ISuitcuUub.
Belgie.
Duitsclilaml.
(;i>tol Kri«Hnjc en Ierland.
Frankrijk.
Italic.
Zwitserland.
kerade zouden bijeenkomen. Er bestond dus nog ge
legenheid een en ander in oogenschouw te nemen.
De schoonste en smaakvolste versiering was zeker die
van den heer Cornelissen voornaam kleerenmaker aan
bet Rapenburg. De gevel van dat vrij hooge huis was
van boven tot beneden versierd met palmgroen waarin
bloemen van verschillende kleurenzoodanig dat van
den gevel zeiven niets te zien was. Op de stoep was
een middenstuk waarin een flink minerva-beeldom
geven door een kransdie des avonds met gas werd
verlicht en daarachter een spiegelwaarin het licht weer
kaatst werd. Tusschen het groen waren lampions ge
plaatst. Het effect was des avonds zeer eigenaardig.
Het dak van de veranda van het „Café Neuf" op de
Breestraat was in een bloembed veranderd met afhan
gende draperiën langs den gevelen witte ballons
tusschen het groen voor de verlichting. Yan Ewijk en
Groen aan dezelfde straat hadden een met tulle en dra
periën keurig afgewerkte versiering waarvoor de regen
helaaszeer slecht was geweestde bekende kleeren
maker Jongmans had een groote pijlenbundel om met
gaz te worden verlicht; langs den gevel der kroeg (de
studenten-societeit) hingen guirlandes van groen daar
voor flinke gaz-illuminatie van de stads-gehoorzaal waren
alle ramen van lampions voorzienvoor het stadhuis
fraaie gaz-illuminatie, evenals bij de hotels Verhaaff
en Levedag; in tal van winkels voor de ramen grootere
of kleinere minerva-beelden, omgeven door bloemen en
verlicht door waskaarsen professor Doyer een trophée
van bloemen in het midden van zijnen vrij breeden
gang: langs verscheidene grachten verlichting met lam
pions, somtijds afgewisseld door gekleurde ballons: de
stoomboot Pieter Adriaansz van der Werf met honder
den vlagjes opgetooid enz. Alvorens de maskerade
te beschrijvenmoet mij toch eene opmerking van
het hart. De particulieren, dat wil zeggen, zij die
geene nering drijven schijnen bij die gelegenheid öf
niets aan versiering te doen of hetgeen zij doen tot
het hoogst eenvoudige te beperken. Waaraan dit is
toe te schrijven, weet ik natuurlijk nietdat de feeste
lijke stemming bij dergelijke gelegenheid zich alleen zou
bepalen tot hen diekortaf gezegd wat aan de stu
denten verdienen komt mij geheel onaannemelijk voor
en ik wil veel liever aannemen, dat zij nog niet op de
gedachte zijn gekomen, dat zij op eenvoudige wijze tot
eene versiering kunnen medewerkenwaardoor het
schoonheidsgevoel tevens bevredigd wordt. Wanneer
zij de houten hokken en betimmeringendie zij op
hunne stoepen laten maken om daaruit de maskerade
te zien, met groen en bloemen bedekken of bekleeden
met doek, bij voorbeeld, in de kleuren der stad, zal het
geheel een veel beter aanzien krijgen. Het gezicht op
die ruwe planken was thans alles behalve fraai. En
nu naar het academie gebcuw alwaar de maskerade
voorstellende den intocht van Philips den Schoone binnen
Amsterdam 11 Jnni 1497werd opgesteld. Daar kon
men zich overtuigen van de netheid der kostumen, van
de moeielijkheid om zich in een harnas te bewegen
van de moeite en de volharding om alles geregeld te
krijgen. De hoofd persoon Philips werd in een met
vier paarden bespannen en van zijne wapens voorzien
staatsierijtuig op het terrein gebrachtvergezeld van
vier pages, gekleed in wit en rose satijn. Philips droeg
een blaauw kostuum met wit satijn en gouden bor
