No. 23
Tweeëntachtigste Jaargang
1880.
ZONDAG
6 JUNI.
(Bebccllc
PATKITKI.
gl&lckclijfcdrhc Berichten
Ouiischlamt
Reigie.
geraamd,
Luxemburg.
FraukrUk.
Uroot Bfrlltanfe en Ierland.
Rusland.
TurkUe.
Zwitserland.
z\jn best doende de vele sporen der ondergane misban»
M A A R S CIIE C 0 U B AIV T.
Deze Courant wordt wekslijks uitgegeven en is verkrijgbaar op Zaterdag
avond te 7 uren. Prijs per kwartaal franco per post f O,##,
afzonderlijke nommers Cents.
Brieven franco aan de Uitgever H.ERM'. COSTER ZOON.
De Advertentiën kosten van 15 regels 0,75, voor elke regel meer 15
Cents; groote letters naar plaatsruimte. Bij inzending tot Zaterdagnamiddag
1 uur, wordt voor de plaatsing in het eerstvolgend nommer ingestaan
ingezonden berichten een dag vroeger.
De COMMISSARIS des KONINGS in Noordhollanb
Brengt ter kennis van bevelvoerders van schepen die het
Noordholiandsch Kanaal bevaren
dat ter wederzijde van de plaats van genoemd kanaal bij
Purmerend alwaar een spoorwegbrug over dat kanaal wordt
gebouwd, waarschuwingsborden zijn seplaatst, die tusscben
zonsondergang en zonsopgang van lantaarns met rood licht
zijn voorzien
dat krachtens art. 84 1». lid van het algemeen Reglement
van politie voor dat kanaal en zijne havens, vastgesteld
bij koninklijk besluit van 16 Juni 1867 (Staatsblad No. 56),
stoombooteu op het gedeelte van het kanaal, tusscben die
waarschuwingsborden begrepen met geene groofere snelheid
zullen mogen varen dan van 100 meter in de minuut;
dat de bevelvoerders van alle schepen krachtens art. 15
zich zullen hebben te gedragen naar de bevelen die hun
door de kanaalbeambten worden gegeven.
Haarlem De Commissaris des Konings voornoemd
31 Mei 1880 SC110RER.
BEANDWEZEN,
BüRaEMEESTUR en Wethouders van Alkmaar;
Overwegende dat twee brandspuiten bediend zul
len worden door ingezetenen, die daarvoor worden aan
gesteld door Burgemeester en Wethouders, op voor-
dragt van het collegie van brandmeesters en wel 75
manschappen voor iedere spuit, tegen eene vaste
jaarwedde van f 5, uittebetalen in de maand Decem
ber van ieder jaar en tegen eene belooning van
vijf en twintig centen per uur, wanneer bij brand
dienst wordt verrigt
Boepen hen, die daarvoor in aanmerking wen-
schen te komen, op, om zich vóór 8 Juni a. s. te
laten inschrijven op de ter gemeente-secretarie ge
reed gemaakte lijst, waartoe alle werkdagen gelegen
heid bestaat tusscben des voormidüags 9 en des
namiddags 2 uur
Zij herinneren, dat, wanneer zich geen voldoend
aantal personen aanmelden het gevolg zal worden
dat de verpligte dienst zonder betaling der bewezen
diensten gehandhaafd blijft.
Burgemeester en Wethouders voorn <emd,
Alkmaar, A. MACLA1NE PONT.
28 Mei 1880. De Secretaris,
NUHOUT van der VEEN.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALKMAAR
brengen ter openbare kennis
dat zij in hunne vergadering van 1 Juni jl. gunstig heb
ben beschikt op het aan hen ingediende verzoek van HÈRM'.
COSTER ZOON, Boekdrukkers te Alkmaar, om ver
gunning tot het plaatsen van een twee paardenkrachts ver
ticaal stoomwerktuig met ketelin het perceel aan de
Voordam, Wijk C No. 9.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
Alkmaar, A. MACLAINE PONT.
