartoe in het werk gesteld hadden schipbreuk geleden omdat de Curie eischen stelde waarin niet kon getreden worden. Daar de regeering hierdoor ten aanzien van de herziening der Meiwetten voorzichtig was geworden, bleef alleen over, de bevoegdheid tot de al of niet toepassing dier wett-n aan den Staat te geven. Met betrekking tot de pauselijke breve van 24 Februari was gebleken, dat Rome haar anders opvatte dan de regeering, in zoover laatstgenoemde zieh de beslissing wilde voorbe houden. De regeering wilde, krachtens hare zedelijke ver antwoordelijkheid aau zekere voor de kerk hinderlijke toe standen waarvoor slechts de Curie verantwoordelijk was te gemoet komen. Dat de Curie zich met deze houding niet zou vereenigen .was aan de regeering bekenddoch zij liet zich daardoor niet van het spoor leiden. Hij trad daarop in eene beschouwing van enkele paragrafen. Art. 4, betreffende de terugroeping der bisschoppen, was in den voorgestelden of in een anderen vorm volstrekt noodzakelijk. Daarvan kon niet afgeweken worden. Overigens was het doelom de scherpe botsingen, waartoe de Meiwetten aanleiding kunnen geven, te vermijden; daarbij kon slechts van het staatkun dig en administratief standpunt uitgegaan worden. De re geering hoopte door het ingediende ontwerp een vasten grondslag te verkrijgen, waarop men zich in bizondere ge vallen zou kunnen verstaan. Werd die volmacht haar ge weigerd dan zou de regeering die later bij een ander Par lement moeten zoeken. De Curie was, toen zij het laatst afkeurend antwoord van 14 Mei verzond, met de tegenwoor dige voorstellen niet bekend. Wellicht Vielen zij op een vruchtbaren bodem. De oud-minister F alk sprak tegen het ontwerp. De regeering had hare verdedigende stelling niet moeten verlatenvoordat Rome haar te gemoet kwam. De Paus gaf tot heden slechts woorden van vrede en verlangde in ruil daarvoor daden, en nu kwam de regeering met. tege moetkomingen die naar zijne meening nog verder gingen, dan de Paus zou verlangd hebben. Daarom was dit ontwerp een teeken van zwakheid. Één ding .noest men van Rome leerentaaie volharding. De regeering wilde de terug komst der door haar afgezette bisschoppen vergunnen, maar dan moest men ten minste waarborgen hebben voor hunne onderwerping aan de wet. Die waren er niet en de bisschoppen zouden niets doen, dan wat te Rome werd goedgekeurd. De staat kon niet te krachtig het gezag zijner wetten handhaven: ook mocht niet vergeten worden, dat de aan de regeering trouw gebleven katholieken aanspraak hadden op zorg van wege den staat. Het centrum had altijd gezegd, dat het geloof der katholieken aangerand werd en hel had moeite gekost, dal beweren ingang te doen vindendoch werd dit ontwerp wet, zou het ^centrum dan niet uilroepen; ziet gij wei. thans erkent de regeering zelve, dat zij u onrechtv .ardig vervolgd heeft! Dit is haar eerste stap; houdt maar vol, dan zullen er wel meerdere volgen. De tegenwoordige strijd was niets dan een tijdvak uit den ouden strijd der geestelijk heid om de heerschappij; dergelijke tijden zouden terug komen en de staat moest dus geen stap achteruitgaan, of het zou een noodlottigen indruk geven en de gevolgen waren niet, te overzien. Hijde vader der Meiwetten, was daarom tegen ieder ontwerp van deze strekking, onverschillig of het lang of kort van kracht zou zijn. De heer Hammer- stein verklaarde zich namens de uiterste rechterzijde voor het ontwerp, maar wenschte bepaling van zeker tijdsverloop, ge durende hetwelk de wet van kracht zou zijnhij stelde verder enkele wijzigingen