fiuitentaubdcfte berichten
Duitschiand.
Ilelgie.
Frankr|)k.
{■•root-glrlttanje en Ierland.
TnrkJJe.
Spanje.
Verecnigde Staten.
I*eru.
wetenschap geloof vraagt en waaraan hunne traditie
geen geloof kan geven
Neen te verwonderen is 't niet
Want ieders levensbeschouwing isf opgebouwd uit
overtuigingen gegrond op feiten die hij moet aanne
men zonder eigen onderzoek. Die levensbeschouwing
is een geheelhet product van overtuiging, zooals die
achtereenvolgens is ontstaan. Maar zij vormt zich vooral
in de eerste helft des levensen naar mate de jaren
klimmen wordt het moeijelijker daarin wijziging te brengen;
soms wordt 't onmogelijk. Niemand scheidt zonder strijd
zonder smart, zonder moeite van dat gene wat eenmaal
uitmaakte de beginselen de elementen van zijne over
tuiging, van zijne opvatting van wat goed is, wat waar
is en wat regt is.Soms kan men er niet van scheiden
en liever noemt men de nieuwere wereldbeschouwing
goddeloos, ouregtvaardig, onedel, niet uit kwade trouw,
maar men kan niet anders verstand en hart kunnen
niet breken met hunne eigene geschiedenis.
Zoo blijven er velen staan onderweg, en gelijk-ge-
zinden vereenigen zich zuchtende over de werelddie
voorbij gaatdie voorbij gaat begeleid door de zege
kreten van de goedgeloovige jeugdbegeleid door de
heldere oogen van den denkerhet genie van den uit
vinder, de toekomst tegemoet die niet wachten kan.
Yoor hen die medegaanis echter veel werk te doen,
zij hebben meer te verrigten dan een troostwoord te
zenden aan de achterblijvers.
Als er geen tijdperk is in de geschiedenis, dat zoo
veel heeft zien veranderen en wijzigendan is er ook
geen tijdperk geweest, waarin de pligt om te arbeiden
dringender is geweest.
Want onze maatschappij is van boven naar beneden
veranderd. Er is gebroken met politieke indeelingen en
regten, instellingen, die eeuwen bestaan hadden zijn
verdwenende wettendie de arbeid en het verkeer
regelden, gilden, monopoliënbeschermende regten zijn
vervallen of geheel gewijzigdmet de middelen om ze
te bevredigen hebben de behoeften zich uitgebreidde
plaatsdie de arbeiderstand in de maatschappij inneemt,
is eene andere eene betere, eene meer waardige gewor
den maar geen kind verbeeldt zich, dat alles gedaan
iswat gedaan en zoo mogelijk spoedig gedaan moet
worden.
Zeer velen hebben buiten hunne schuld geleden door
de plotseling en herhaalde veranderingen in verkeer
en bedrijf, sommige gewichtige instellingen,men denke
aan de plaats die de kerkgenootschappen in de maat
schappij innemenaan de daarmede in verband staande
vragen van armverzorging gevoelen zich belemmerd in
hun taak en werkkring, overal zijn wonden geslagen,
die geheeld moeten worden.
Yoorzeker 't is geen geringe taak om met weten
schap van de vele moeijelijkhedendie de maatschappij
wachten en omringen in de nieuwe banen, die zij moet
betreden, de toekomst tegemoet te gaan met geoorloofde
zorg voor eigenbelang en pligtmatige schroom voor iedere
krenking voor de regten van anderen.