3 Juni 1880. De Secretaris,
NUHOUT van der VEEN.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALKMAAR
Gezien de aanschrijving van den Heer Commissaris des
Konings in Noordholland van 5 Mei 1880 No. 15/798 M/S
4e. afdeeling (verz. circulaires No. 25).
Roepen bij deze op de hier verblijfhoudende verlofgangers
der militie te land, voor zoover zij voor 1 April 1880 in bet
genot van onbepaald verlof waren gesteldom zich op
Maandag 21 Juni 1880, des voormiddags ten negen
urete laten vinden voor het raadhuis dier gemeenteom
aldaar door of van wege den militie-commissaris te worden
onderzochtgekleed in uniform en voorzien van al de door
hen van het korps medegebragte kleeding- en equipement-
stukken benevens zakboekje en verlofpas.
Burgemeester en Wethouders voornoemd
AlkmaarA. MACLAINE PONT.
5 Juni 1880. De Secretaris,
NUHOUT van der VEEN.
De PATENTEN voor TAPPERS, SLIJTERS, KOFFIE-
HUISHOUDERS enz. dienst 1880/81 (op vertoon van het
aanslagbillet waaruit blijkt dat de helft van den aanslag is
voldaan) zijn gedurende 14 dagen, eindigende 19 Juni 1880,
ter Secretarie te bekomen.
MILITIE EN SCHUTTERIJ.
De onderstaande personen worden verzocht ter Secretarie
te komen
CORNELIS STAM, HENDRIK KLERK, MAARTEN
LOS. PI ETER BAKKER, B. J HAAK, R. KOBLENS
JAN KONING, P. vande POLL. JOIl". THEOD" SCHUT.
CORN' VISSER, A. van de WERKEN en CORN'
LUGTIG.
VERGADERING van den RAAD der gemeente ALK
MAAR, op Woensdag, 9 Juni 1880, des namiddags te
kwartier vóór één uur.
Namens den Voorzitter van den Raad,
De Secretaris,
NUHOUT VAN DER VEEN.
De volgende personen worden verzocht zich ten spoe
digste ter gemeente-secretarie aantemelden:
1Anna Maria Je onnette Querellelaatste woonplaats Noord-
wijkerhout; Klaas Bos, 1. w. de Rijp; Johan Gerhard Joor,
1. w. Helder; Cornells Dijker, 1. w. Helder Klaasje Scheerman,
L w. CastricumFranciscus Bakker, 1. w Amsterdam, Theo-
dorus Resell, l. w. Wieringen Aafje Ooms en Dirk Ooms,
beiden 1. w. Uitgeest; Neeltje Klem, b w. Koedijk.
P O L I C I E.
Ter terugbekoming is aftn. het Commissariaat van Polioie
bet volgende voorbandeals: een peteen wit bokje, een
gouden doekspeldjevoorzien van een bloedsteentje een gouden
f een goud plaatje van een gouden ringtwee onge-
kisten.
Twee socialistische geschriften, waarin de kiezers van het
5' berlijnsche kiesdistrict voor den rijksdag en van het
district Schwnrzburg-Sondershausen aangemaand werden de
tegenwoordige regeering en maatschappij om ver te werpen
zijn op grond der bestaande wet verboden. Zooveel mogelijk
zullen de in Duitschland verspreide exemplaren in beslag
worden «euomen.