voor. De heer fVindthorst (centrum) sprak tegen het voorstel. De Kerk liet zich niet ouder den Staat buigen. Hij drong aan op meer volledige overlegging van stukken. Het centrum zou bij de algemeene beraadslaging geene verklaring afleg gen over zijne bepaalde verhouding tot dit onderwerp. Ai nam het aan de beraadslaging deel, het wilde toch de recii- ten der Kerk daarmede niet verkort hebben; zonder den Paus kon het geen vrede sluiten en volkomen vrede tus- schen Kerk en Staat achtte hij ondenkbaar zonder herstel van den status quo ante. Het centrum zou volharden; het kon zich met liet ontwerp, zoo als het daar lag, niet ver eenigen. Werd het eenigzius gewijzigd, dan zon daarvoor wellicht, nog mogelijkheid bestaan. Den 29 spraken de heeren Virchow (Fortscbritt), Stab- lewski (Pooi), en Reichensperger (centrum) tegende heeren Limburg Styrum en Stacker (conservatieven) voor het ontwerp. De heer Gneist (nationaal-liberaal) verklaarde zich tegen het vrijstellen der regeering van de uitvoering van wetten en tegen het terugroepen van verbannen bisschoppen vóór dat dezen zich zonder omwegen aan de staatswetten onder worpen hadden. Ten opzichte van de Meiwetten, kon men slechts de uitvoering der eigenlijke strijdwetten aan het goed vinden der regeering overlatenmet de andere mocht dit niet het geval zijn. Zijne partij was bereid in de behan deling van hf-t voorstel te treden, behoudens eenige wijzigin gen. De minister van eeredienst verklaarde d arna nog o a. dat hij niets tegen wijzigingen had, mits daardoor het beginsel van het qntwerp niet werd aangetast. Tegenover de be wering van den heer Falk betoogde hij dat welwillende toepassing der wet van de tegemoetkoming der Kerk af hing. Hij ontkende verder ten stelligste, dat het ontwerp de beteekenis zou heboen eener bedenkelijke weifeling ten opzichte van het oppergezag van den Slaatevenmin mocht daarbij gedacht, worden aan een langzaam terugwijken der regeering van Let, tot dusver ingenomen standpunt van on veranderlijke handhaving der bestaande wetten, doch het welzijn van den Staat eischte eene milde beoordeeliug van het nadeei, dat het land geleden had. Na 7 uren beraad slaging werd tiet ontwerp verzonden naar eene commissie van 21 leden. Deze|commissie heeft art. 1 van het ontwerp, bepalende dat de regeering de beginselen zou kunnen vast stellen, volgens welke de minister van eeredienst vrijstelling kon verleenen van de bepalingen op de aanstelling van geestelijken, na beraadslaging en verwerping van ingediende amendementenverworpen met 13 tegen 8 stemmen (die der beide conservatieve partijen), Den 29, des morgens even half zes, pas na den aanvang der werkzaamheden, heeft in de buskruitfabriek te Wetteren, een der belangrijkste van het vaste land, op 4 mijlen van de stad Gent gelegen, eene ontploffing plaats gehad. De schok was zoo hevig, dat de ruiten in bijna alle huizen uitgeslagen warenin het op een half uur van de fabriek gelegen station werden de deuren uit de hengsels geheven en de vensters, ofschoon goed gesloten, open geworpen. Het getal dooden beliep 8 dat niet meer slachtoffers gevallen zijn, hoewel alle werklieden aan den arbeid warenwordt toegeschreven aan de omstandigheid dat de meesten zieh in de onderaardsche vertrekken bevonden en dat na de eerste ontploffing ieder zooveel mogelijk een goed heenkomen zocht en vond. voordat de tweede zwaardere volgde. Netten ge bouwen der fabriek waren geheel vernield, terwijl tal van gebouwen zwaar beschadigd en een honderdtal boomen ont worteld werden Als oorzaak wordt