No. 67.
Twee en tachtigste Jaargang.
FEUILLETON.
Sneeuwvlokken.
1880.
ZONDAG
26 S E P T E M B E II.
Prijs der gewone Advertentiën
Dit nummer bestaat uit twee bladen.
EERSTE BLAD.
©fficiëel ©ebcclte.
fiuttenlanb-
ALKMAARSCHE COURANT.
Deze Courant wordt Dinsdag-, Donderdag- en
Zaterdagavond uitgegeven. Abonnementsprijs
per 3 maanden voor Alkmaar 0,80 franco door
het geheele Rijk f 1,
De 3 nummers f 0,06.
Van 15 regels 0,75; iedere regel meer/0,15.
Groote letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de Uitgevers HERMs. COS-
TER ZOON.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALKMAAR
brengen ter algemeene kennisdat zij heden op grond van het
bepaalde bij art. 17 der wet van 2 Juni 1875 (Stbl. No. 95)
aan den heer J. MASDORP, fabriekant van mineraalwater
alhier, eene nieuwe voorwaarde hebben verbonden aan de hem
bij besluit van 30 April 1877 No. 14a, verleende vergunning
tot plaatsing eener heete lucht moteur als beweegkracht tot het
maken van mineraalwater in het perceel aan de Langestraat,
hoek Achterstraat No. 93.
Burgemeester en Wethouders
AlkmaarA. MACLA1NE PONT.
21 Sept. 1880. De Secretaris,
NUHOUT van der VEEN.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALKMAAR
brengen ter algemeene kennis
dat heden op de gemeente-secretarie ter visie is gelegd het
aan hen ingediende verzoek met de bijlagenvan K. WEEL
Slager te Alkmaar, om vergunning tot het oprigten van eene
Vleesehhouwerij in het perceel aan de LindegrachtWijk A
No. 21en dat op Vrijdag den 8 October 1880 's middags
te twaalf uren ten raadhuize gelegenheid wordt gegeven om
tegen het oprigten van die Vleesehhouwerij bezwaren in te dienen.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
Alkmaar, A. MACLAINE PONT.
24 Sept. 1880. De Secretaris
NUHOUT van der VEEN.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALKMAAR
brengen ter algemeene kennis
dat heden op de gemeente-secretarie ter visie is gelegd het
aan hen ingediende verzoek met de bijlagenvan den heer
J. VAN DEN BERG te Alkmaar, om vergunning tot het
oprigten van eene Koffiebranderij in het perceel aan het Payglop,
Wijk A No. 1, en dat op Vrijdag den 8 October 1880,
's middags te twaalf uren, ten raadhuize gelegenheid wordt
gegeven om tegen het oprigten van die Koffiebranderij be
zwaren in te dienen.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
AlkmaarA. MACLAINE PONT.
24 Sept. 1880. De Secretaris,
NUHOUT VAN DER VEEN.
HENDRIK KEESOM, laatste woonplaats Haringcarspel
wordt verzocht zich ter gemeente-secretarie aantemelden.
P O L I C I E.
Ter terugbekoming is aan het Commissariaat van Policie het
volgende voorhanden, als: een jongenspet, een kruiktwee
gouden oorbelletjes, een portemonnaie met eenig geld en zilveren
vingerhoed, een paar kinder wantjes, twee kinderarmbandjes met
vermoedelijk gouden sluiting, een leesboek (van Goeverneur),
een gouden kinderoorbelletje met rood steentje en een corset
met eenige lapjes.
DUITSCHLAND. Voor den in Januari of Februari
1881 te openen Rijksdag worden thans reeds wetsont
werpen samengesteld tot verhooging der belasting op
brouwerijen op brandewijn en op suiker verder een
tot heffing eener belasting op de vrijgestelden van den
militairen dienst en een op transactiën ter beurze
een berichtdat door de belastingschuldigen zeker niet
met genoegen vernomen zal worden.
Het aan den duitschen gezant te Kopenhagen baron
von Magnus gegeven verlof is op zijn verzoek tot 1 April
verlengd.
De afloop der ministeriëele crisis in Frankrijk is te
Berlijn goed opgenomen. De nieuwe minister van buitenl.
zaken staat daar ook bekend als een groote vriend van
vrede.
ENGELAND. De toestand in Ierland schijnt iets
minder gespannen te worden. Het parlementslid Par-
nell heeft ten minste den 19 een voor zijn doen vrij
gematigde rede te Ennes gehouden. Hoewel hij bleef
aansporen om den strijd voort te zetten tegen de grond
eigenaars en tegen dit ministerie drong hij tevens tot
kalmte en verzoeningsgezindheid aan. Hij wilde de grond
eigenaars en de pachtersdie zich aan hen onderwierpen,
niet meer dooden maar hen in den ban doen en overal
ontwijken.