Pruisen. Huis der Afyev. Den 28 werd het wetsontwerp
betreffende de Meiwetlen in behandeling genomen. De minis
ter van eerediensi betoi gde, dat eeu schikking met de kerk
Slechts langzamerhand op den grondslag der pruisische wet
geving bereikt kon worden. Uit de onderhandelingen te
Weenen bleek, dat een gemeenschappelijke rechtsgrondslag
niet te vinden wasdat hoogstens een modus vivendi tot
stand kon komen, waarbij de Kerk vasthield aan haren in
vloed op geestelijk gebied en de Staat zijn gezag hand
haafde. De pogingendaartoe in het werk gesteld hadden
schipbreuk geleden omdat de Curie eischen stelde waarin
niet kon getreden worden. Daar de regeering hierdoor ten
aanzien van de herziening der Meiwetten voorzichtig was
geworden, bleef alleen over, de bevoegdheid tot de al of
niet toepassing dier wett-n aan den Staat te geven. Met
betrekking tot de pauselijke breve van 24 Februari was
gebleken, dat Rome haar anders opvatte dan de regeering,
in zoover laatstgenoemde zieh de beslissing wilde voorbe
houden. De regeering wilde, krachtens hare zedelijke ver
antwoordelijkheid aau zekere voor de kerk hinderlijke toe
standen waarvoor slechts de Curie verantwoordelijk was
te gemoet komen. Dat de Curie zich met deze houding niet
zou vereenigen .was aan de regeering bekenddoch zij liet
zich daardoor niet van het spoor leiden. Hij trad daarop in
eene beschouwing van enkele paragrafen. Art. 4, betreffende
de terugroeping der bisschoppen, was in den voorgestelden of
in een anderen vorm volstrekt noodzakelijk. Daarvan kon
niet afgeweken worden. Overigens was het doelom de
scherpe botsingen, waartoe de Meiwetten aanleiding kunnen
geven, te vermijden; daarbij kon slechts van het staatkun
dig en administratief standpunt uitgegaan worden. De re
geering hoopte door het ingediende ontwerp een vasten
grondslag te verkrijgen, waarop men zich in bizondere ge
vallen zou kunnen verstaan. Werd die volmacht haar ge
weigerd dan zou de regeering die later bij een ander Par
lement moeten zoeken. De Curie was, toen zij het laatst
afkeurend antwoord van 14 Mei verzond, met de tegenwoor
dige voorstellen niet bekend. Wellicht Vielen zij op een
vruchtbaren bodem. De oud-minister F alk sprak tegen het
ontwerp. De regeering had hare verdedigende stelling niet
moeten verlatenvoordat Rome haar te gemoet kwam. De
Paus gaf tot heden slechts woorden van vrede en verlangde
in ruil daarvoor daden, en nu kwam de regeering met. tege
moetkomingen die naar zijne meening nog verder gingen,
dan de Paus zou verlangd hebben. Daarom was dit ontwerp
een teeken van zwakheid. Één ding .noest men van Rome
leerentaaie volharding. De regeering wilde de terug
komst der door haar afgezette bisschoppen vergunnen, maar
dan moest men ten minste waarborgen hebben voor hunne
onderwerping aan de wet. Die waren er niet en de bisschoppen
zouden niets doen, dan wat te Rome werd goedgekeurd. De
staat kon niet te krachtig het gezag zijner wetten handhaven:
ook mocht niet vergeten worden, dat de aan de regeering trouw
gebleven katholieken aanspraak hadden op zorg van wege den
staat. Het centrum had altijd gezegd, dat het geloof der
katholieken aangerand werd en hel had moeite gekost, dal
beweren ingang te doen vindendoch werd dit ontwerp
wet, zou het ^centrum dan niet uilroepen; ziet gij wei.
thans erkent de regeering zelve, dat zij u onrechtv .ardig
vervolgd heeft! Dit is haar eerste stap; houdt maar vol, dan
zullen er wel meerdere volgen. De tegenwoordige strijd was
niets dan een tijdvak uit den ouden strijd der geestelijk
heid om de heerschappij; dergelijke tijden zouden terug
komen en de staat moest dus geen stap achteruitgaan, of
het zou een noodlottigen indruk geven en de gevolgen
waren niet, te overzien. Hijde vader der Meiwetten, was
daarom tegen ieder ontwerp van deze strekking, onverschillig
of het lang of kort van kracht zou zijn. De heer Hammer-
stein verklaarde zich namens de uiterste rechterzijde voor het
ontwerp, maar wenschte bepaling van zeker tijdsverloop, ge
durende hetwelk de wet van kracht zou zijnhij stelde
verder enkele wijzigingen voor.
De heer fVindthorst (centrum) sprak tegen het voorstel.
