iSuiti-nliiub ËtmmiIcMib werden eerst voor straf uitgezonderd zij moesten steeds heen en weer blijven loopen, tot dat eindelijk het hare van den sergeant vermurwd werd en deze gehoor gaf aan den wensch der toeschouwers, om ook hun eenige oogenblikken rust te schenken. Een dezer twee was de vriend, die steeds huilde. Wanneer ik u deze fei ten mededeeldan is hetomdat ik naar aanleiding daarvan wilde vragen of het nu niet veel beter zou zijn dergelijke ongelukkige wezens naar huis te zen den Welke diensten zullen zij toch ingeval van nood kunnen bewijzen Verbeeld u een dergelijk persoon bij avond op wacht staande op een eenzaam belangrijk punt of belast met het bewaken van personen of zaken waarvoor werkelijk groote zorg moet worden gedragen? Zou het zoo vreemd zijn als hij bang geworden voor zijn eigen schaduw of voor de schaduw van zijn schild- wachthuisj voor een bladenden hond of voor ritselende bladeren het hazenpad koos? Mogen zij, die geroepen zijn, om te oordeelen, of iemand al dan niet geschikt is voor soldaat, ook bedenken, dat door het aanschouwen Tan dergelijke feiten bovendien de tegenzin in de dienst bij vreedzame burgers wordt aangewakkerd en datnu eenmaal een leger niet afgeschaft kan worden en het soldaatje spelen als een noodzakelijk kwaad moet worden behouden, men alles moet doen, om dat kwaad zoo min mogelijk bezwarend te maken en niet de overtuiging te schenken, dat het eigenlijk gekheid is. Het zou misschien niet kwaad zijn dat bij deze of gene gelegenheid de regeering hierop eens de aandacht vestigde bij eene aanschrijving. Zij toch ziet tegen aan schrijvingen niet op. Dit bewees nog dezer dagen de in de dagbladen vermelde uitnoodiging aan de gemeente besturen om o. a. op te geven, of de burgemeester ook het beroep van tapper uitoefende. Een eenvoudig bur ger, zooals ik benzou denken de regeering die de burgemeesters benoemt, weet toch wel, wie zij benoemt en onderzoekt in ieder geval vóór de benoeming van eenig persoon of ZEd. ook een kroegje er op na houdt. En aannemende, dat zij vreesde dat iemand tot bur gemeester benoemd, na die benoeming, dank zij zijne karige bezoldigingzich genoodzaakt had gezien een tapperijtje of kroegje op te richten dan had die vraag in ieder geval niet zoo algemeen behoeven te worden gedaan als nu is geschied, waardoor de zaak belachelijk wordt gemaakt. De gemeentebesturen van Amsterdam, Botterdam's Hage enz. uitgenoodigd mede te deelen, of de burgemeester ook tapt!!! Waarlijk, het is grappig en daar ik veel van grappen houdmogenwat mij betreft, nog vele dergelijke vragen gedaan worden. In de hoop, dat, wanneer gij dezen brief ontvangt, de regenbuien wat bedaard zijnopdat handelaars in aardappelen ons dit jaar hunne noodkreten over de ziekte en de daaruit voortvloeiende duurte kunnen be sparen, blijf ik na groeten tot later Uw Vriend 29 Juli 1880 JODOrüS van SNORKENBURG. BELGIE. Eerstdaags moeten verkiezingen voor leden der Kamer plaats hebben tengevolge van het overlijden van den afgevaardigde van Oudenaerde Devos (clericaal) en van Soignies Boucquears (liberaal). In laatstgenoemd district hebben de clericalen besloten aan den strijd deel te nemen en den heer Cornet candidaat gesteld tegenover den heer WIngz. ENGELAND. Later ontvangen berichten hebben doen zien dat het eerste bericht omtrent generaal Burrows geleden nederlaag hem toegebracht door Ayoeb-Khans troepen, wel wat overdreven was. Zes of ficieren zijn gesneuveld en 5 gewond. 3 Kolonels en 7 andere officieren kwamen te Kandahar aan. Den 29 deelde minister Hartington in het Lagerhuis mede dat generaal Primrose te Kandahar slechts be zorgd was voor gebrek aan water. De Khan van Kbe- lat bood aan Engeland alle mogelijke hulp aan hij zond 150 kameelen en 100 paarden. De regeering had besloten versterking naar Indie te zendendaar het niet onmogelijk was al waren de laatste tijdingen ge ruststellender, dat de oorlog langer zou duren. Er was geen bericht ontvangen dat de telegrafische verbinding tusschen Simla en Kaboel verbroken was. In diezelfde zitting deelde de onder-minister van buitenl. zaken