genoemd het springen eener stoommachine, De schade wordt op 2 miljoen francs Bij de provinciale verkiezingen werden te Namen bij herstemming 3 liberalen en 2 cleriealente Eghezée een liberaal en te Andenne een clericaal gekozen. De Staten der provincie Namen bestaan thans uit 30 cleriealen en 27 liberalenbehoudens een paar betwiste verkiezingen. De meerderheid is dus nog niet verplaatst geworden. De centrale afdeeling der kamer bracht den 1 verslag uit over de overeenkomst met Nederlandmet 4 tegen 3 stem men stelt zij de aanneming voor. Den 8 wordt de zaak behandeld. In den parijschen gemeenteraad is door 7 leden in ver band met de vernietiging van de door hem uitgesproken motie van afkeuring tegen den prefect van politie Andrieux het voorstel gedaan, om te weigeren de begrooting der pre fectuur van politie voor 1881 in behandeling te nemen. Rochet heeft te Lyon tegenover Blanquizich als can- didaat, voor lid der Kamer teruggetrokken. Den 30 werden bij de herstemming te Marseille, waar bijna 13000 van de ruim 62000 kiezers opkwamen, de can- didaten van het centrale comité verkozen; volgens sommigen zouden pogingen aangewend worden, om de regeering tot het ontbinden van den raad te bewegen. De schoonbroeder van den prefect van policie Andrieux, de heer Köchlin, achtte zich beleedigd door eene zinsnede in een brief van Roche/ort aan dien prefect en daagde hem daarom uit. Het tweegevecht had te Genève plaats, waarbij Rochefort in de maag gewond werd door een degensteek. De wond is klein maar diepzonder onvoorziene omstan digheden loopt zijn leven echter veen gevaar. Den 3 na den middag had hij eenigen tijd gerust. Senaat. Den 27 werd het ontwerp tot afschaffing der zondagswet met 160 tegen 107 stemmen bij 2" lezing goed gekeurd, na verwerping met 152 tegen 122 stemmen van een amendement om den zondagsarbeid, voor alle openbare wer ken van wege den staat uitgevoerd of waartoe door den slaat machtiging verleend was, te verbieden, behoudens ge vallen van nood en op schriftelijke vergunning van ingenieurs, burgemeesters of prefecten. De min. van openbare werken bestreed het, omdat het de regeering te veei zou binden en belemmeren, hoewel hij het beginsel goedkeurde. Hij achtte het beter, dat, de regeering in de toepassing geheel vrij bleef. Het wet-ontwerp tot bekrachtiging der telegram ta rieven tussehen Frankrijk, België en Nederland werd mede goedgekeurd. Den 31 werd behandeld het wetsvoorstel van den heer Haragnon, om voor de toelating tot het dingen naar staats ambten alle diploma's van hooger onderwijs, zoowel die uit gereikt door de staats-faculteiten als door de voormalige gemengde examen-commissiën, gelyk te stellen, welk voor stel was ingediendzooals men zich herinneren zal, naar aanleiding van het besluit van den raad van state, waarbij bezitters der diploma'safgegeven door de in de tweede plaats genoemde commission uitgesloten werden van het mededingen naar het, auditeurschap bij dat collegie. Het 3e artikel van het ontwerp, strekkende om daaraan terug wer kende kracht te schenken, werd verworpen met 136 tegen 124 stemmen, waarna het aldus gewijzigde ontwerp aange nomen werd met 214 tegen 23 stemmen, Kamer van Afgevaardigden. Den 27 werd het wetsvoor stel van den heer Paul Bert om af te schaffen de lettres d'obé- dience" en ook van geestelijken en geestelijke zustersevenals van audere hungers voor het geven van onderwijs de gewone acte van bekwaamheid te eisehen, in zijn geheel aangenomen met 355 tegen 120 st Een amendement, om de overgangs bepalingen ruimer op te