duursels, omhangen met een purpereu mantel, met her
melijn omzoomd en !de breede keten der vliesorde om
den hals. Een pauwenveer versierde de baret. Toen voor
3/4 de optocht geregeld was openden de sluizen des he
mels zich weder en viel misschien wel een malsche
maar geen zacht Meiregentje. De bui werd zoo hevig,
dat een uitstel van een half uur werd bevolen men
steeg af en vluchtte zoo goed en zoo kwaad 't kon in
het academiegebouw. Gelukkig dat een kwartier later de
lucht opklaarde om verder helder te blijven zoodat de
stoet zich in beweging kon zetten. De door den regen
veroorzaakte schade was niet belangrijk. Het muziekkorps
der huzaren met een escorte ging vooruit de stoet be
stond uit 4 trompetters der stad Amsterdam te paard
de opperstalmeester, de opperjagermeester, de groot
hofmeester van Philips en die van de aartshertogin
Johanna, tamboer en pijper, de Koning der handboog
schutters de hoofdman de vaandrig en 10 schutters,
de stads-boden de banierdrager, de schout, 4 burge-
meesteren 8 schepenen en 3 raden van Amsterdam
de stads-klerk de pensionaris, de banierdrager der re
derijkerskamer In liefde vierighde Keizer der Kamer en
daarna de wagen dier Kamer, voorstellende de herberg „sfe
troffelgeheel op zijn oud-hollandsch ingericht, waarin
4 rederijkers, die zich in het drinken niet onbetuigd
lieten. Ook de nar was op den wagen gezetendie
zich echter niet als nar gedroegzelfs een onbekende
vervulde die roldat jammer was. De grappendie
een nar mag uithalen zijn toch te aardig, dan dat zij
mogen gemist worden bij eene vorige gelegenheid vloog
de nar o. a. ergens binnen en haalde de voor de fa
milie bestemde taart weg bij een ander stal hij eene
witte roos uit het haar van een mooi meisje bij een
derde wipte hij het raam binnen en voorzag zich van
gereed staande sigaren enz. Daarop volgden te paard
Holland's banierdrager, 2 klaroenblazersde aanvoer
der met negen Bourgondische ruiters in het rood ge
kleed Jan graaf van Egmont, Eloris van Egmontde
heer van Aertswaerde en Munsterkerk, de heer van
Abbenbroekde baljuw van Beverwijkdo heer van
Schagen en Burghornde baljuw van Egmont en de
kastelein van Geervliet. Te voet kwamen daarna een
tamboer en pijper, de kapitein met 11 duitsche helle
baardiers gekleed in het zwart en blauw4 klaroen
blazers te paard, de wapenkoning van Holland en
Bourgondië, de heraut van Oostenrijk, llerpert van
Foreest, heer van Middelburg, Sloten enz., de secre
taris van Philips, de burggraaf van Utrecht, Dirk van
Lijndenraad en kamerheer van wijlen Keizer Erede-
rik III, de heer van Sterrenberg en die van Asperen
en Langerak allen te paard. Daarop volgde mede te
paard Guillaume de Vergy, maarschalk van Bourgondië,
des aartshertogs banierdrager (de heer J. W. C. Bloem)
een forsch gebouwd man, die èn doorzijn kostuum èn door
zijne flinke houding zoo zeer de aandacht trok, dat menig
een hem aanvankelijk voor de hoofdpersoon hield vervol
gens te paard Philips (de heer E. L. van Limburg Stirum)
met zijne pages te voetdie de hem aangeboden bou-
quetten en kransen droegen, daarachter kwamen te
paard de baanderheer van Holland, de heer van Bij-
landt enz., Antonie, de groote bastaard van Bourgondië
Philips von Croij, de hertog van CoïmbraJan van
Glijmesheer van Bergen op Zoom enz., Willem van
Croij, heer van Aerschot enz., Jan van Marais, Chris-
toffel, markgraaf van Baden enz., Henri de Withem,
kamerheerde baron van Ligne en die van Montignij.