De Kerk liet zich niet ouder den Staat buigen. Hij drong
aan op meer volledige overlegging van stukken. Het centrum
zou bij de algemeene beraadslaging geene verklaring afleg
gen over zijne bepaalde verhouding tot dit onderwerp. Ai
nam het aan de beraadslaging deel, het wilde toch de recii-
ten der Kerk daarmede niet verkort hebben; zonder den
Paus kon het geen vrede sluiten en volkomen vrede tus-
schen Kerk en Staat achtte hij ondenkbaar zonder herstel
van den status quo ante. Het centrum zou volharden; het
kon zich met liet ontwerp, zoo als het daar lag, niet ver
eenigen. Werd het eenigzius gewijzigd, dan zon daarvoor
wellicht, nog mogelijkheid bestaan.
Den 29 spraken de heeren Virchow (Fortscbritt), Stab-
lewski (Pooi), en Reichensperger (centrum) tegende heeren
Limburg Styrum en Stacker (conservatieven) voor het ontwerp.
De heer Gneist (nationaal-liberaal) verklaarde zich tegen
het vrijstellen der regeering van de uitvoering van wetten en
tegen het terugroepen van verbannen bisschoppen vóór
dat dezen zich zonder omwegen aan de staatswetten onder
worpen hadden. Ten opzichte van de Meiwetten, kon men
slechts de uitvoering der eigenlijke strijdwetten aan het goed
vinden der regeering overlatenmet de andere mocht dit
niet het geval zijn. Zijne partij was bereid in de behan
deling van hf-t voorstel te treden, behoudens eenige wijzigin
gen. De minister van eeredienst verklaarde d arna nog o a. dat
hij niets tegen wijzigingen had, mits daardoor het beginsel
van het qntwerp niet werd aangetast. Tegenover de be
wering van den heer Falk betoogde hij dat welwillende
toepassing der wet van de tegemoetkoming der Kerk af
hing. Hij ontkende verder ten stelligste, dat het ontwerp
de beteekenis zou heboen eener bedenkelijke weifeling ten
opzichte van het oppergezag van den Slaatevenmin mocht
daarbij gedacht, worden aan een langzaam terugwijken der
regeering van Let, tot dusver ingenomen standpunt van on
veranderlijke handhaving der bestaande wetten, doch het
welzijn van den Staat eischte eene milde beoordeeliug van
het nadeei, dat het land geleden had. Na 7 uren beraad
slaging werd tiet ontwerp verzonden naar eene commissie
van 21 leden. Deze|commissie heeft art. 1 van het ontwerp,
bepalende dat de regeering de beginselen zou kunnen vast
stellen, volgens welke de minister van eeredienst vrijstelling
kon verleenen van de bepalingen op de aanstelling van
geestelijken, na beraadslaging en verwerping van ingediende
amendementenverworpen met 13 tegen 8 stemmen (die der
beide conservatieve partijen),
Den 29, des morgens even half zes, pas na den aanvang
der werkzaamheden, heeft in de buskruitfabriek te Wetteren,
een der belangrijkste van het vaste land, op 4 mijlen van
de stad Gent gelegen, eene ontploffing plaats gehad. De
schok was zoo hevig, dat de ruiten in bijna alle huizen
uitgeslagen warenin het op een half uur van de fabriek
gelegen station werden de deuren uit de hengsels geheven
en de vensters, ofschoon goed gesloten, open geworpen. Het
getal dooden beliep 8 dat niet meer slachtoffers gevallen
zijn, hoewel alle werklieden aan den arbeid warenwordt
toegeschreven aan de omstandigheid dat de meesten zieh
in de onderaardsche vertrekken bevonden en dat na de eerste
ontploffing ieder zooveel mogelijk een goed heenkomen zocht
en vond. voordat de tweede zwaardere volgde. Netten ge
bouwen der fabriek waren geheel vernield, terwijl tal van
gebouwen zwaar beschadigd en een honderdtal boomen ont
worteld werden Als oorzaak wordt genoemd het springen
eener stoommachine, De schade wordt op 2 miljoen francs
Bij de provinciale verkiezingen werden te Namen bij
herstemming 3 liberalen en 2 cleriealente Eghezée een
liberaal en te Andenne een clericaal gekozen. De Staten
der provincie Namen bestaan thans uit 30 cleriealen en 27
liberalenbehoudens een paar betwiste verkiezingen. De
meerderheid is dus nog niet verplaatst geworden.
