No. 63. Twee en tachtigste Jaargang. 1880. FEUILLETON, VRIJDAG 17 SEPTEMBER. DE ROOS. Prijs der gewone Advertentiën ©fficiëcl (Bcbccltc. fiatitcnlattb. Er zou een zeer belangrijk punt in het leven van ALKMAARSCHE COURANT. Deze Courant wordt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagavond uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden voor Alkmaar 0,80; franco door het geheele Eijk f 1, De 3 nummers f 0,06. Van 15 regels 0,75; iedere regel meer/0,15. Groote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de Uitgevers HERMs. COS- TER ZOON. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALKMAAR brengen ter algemeene kennis dat wegens herstelling van de HOOGE BRUG bij de ZES WIELENzoo voor voetgangers als rijtuigen de passage nvpr die brue van Dingsdag 28 September e.k. tot nadere aankondiging ZAL GESLOTEN ZIJN. Burgemeester en Wethouders voornoemd, Alkmaar, A. MACLAINE PONT. 16 Sept. 1880. Be Secretaris, NUHOUT van der VEEN. Zijdie met 1 Oct. a.s. in aanmerking willen komen voor OPHAALDER DER BRUGGEN OVER DE OUDE GRACHT TE ALKMAAR, waaraan, behalve het bruggeld, eene toelage van 50,van gemeentewege verbonden is, melden zich vóór 21 September 1880 ter gemeente-secretarie aan. DUITSCHLAND. Prins Bismarck is benoemd tot minister van koophandel en de oppeb-president von Böttic'nerstaats-secretaris bij binnenlandsche zaken tevens tot minister van Staat. Dat de Keizer den oostenrijkschen kroonprins zelf bij de aankomst van den trein ontving, trekt zeer de aandacht. In den regel wordt die eer slechts bewezen aan gekroonde hoofden zelfs de Koning van Saksen wordt door den Kroonprins en niet door den Keizer ontvangen. Hieraan wordt te meer waarde gehecht in verband met de samenkomst van prins Bismarck met den oostenrijkschen minister van buitenlandsche za ken, baron Haijmerle, te Friedrichsruhe; volgens som migen zou die bijeenkomst alleen gestrekt hebben tot het bespreken eener aansluiting van Italië aan het duitsch oostenrijksche verbonddat volgens anderen nader zou zijn bevestigd in verband met een verwacht verbond tusschen Engeland en Erankrijk, dat rechtstreeks tegenover Oostenrijk zou gericht zijn. ENGELAND. Het „institut de droit international te Oxford vergaderdheeftbetreffende de uitlevering van misdadigersin eene reeks van 24 artikelen o. a. de volgende bepalingen aangenomen. Tusschen landen, wier strafwetgeving op gelijke grondslagen rust, moet de bepaling bestaan dat burgers van het land waar heen de misdadiger gevlucht is, uitgeleverd worden aan het land, waar de misdaad gepleegd werdstaatkundige misdadigers moeten uitgeleverd wÖrden. Misdaden voor het gemeene recht strafbaar, moeten geene aan leiding geven tot niet-uitleveringomdat zij met een staatkundig doel gepleegd werden. Militairen moeten wegens desertie niet uitgeleverd worden. De prins van Wales die de tentoonstelling te Mel bourne en gelijktijdig de Australische koloniën zon be zoeken heeft bekend laten makendat zijne talrijke verplichtingen hem tot zijn leedwezen noodzaakten daar aan geen gevolg te geven. Minister Childers volgt het door zijnen ambtgenoot Eorster gegeven voorbeeld en zal Ierland bezoeken om zich persoonlijk te overtuigen van den toestand aldaar, terwijl Gladstone aau eenige afgevaaruigden op wier onpartijdigheid en waarheidsliefde hij kan rekenen op gedragen heeft aldaar een onderzoek in te stellen dat tot grondslag kan dienen voor de toekomstige hou ding der regeering in iersche zaken. Volgens de Daily News heeft de verandering van ministers te Konstantinopel niets anders te beteekenen, dan om den schijn te geven van iets te doenhoewel eigenlijk niets gedaan wordt. Zoo kan het evenwel niet blijven en de mogendheden die naar Turkije oor logschepen zonden doch met den last om in geen geval geweld te gebruiken, deden beter zich aan die vloot- vertooning te outtrekken. Niemand, die eenigzius op de hoogte iskan volgens dat blad gelooven dat dit rijk in Europa kan blijven bestaan of in staat is behoor lijke hervormingen in te voeren. Zoowel Gladstone als Granville weten zeker, dat Turkije binnen korten tijd verdeeld moet worden en dat nu maar de groote vraag is of het in de macht zal komen van Oostenrijk of Ruslanddan wel of aan de vroeger onder Turkije onderworpen geweest zijnde