33innettlanb.
I offic
ning bij te wonen op beide plaatsen werd hij met toe
juiching begroet.
FRANKRIJK. Werkelijk hebben alle bestuurders
en bestuurderessen der niet erkende orden, de jezuïeten
uitgezonderd den minister van eeredienst eene verkla
ring gezonden waarin zij hunne achting betuigen voor
en hunne onderwerping aan de nieuwe instellingen des
lands zij geven te kennen dat zij niet met een geest
van verzet tegen de republikeinsche regeeering bezield
zijn en verzekeren datal doen zij geen aanvrage om
erkenningzij daarom niet gehouden moeten worden
voor vijanden van den eenmaal bepaalden staatkundigen
toestand deze aanvrage blijft om geen andere reden
achterwegedan omdat zij oordeelen dat de v ergun-
ningwaarbij rechtspersoonlijkheid verleend wordt, een
gunst' en geen voorrecht is. De congregatiën hebben
niet gemeend in strijd met de wetten te handelen, toen
zij voortgingen te leven onder een stelsel, dat voor alle
burgers bestaat. Zij herhalen ten slotte de verzekering
dat zij zich geheel buiten de staatkunde houden en
geen ander vaandel hebben en kennen dan de vlag
der Christelijke liefde elke gemeenschap met de staat
kundige partijen en hartstochten werpen zij ver van zich.
De °Soleil zegt„De talrijke uittartingen of bedrei
gingen welke uit Duitschland komen zijn eenvoudig
een° gevolg van de onuitsprekelijke dwaasheid, waarmede
onze°staatkunde gevoerd wordt. De heer de Freycinet
heeft door zijne zoogenaamde verbetering der rede van
Gambetta te Cherbourg, wat Frankrijk's hoop op de
toekomst betreft, aan die rede een bizondere beteeke-
nis gegeven en den Duitschers het voorwendseldat
zij zochten aan de hand gedaan.
ITALIË. Het engelsche eskader vertrok den 2 van
Palermo naar Ragusa.
TURKIJE. In de laatste dagen liepen verscheidene
turksche soldaten naar de albaneezen over. Volgens
berichtuit Weenen aan de Temps gezonden zou de
Porte aan hare gezanten opgedragen hebben, aan de
mogendheden de verzekering te geven, dat zij, ondanks
het verzet, tot den afstand van Dulcigno zou overgaan,
doch eerst alle vredelievende middelen wilde uitputten.
Mislukten die pogingen dan zou zij hare troepen in
Albanië ten getale van 8000, versterken. De gevraag
de termijn voor uitstel zou zes weken moeten bedragen
na verloop van welken tijd zij Dulcigno zou afstaan hetzij
zonder, hetzij met hulp der mogendheden. Op den
afstand van Grouda en Dinosch schijnen de mogend
heden niet verder aan te dringen. Oostenrijk zou zelfs
tegen den afstand van Grouda aan Montenegro zijn.
Er zou dus over de grenslijn eensgezindheid bestaan.
Den 23 is te Philippopel eene vergadering van voor
name bulgaarsche personen gehouden ter bepreking van
de vraag of Oost-Roumelië deel moest nemen aan de
pogingen ter verbetering van den toestand in Mace
donië. Die vraag werd bevestigend beantwoord en de
in 1877 ontbonden Macedonische bond werd weder in
het leven geroepen.
AFGHANISTAN. Den 2 kwam 's morgens generaal
Roberts met zijne troepen voor Kandahar aan. Hoewel
de vijand zeer talrijk was begon hij met verkenningen
te doenwaaruit bleekdat de vijand sterke stellingen
op de omliggende heuvels bezet en verdedigingswerken
aangelegd had. Hij hoopte weldra genoeg te zullen
weten om een plan van aanval te kunnen ontwerpen.
De gezondheid en de geest zijner troepen waren uit
muntend. Volgens later bericht had de generaal het
leger van Ayoub-Khan reeds aangevallen en uiteen
gedreven waarbij hij 27 kanonnen vermeesterde. De
kaboelsche regimenten trokken langs de rivier de Ar-
gandab terug.
ZUID-AFRIK A. In eene openbare vergadering te
Kaapstad werd leedwezen betuigd over het terugroepen
van Bartle Frère een besluit werd aangenomen, waarbij
de groote dienstendoor hem aan Zuid-Afrika bewezen,
erkend werden vooral bij de vele bezwaren waarmede
hij te kampen had gehad. De Zuid-Afrikaanders vreezen,
dat de als luitenant-gouverneur uitgezonden Hercules Ro
binson wel geen inbreuk op hunne vrijheden zal maken,
maar dat hij toch een te gereed werktuig der rijks-re-
geering zijn en de staatkunde van Frère omtrent de
inboorlingen veranderen zal.