Maar erger dan blind zouden wij zijnindien wij
onze oogen sloten voor de noodzakelijkheid om die taak
op ons te nemen, vrijwillig blind, en niemand zoude
zich vermogen te verontschuldigen met de moeije-
lijkheid om goed te zien. Want onze eigene omge
ving ons eigen stillenette Alkmaar waarschuwt ons
sints jarendat de nieuwe tijd gekomen is de rook
uit fabrieksschoorsteenen hangt over 't zoo rustige land
stadje en huizenrijen steken de armen uit langs buiten
wegen, in tuinen en weilanden. Willen wij niet blijven
staanals zij die niet meer mede kunnendan moeten
ook wij zorgen te beantwoorden aan de behoeften van
den nieuweren tijd. Dan hebben wij ook noodig moed,
vertrouwen en doorzicht om de nieuwe banen te be
treden handen verstand en kapitaal mede te werken
aan 't gelijkmaken het effenen dier banen, waarlangs
ons de geschiedenis, die wij medeleven, voert, dan
moeten ook wij wel begrijpen dat in de tweede helft
van de XIXde eeuw meer dan ooit stilstand achteruil-
gang, en moed pligt is.
Te Berlijn werd den 16 de conferentie geopend. Zij
koos tot voorzitter prins Hohenlohe. Het eerste punt
van behandeling was do geheimhouding der beraadsla
gingen die bij het congres maar al te weinig nageko
men was. Algemeen werd de noodzakelijkheid der
geheimhouding erkend, niet alleen om de pers maar
ook om Griekenland en Turkije. De mogendheden
In geen vijf jaar, geloof ik."
«Maar hoe is het mogelijk dat ik je nooit eens op straat,
of waar dan ook gezien heb Ik ben hier toch al vrij
lang in de stad."
sDat heeft zijn reden" antwoordde zij geheimzinnig
maar nog altijd met dezelfde spottende glimlach.
Ik denk dat je je opzettelijk voor mij verborgen hebt
gehouden," riep ik uit. »'t Zou juist iets voor jou zijn!"
Op Mevrouw Meinderts gelaat was gedurende dit
gesprek langzamerhand een trek gekomen, die sprak
van verbeten ergernis. «In elk geval," viel zij in, «vind
ik dat mijn nichtje ons wel had kunnen waarschuwen,
dat ze in u een ouden bekende zou ontmoeten. Berta,
je oom en ikwij hebben al heel weinig reden om te
vreden te zijn, over het dwaze figuur, dat je ons laat
maken."
«Kom, kom Lise!" viel de do miné sussend in. Hij
had met een goedige glimlach op zijn rond blozend
gelaat onze herkenningsscène aangezien.
«Natuurlijk zult gij het wel weer niet met mij eens
zijn," antwoordde hem zijn ega. «Maar ik vind, dat
Berta beter en ook vertrouwelijker tegenover ons ge
handeld had, als zij ons had gewaarschuwd, dat zij
tnijnheer van Houten kende."
«Kom, kom Lise," zei de dominé weer.
Wordt, vervolgd.)
schijnen vrij eenstemmig te denken over den te volgen
wegwaarvan het gevolg zal zijndat de conferentie
spoedig uiteen gaat. Een gerucht, dat de Porte reeds
verklaard had de te nemen besluiten niet te kunnen
erkennen, omdat zij geen deel nam aan de werkzaam
heden is wel niet bevestigddoch of er groote spoed
met de uitvoering der besluiten gemaakt zal worden
valt Ie betwijfelen.
Pruisen. Huis van Afgevaardigden. Den 18 is de 2e
behandeling van het wetsontwerp tot wijziging der Mei-
wetten aangenomen. Negen sprekers waren ingeschre
ven voor en acht tecjen art. 1.
Bij de herstemming den 15 werden te Namen geko
zen één liberaal met 1504 tegen 1485 stemmen op
den catholieken candidaat en 2 catholieken met 1490
en 1487 stemmen en te Brugge een liberaal met
1356 stemmen tegen 1337 op den catholieken candidaat
en een catholiek met 1342 stemmen. De liberalen hebben
dus in het geheel 3 leden gewonnen.