mede dat de Porte in haar antwoord op het gezamen lijk schrijven der mogendheden geweigerd had Janina Larissa en Metzoro af te staan en verzocht had hunne vertegenwoordigers te Konstantinopel te machtigen met haar te onderhandelen om de onderhandelingen over de beslissing niet alleen over de grenslijn maar ook over ondergeschikte punten en bizonderheden van het vraagstuk gemakkelijk te maken. Den 30 deelde minister Hartington mededat het gevecht tusschen de brigade van generaal Burrows en de troepen van Ayoub-Khan zeer hettig geweest was en dat aan beide zijden groote verliezen geleden waren. Hoewel verscheidene volkstammen zich verzamelden, zoo werd de te Quettah aanwezige legermacht toch als vol doende beschouwd. Er was nog geen bericht ont vangen over den indruk dien het gebeurde te Kaboel gemaakt had. In het Hoogerhuis antwoordde lord Granville aan lord Stanley, dat de Konin >in met volkomen toestem ming der regeering in briefwisseliug was getreden met den Sultan. In haar brief was in zeer hartelijke woor den de vaste hoop uitgedrukt dat de Sultan zelfs ten koste van eenige opofferingen aan het eenstemmig verlangen van Europa omtrent de bepalingen van het berlijnsche verdrag gehoor zou geven. FRANKRIJK. Bij de uitreiking der nieuwe vaan dels aan de troepen te Cherbourg weigerde de admiraal Ribourt (clericaal) de tribune te begroeten waar het stedelijk bestuur zich bevond. Tusschen het gemeente bestuur en dien admiraal bestond reeds eenigen tijd spanning om redenen van minder belang. Die spanning was echter toegenomen door de volgende gebeurtenis. De admiraal had zijn voornemen te kennen gegeven, om tegenover de tribune van het gemeentebestuur eene voor zijne officieren met hunne vrienden en huisgenoo- ten op te richten, waarop de burgemeester geantwoord had dat niemand het recht had op den openbaren weg zonder vergunning van het gemeentebestuur iets te bouwen of te plaatsen dat hij op de reeds bestaande tribune over zoovele plaatsen beschikken kon als hij wilde opgeven doch dat hem niet kon worden vergund eene afzonderlijke op te richten. Zoo noodig zou die der gemeente vergroot worden. Na de weige ring van den admiraal om de eerbewijzen aan het ge meentebestuur te brengen waarop het recht meende te hebben was het geduld van dat bestuur ten einde en verklaarde het zijn ontslag te nemen werd de ad miraal met afgezet. Volgens den berichtgever der Köln Zeitung is de behandeling dezer zaak in den ministerraad den 27 geëindigd met het besluit om den admiraal tot het einde van Augustus op zijn post te laten maar hem dan te verplaatsen en hem het onge noegen der regeering over het voorgevallene kenbaar te maken. Deze gebeurtenis is te Parijs het onderwerp der gesprekken. De clericale pers juicht de houding van den admiraal zeer foe. De Franfais zegt o a dat het van een admiraal niet te vergen isom eene tri bune te begroeten, waar slotenmakers, schoenmakers en andere personen uit den lageren burgerstand die den gemeenteraad van Cherbourg uitmaken met groot vertoon zich bevinden. RUSLAND. De chineesche gezant te Parijs mar kies Tseng vertrok den 28 van Parijs naar Petersburg. om met de russische regeering verder te onderhandelen. Graaf Ignatieffde vroegere russische gezant te Kon stantinopel schijnt benoemd te zijn tot gouverneur- generaal van Nischny Nowgorod. Na het berlijnsche verdrag heette hij in ongenade te zijn gevallen omdat het door hem gesloten verdrag van San Stefano daar gebleken was onhoudbaar te zijn. Is die bewering juist geweest, dan is het nu dubbel merkwaardig, dat hij weder in de gunst komt op het oosenblik, waarop het berlijnsche verdrag onvoldoende wordt geacht tot hand having der rust in het Oosten. TURKIJE. De minister van buitenlandsche zaken vroeg aan den Servischen gezant ophelderingen omtrent de militaire toerustingen van Servie. Het antwoord luidde, dat de gewone jaarljksche bewegingen gehouden werdendoch dat tevens de aandacht der regeering gevestigd was op den stand van zaken aan de grenzen D en 27 verleende de Sultan gehoor aan den ensjel- schen gezant Goschen. Bij