De centrale afdeeling der kamer bracht den 1 verslag uit
over de overeenkomst met Nederlandmet 4 tegen 3 stem
men stelt zij de aanneming voor. Den 8 wordt de zaak
behandeld.
In den parijschen gemeenteraad is door 7 leden in ver
band met de vernietiging van de door hem uitgesproken
motie van afkeuring tegen den prefect van politie Andrieux
het voorstel gedaan, om te weigeren de begrooting der pre
fectuur van politie voor 1881 in behandeling te nemen.
Rochet heeft te Lyon tegenover Blanquizich als can-
didaat, voor lid der Kamer teruggetrokken.
Den 30 werden bij de herstemming te Marseille, waar
bijna 13000 van de ruim 62000 kiezers opkwamen, de can-
didaten van het centrale comité verkozen; volgens sommigen
zouden pogingen aangewend worden, om de regeering tot
het ontbinden van den raad te bewegen.
De schoonbroeder van den prefect van policie Andrieux,
de heer Köchlin, achtte zich beleedigd door eene zinsnede
in een brief van Roche/ort aan dien prefect en daagde hem
daarom uit. Het tweegevecht had te Genève plaats, waarbij
Rochefort in de maag gewond werd door een degensteek.
De wond is klein maar diepzonder onvoorziene omstan
digheden loopt zijn leven echter veen gevaar. Den 3 na
den middag had hij eenigen tijd gerust.
Senaat. Den 27 werd het ontwerp tot afschaffing der
zondagswet met 160 tegen 107 stemmen bij 2" lezing goed
gekeurd, na verwerping met 152 tegen 122 stemmen van een
amendement om den zondagsarbeid, voor alle openbare wer
ken van wege den staat uitgevoerd of waartoe door den
slaat machtiging verleend was, te verbieden, behoudens ge
vallen van nood en op schriftelijke vergunning van ingenieurs,
burgemeesters of prefecten. De min. van openbare werken
bestreed het, omdat het de regeering te veei zou binden en
belemmeren, hoewel hij het beginsel goedkeurde. Hij achtte
het beter, dat, de regeering in de toepassing geheel vrij
bleef. Het wet-ontwerp tot bekrachtiging der telegram ta
rieven tussehen Frankrijk, België en Nederland werd mede
goedgekeurd.
Den 31 werd behandeld het wetsvoorstel van den heer
Haragnon, om voor de toelating tot het dingen naar staats
ambten alle diploma's van hooger onderwijs, zoowel die uit
gereikt door de staats-faculteiten als door de voormalige
gemengde examen-commissiën, gelyk te stellen, welk voor
stel was ingediendzooals men zich herinneren zal, naar
aanleiding van het besluit van den raad van state, waarbij
bezitters der diploma'safgegeven door de in de tweede
plaats genoemde commission uitgesloten werden van het
mededingen naar het, auditeurschap bij dat collegie. Het 3e
artikel van het ontwerp, strekkende om daaraan terug wer
kende kracht te schenken, werd verworpen met 136 tegen
124 stemmen, waarna het aldus gewijzigde ontwerp aange
nomen werd met 214 tegen 23 stemmen,
Kamer van Afgevaardigden. Den 27 werd het wetsvoor
stel van den heer Paul Bert om af te schaffen de lettres d'obé-
dience" en ook van geestelijken en geestelijke zustersevenals
van audere hungers voor het geven van onderwijs de gewone
acte van bekwaamheid te eisehen, in zijn geheel aangenomen
met 355 tegen 120 st Een amendement, om de overgangs
bepalingen ruimer op te vatten werd verworpen met 298
tegen 162 st.