Bij de verkiezing voor lid van den gemeenteraad te
Parijs werden den 13 in de wijk Lharonne uitgebracht
379 stemmen op Trinquetcommunard thans nog in
het bagno, 246 op Cesalle 192 op Depardon173 op
Galopin. Alzoo herstemming. Denzelfden dag werd te
Chambery tot lid van den Senaat gekozen Parent, re
publikein met 292 stemmen tegen 96 op Armenjon
conservatief.
De Gemeenteraad van Parijs heeftin verband met
de voorgestelde vermindering der rechten op den wijn,
besloten in de begrooting van het volgende jaar tot de
heffing eener belasting van 2 per 1000 op de onroe
rende goederen.
De ministerraad besloot den 17 tot de algemeene
amnestie over te gaan 2 ministers stemden tegen en
2 onthielden zich. De minister-president gaf van dit
besluit dadelijk persoonlijk kennis aan den president
der republiek. Door dit besluit zal de verdeeldheid onder
de republikeinsche partij welke zich meer en meer over
dit onderwerp voordeed, waarschijnlijk aanmerkelijk ver
minderd worden.
Senaat. Het rapport op de verzoekschriften tegen de
besluiten van 29 Maartstrekkende tot afwijzing wordt
den 24 in behandeling genomen.
Den 14 aanvaardde Leon Say het voorzitterschap met
eene rede waarin hij in de eerste plaats hulde bracht
aan den afgetreden voorzitter Martel. In één opzicht,
te weten in gehechtheid aan den republikeinschen regee-
ringsvorm, kon hij zich met hem vergelijken. De staats
instellingen waren wel jong, maar toch krachtig en
hoewel dikwerf gezegd herhaalde hijdat zij slechts
bij overeenstemming der groote staatsmachten volkomen
rijpe vruchten konden dragen. Met die overeenstem
ming werd natuurlijk niet bedoeld opheffing van het
recht van de eene of andere vergadering op gevaar
van verlies harer waardigheid en onafhankelijkheid. De
parlementaire regeering was die van vrije beraadslaging,
waar men alles zegtopdat eerst na rijpe overweging
een besluit zou worden genomen. Die overeenstemming
bestond en de Senaat z'ou haar handhaven. Dat lichaam
zou de verspreiding der leerstellingenwelke hij als
onafscheidelijk met de republiek beschouwde, meer en
meer in Frankrijk bevorderen. Ten slotte wees hij op
de veelvuldige werkzaamhedenwelke op afdoening
wachtten en drong op spoed aan.
Kamer van Afgevaardigden. Den 12 interpelleerde de
Cassagnac de regeering over hare handelingen in Gers.
Hij beschuldigde haar offliciëele candidaturen te hebben
gesteld en hare ambtenaren daartoe te hebben laten
medewerken. Hij keurde deze houding af. Uit zekere
omstandigheden was naar zijne meening duidelijk af te
leiden dat het stelsel der officiëele candidatuur open
lijk in dat departement was toegepast.
De minister van binnenl. zaken Constant antwoord
de dat niemand kon twijfelen aan den oprechten wensch
en de ernstige pogingen der regeering om de officiëele
candidatuur te beletten.
De heer de Cassagnac tastte daarop in eene uitvoe
rige rede de republiek aan welke hij de regeering
eener factie noemde.
De Voorzitter Gambetta vroeg daarop aan de Kamer
om op den spreker het artikel van het reglement toe
te passenbetreffende de censuur met tijdelijk verbod
om in de Kamer te verschijnen.
Hierover ontstond groote opschudding.
Na het geven eener'nadere verklaring van zijne woor
den, trok de Voorzitter zijn voorstel omtrent Cassagnac in.
Daarop werd de eenvoudige orde van den dag aan
genomen en de zitting gesloten.
Dufaure diende den 16 een wetsontwerp tot regeling
van het recht van verpeniging in dat nog al opzien
baarde.
Hoogerhuis. Den 11 werd de toestand in Armenie
nog eens ter sprake gebracht door lord Carnarvon, die
eene beschrijving gaf van het turksche wanbeheer aldaar.