Voorafgegaan door tamboeren pijper volgden de Koning
met den hoofdman en 10 voetboogschutters, de boden,
presidentraden en procureur-generaal van den Hove
van Holland (één hunner werd door een afstammeling
voorgesteld), de rekenmeesters van Holland en de klerk
der rekenkamer, 4 leden van het Spaansche gezantschap,
de banierdragers en afgevaardigden van Alkmaar, Hoorn,
Medemblik en Enkhuizen. Daarna klaroenblazers te
paard met Engelbrecht van Nassau in een zwart met
zilver afgezet buis, een blauw tricot, een blauw
fluweelen mantel de keten der orde van het gouden
vlies en een gele veder op de blauwe hoed voorafge
gaan door klaroenblazers en vergezeld van twee pages,
in blauw en geel gekleed daarachter de schout van
Leiden, de opperdijkgraaf van Schouwen, de baljuw
van Middelburg, de opperhoutvester van Brabant, de heer
van Wulven, de gouverneur van Atrechtde bakkers-,
timmerlieden- en buitenlandsvaardersgilden met hunne
banieren. Daarop volgde Albrecht de stoutmoedige, hertog
van Saksenin een verguld harnas met matzilveren
leeuwenkoppen aan de schoudergewrichten en zilveren
versierselen over een groen met zwarte rozen afgezet
onderbuis, vergezeld van twee pages George en Hen
drik van Saksen, Joris Schenk van Toutenburg, Tjaard
van Burmania raad van den hertog, Petrus van Cam-
minga heer van Ameland, voorgesteld door onzen stad
genoot A. P. H. de Lange George Vegelin van Claer-
bergen en de graaf van Bentheim. De laatste groep
bestond uit 9 duitsche ruiters met hunnen aanvoerder,
gekleed in met geel overdekte maliënkolders. Eene
escorte huzaren met muziekkorps besloot den trein die
overigens nog door infanterie en politie begeleid werd.
De orde was uitstekend en iedereen kon de stoet gemak
kelijk aanschouwen. Het besluit om de voornaamste straten
en grachten door te trekken was oorzaak, dat de menschen
zich niet op één punt behoefden op te hoopen om goed
te kunnen zien. Voorde stads-gehoorzaal, waar prinsEre-
derik de prinsessen Hendrik en von Wied, de laatste met
haren zoon, alsmede de groot-hertog van Mecklenburg
Schwerin afgestapt waren werd door de hoofdpersoon
eenige oogenblikken halt gehouden. De muziekkorpsen
speelden vaderlandsehe liederen. Eerst te half acht uren
was de eerste tocht door de stad afgeloopen en de
tweede die te ongeveer 10 uren aanving werd niet
geheel afgelegd langs den aangegeven weg door dat
het te laat werd. Op verscheidene plaatsen werd des
avonds bengaalsch vuur ontstoken t'jdens het voorbij
gaan dat op den stoet een eigenaardig licht verspreidde.
De illuminatie gelukte prachtig, dank zij de volko
men windstilteeen in ons vaderland ongewoon ver
schijnsel; alle lampions bleven aan en de gaz-illuminatiën
bleven voortdurend branden. De Breestraat en het feest
terrein leverden een prachtig aanzien op, dat eerst duidelijk
uitkwam, toen het middernacht was geworden en degroote
drukte op den weg eenigzins bedaarde, want was de
orde bij de maskerade uitstekenddes avonds heerschte
op de Breestraat en vooral ter hoogte der Noordeinds-
brug het scbromelijkste gedrangdoor het gemis van
behoorlijke voorzorgsmaatregelen. Bedenk, dat die brug
een punt iswaar van 4 zijden aanhoudend rijtuigen
elkander moeten kruisendat die straat opgevuld is
met duizenden menschen, waarin voortdurend in ver
schillende rigting 3 a 4 tramwagens gaan en rijtuigen
mogen rijden zooals de bestuurder goedvindt, ja waar
in naar hartelust der koetsiers zelfs rijtuigen mogen
keeren en verder dat geen enkel politie-agent gezien
wordtdie handhaaft of toeziet op de naleving van het
tot de inwoners gerichte verzoek om rechts te houden
en gij zult u kunnen voorstellenwelke schromelijke
verwarring daar heerschte en hoe meerdere punten al
leen met levensgevaar konden gepasseerd worden. Vrij
heid blijheid moge zeer gewenscht zijndie vrijheid
moet niet zoo ver gedreven wordendat een ieder
zijnen gang gaat en daardoor gevaar doet ontstaan.