Den 28 heeft de heer Clémenceau de regeering geïnterpelleerd
over hare houding bij de manifestatie der communisten op den
23. Hij merkte op, dat de houding en de taal der ministers veel
verschilden van die tijdens het Keizerrijk, toen zij tot de opposi
tie behoorden. De regeering is altijd van meening, dat Frank
rijk voor de vrijheid niet rijp is. Er bestaat grooter vrijheid
in Engeland en Belgiëen zoo laatstgenoemd land bij
Frankrijk ingelijfd warezou de regeering zich overtuigd
houdendat ook dit land voor de vrijheid niet rijp was.
Hij diende een met redenen omkleed voorstel inwaarbij
de houding der regeering gelaakt werd.
De minister van hinnenl. zaken Constansdie bij deze
gelegenheid een goeden indruk maakte, deed uitkomendat
zij, van wie deze manifestatie was uitgegaan, haar hadden
voorgesteld als eene verheerlijking harer kampvechterseene
aansporing tot weerwraak. De regeering had dus gestaan
tegenover' plannentot strekking hebbende eene misdaad te
verheerlijken en daarom had zij de voorkeur gegeven aan een
voorkomend optreden. Hij zelf had de stipt.ste bevelen aan
den prefect van policie g egeven om de bewegingtrachtte
men ze door te zettentegen te gaan. Hij zelf en hij alleen
was verantwoordelijk en zulks onmiddeiijk aan de Kamer.
De regeering zou voortgaau deze houding aan te nemen.
Zij had in last,zorg te dragen voor de openbare rust en
men kon verzekerd zijndat zij de orde op straat zou hand
haven.
Eenire afgevaardigden stelden daarna voor, tot de
eenvoudige orde van den dag over te gaan. De regeering
vereenigde zich met dat voorstel, dat met 309 tegen 31
stemmen werd aangenomen.
Bij de daarop gevolgde beraadslaging over de door den
parijschen gemeenteraad betreffende deze zaak aangenomen
motie verklaarde de minister dat zij nietig was verklaard.
Den 17 vangt de beraadslaging over de Staatsbegrooting aan.
In het lagerhuis was de vraag gedaanof Gladstone voor-
neoiens was de stichting van een nieuw parlementsgebouw
voor te stellen, op grond dat er gebrek aan ruimte bestond,
vooral wanneer de leden in grooten getale op kwamen.
Gladstone had geantwoorddal, hoewel hij de aangevoerde
bezwaren niet ontkende, hij het verkeerd achtte zich voorbarig
en ontijdig uiet plannen in te laten, welke groote uitgaven
zouden veroorzaken en later tocli onvoldoende zouden blijken.
De Times merkt naar aanleiding dezer bespreking op, dat
de eisch tot verandering volkomen billijk isde zaal van
het hoogerhuis te Westminster is prachtig, maar van de 10
s|>rekers is er maar één goed te verstaan en die van het
lagerhuis heett slechts plaats voor 309 van de 656 leden.
F. de Lesseps hield den 31 in eene bijeenkomst van koop
lieden te Liverpool eene rede over de doorgraving van de
landengte van Panama. Dit kanaal zou in lengte staan tot
dat van Suez als 46 tot 110. Volgens hem bestonden er
uit een ingenieurs-oogpunt beschouwd geene bezwaren en
kon het werk in 8 jaar door 8000 werklieden voltooid wor
den. Voor het maken der noodige machines was ruim 1
jaar noodig- Hij ontkende, dat de amerikaaDscke bevolking
of regeering zich tegen dat werk verzette en gaf zijn voor
komen te kennen voor het engelsohe publiek aandeelen ten
bedrage van bijna 20 miljoen beschikbaar te siellen, hoewel
het hem onverschillig was of zij werden genomen of niet
hij kon geld genoeg krijgen.