volksstammen de gelegenheid zal worden gegeven tot het vormen van krachtige, zelfstandige Staten. Toen Gladstone geen minister was, verklaarde hij uitdrukkelijk dat Oostenrijk Turkije niet mocht vermeesteren en nu hij minister is twijfelt het blad nietof bij zal zich verzetten tegen de uitbreiding der macht zoo van dat rijk, als van Rusland. Bulgarije en Roumelie moeten spoedig tot één geheel onafhan kelijk vorstendom Bulgarije veteemgd worden Grie kenland moet in bezit nemen de aan dat rijk toege wezen provinciën en dan zal, eer men een geslacht verder is de vraag gesteld kunnen worden welk der zich op het schiereiland van den Balkan ontwikkelende volkeren het meest bevoegd is, Konstanfciuopel en het omliggende aan de Porte gebleven landdat aan de twee zoo even genoemde rijken door de andere mogend heden nooit kan worden gegund aan zich te trekken. Dit alles zal gebeuren, want het verdwijnen der turksche heerschappij uit Europa is onvermijdelijk en de tegen woordige staatslieden hebben de moeielijke taak, om dat zonder groote schokken en zonder oorlog te doen plaats hebben. ERANKRIJK Bij het den 13 te Havre gehouden feestmaal hield de bekende parijsche afgevaardigde Elo- quet eene redevoering, waarin hij o. a. zeide: „dat de emancipatie der werklieden moest verkregen worden door hen zeiven, niet door menschlievende maatregelen, welke eene soort van aalmoes zouden wordenmaar door de ontwikkeling der werklieden zeiven. Nog nim mer was het vraagstuk der maatschappelijke gelijkheid zoo algemeen en met zooveel juistheid in Erankrijk en de andero landen vooropgesteld. Alle republikeinsche staatslieden waren van gevoelen, dat groote hervormin gen gebracht moesten worden in de maatschappelijke verhouding en de voorwaarden van den arbeid. De Regeering en de Kamers konden tot dusver nog geene hervormingen tot stand brengen omdat zy sedert 1870 steeds tegen de partijen moesten worstelen. Thans zullen die wijzigingen haar bezig houden. Hij verlangde verder scheiding tusschen Kerk en Staat, veranderingen bij de rechterlijke macht, hervorming van den Senaat, volle dige uitvoering der wetten tegen de congregatiën in plaats van te trachten door zich in allerlei bochten te wringeninschikkelijkheden van den Paus te ver krijgen. De parijsche berichtgever der Times acht deze rede dubbel opmerkelijk omdat Eloquet bestemd is als minister vau justitie op te treden in het toekomstige nieuwe ministerie. In die rede ziet hij werkelijk eene omschrijving van het programma der nieuwe regeering. De République Eranfaise (Gambetta's orgaan) blijft aandringen op het nemen van een doeltreffenden maat regel, welke evenzeer aan alle echt godsdienstige man nen als aan de vrijdenkers behagen zal namelijk het sluiten der kloosterkapellen. In do offerbussen dier kapellen of door middel van in de sacristijen neerge legde inschrijvingslijsten wordt, volgens dat blad het ontzaggelijk vermogen der kloosters snel bijeengebracht. Daar worden ook in het verborgen de aanvallen gesmeed, nu eens tegen het erfdeel eener familie, dan weer tegen de rust van den staat. Door den goeden paters hunne kapellen en hunne boetelingen uit de groote wereld af te nemen worden zij beroofd ten minste van de helft van hunnen invloed. De gewone geestelijken verfoeien de monniken die hen altijd op den achtergrond drin gen en van alle kloosterlijke inrichtingen verfoeien zij juist de bidhuisjes en kapellen het meest. Wanneer de keus staat tusschen de bonte gewaden der monniken, de violet kleurige manteltjes der bisschoppen en de schofele zwarte rokken der pastoors wordt aan laatstge noemden nog de voorkeur gegeven. Door het sluiten dezer kapellen zal de regeering eene verlichting geven aan de openbare meening, welke de lankmoedigheid tegenover die broeinesten van samenzweringen niet begrijpt. Ten slotte zegt dat blad dat geen enkele maatregel ais ernstig gemeend zal worden aangemerktzoolang deze ééne achterwege blijft. ITALIË. Het openbaar gemaakte groene boek bevat 772 stukkenbetrekking hebbende op de Oostersche zaken. TURKIJE. De mogendheden hebben in een ge meenschappelijk schrijven uitvoerig uiteengezetdat de hervormingsplannen der Porte betreffende Armenie uiteengezet in haar schrijven van 5 Julivolstrekt on voldoende en veel te onbepaald zijn. Gelijkheid