die gelegenheid verklaarde de Sultan, toen over de grensregeling van het grieksche vraagstuk gesproken werd dat hij als grondwettig vorst aan de Porte de zorg voor die regeling moest overlaten. VEREENIGDE STATEN. Van 31 Aug 1865 tot 1 Juli ltsSO verminderde de staatsschuld met 837,101,823 dollars en de jaarlijksche rentelast met 71,343,716 dollars. ZUID-AFRIKA. Keizerin Eugenie is bij haren te rugkeer naar Europa door den Gouverneur der Kaap stad begroet Zij ondervond veler eerbiedige deelneming. Geruchten waren in omloop over terugroeping van gouverneur Bartle Frèremaar er bestond daarvoor nog groote onzekerheid zonder bepaalde terugroeping wilde hij op zijn post blijven. Het Kaapsch ministerie had een bewijs van vertrou wen van de Wetgevende Kamer erlangd doch de op positie had zich verwijderd. Het ministerie had zich krachtig verdedigd en eene zedelijke overwinning be haald. Er werd nog veel gesproken over het afspringen van het eonfederatieplan. Van alle zijden wordt be vestigd dat de aanhechting van de Transvaal daarvan de ware oorzaak was. Men was zeer benieuwd, of de rijksregeering stappen doen zou omtrent de Transvaal. Dit was echter wat de Zuidafrikaanders het meest vreesden. Deze hoopten, dat West-Grikwaland spoedig aan de Kaapkolonie gehecht werd uit angst dat de rijksregeering daaromtrent van gevoelen veranderen zou. De onwilligheid van een Kafferhoofd tot ontruiming van zekere gronden zou waarschijnb k tot afzending van een kommando vrijwilligers onder Ferreira leiden. Het Kaapsch Volksblad zou de vrijwillige toetreding van de Transvaal tot de Kaapkolonie verkieslijker achten dan handhaving van het tegenwoordig Engelsch bestuur al daar dat zelfs bij Engelschen wrevel wekt. De handel der Kaapkolonie met de Vereenigde Sta ten van Noord-Amerika nam zeer toe. STATEN-GENERAAL De le. Kamer heeft den 30 aangenomen de wetsont werpen tot verhooging van hoofdstuk V der staatsbe- grooting voor 1880 (invoering der onderwijswet)met 23 tegen 6 tot het verleenen van subsidie voor den aanleg van een kanaal van Coevorden naar Nieuw-Am- sterdam met 20 tegen 2, tot beschikbaarstelling van gelden wegens door het departement van oorlog gedane verstrekkingen voor 1880, tot regeling van de betrek kingen en rangen de opleiding en bevordering van het personeel der geneeskundige dienst bij de landmacht, tot aanleg van eenige kanaalverbindingen in Groningen, Overnsel en Drenthe en tot verbetering van den bin- nenlandschen waterstaat en de scheepvaartkanalen in Friesland alle met algeroeene stemmen. Na goed keuring barer huishoudelijke begrooting in besloten zitting is de Kamer op recès gescheiden. Door de regeering is de 2e. Kamer aangeboden een wetsontwerp, houdende bepalingen ter voorkoming van aanvaringen en aandrijvingen op zee. Deze bepalingen zijn overeenkomstig de door de engelsche regeering, in overleg met de buitenlandsche regeeringen, ontworpene, welke dan ook met 1°. Sept e.k. voor liet Vereenigd Koningrijk in werking zullen treden. meer hoe ik de planken had neergelegd en nauwelijks had ik een stap of vijf gedaan of ik voelde mij aan alle zijden door stapels hout omringd. Te weinig kalm om bedaard een uitweg te zoekenklauterde ik op den stapeldie mij de laagste scheenmaar zeker lagen de planken niet goed op elkander, of misschien stapte ik mis, ten minste, nauwelijks was ik er hoven op of ik viel er weer afmet mijn hoofd naar beneden en mijn neus in het zand. De slag van een paar plankendie ik medegesleept hadverried wat er was gebeurden van de andere zijde van de schutting klonk de uitroep: »Dat is je verdiende loonzoo hoop ik dat het alle luisteraars en gluurders vergaat, schrijf daarover ook maar een stukje in de courant" mij in het oor. Ik stond terstond op zoo zacht ik kon, bemerkte, dat ik mij niet erg had bezeerd, behalve dat mijn neus een beetje bloedde en liep nu wat voorzichtiger, maar toch altijd zoo snel ik konnaar huis. Mijn gemoedstoestand, toen ik op mijn kamer kwam, is niet gemakkelijk te beschrijven. Ik was ontdekt bedrogen, en had bovendien een gek figuur gemaakt. Jadat was het ergste