Menigeen ondervond dit dien avond en zou meer ge
noten hebbenwaren voor de drukke punten van ver
keer behoorlijke voorschriften vastgesteld. Dit was te
meer noodzakelijk geweest, omdat honderden Ha
genaars per rijtuig gekomen waren en voortdurend
daarin rond redenop de komst van welke rijtuigen
niet scheen gerekend te zijn. Ook het naar huis
gaan der huzaren na afloop van den omgang des avonds
had ongelukken kunnen veroorzakenin vollen draf
renden zij van Rapenburgden hoek om naar het
Noord-einde of over de Noord-eindsbrugde vonken
vlogen aan alle kanten uit de straten en een paard
met zijn ruiter tuimelde zelfs. Deze geheel onnoodige
handelwijze had een rustig burger of eene eerzame
burgeres zeer gemakkelijk ernstig leed kunnen berok
kenen. Men zij voortaan bij dergelijke gelegenheden te
Leiden indachtigdat ongelukken voorkomenniet
uitgelokt moeten worden.
Nog eene enkele episode, wel der vermelding waar
dig. Het was omstreeks 1 uur des nachts, toen een
gedeelte der deelnemers aan den optocht, voorafgegaan
door trommelslagers en pijpers, de kroeg wenschende
binnen te rukkendoor het gebrek aan ruimte zich
moeielijk toegang kon verschaffen; daaruit ontstond een
tooneel van verwarring, een gekrioel van gecostumeer-
den studenten oud-studenten, die om strijd elkander
wilden helpenververschingen aanbodenaannamen
of in veiligheid brachten, dat allergrappigst was. Zoo
een vreemdeling het gezien hadzou hij waarschijn
lijk zich verbaasd hebben over die bedaarde Nederlan
ders die altijd in denzelfden plooi heeten te blijven,
maarzoo bij eerlijk waszou hij tevens moeten ge
tuigen dat de bijwoning daarvan hem de overtuiging
had geschonken dat eene volmaakte harmonie bestond
tusschen de oud- en tegenwoordige studenten van Lei
den's hoogeschool en dat allen instemden met Piet
Paaltjens slotwoorden
Yooruit dan Kameraden
En daver de Sleutelstad
Yfaar 't ook voor 't lest, dan nog eenmaal
Yan ons zalig Io vivat
23 Juni 1880. N. v. d. Y.
De minister van oorlog Liagre is op zijn verzoek
eervol ontslagen en voorloopig is het beheer van dat
departement opgedragen aan den minister van openbare
werken van Humbeeck.
Bij de verdere behandeling op den 21 van art. 4 van
het kerkelijk wetsontwerp in het pruisische Huis van
afgevaardigden verklaarde de minister van eeredienst
dat artikel als het middel te beschouwen om tot eene
regeling van het bestuur der diocesen te geraken. De
regeering was voor de gevolgen van het terug roepen
der bisschoppen niet beangst: zij nam die gerust voor
hare rekening. Daar de beslissing van het Huis in
geen enkel opzicht te voorzien was, had zij geene aan
leiding om de eene of andere der voornaamste bepalin
gen van het ontwerp te laten vallen. De minister van
justitie verdedigde het artikel uit het rechtskundig stand
punt doch ook dit mocht niet baten het voorstel van
den heer Stengel om de kennisgeving der benoeming
van de bisschoppen verplichtend te stellen werd aan
genomen en daarna het aldus gewijzigde artikel 4 met
252 tegen 150 st. Art. 5 werd den 22 met een amen
dement van denzelfden afgevaardigde aangenomen art. 6
zonder beraadslaging: art. 7 en 8 werden na korte be
spreking met alle amendementen verworpen. Daarna
werd de behandeling tot den volgenden dag verdaagd.