FRANKRIJK. Het ministerie Ferry is den 22 tot
stand gekomen door de benoeming van Barthélemy
St. Hilaire75 jaren oud, lid van den Senaat, oud
secretaris en groot vriend van Thiersvoor buiten-
landsche zakenSadi Carnotlid der Kamer van Af
gevaardigden ingenieur en in 1871 prefect der Seine
en lid der nationale vergaderingvoor openbare wer
ken en de admiraal Cloué, een op staatkundig gebied
onbekend persoon voor marine. De overige ministers
zijn aangebleven en Ferry is voorzitter van den minis
terraad.
De republikeinsche bladen hopen dat de naam van
Barthélemy St. Hilaire en de gematigdheid van zijn
karakter voor Europa een onderpand zullen zijn van
Frankrijk's vredelievende bedoelingen. De République
franchise zegtdat het nieuwe kabinet slechts behoeft
te steunen op de Kamer der Afgevaardigden om den
vrede naar buiten en de toepassing der wetten in het
binnenland te verzekeren,
De conservatieve en onverzoenlijke bladen gelooven,
dat het nieuwe ministerie geen kalm bestaan zal heb
ben. Zij beschouwen echter algemeen de benoeming
van den minister van buitenlandsche zaken als een
waarborg voor een vredelievende staatkunde. De eerste
handeling van het nieuwe ministerie werd gezegd te
zullen zijn de verzending eener circulairewaarin ver
meld wordtdat niets veranderd is in de vredelievende
strekking der buitenl. staatkunde. Eene vervroegde
bijeenroeping der kamers wordt niet verwacht omdat
de binnenl. staatkunde dezelfde blijft.
In de later ontvangen dagbladenverschenen voor
de benoeming van het nieuwe ministeriewerden
de beschouwingen over de ministeriëele crisis voortge
zet. Die der rechterzijde gaven over het algemeen in
gematigde taal hun genoegen te kennen over de aftre
ding van de Freycinet. De meeste clericale bladen
vermeldden de feiten en lieten zich niet uit over de
houding welke naar hunne meening de niet erkende
orden thans moesten aannemen. Alleen de Francais meen
de, dat de president Grévy door den ontwerper van het
bekende art. 7 met het vormen van een ministerie
te belasten de verantwoordelijkheid wat regelmatiger
heeft willen verdeelen en daarom aan Ferry opdroeg
de afrekening van den veldtocht.
De bonapartistische Ordre vroeg bijeenroeping der
Kamers. Het Journal des Débats, naar de eigenlijke
reden der aftreding van de Freycinet zoekende, welke
dat blad zeer duister vond wist geen andere aanne
melijke verklaring daarvoor te vinden dan dezedat
hij voorziende in de Kamer eene nederlaag te zullen
lijden met zijne staatkunde liever bedankte dan eene
worsteling aan te vangenwaarvan de afloop vooraf
vaststond. Het bedenkelijke der zaak is echter, dat het
land daardoor in eene soort van ontreddering geraakt,
welke wel voor herstel vatbaar is maar waarvan her
haling voorkomen moet worden. Het eenige middel
daarvoor zag het in het optreden van een ministerie
met een duidelijk omschreven programma waarbij het
land als getuige werd genomen.
Yan de groep der republikeinsche Unie bevatte de Répu
blique fran9aise eene beschouwing over het buitenlandsche
vraagstuk. Tegenover de bezorgdheid, in sommige orga
nen geuitstelt het blad, dat men de buitenlandsche
staatkunde van den Staat niet kan vereenzelvigen met
de personen hoe uitstekend ook die elkander in het
ministerie van buitenl. zaken opvolgen. Hunne taak moet
bestaanniet in het doordrijven van persoonlijke denk
beelden maar in het toepassen der beginselen, waarop
elke republikeinsche regeeringsvorm rusten moet. In
een land als Frankrijkwaar de openbare meening
sterk naar den vrede overheltkan de minister van
buitenlandsche zaken onverschillig wie dien post be
kleedt, zich slechts tot taak stellen de toepassing der
vredelievende staatkunde door anderen vóór hem ge
volgd. Alles wat met dezen regel in tegenspraak is
verdient geen geloof of vertrouwen. Frankrijk wil den
vrede het wenscht dien door handhaving der verstand
houding tusschen de mogendheden in de te regelen
vraagstukkenbuiten die verstandhouding ligt niets
anders dan gevaar en onbestendigheid.