van alles. Het oogenhlik waarop ik met een verliefden blik op Berta's gezichtje hoopte en niets te zien kreeg dan tante Meinderts oud en in een wollen doek gewikkeld gelaat, zouden zij noch ik ooit vergeten. Ik niet, van ergernis, en zij niet, van geluk over haar zegepraal. Met gebalde vuisten liep ik een paar maal mijn kamer op en neer tot een hevige pijn in mijn hoofd mij noodzaakte in den spiegel te kijken. Ik wilde mijne lucifers uit mijn zak krijgenmaar be merktedat ze er niet in waren. Hoe was het mogelijk? Ik had ze voor een uur nog gehad en gebruikt om een cigaar op te steken. Kon ik ze dan verloren hebben Ik zocht naar den sleutel van mijn kastje om een nieuw doosje te krijgen, maar ook die was weg. Die had ik toch zeker in mijn zak gehad. Ik doorzocht heide zakken en beide waren ze bijna leeg. Nu werd mij alles duidelijk. Door den val had ik een oogenhlik zoo goed als op mijn hoofd gestaanmijne zakken waren dus omgekeerd en den inhoud was er uitgegleden. Ik stond op en belde om licht, terwijl ik mij steeds met den rug keerde naar de meiddie het brachtwant ik voelde een zonderlinge zwelling in mijn neus en mijn oog en ik wilde nietdat zij er iets van zag. Maar het noodlot was niet moede mij te achtervolgen. Ik moest het haar laten zien en ik moest het nog meer menschen buiten haar, laten zien. Want mijne kasten waren op slot en de smid moest komen om ze open te steken en de smidsjongen moest komen, omdat zijn baas de instru menten vergeten had en hij die hem achterna moest brengen. En de juffrouw, mijn hospita, moest komen, om te zien »wat of al dat spiktakel zoo laat in haar huis beteekende" en haar man moest komen, om te zien of er iets niet goed was. En zoo stond ik daar met mijn dik gezicht en mijn behloeden zakdoek en ik moest al de vragen en opmerkingendie zij maaktenvoor het uiterlijke althansgeduldig aanhooren. (luid) »Meheer schijnt wel gevallen te zijn." (iluisterend) »Meheer is zeker aan het bakkelijen ge weest." (luid) Arme ziel, wat zal hij een pijn hebben." (fluisterend) »Noudie hem zoo toegetakeld heeftkan het." (dito) »Ik wist niet dat het een ruziezoeker was." (dito) »'t Leek me altijd zoo'n stil en bedaard man." (dito) »Noudaar kan je ook wat op an. Dat benne juist de ergste." Mijn hospita met vriendelijken drang »Toe, laat me uwes hoofd eens wasschen met wat koud water. Jon gens, jongens, wat een buil! Een beetje boter met het zout er uitzou u goed doen. Toelaat ik het maar eens voor u klaar maken." En ik weerde allen af met een zekere kregelheid veroorzaakthalf door hunne opmerkingen en half door de pijn die ik voelde en ontlokte daardoor den smid de woorden: »Och, de man is nog in zijn drift. Het is beter om hem met rust te laten. Er is toch geen raden aan." Zij waren het dus allen eens, dat ik gevochten had en ik kon hen niet tegenspreken. Welke reden kon ik anders geven van mijn erbarmelijk uitzicht Ik liet hen gaan en toen ik alleen was, draaide ik mijn deur op slot. Ik bezag mij in den spiegel, ver kreeg voor mij zeiven de pleizierige overtuigingdat ik er in de drie eerste weken ten minste ontoonbaar zou uitzien en ging naar bed om te probeeren of ik ook in den slaap mijne ellende vergeten kon. Den volgenden morgen werd ik al vroeg bezocht door mijn vriend Pieter Blouhuys. Ik had al geziendat mijn gezicht mij niet toestand om over de straat te gaan, zonder half Wevershaven achter mij aan te krijgen, en dus aan den notaris een briefje gezonden dat ik door ongesteldheid verhinderd wasom op het kantoor te komen en ik dachtdat zijn bezoek dus alleen uit belangstelling voortkwam. Maar bij mijne eerste woorden: »Wel Piet, daar doe je goed aan, dat je mij eens komt opzoeken. Je zult dan met een ziendat mijne ziekte zoo erg niet istrok hij een gezicht van een el lang. «Jongens Willem," zei hij, »dat is een leelijk ding voor je." ïKomkom, 't is maar een buil en een blauw oog. Het zal spoedig over zijn." ))Ncen, je weet heel best, dat ik dat niet meen. Houd je maar zoo onnoozel niet." Wordt vervolgd).

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1880 | | pagina 2