vatten werd verworpen met 298 tegen 162 st. Den 28 heeft de heer Clémenceau de regeering geïnterpelleerd over hare houding bij de manifestatie der communisten op den 23. Hij merkte op, dat de houding en de taal der ministers veel verschilden van die tijdens het Keizerrijk, toen zij tot de opposi tie behoorden. De regeering is altijd van meening, dat Frank rijk voor de vrijheid niet rijp is. Er bestaat grooter vrijheid in Engeland en Belgiëen zoo laatstgenoemd land bij Frankrijk ingelijfd warezou de regeering zich overtuigd houdendat ook dit land voor de vrijheid niet rijp was. Hij diende een met redenen omkleed voorstel inwaarbij de houding der regeering gelaakt werd. De minister van hinnenl. zaken Constansdie bij deze gelegenheid een goeden indruk maakte, deed uitkomendat zij, van wie deze manifestatie was uitgegaan, haar hadden voorgesteld als eene verheerlijking harer kampvechterseene aansporing tot weerwraak. De regeering had dus gestaan tegenover' plannentot strekking hebbende eene misdaad te verheerlijken en daarom had zij de voorkeur gegeven aan een voorkomend optreden. Hij zelf had de stipt.ste bevelen aan den prefect van policie g egeven om de bewegingtrachtte men ze door te zettentegen te gaan. Hij zelf en hij alleen was verantwoordelijk en zulks onmiddeiijk aan de Kamer. De regeering zou voortgaau deze houding aan te nemen. Zij had in last,zorg te dragen voor de openbare rust en men kon verzekerd zijndat zij de orde op straat zou hand haven. Eenire afgevaardigden stelden daarna voor, tot de eenvoudige orde van den dag over te gaan. De regeering vereenigde zich met dat voorstel, dat met 309 tegen 31 stemmen werd aangenomen. Bij de daarop gevolgde beraadslaging over de door den parijschen gemeenteraad betreffende deze zaak aangenomen motie verklaarde de minister dat zij nietig was verklaard. Den 17 vangt de beraadslaging over de Staatsbegrooting aan. In het lagerhuis was de vraag gedaanof Gladstone voor- neoiens was de stichting van een nieuw parlementsgebouw voor te stellen, op grond dat er gebrek aan ruimte bestond, vooral wanneer de leden in grooten getale op kwamen. Gladstone had geantwoorddal, hoewel hij de aangevoerde bezwaren niet ontkende, hij het verkeerd achtte zich voorbarig en ontijdig uiet plannen in te laten, welke groote uitgaven zouden veroorzaken en later tocli onvoldoende zouden blijken. De Times merkt naar aanleiding dezer bespreking op, dat de eisch tot verandering volkomen billijk isde zaal van het hoogerhuis te Westminster is prachtig, maar van de 10 s|>rekers is er maar één goed te verstaan en die van het lagerhuis heett slechts plaats voor 309 van de 656 leden. F. de Lesseps hield den 31 in eene bijeenkomst van koop lieden te Liverpool eene rede over de doorgraving van de landengte van Panama. Dit kanaal zou in lengte staan tot dat van Suez als 46 tot 110. Volgens hem bestonden er uit een ingenieurs-oogpunt beschouwd geene bezwaren en kon het werk in 8 jaar door 8000 werklieden voltooid wor den. Voor het maken der noodige machines was ruim 1 jaar noodig- Hij ontkende, dat de amerikaaDscke bevolking of regeering zich tegen dat werk verzette en gaf zijn voor komen te kennen voor het engelsohe publiek aandeelen ten bedrage van bijna 20 miljoen beschikbaar te siellen, hoewel het hem onverschillig was of zij werden genomen of niet hij kon geld genoeg krijgen. In eene den 2 te Londen gehouden bijeenkomst van li beralen van Middle-Sex voerde o. a. minister Gladstone het woord. Volgens sommige conservatieve bladen waren de tegenwoordige