Te Potchefstroom werden de heeren Kruger en Jo-
rissen plechtig ingehaald. Eerstgenoemde sprak de
boeren aan en verklaarde, dat de commissie naar.de
Kaapkolonie geslaagd was, door betere inlichtingen het
verbond der Staten te doen afspringen. Zij had steun
gevonden bij alle afrikaandersdie de onrechtvaardige
inlijving afkeurden, hetzij engelschen, duitschers of hol-
landers. Een adres met 5000 handteekeningen zou door
een kaapsch lid van het parlement aan de regeering
overhandigd worden. Met nadruk drong hij op hand
having van het lijdelijk verzet aan. Zoodra een antwoord
uit Engeland was ontvangen zou eene vergadering bijeen
geroepen worden. Hij hoopte op het rechtsgevoel der
engelschen onder aanmaning moed te houden en niet
onwettig te handelen.
Ten behoeve der tooneelschool is aan het Ned.
Tooneelverbond, bij kon. besluit van 10 Aug., voor het
jaar 1881 een Rijks-subsidie verleend van 1000.
Bij kon. besluit van 22 Aug. is de vestiging be
paald van postkantoren te Nijverdal (gem. Hellendoorn),
Ootmarsum en IJselstein.
Bij kon. besluit van 27 Aug. is met uitbreiding
van het besluit van 30 Nov. 1870, toegelaten, dat bij
verzending met de post tegen het voor drukwerken
vastgestelde portvan gedrukte naam- of zoogenaamde
visitekaartjes de reden der toezending door een op die
kaartjes geschreven woord als gelukwensching rouw
beklagdankbetuiging en dergelijke, of door enkele
letters wordt vermeld.
Voor het verbouwen onder directie van den heer
A. C. Bleyste Amsterdam van kerk en toren der
r. c. gemeente te Limmen den 30 Aug. aanbesteed
is minste inschrijver P. Rinks, te Zandpoort, voorf 10,350.
Den 31 Aug. is op den weg van Sehoorldam naar
Warmenhuizen een persoon zoodanig mishandeld door
2 andere personen, dat men voor zijn leven vreest.
De stoomfabriek van bedden matrassen enz. van
de firma Beuth en Zn., aan de Kaiserstraat te Leiden,
is den 1 Sept. afgebrand terwijl het daarnevens staande
huis voor een deel eene prooi der vlammen werd.
Den 1 Sept. is het nieuwe gymnasium te Dordrecht
door de gemeente aan curatoren in beheer overgedra
gen en op eenvoudige plechtige wijze ingewijd.
Te Gouda zijn den l,door de afdeeling der Maat
schappij van Landbouw, 2 harddraverijen gehouden, een
van 21 paarden om prijzen ter waarde van ƒ80 en 30,
een, van 14 paarden om prijzen van 250 100 en/50.
Bij de laatste waren de winners Wilhelmina van H. v.
Haren te Amsterdamla Vitessevan JSmits te
Dubbeldam en de Jonge Prinses van J. Saarloos te
Zuidland berijders J. P. Koek A. de Koning en
P. v. Santen.
Den 2 is te Haarlem de hoogere burgerschool
voor handel en nijverheid directeur de heer W. Mid-
delveld Viersenopgericht ter vervanging der hoogere
burgerschool met driejarigen cursus met eenige plech
tigheid geopend.
Een 8jarig knaapje te Hoorn den 2 door zijne
moeder om een boodschap gezonden en sedert vermist,
is den 3 in een der grachten verdronken gevonden
met het geld nog in zijne handjes geklemd.
Den 2 's avonds te half 12 zijn de heeren Eug.
Godard en Pierre Crommelin vergezeld van de heeren
M. Royaards van Amsterdam en H. D. Mispelblom
Beijer van Zutfen, met hun zeer grooten, door electrisch
licht beschenen luchtballon opgestegen in den tuin van
het Paleis voor Volksvlijten den volgenden morgen
te half 5 zacht nedergedaald bij Putten.
Bij koninglijk besluit van 2 September is goed_
gekeurd de benoeming van den heer J. Zijp Kz., bur
gemeester van Abbekerk, tot secretaris dier gemeente.
Te Utrecht is den 3 ingewijd het nieuwe gym
nasium aan de Minnebroedersstraat. De banier dezer
instelling werd door de leerlingen met de muziek der
schutterij van het oude naar het nieuwe gebouw over
gebracht.
De heeren Roetemeijer te Amsterdam zullen
hunne localen en eenige naburige perceelen verbouwen
tot een groot en sierlijk hotelmet koffiehuis restau
ratie en tuin.
