No. 42.
Tweeëntachtigste Jaargang.
1880.
V IV 1> A G
30 JUL I.
FEUILLETON.
Prijs der gewone Advertentiën
fiuitcnlnub
DOMINÉ MEINDERTS' NICHTJE,
alkmaarsche courant.
Deze Courant wordt Dinsdag-, Donderdag- en
Zaterdag-avond uitgegeven. Abonnementsprijs
per drie maanden voor Alkmaar f 0,80; franco door
het geheele Rijk f 1,
De 3 nummers f 0,06.
Yan 1—5 regels f 0,75; iedere regel meer/0,15.
Groote letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de Uitgevers HERMs. COS-
TER ZOON.
BELGIE Deü 23 hield de pers in het ministerie
van binneiilandsche zaken eene vergadering ter bespre
king van het voorstel, door den heer Gallenga van de
Times gedaan op het dejeuner der pers, strekkende tot
oprichting van een centraal bureau der pers va,n de ge
heele wereld te Brussel. Na langdunge beraadslagingen
werd het volgende besluit genomen l m 1881 wordt
te Brussel een congres der pers gehouden 2 het op
maken van het programma en het verzenden der uit-
noodigingen wordt opgedragen aan het te Brussel be
staande comité der pers 3» alvorens eemgen maatre
gel tot uitvoering te nemen, verzekert dit comité zich
van de medewerking van al de voorname organen der
pers in alle landen.
DUITSCHLAND. Eerstdaags komen te Coburg de
ministers van financiën der verschillende bondsstaten
bijeen ter behandeling van het vraagstuk der indirecte
belastingen als een vervolg op de m 1879 te Heidel-
berg gehouden bijeenkomst. Aan deze bijeenkomst
wordt eenig gewicht gehechtomdat prins Bismarck
voornemens schijnt bij die gelegenheid voor den dag te
komen met zijn reeds eenmaal verworpen plan op de
tabaks regie. Mocht de aanneming daarvan door de
regeeringen gelukken, dan zou in het najaar in en
rijksdag een daartoe strekkend ontwerp aangeboden
worden. Bij verwerping zou Bismarck zelfs geneig
schijnen te zijn tot ontbinding van den rijksdag.
De Germatiiahet hoofdorgaan der noordduitsche
ultramontanen geeft een overzicht van een artikel
opgenomen in het katholieke te Rome uit omen e a
de Civilta Cattolica met het opschrift de jongste stuk
ken der pruisische regeering over den strijd met he
1 Vatikaan. Vooraf maakt het de opmerking dat, hoewel
de in katholieke bladen of tijdschriften van Rome en
Italië voorkomende artikelen over kerkelijk staatkundige
vraagstukken geen officieël karakter dragen, het toch in
den aard der zaak ligt, dat die bladen bizonder be
langrijke artikelen ontvangen van personenmet de
Curie in naauwe betrekking staande die geacht kun-
nen worden de meening en denkwijze van den raus en
zijne raadslieden beter te kennen dan andere personen.
Als zoodanig wordt ook dat artikel beschouwd dat in
vier afdeelingen den stand van het vraagstuk bebande
tot aan de openbaarmaking der stukken betrekke y
de laatste onderhandelingen tusschen Berlijn en de
Curie verder de handelwijze der pruisische regeering
hare eischen en hare tegen den Paus gerichte ver
wijten. In het laatste gedeelte wordt opgekomen tegen
de bewering dat de Curie te veel eischte. De Paus
trachtte 3 dingen rechtstreeks te bereiken vergunning
dat de bisschoppen pastoors benoemden voor de open
plaatsenalgemeene vergiffenis voor de geestelijken
herstel in hunne ambten en staking der tegen de gees-
telijkheid aanhangige processen belofte der pruisische
regeeringdat de wetgeving in overeenstemming met
de beginselen der katholieke kerk gebracht werd. Deze
eischen waren niet te hoog maar de regeering had te
veel geëischt door onophoudelijk den staat boven de kerk
te stellende wapenen altijd tegen de geestelijkheid
gereed te willen houden en den Paus als staatkundig
werktuig tegen het centrum te allen tijde in hare hand
te willen hebben.