Zoowel christenen als mohammedanen leden door ziekte
en hongersnood en eene talrijke nijvere bevolking liep
groot gevaar geheel te verdwijnen. Volgens één bericht
zijn bij voorbeeld 144 bloeiende dorpen geheel uitge
storven of verlaten door de inwoners volgens een an
der verhuizen duizenden gezinnen naar Rusland. De
turksche regeering gaat evenwel voort de inwoners te
onderdrukken en uit te zuigenin plaats van in de
nood te voorzien en de ellende zooveel mogelijk te
lenigen. De rechterlijke macht blijft even omkoopbaar
de ambtenaren en soldaten ontvangen geen geld
en worden niet gevoed. Voor eenigen tijd moesten de
soldaten in eene stad een halven dag vasten en ten
slotte verkoopen wat verkoopbaar was want alles was
op en had niet een bankier voor zijne rekening geld
voorgeschoten eene geheele legerafdeeling zou zonder
voedsel geweest zijn. De minister van buitenlandsehe
Gnmville antwoordde daarop dat de toestand in Ar
menie aan verschillende oorzaken te wijten wasaan
den iaatsten oorlogslechte oogsten den ongere-
gelden staat van zaken en de rooftochten der Kurden,
het invorderen van achterstallige belastingen, de waard
vermindering van het geld, de aankomst der haveloo:
Lazen en Gircassiers en het wanbeheer over den kore
voorraad der regeering. Hoewel men niet kon zegge:
dat de turksche regeering niets gedaan had zoo h
men zich in het algemeen toch meer tot beloften, dai
tot daden bepaald. Het eenige afdoende middel t
verbetering kon zijn grondige hervorming van het
westelijk beheer. En om dat te verkrijgen had dl
regeering aan de mogendheden in overweging gegeve:
van de Porte gemeenschappelijk de uitvoering te vrage:
van art. 61 van het berlijnsche verdrag. Lord Salisburyl
des ministers voorgangerzag in dien maatregel nie
veel heilhoewel zeer prijzenswaardig. De turkschf
regeering had geen geld en geen macht en het wai
zelfs de vraagof zij den wil had om te hervormen
Hij verwachtte veel meer heil van de werkzaamheic
der engelsche consuls die op de plaats zelve voortdu
rend op misbruiken wezen.
Engeland. Op het jaariijksche feest der vischhande
laars te Londen den 13 is besloten, lord Granville ah
lid op te nemen die bij den feestmaaltijd eene rede
voering hield waarin hij de hoop uitte op handhaving
van den vrede en behoud van de goede verstandhouding
onder de mogendheden van Europade kenteekenen
daarvoor achtte hij thans bizonder gunstig. Wel hadden
de mogendheden verschillende belangen en sympathiën
evenzeer als plaatselijke eerzuchtdoch één belang be'
heerschte allen namelijk behoud van den vrede en af
wering der oorzaken, welke tot oorlog zouden kunnen lei
den. Mocht de gemeenschappelijke samenwerking niet ge-1
handhaafd worden of tot geen uitkomst leiden dan
zou dit niet aan gebrek aan verzoeningsgezindheid of
besluiteloosheid van het britsche ministerie te wijten zijn.
Lagerhuis. De commissie in zake de weigering deri
eedsaflegging door Bradlaugh verklaart zich tegen die
aflegging, maar beveelt aan toelating tot het afleggen
eener eenvoudige verklaring.
De wijziging van het ministerie wordt beschouwd als
eene eerste overwinning der engelsche staatkunde na
het optreden van Goschen als gezant te Konstantino
pel. De afgetreden ministers Said-pacha en Servas-
pacha namen zelfs eene bijna vijandige houding tegen
over den engelschen thans vervangen gezant Layard
aan, hoewel altijd zeer beleefd, wat de vormen betreft.
Eerstgenoemde was sedert zijne jeugd vijand der en
gelschen doch bij laatstgenoemde was die vijandschap
eerst ontstaan toen in November 1879 de turksche
priester Achmet-effendi wegens aan den zendeling dr.