Ten gevolge der bemoeiingen van den heer Ago-
stini is het plan gevormd en eene regelingscommissie
samengesteld tot het houden eener wereldtentoonstelling
te Amsterdamen wel inzonderheid van koloniale
voortbrengselen en artikelen van uitvoer. Het meest
geschikte terrein van 200,000 vierkante ellen zou te
vinden zijn achter het in aanbouw zijnde Rijks Museum.
Om tot de uitvoering te geraken moet eene maatschap
pij met een waarborgkapitaal van 2 tot 2% miljoen in
het leven geroepen worden.
De heeren J. W. F. Levelt te Rotterdam,
F. A. R. Schwiep te Amsterdam en D. de Leeuw te
Heemstede hebben den gemeenteraad van Haarlem de
prioriteit verzocht voor concessie tot aanleg en exploi
tatie van een stoomtramweg van de station der Holl.
Spoorwegmaatschappij naar Zandvoort.
Te Haarlem zijn voor het examen in het hoog-
duitsch geslaagd H. J. Stratemeijer, van de Rijp, L. v.
Dam, van Edam, P. E. v. Twiskvan Assendelft,
L. C. Breebaartvan Zaandijk voor dat in de wiskunde
J. de Blauwvan Haarlem K. Zwaan, van Enkhuizen,
B. H. Boers van BovencarspelA. Balk, van Hoorn
D. de Geus, van Wormerveer.
Bij den gemeenteraad van Haarlem is een adres
van eenige ingezetenen ingekomen om aan te dringen
op eene verordeningwaardoor bij brand de orde beter
gehandhaafd worde dan bij den brand in de Berkenro-
desteeg.
In de memorie van antwoord betreffende het wets
ontwerp tot herziening der wet van 1869 betreffende
de mateu en gewichten, blijft de minister bij zijn plan
om het verplicht gebruik der onhollandsche benamingen
door strafbepalingen door te drijven.
De regeering heeft voor de loodsen op Terschel
ling 93 zwemgordels gezonden met bevel aan eiken
loods om, in dienst op een schip overgaande steeds
zoodanigen gordel bij zich te dragen.
De minister van binn. zaken heeftnamens den
Koning, aan de Vereeniging voor de statistiek in Ne
derland, in antwoord op haar adres, waarbij de op
richting van een centraal bureau voor statistiek ver
zocht werd te kennen gegeven dat bij het opmaken
der staatsbegrooting voor 1881 op haar verlangen
wordt gelet.
De kantonrechter te Middelburg heeft verbinden
de kracht ontzegd aan eene gemeenteverordeningop
grond waarvan een tapper te Koudekerke terecht stond,
omdat hij was voortgegaan met tappenhetgeen slechts
toegelaten was in een bepaald deel der gemeente en
aan 2 tappers buiten dien kring. De rechter verklaarde
deze verordening in strijd met art. 2 der patentwet,
welke gepatenteerden allerwege de uitoefening van hun
bedrijf toelaaten aan gemeentebesturen wel bevoegd
heid geeft omtrent die uitoefening regelen te stellen
maar niet zoodanige die de geheele uitoefening ver
bieden.
De heer Stempeldistricts-veearts te Groningen,
is door den minister van koloniën uitgenoodigd om in
Indie een onderzoek te gaan instellen naar den aard
der aldaar heerschende veeziekten en ter voorbereiding
van de middelen ter bestrijding.
De gemeenteraden van Amerongen en Leersum heb
ben afwijzend beschikt op het verzoek der heeren A as
Visser en Visser om subsidie voor een door hen aan te
leggen stoomtramweg tusschen Utrecht en Arnhem.
De erfgenamen van wijlen den heer H. Bake Everts
hebben ten gevolge van een door hemslechts op
r
1 na 1(1
geringste aanraking hevige smart veroorzaken zulk een
wonde in de ziel van den graaf hebt gij onbewust met
uwe vraag aangeroerd hetgeen diens stellig niet kwaad
gemeende onbeleefdheid verklaren kan."
De vorstin merkte met ergernis het bedekte verwijt
op, dat in de woorden des gezants lag.
„Een vergrijp tegen de beleefdheid en goede vormen
laat zich door niets verontschuldigen," zeide zij geraakt.
„Het bewijst gebrek aan zelfbeheersching," voegde
gravin Maria er aan toe. „In ieder geval blijft ons
vonnis van kracht,"
„Indien gij mij naar gindsche nis volgen en een
paar minuten aanhooren wiltgravin zeide de gezant
tot het jonge meisje „zal ik u eene geschiedenis uit
het leven van den graaf vertellen waarnaar gij zult
kunnen beoordeelen, of gij de ongunstige meening over
hem moet staande houden of de dames om vrijspraak
verzoeken. Wilt gij mijne geschiedenis hooren
„Zeer gaarne antwoordde het meisje blozend tot
den gezant opziendein wiens trekken zich een zachte
uitdrukking vertoonde.