In eene den 2 te Londen gehouden bijeenkomst van li
beralen van Middle-Sex voerde o. a. minister Gladstone het
woord. Volgens sommige conservatieve bladen waren de
tegenwoordige ministers, aan de regeering gekomenver
geten wat zij als leden der oppositie beweerd en beloofd
hadden en volgden zij eigenlijk de veel bestreden staatkunde
hunner voorgangers. Hij waarschuwde de liberalen echter
tegen overhaasting. Het was de plicht van iedere regeering,
die aan het bewind kwamom zoowel in binnen- als
buitenlandsche zaken zooveel mogelijk de eenheid van han
deling tusscben hare daden en die harer voorgangster niet
te verbreken. Dat was de plicht van hendie Engeland
in den raad der mogendheden vertegenwoordigen. Alle
snoeverij en voorbarige mededeelingen vermijdendemeende
hij de verzekering te kunnen geven, dat de regeering in de
door haar aangegeven richting rustig zou voortwerk,en.
Hoogerhuis. Den 27 verklaarde de minister van buitenl.
zaken op eene daartoe gedane vraag, dat de afspraken der
mogendheden tot het doen van een eersten stap bij de Porte
zoo spoedig eene uitkomst zouden hebbendat hij hoopte
weldra schriftelijke mededeelingen te kunnen overleggen en
dat hij daarom hpt geven van inlichtingen over enkele punten
van Goschens voorschriften ondoelmatig vond.
Den 28 bestreed de heer Oranmore de benoeming van
lord Ripon tot Onderkoning van Indiëomdat hij katholiek
was. De regeering verdedigde zjjue benoemingwaarmede
de zaak afliep.
Den 3 werd de begrafeniswet bij 2e lezing met 126 tegen
101 stemmen aangenomen.
Lagerhuis. Den 27 verklaarde de regeering zich op daartoe
gedane vraag bereid, zoodra zich eene gelegenheid daartoe voor
deed, hare bemiddeling aan Chili en Peru aan te bieden. Verder
dat de engelsche gezant te Madrid herhaaldelijk geprotesteerd
had tegen Spanje's aanspraken op Noord-Borneo en dat het
verleenen van een voorrecht aan engelsche onderdanen om
daar eene kolonie te vestigen, nog overwogen werd. Ein
delijk omtrent de verhouding tussehen Rusland en China,
dat Rusland den chineeschen gezant ontvangen zoudie de
herroeping van het Koeidsja verdrag kwam voorstellen,
doch dat hij niet wistof Rusland dien voorslag zou aannemen.
Den 28 verklaarde de onder-minister van buitenl. zaken,
dat Engelandbehalve de bekende verbindtenissengeene
andere had aangegaan. Minister Gladstone antwoordde op
eene vraag van den heer Chaplindat hij niet herroepen
kon de benaming van „krankzinnig verdrag," door hem ge
geven aan het engelsch-turksche verdragmaar dat hij die
uitdrukking niet herhaalde, omdat hij dat verdrag, hoe hij
daarover ook mocht denken, toch moest uitvoeren.
Den 31 verklaarde diezelfde minister, dat de Porte weder
een commissaris in de commissie voor Oost-Rumelië be
noemd had en de regeering niet voornemens wasde
onderhandelingen met Perzië over Heratonder het vorig
ministerie begonnente hervattenwel hoopte hij Herat en
omstreken weldra geplaatst te zien onder een bestuur van
duurzaam vredelievende gezindheid.
Op eene andere vraag werd geantwoord, dat aan den ge
wezen koning Ketswayo in zijne gevangenschap zooveel mo
gelijk vrijheid zou worden verleend en dat in het parlement
der kaapkolonie was voorgesteld, zijne militaire in eene bur
gerlijke gevangenschap te veranderen. Een voorstel om de
comoiissie van 23 leden benoemd voor het onderzoek van
het vraagstuk betreffende de eedsaflegging door Bradlaugh
met. nog 4 leden te vermeerderen, werd na bestrijding door
Gladstone en na eene scherpe reden van den leider der oppo
sitie Northcoie verworpen met 267 tegen 148 stemmen.