ministers, aan de regeering gekomenver geten wat zij als leden der oppositie beweerd en beloofd hadden en volgden zij eigenlijk de veel bestreden staatkunde hunner voorgangers. Hij waarschuwde de liberalen echter tegen overhaasting. Het was de plicht van iedere regeering, die aan het bewind kwamom zoowel in binnen- als buitenlandsche zaken zooveel mogelijk de eenheid van han deling tusscben hare daden en die harer voorgangster niet te verbreken. Dat was de plicht van hendie Engeland in den raad der mogendheden vertegenwoordigen. Alle snoeverij en voorbarige mededeelingen vermijdendemeende hij de verzekering te kunnen geven, dat de regeering in de door haar aangegeven richting rustig zou voortwerk,en. Hoogerhuis. Den 27 verklaarde de minister van buitenl. zaken op eene daartoe gedane vraag, dat de afspraken der mogendheden tot het doen van een eersten stap bij de Porte zoo spoedig eene uitkomst zouden hebbendat hij hoopte weldra schriftelijke mededeelingen te kunnen overleggen en dat hij daarom hpt geven van inlichtingen over enkele punten van Goschens voorschriften ondoelmatig vond. Den 28 bestreed de heer Oranmore de benoeming van lord Ripon tot Onderkoning van Indiëomdat hij katholiek was. De regeering verdedigde zjjue benoemingwaarmede de zaak afliep. Den 3 werd de begrafeniswet bij 2e lezing met 126 tegen 101 stemmen aangenomen. Lagerhuis. Den 27 verklaarde de regeering zich op daartoe gedane vraag bereid, zoodra zich eene gelegenheid daartoe voor deed, hare bemiddeling aan Chili en Peru aan te bieden. Verder dat de engelsche gezant te Madrid herhaaldelijk geprotesteerd had tegen Spanje's aanspraken op Noord-Borneo en dat het verleenen van een voorrecht aan engelsche onderdanen om daar eene kolonie te vestigen, nog overwogen werd. Ein delijk omtrent de verhouding tussehen Rusland en China, dat Rusland den chineeschen gezant ontvangen zoudie de herroeping van het Koeidsja verdrag kwam voorstellen, doch dat hij niet wistof Rusland dien voorslag zou aannemen. Den 28 verklaarde de onder-minister van buitenl. zaken, dat Engelandbehalve de bekende verbindtenissengeene andere had aangegaan. Minister Gladstone antwoordde op eene vraag van den heer Chaplindat hij niet herroepen kon de benaming van „krankzinnig verdrag," door hem ge geven aan het engelsch-turksche verdragmaar dat hij die uitdrukking niet herhaalde, omdat hij dat verdrag, hoe hij daarover ook mocht denken, toch moest uitvoeren. Den 31 verklaarde diezelfde minister, dat de Porte weder een commissaris in de commissie voor Oost-Rumelië be noemd had en de regeering niet voornemens wasde onderhandelingen met Perzië over Heratonder het vorig ministerie begonnente hervattenwel hoopte hij Herat en omstreken weldra geplaatst te zien onder een bestuur van duurzaam vredelievende gezindheid. Op eene andere vraag werd geantwoord, dat aan den ge wezen koning Ketswayo in zijne gevangenschap zooveel mo gelijk vrijheid zou worden verleend en dat in het parlement der kaapkolonie was voorgesteld, zijne militaire in eene bur gerlijke gevangenschap te veranderen. Een voorstel om de comoiissie van 23 leden benoemd voor het onderzoek van het vraagstuk betreffende de eedsaflegging door Bradlaugh met. nog 4 leden te vermeerderen, werd na bestrijding door Gladstone en na eene scherpe reden van den leider der oppo sitie Northcoie verworpen met 267 tegen 148 stemmen. Den 1 had eene beraadslaging over Cijprus plaats, waarbij de regeering mededeelde, dat besloten was tot afschaffing der heerendiensten, der verordeningen betreffende den ver