ENGELAND. Het hoogerhuis nam bij tweede lezing
den 26 het wetsontwerp betreffende den nood in Ier
land aan en bij derde lezing dat betreffende de volks
telling in Engeland en Schotland. Den 27 nam het
bij eerste lezing de iersche pachterswet aan en bepaalde
de tweede lezing op 2 Augustus. Lord b-rey kondigde
aandat hij de verwerping zou voorstellen.
In het lagerhuis werd denzelfden dag door minister
Hartington verklaard dat er met Abderrhaman geene
verbintenissen in bepaalden vorm aangegaan waren nj
was eenvoudig als Emir van Kaboei erkend en hem
was zoowel ondersteuning als bijstand aangeboden, om
zich op zijn standpunt te handhaven. Hem was mede
gedeeld dat op het oogenhlik niet over Kandahar en
de nieuwe grenzen onderhandeld kon worden. Afgha
nistan stond tegenwoordig buiten vreemde inmenging
derhalve had de Emir behalve met Engeland geene
buitenlandsche verbindingen. Zoo hij Engeland s raad
volgde, was Engeland bereid hem in een aanval van
buiten'bij te staan, mits zulk een aanval niet uitgelokt
was. Voorloopig verlangde Engeland geen Britsch resi
dent te Kaboel te vestigen, wel een Mohammedaanschen
gezant. Of later een geregeld verdrag met den meu-
wen Emir zou gesloten worden zou van zijn gedrags-
lijn dfhangen.
Bij de derde lezing van het wetsontwerp tot tege
moetkoming aan de Iersche pachters die wegens wan
betaling van hunne hoeven zijn gezetis het voorstel
van den heer Tottenham tot verwerping der voordracht,
als in strijd met de beginselen der wet op den grondeigen
dom na eene beraadslaging van zeven uren met 303
te^en 237 stemmen afgewezen en de voordracht daarna
aangenomen. De ministers Gladstone en Forster wezen
op nieuw op het tijdelijke der bepalingen van deze wet,
die alleen tot doel hadaan de in Ierlaud gaande ge
houden bewoging, welke zij in scherpe woorden afkeurden,
elk voorwendsel te ontnemen.
In bet lagerhuis werd den 28 door minister Harting
ton een telegram uit Kandahar medegedeeld volgens
hetwelk de troepenmacht van generaal Burrows vernie
tigd was en de bezetting van Kandahar zich in de ci
tadel teruggetrokken had. De bevelhebber had per
telegraaf verzochtalle beschikbare troepen naar Kan
dahar te laten oprukken. Ook naar Simla was getele
grafeerd om zoo noodig nog meer troepen te zenden.
Een voorstel van den heer Hamilton, waarbij de ver
hooging der inkomstenbelasting werd afgekeurd werd
verworpen met 230 tegen 94 stemmen. Yele conser
vatieven stemden met de liberalen.
FRANKRIJK. Van de 1412 leden der algemeene
raden, waarvoor op 1 Aug. de verkiezingen plaats heb
ben behooren 668 tot de republikeinsche en 744 tot
de andere tegen de republiek gestemde partijen.
ITALIË. De secretaris generaal bij het ministerie
van oorlog, generaal Milon, een Napolitaau, is tot mi
nister van oorlog benoemd.
De groote legeroefeningen zullen gehouden worden
van 29 Aug. tot 11 Sept.