Te zamen liepen zij naar de nis en zetten zich op
de daarin geplaatste sopha.
„Graaf Lohna, die voor korten tijd als gezantschaps
secretaris hierheen werd overgeplaatst begon de ge
zantwas mij vroeger als mijn attaché toegevoegd.
Hadt gij den graaf toen gezien en gekendgravin
voorzeker zoudt ge hem niet vervelend en onuitstaan
baar bebben genoemd. Door zijne blakende levenslust,
zijne innemende manieren vroolijkheid en geestigheid
was hij de lieveling der jonge dameswereld, en op ieder
feestiedere buitenpartij of andere gezellige bijeen
komst was bij de ziel van alles en gaf hij den toon aan.
„Op eens het was vóór twee jaren tegen het
einde van het karnaval bad bj Lohna eene plotse
linge verandering plaats. Hij diezooals ik zeide
zich tot nu toe met lust aan vreugde en vermaak had
overgegevenvermeed de vroolijke gezelschappen en
werd stil en in zich zeiven gekeerd de jeugdige le
venslust scheen plotseling bij hem uitgedoofd en eene
weemoedige trek lag over zijn gelaat verspreid. Ik
had den graaf reeds lang leeren achten en beschouwde
hem daarom met onrustige bezorgdheid te meer, daar
de sporen van inwendig lijden weldra ook uiterlijk
zichtbaar werden. Met angstige spanning wachtte ik
het oogenblik af, waarop hij zijn hart misschien vrij
willig voor mij zou uitstorten. En dit bad spoedig
plaats.
„De karnavalsfeesten waren inmiddels ten einde. Er
waren zeer belangrijke berichten van wege het gezant
schap naar Berlijn over te maken en mijn toenmalige
secretaris was wegens ziekte met verlofzoodat ik den
graaf een deel van diens werk opdroeg. De berichten
vereischten spoed en zoo kwam hetdat Lohna en ik
tot laat in den nacht arbeidden. Ik was eindelijk ge
reed en ging het was reeds na middernacht uit
mijn kabinet naar het bureau waar Lohna bezig was,
om eens te zien, hoe hij met den arbeid stond. Toen
ik na herhaald kloppen geen antwoord ontving trad
ik binnen. Het vertrek was ledig. Op de schrijftafel
brandde de lamp de nog vochtige pen was ter zijde
gelegd en slechts onbeschreven papier was op de tatel
te zien. Blijkbaar had de graaf slechts een paar minu
ten geleden het vertrek verlaten.
„Daar viel mijn oog op de glazen deur van het ter
ras die op een kier stond. Ik trad naar buiten. De
lentenacht was indrukwekkend schoon. Helder werd
het met oranjeboompjes versierde terras door het volle
maanlicht besehenen en slechts een klein gedeelte er
van, dat onmiddelijk aan het huis grensde, was in het
duister gehuld. En daar in de schaduw, op een
bank vlak naast de deur, zat hij die ik zocht. Half
van mij afgekeerd zat hij daar ineengedoken de han
den op de knieën gevouwen en don blik naar den
grond gericht. Bewegingloos bleef hij in deze houding
zitten, en eindelijk, toen de maan verder over den rand
van het dak kwam en met haar licht meer en meer
den peinzenden bescheen hief hij het hoofd opzijn
oog zwierf naar den met sterren bezaaiden hemel en
bleef daar onveranderlijk- op één punt staren als had
het zich eene bepaalde ster tot rustpunt uitverkoren.
Tranen stroomden over zijn gelaaten ik zelf stond
stil en beschouwde aangedaan den door hevige smart
gekwelden jongeling.
„Ik wilde juist deelnemend naar hem toe gaan
toen ik hem een klein voorwerp uit de borstzak zag
te voorschijn halen. Het moest hem bizonder dierbaar
zijn want hij droeg het aan een koord om den hals
onder zijne kleederen veroorgen. Duidelijk herkende
ik in dit voorwerp een klein gouden kruisdat in het
maanlicht schitterde. Hij bezag het een poos met een
innigen blik bracht het aan de lippen en kustte het
lang en hartstochtelijk. Met vernieuwde kracht schenen
het diepe leed en de vlijmende smart hem te overwel
digen want plotseling zonk hij op de knieën en het
kruisje nog altijd aan de lippen drukkend en gebogen
over de bank snikte hij hoorbaar.
Wordt vervolgd.)