Den 21 verklaarde de onder min. v. buitenlandsche
zaken in het lagerhuis, dat de conferentie te Berlijn
alleen de grieksch-turksche grensregeling zou behan
delen en dat de vraag of Griekenland een deel dor
turksche schuld zou overnemen, later een onderwerp van
bespreking zou uitmaken. De vraag, of Bradlaugh zou wor
den toegelaten op eene verklaring, in plaats van den
eed, kwam wederom ter sprake zonder beslist te wor
den. Een voorstelom het op eene verklaring te doen,
werd door de regeering ondersteunddoch door de op
positie bestreden. Den 22 werd na langdurige beraad
slaging met 275 tegen 230 st. een voorstel van den
heer Giffard aangenomenwaarbij bepaald wordt dat
deze noch tot het afleggen van den eednoch van de
verklaring zal worden toegelaten. De oppositie be
groette dit besluit met ongemeenen bijval.
Met 140 tegen 119 stemmen verklaarde de Senaat
den 21, dat de behandeling 4van het voorstel tot af
schaffing der aalmoezeniers bij het leger spoedeischend
wasdaarna dat den 22 die behandeling zou plaats
hebben. Art. 1 werd dien dag met 107 tegen 114
stemmen aangenomen. Den 23 werd de amnestiewet
reeds ingediend.
De afdeelingen der Kamer benoemden den 21 elf
voorstanders der amnestiewet tot leden der commissie,
dat reeds een gunstig voorteeken voor de aanna
ming was. Den volgenden dag werd het ontwerp
behandeld. De minister-president de Ereycinet ver
dedigde het; hij beschouwde de amnestie als een staat
kundigen maatregelwelke uitgevaardigd moest wor
den. De voorzitter Gambetta verliet daarna zijnen
zetel als voorzitter om eene redevoering ten voordeele
van die amnestie uittespreken. Die maatregel behoorde
genomen te worden, voordat de algemeene verkiezingen
uitgeschreven werden. Een amendementom de ver
oordeelden wegens brandstichting en doodslag uit te
sluiten, werd met 265 tegen 184 stemmen verworpen
waarna het ontwerp aangenomen werd met 333 tegen
140 stemmen, alzoo met grooter meerderheid dan men
verwacht had. Dat Gambetta is opgetreden als ver
dediger van de amnestie vindt algemeen bijval; de re-
publikeinsche bladen keuren zijne rede eenparig goed
en verscheidene der rechterzijde stemmen daarmede in.
De verwachting is, dat Gambetta zich niet lang meer
aan het bewind zal kunnen ontrekken.
Bij de gemeentelijke verkiezingen te Rome werden
8 gematigden 5 conservatieven en één progressist ge
kozen. De burgemeester en de secretaris-generaal voor
den landbouw werden niet herkozen en Garibaldi leed
mede de nederlaag.
De Groote Raad van Geneve beraadslaagt over eene
nieuwe kieswet. In het ingediende ontwerp, was onder
anderen de bepaling opgenomen dat Zwitsersche bur
gers uit andere kantons herkomstig, maar tijdelijk hun
domicilie gevestigd hebbende in het kanton Geneve, aldaar
niet bevoegd zijn tot de uitoefening van het stemrecht.
Deze bepaling ondervindt bij de bevolking een ge-
duchten tegenstandreeds waren vele petitiën mg6"
komenwaarvan sommige van meer dan 2000 hand-
teekeningen voorzien waren. De onderteeaenaren ver
klaren dat daarin moet gezien Worden een schending
van het vrijzinnige beginsel dat behoort tot de over
leveringen van Genève en ook als zoodanig is opge
nomen in de vroegere kieswetten, een bepaling die men
dringend wenscht te behouden. Bij de behandeling in
den grooten raad werd een voorstel ingediend om de
bestaande vrijzinnige bepaling in de nieuwe wet te be
houden met deze beperking, dat zwitsersche burgers
herkomstig uit andere kantons, die gedurende een jaar
een vaste woonplaats in Genève hadden, bevoegd zullen
zijn als stemgerechtigde burgers aldaar op te treden.
Na verwerping van een amendement om den termijn
van een jaar in 3 maanden te veranderen zooals de