RUSLAND. De onlangs vermelde moord op me
vrouw Skobeleff in Rumelie heeft te Petersburg een
onbeschrijfelijk diepen indruk gemaakt. Haar moorde
naarUsati genaamd, 27 jaren oud en bekend als een
bizonder dapper officier, had toch aan generaal Skobeleö,
haren zoon die zich thans in Azie bevindt bij den veld
tocht tegen de Tekke—Turkomannen, zijn geheelen
loopbaan te danken. In 1870 was hij benoemd tot
vaandrig met den rang van officier: in "1876 by het
uitbreken van den opstand in Bosnië ging hij bij ue
Montenegrijnen over en was hij door den Vorst wegens
bizondere dapperheid met de Danilo-orae begiftigd in
1877 had hij den russisch-turkschen oorlog bijgewoond:
door tusschenkomst van generaal Skobeleff was hij eerst
ingedeeld als officier en later bevorderd tot zijnen ad
judant. Voor zijne onverschrokkenheid werd hij achter
eenvolgend met verschillende ridderorden begiftigd en
ten slotte met de gouden sabel voor dapperheid eene
onderscheiding, in den regel slechts aan hoofd-officieren
te beurt vallende. Zijne onverschrokkenheid had spoedig
eene vriendschappelijke verhouding tusschen hem en
den generaal doen ontstaan en op aanbeveling van
dezen werd hij bevorderd tot kapitein der genie. In
die betrekking bleef hij na het vertrek der russische
bezettingstroepen bij de rumelische militie.
De vermoorde had voor het einde van den laatsten
veldtochttoen het russische leger op weg naar ^Kon-
stantinopel was, zich te Adrianopel vervoegd by üaren
zoon, voor wien zij eene bizondere genegenheid had en
dien zij overal volgde. Op dien tocht had zij de ellende
in de provinciën Bulgarije en Rumelië gezien en bewogen
met het lot der nagelaten betrekkingen van dé talryke
vermoorden aldaarhad zij in de nabijheid van I hi-
lippopel een gebouw laten oprichten voor 200 bul-
gaarsche weezen. Die inrichting wenschte zij te bezoeken
en zij was op weg daarheen toen de moord gepleegd
werd. Zij was voornemens aldaar nog andere inrich
tingen te stichten en wel eene schooien eene kerk ter
nagedachtenis aan haren man. Ter versiering dier kerk
had zij zelfs in Rusland vervaardigde schilderijen mede
genomen. Zij had ook den wensch te kennen gegeven
om nogmaals de plaatsen te zien waar haar zoon be
wijzen van moed had gegeven, bij voorbeeld de plaats
I
iüt" JU
van
van
DOOR
18) M. W. MACLAINE PONT.
Vervolg
»Ik geloof liet ook," zei ik, een weinig minder neer
slachtig.
s>Jij gelooft het en ik weet het zeker. Ik heb haar
gepolst toen ik haar het laatst sprak. Je moest haar
gezicht eens gezien hebbentoen ik iets van je vertelde.
»Wat heb je haar van mij verteldvroeg ik wat
meer opgebeurd.
j »0ch, niet veel bijzonders, want dat is er niet," ant
woordde hij vleiendsmaar in zulke omstandigheden
voegde hij er op theatralen toon bij»is iedere kleinig
heid belangrijk."
Ik zweeg een poos.
»Dus hebben dominé en mevrouw je geheel en al af
gewezen vroeg Piet en een weinig nieuwsgierigheid
mengde zich onder zijne belangstelling. Nu liet geval
i er toch eenmaal toe lag, wilde hij wel graag het naadje
van de kous weten.
ik Zag geen reden, om hem iets te verzwijgen en ter
wijl ik hem alles vertelde, stond het ook weer voor
mijn geestalsof ik het voor de tweede maal doorleefde.
Daar zaten de dominé en zijne vrouw beiden in een
houding die uiterst ontmoedigend op mij moest werken,
en mijne stem deed dalen tot een minimum van kracht.
Toch sprak ik haperend en bevend uitwat ik te zeggen
hadik was boos op mij zelf, waarom hield ik mij
niet beter? Met ieder woord dat ik sprak, gaf ik hen
meer macht over mij. Nadat ik geëindigd had, stond
mevrouw Meinderts op en gaf mij in eene rede, waar
mede zooals zij zeidehaar man volkomen instemde
te kennendat er nooit iets van komen kon. Hoe kon
ik er aan denkenom de hand van Berta te vragen
Ik die geen fortuin had en slechts candidaat-notaris was
Zij moest mij, ook in mijn eigen belangin gemoede af
raden, om ooit verder aan dien stap te denken.