voor de wet van alle burgers van welke godsdienst ook en meer vrijheid zijn volstrekt noodig. Meer vrijheid is 6) Slot. „Dat kan ik u niet zeggen," antwoordde gravin Marie. „Ik weet slechts", ging zij op zachteren toon voort en van tijd tot tijd even ophoudend, dat hetgeen haar ge lukkig maakte lag opgesloten in de uitdrukking dat gij een liefhebbend vrouwenhart, dat zich aan u overgaf, niet zoudt terugstooten maar dankbaaruw geheele leven langals een kostbaar kleinood zoudt bewaren." Het gelaat van het meisje straalde met een hooge- ren glans. „Zoudt gij thans nog aan eene andere uwe roos schenken voegde zij er na eenige oogenblikken bij. Lohna zag een poos in die schoone oogendie zoo hartelijk en vriendelijk op hem waren gerichten sprak bewogen „Neen, niet aan een ander, maar aan u, Marie, want gij zelf moet de onbekende zijn, die mij die roos toewierp. Het kan niemand anders zijn." Hij gaf haar de roos. Het meisje werd gloeiend rood en sloeg de oogen neder. Langzaam en aarzelend stak zij de hand uitnam de roos aan kustte ze en stak ze op hare borst. Ze waagde het niet op te zien als vreesde ze dat het een einde zou maken aan dezen schoonen droom. Lohna beschouwde het bekoorlijke wezen met diepe ontroering. twee menschen worden beslist. Beiden schroomden het stilzwijgen te verbreken. Plechtige stilte heerschte in het ronde. Daar weerklonken over het spiegelgladde water de zacht wegstervende tonen van een kerkklokje, en Lohna zag hoe het meisje nadenkend het hoofd omwendde naar de kapel beneden aan den oever van het meer en vroom de handen samenvouwde. Zulk eene lieflijke bloem vermocht hem gelukkig te maken; dat voelde hij met volle zekerheid in dit oogenblik. De zomer van het volgend jaar was aangebroken. De ondergaande zon wierp hare laatste stralen over het landschap en bescheen met haar mat licht drie per sonen, die in het fraaie park van een eenvoudig land huis droomend en peinzend zaten te genieten van de sluimerende natuur. Een van de drie een bejaard man zat in een ge- makkelijken tuinstoel en beschouwde met zichtbare be langstelling het jonge paar datmet den rug naar hem toegekeerd en geleund over het hekwerk der om heining fluisterend sprak. De jeugdigeslanke man had den arm om eene jonge schoone vrouw geslagen, die zachtkens het hoofd aan zijnen schouder vleide. „Wat is er in het afgeloopen jaar veel veranderd," zeide de jonge man tot zijne gezellin, „hoe duister zag ik toen de toekomst in en hoe gelukkig ben ik nu. Bijna alles wat zich daar aan onze oogen vertoont, is het mijne daar geniet ik als onafhankelijk gebieder eer en aanzien. Het liefste en dierbaarste wat ik bezit is echter mijn bekoorlijk vrouwtje en aan haar alleen heb ik al dat geluk te danken." Hij drukte haar teeder aan zijne borst. „Hetzelfde ben ik aan u verschuldigd Arthurgaf zij ten antwoord. „Hetzelfde nietMariegij gaaft en ik ontving en wat gij mij schonkt was van onschatbare waarde. Want wat is schooner dan ware tevredenheid En die ben ik alleen aan uwe zelfopofferende, trouwe liefde verschul digd. Wat zou zonder u mijn leven en streven zijn? Niets dan verdooving van de knagende pijn der oude wonde." „En zou het mij werkelijk gelukt zijn, die oude wonde te genezen vroeg de jonge vrouw zacht terwijl zij hem diep in de oogen zag. „Anders zou ik immers niet zoo gelukkig zijn ant woordde hij en kuste haar. „Al kan ik Anna niet vergetenuwe liefde leerde mij haar met kalmte te gedenken." „Ik weetdat Anna's beeld u steeds levendig voor den geest zal blijven hernam zij want gij hebt haar te lief gehad. Haar en hare liefde op waardige wijze te vervangen zal mijn eenig streven zijn. Wanneer mij dit mag gelukken zal ik volkomen tevreden zijn." Hij drukte haar vaster aan zijne borst, en legde be schermend zijne hand op haar hoofd. De stilzwijgende toeschouwer van dit tooneel stond onhoorbaar van zijnen stoel op en verwijderde zieh. Na eene poos keerde hij terugtrad op het paar toe en gaf ieder eene prachtige roode roos. „Die roos verdient vóór alles uwen dank zeide hij. „Vergeet nooit, dat zij den grond heeft gelegd tot uw beider geluk." „Wij zullen dat ons gansche leven onthouden. Even wel moge zij misschien voor Arthur die verdienste heb-

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1880 | | pagina 1