Köller bij eene bijbelvertaling verleende hulp ter dood
was veroordeeld en deze straf in verbanning moest wor
den veranderd door de tusschenkomst der mogendheden,
nadat hij aan genoemden gezant in eene reeks krachtige
nota's het noodzakelijke van dat vonnis verdedigd had.
De nieuw benoemde eerste minister Kadri-pacba heeft
eene goede opvoeding gehad verstaat zoowel Arabisch
en Perzisch als Fransch en Engelsch is omstreeks 50
jaren oud en wordt gerekend te behooren tot hen die
krachtig kunnen handelen. De nieuwe minister van
buitenlandsehe Abeddin-pacha van denzelfden leeftijd,
ontving eene grieksche opvoeding en is zoo goed met
de grieksche oude schrijvers bekenddat hij sommigen
in het turksch vertaalde. Zijn beheer in verschillende
betrekkingen wordt zeer geprezen voor eene maand
werd hij benoemd tot gouverneur van Salonika om te
trachten een einde te maken aan de rooverijen voor
welke taak hij reeds omvangrijke maatregelen genomen
had. Hun optreden kan in ieder geval van beleeke-
nenden invloed zijn nu de mogendheden den 12 ge
volg gaven aan hun voornemen om van de Porte de
uitvoering te vragen der met Montenegro gesloten
overeenkomst en nakoming van art 61 van het berlijn
sche verdrag betreffende Armenië. Op dien dag gaven
de gezanten eene gemeenschappelijke nota over, inhou
dende dat de vertragingdoor de Porte gebracht in
de uitvoering vau het berlijnsche verdrag de mogend
heden noodzaakte tot het nemen van maatregelen, om de
spoedige naleving daarvan te verzekeren ten aanzien
van de daarbij geregelde griekschemontenegrijnsche
en armenische vraagstukken. De bijeengeroepen
vergadering zal het grieksche vraagstuk met meerder
heid van stemmen onder medewerking van bevoegde
ambtenaren regelen. Eene commissie zal zich op de
plaats zelve kunnen begeven om hare besluiten uit te
voeren. Verder dat de onregelmatige uitvoering van
de bepalingen der overeenkomst van 12 April gevaar
heeft doen ontstaan voor eene botsing tusschen alba-
neezen en montenegrijnen, waardoor het gebiedend nood
zakelijk wordt, dat de Porte duidelijk hare bedoelingen
tegenover Montenegro verklarebij gebreke waarvan
hij verantwoordelijk wordt voor de ernstige gevolgen
welke daaruit kunnen voortspruiten. Ook omtrent Arme
nia wordt eene spoedige en afdoende verklaring gevraagd,
waarna ten slotte bij vernieuwing gewezen wordt op de
ernstige verantwoordelijkheidwelke zij reeds op zich
heeft geladen en aangedrongen op de beslechting der
hangende vraagstukken, zoowel in het belang van Turkije
als in dat van Europa.
Een motie van vertrouwen in het ministerie werd
met 246 tegen 13 st. aangenomen.
De greenbackersde voorstanders van het muntpa-
pier, besloten zich af te scheiden van de twee groote
republikeinsche en democratische partijen en hun eigen
candidaat voor het presidentschap te stellen. Den 9
kwamen zij ten getale van 650 bijeen en stelden het
volgende programma vastafschaffing der nationale
banken uitgifte van muntpapier tot vervanging der
nationale bankbiljetten; onbeperkte en vrije aanmunting
van den zilveren dollar; afschaffing van het verdrag met
China over de Koelies. Generaal James B. Weaver,
vertegenwoordiger van Iowa in het congres werd can
didaat gesteld.
De Chileenen namen den 7 stormenderhand Arica en mm
maakten het garnizoen krijgsgevangende korvet Ma-
nesca]
volgei
waart
8000
steld.
hunn
het i
krijgs
volko