koop van grond en der willekeurige verbanningen. Verder verklaarde Gladstone, dat bij onlangs niet gezegd had, dat de engelsch-turksche overeenkomst een werktuig was, waar aan de regeering zich niet kon onttrekkenmaar waardoor zij niet meer zoo vrij in hare handelingen wasals vdór dien tijd, Eene commissie werd benoemd tot het instellen van een onderzoek naar de suikerindustrie. Den 3 had de tweede lezing plaats van de wet betreffende de aansprakelijkheid der werkgevers voor hunne werklieden bij ongelukken enz.zonder hoofdelijke stemming werd zij aangenomen. Bij de behandeling der artikelen zou de re geering wijzigingen voorstellen. Bij keizerlijk besluit is vermindering van straf toegekend aan de veroordeelden in het proces ff eimar-Michailojf. De doodstraf van Michailoff is veranderd in 20die van Saba- roff in 15 jaren dwangarbeid. De straf van dr. Weimar van 15 jaren dwangarbeid in de mijnen is veranderd in 10 jaren vestingstraf. Verder zijn 2 veroordeelden naar Siberië 1 naar Tobolsk verbannen en hebben 3 veroordeelden 10 8 eu 6 jaren dwangarbeid in fabrieken gekregen. Deze vermindering van straf heeft vooral omter de verlichte klassen der bevolking groote tevredenheid veroorzaakt. Men beweert, dat de dictator Loris Melikoff het vonnis van den krijgsraad bekrachtigde, doch tevens den Keizer, die zich het recht van genade bij zijne aanstelling uitdrukkelijk had voorbehouden, verzocht de uitgesproken straffen te verminderen. De redenwaarom Dr. W eimar door den krijgsraad gunstiger dan de ovengen werd beoordeeld, lag hierin, dat hij zich gedurende den laatsten oorlog vrijwillig ter beschikking van zijn land had gesteld, op het slagveld dapperheid en in de plaatsen, waar de zie ken en gewonden verpleegd werden, bizondere ijver getoond had. Als bewijs daarvan golden de drie aan hem geschonken ordeteekenen, Hij zelf had op vrijspraak gehoopt: bij het voorlezen van het vonnis werd hij doodsbleek en kon hij met moeite zijne bedaardheid herwinnen. Het wordt echter vrij zeker geacht, dat Dr. Weimar, die voor liet uitwendige steeds elke aanraking met de omwentelingsgezinden ver meed en zich nooit op den voorgrond stelde, in het geheim de partij met geld en op andere wijze ondersteunde. Den 3 overleed de keizerin. De engelsche gezant Laijard vertrok den 2. De nieuwe tijdelijke gezant Goschen overhandigde den 3 zijne geloofs brieven aan den Sultan en hield daarbij eene redevoering, waarin hij verklaarde het als zijn eerste plicht te beschouwen, zijne zending tot genoegen der Koningin te volbrengen evenals de vriendschappelijke betrekkingen tussehen Turkije en Engeland hem het verlangen inboezemenom den Sultan en zijn volk nuttig te wezen. Hij verklaarde overtuigd te zijn van den levendigen wensck des Sultans om het lot zijner onderdanenzonder onderscheid van ras of godsdienst, re verbeteren en hun welvaart te verzekeren. Na deze rede werd hij in een bizonder gehoor ontvangen. Midhat-pacha heeft zijn ontslag als Gouverneur ran Syrië gevraaagdde Sultan nam het nog niet aan. In riet najaar van 1878 werd te Stabio een liberale be woner in een openbaar lokaalwaar zich tevens verschei dene uh'ramontanen bevondenverregaand mishandeld bij eeu aldaar ontstane twist. Zoodra eenige zijner vrienden vernamendat hij bebloed van daar vertrokken was trachtten, zij de gestoorde rust te doen herstellen door de marécha usséeswaarin zij echter niet slaagden. Inmiddels vonden i'.ij hunnen vriend bij de fontein op het marktplein

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1880 | | pagina 1