ïMaar Berta heeft ook geen fortuin, dus in zoover
sta je gelijk," viel Piet mij in de rede, toen ik zoover
met mijn verhaal gevorderd was.
»Dat of iets dergelijks zei ik ook. Ik zei, dat ik kon
hopen, niet al te lang candidaat te blijven en dat
ikzoo Berta op mij wachten wildetegen geene be
zwaren opzag. Maar zij vroeg dadelijk»Ben je dan
zoo zeker, dat mijn nichtje op je wachten wil? »Ik
geloof, dat ik zekerheid heb, mevrouw. NV ij kennen
elkaar van kind af aan en waren altijd gaarne met el
kander en nu meen ik gemerkt te hebben »En ik
meen nu te merken, dat je mijn nichtje achter mijn
rug om het hof maakt en ik moet je zeggendat dat
in 't geheel niet te pas komt. Gij en Berta zijt beiden nog
kinderen (zij moeten weten dat ik zevenentwintig jaar
ben en wij zien er geen van beiden als kinderen uit)
en in de eerste opgewondenheid van het weerzien hebt
ge je verbeeld, dat je verliefd van elkaar waart. Aan
zulk eene dolle opvatting mag ik de toekomst van
mijn nichtje niet wagen. Wachten, tot je notaris zijt'
Een fraaie zaakAlsof er niet voorbeelden genoeg
waren, dat men diep in de veertig kon wordenzonder
een notariaat te krijgen. Mijnheer Die en mijnheer Die
(zij noemde de namen en ik kon er niets tegen inbren-
gen, want helaas! zij sprak waarheid) waren zes- en
achtenveertig als ik mij niet vergis. En dan heb ik geen
reden om te gelooven, dat u gelukkiger zult zijn dan
zij. Ik heb wel eens hooren zeggen, dat men een
beetje bang is van menschendie al te geestig zijn.
Men laat hen doorgaans liefst den tijd om wat te
bedaren."
Die heks," zei Piet, »dat komt door ons fraaie stukje
in de courant. Jongenswat hebben wij daarmee een
eer behaald. Want als het niet zoo aardig was geweest
zou zij er niet zoo hoos om zijn.
sEen mooi ding. Ik zit er intusschen mee geschoren.
sGebruik toch je verstand, Willem en zie, hoe zij haar
eigen glazen ingooit. Hoe meer ze je tegenwerkt hoe
meer ben je er natuurlijk opgesteld om je zin te krijgen,
en Berta zou geen vrouw wezen, als het bij haar niet
hetzelfde was."
»Zij weet misschien niet eensdat ik bij haar oom
en t»*te hen geweest."
»Dan moet je zorgen, dat zij het te weten komt.
«Hoe kan ik dat? Zij zullen haar nu nog meer be
waken dan vroeger. Ik zal haar nooit meer zien en zij
zal denken, dat ik niet meer om haar geef."
»Dat zou zeker wel het grootste ongeluk zijndat
haar treffen kon." Hij zag mij met zijn dwaas gezicht
zoo potsierlijk aandat ik lachen moest en hij lachte
ook en zoo lachten wij beiden al hartelijker. Dat is
zeker wel het beste wat men doen kan hij dergelijke
o-eleo-enhedenhet verdrijft de treurige gedachten en geeft
nieuwen moed. Ik zag sedert mijn lachen mijn toestand
niet zoo wanhopig meer in.
Ja, Piet had gelijk. Berta moest weten, dat ik bij
haar'oom en tante was geweest, maar hoe zou ik het
haar kunnen vertellen? Mijn eenige toevlucht was het
gat in de schuttingzij wist dat het er was dus zou zij
wel eens makenmeende ikdat ik haar daar alleen sju e-
ken kon. De volgende dagen echter wendde ik slechts
mijne schreden naar de bewaarplaats van houtom met