Den 1 had eene beraadslaging over Cijprus plaats, waarbij
de regeering mededeelde, dat besloten was tot afschaffing
der heerendiensten, der verordeningen betreffende den ver
koop van grond en der willekeurige verbanningen. Verder
verklaarde Gladstone, dat bij onlangs niet gezegd had, dat
de engelsch-turksche overeenkomst een werktuig was, waar
aan de regeering zich niet kon onttrekkenmaar waardoor
zij niet meer zoo vrij in hare handelingen wasals vdór
dien tijd,
Eene commissie werd benoemd tot het instellen van een
onderzoek naar de suikerindustrie.
Den 3 had de tweede lezing plaats van de wet betreffende
de aansprakelijkheid der werkgevers voor hunne werklieden
bij ongelukken enz.zonder hoofdelijke stemming werd zij
aangenomen. Bij de behandeling der artikelen zou de re
geering wijzigingen voorstellen.
Bij keizerlijk besluit is vermindering van straf toegekend
aan de veroordeelden in het proces ff eimar-Michailojf. De
doodstraf van Michailoff is veranderd in 20die van Saba-
roff in 15 jaren dwangarbeid. De straf van dr. Weimar van
15 jaren dwangarbeid in de mijnen is veranderd in 10 jaren
vestingstraf. Verder zijn 2 veroordeelden naar Siberië 1 naar
Tobolsk verbannen en hebben 3 veroordeelden 10 8 eu 6
jaren dwangarbeid in fabrieken gekregen. Deze vermindering
van straf heeft vooral omter de verlichte klassen der bevolking
groote tevredenheid veroorzaakt. Men beweert, dat de dictator
Loris Melikoff het vonnis van den krijgsraad bekrachtigde,
doch tevens den Keizer, die zich het recht van genade bij
zijne aanstelling uitdrukkelijk had voorbehouden, verzocht
de uitgesproken straffen te verminderen. De redenwaarom
Dr. W eimar door den krijgsraad gunstiger dan de ovengen
werd beoordeeld, lag hierin, dat hij zich gedurende den laatsten
oorlog vrijwillig ter beschikking van zijn land had gesteld,
op het slagveld dapperheid en in de plaatsen, waar de zie
ken en gewonden verpleegd werden, bizondere ijver getoond
had. Als bewijs daarvan golden de drie aan hem geschonken
ordeteekenen, Hij zelf had op vrijspraak gehoopt: bij het
voorlezen van het vonnis werd hij doodsbleek en kon hij
met moeite zijne bedaardheid herwinnen. Het wordt echter
vrij zeker geacht, dat Dr. Weimar, die voor liet uitwendige
steeds elke aanraking met de omwentelingsgezinden ver
meed en zich nooit op den voorgrond stelde, in het geheim
de partij met geld en op andere wijze ondersteunde.
Den 3 overleed de keizerin.
De engelsche gezant Laijard vertrok den 2. De nieuwe
tijdelijke gezant Goschen overhandigde den 3 zijne geloofs
brieven aan den Sultan en hield daarbij eene redevoering,
waarin hij verklaarde het als zijn eerste plicht te beschouwen,
zijne zending tot genoegen der Koningin te volbrengen
evenals de vriendschappelijke betrekkingen tussehen Turkije
en Engeland hem het verlangen inboezemenom den Sultan
en zijn volk nuttig te wezen. Hij verklaarde overtuigd te
zijn van den levendigen wensck des Sultans om het lot
zijner onderdanenzonder onderscheid van ras of godsdienst,
re verbeteren en hun welvaart te verzekeren. Na deze rede
werd hij in een bizonder gehoor ontvangen.
Midhat-pacha heeft zijn ontslag als Gouverneur ran Syrië
gevraaagdde Sultan nam het nog niet aan.
In riet najaar van 1878 werd te Stabio een liberale be
woner in een openbaar lokaalwaar zich tevens verschei
dene uh'ramontanen bevondenverregaand mishandeld bij
eeu aldaar ontstane twist. Zoodra eenige zijner vrienden
vernamendat hij bebloed van daar vertrokken was
trachtten, zij de gestoorde rust te doen herstellen door de
marécha usséeswaarin zij echter niet slaagden. Inmiddels
vonden i'.ij hunnen vriend bij de fontein op het marktplein