Die der uiterste linkerzijde vroegen optreding van een
ministerie Gambetta en bijeenroeping der Kamers.
ITALIË. De val van de pauselijke heerschappij in
1870 is den 20 met buitengewonen luister te Rome
4)
Naar het Hoogduitsch van R. Elcho.
„Al genoeg, verdwaalde galante ridder,' lachte la-
nina „Vertel mij nu liever eens wat Kurt bedoelde
toen ik hem zooeven hoorde mompelen over een avon
tuur dat u zou zijn overkomen."
„Een avontuur? juist, mijne waarde gasten,
begon de jonge graaf. Margarethadaar is voor u iets
te verrichten. Ziet ge dien wagen daar? Weet ge, wat
daar in is Een arm hulpeloos wichtdat zijn moeder
verloren heeft. Hoe kon ik 't een enkel oogenblik ver
geten Pardon met een paar sprongen was de
graaf in de donkere schaduw van het slot verdwenen
en een minuut daarna legde hij het kind in de armen
zijner zuster„Daar hebt ge de vondeling Tracht u
op de hoogte te stellen van 't geen voor zoo'n wichtje
noodig en nuttig is."
En Margaretha's oogen kregen een hoogeren glans
toen het kindje uit de pels des graven te voorschijn
kwam zij drukte het aan het hart en wiegde het voor
zichtig en teeder in de armen. „Augusta 1" riep zij de
huishoudster toe, die juist in een zijdeur zichtbaar werd,
Reindhold heeft ons een vondeling van de jacht mede
gebracht een arm hulpeloos schaap en ik mag het
verzorgen. Kom kom wij zullen 't voeden met melk
en beschuit." En weg was zij.
Ge brengt zonderlinge verrassingen mede een ge
vonden jodenkind inderdaad de grap is kostelijk
Ik moet 't aan 't gezelschap gaan vertellen. Bonjour 1"
Tanina gaf den graaf een zachten tik met haren waaier
en vloog de trap op.
„De vestibule was alleng3 verlaten. Niemand had den
jood met zijn kalen jas opgemerktdie langzaam de
trap was opgeklommen en nu aarzelend aan den ingang
bleef staan. „Ze lieten mij alleen, die vroolijkele
venslustige menschen mompelde hij. „Natuurlijk
wie zal ook acht slaan op den armen drommeldien
men zijn kind ontnam Een huivering ging den
man door de leden hij had den ganschen dag nog niet
gegeten. Honger en koude deden zich gevoelig gelden
maar niemand bekommerde zich om hem. Doch hij
mocht niet morren, men zorgde immers voor zijn kind.
Was hij in staat het te redden Neen hij was on
machtiger dan een blad, dat door den storm dwarrelend
wordt voortgejaagd. Al de rampen van zijn leven kwa
men hem plotseling in hunnen geheelen omvang voor
den geest. Daar ruischten uit de feestzaal gedempte
tonenvroolijke melodiën wat een wanklank
met zijn gevoelHij had willen weenen maar kon
't niet. Daar bij den schoorsteen is een donkere
niser stond ook een stoel. Hij wankelde naar den
stillen hoek, zonk op den stoel neer en dacht aan zijn
overleden Rachel en aan zijn dierbaar kind.
Hoor 1 AVerd daar niet over hem gesproken dicht in
zijne nabijheid Hij zat bij de deur van het vertrek, waarin
het hinkende meisje met zijn kleine verdwenen was.
„Augusta, zie toch eens, hoe rond die wangetjes zijn
en hoe fijn die zachte huid is. Kijk hoe vroolijk spat
het met het waterIk wou dat 't het mijne wasHet
is in ons huis gekomenalsof 't een sneeuwvlokje was.
Sneeuw brengt zegen aan. Ik wou dat ik haar hou
den mocht die kleine lieve vondeling
Het was een zachte, liefelijk klinkende stem, die zoo
spraktoen hoorde men een kort en ruw gelach en
Augusta gaf als hare meening te kennen dat de juf
frouw dat speelgoed gemakkelijk zou kunnen bekomen.
De jood zou blijde zijn als men hem zijn kind afnam.
Het was den armen vader bij deze woorden te moede,
alsof hij een steek in 't hart voelde en als een zwaar
gewonde, die voor den vijand zijne zwakheid verbergen
wildook hij in zijn donkeren hoek terug. Hij hoorde
nauwelijksdat in zijne nabijheid deuren werden open
en dicht geslagen. Hij zag Reinhold nietdie hem
rakelings voorbij de kamer zijner zuster binnen ging
want hij had 't gelaat in zijne handen verborgen een
soort van angst had zich van hem meester gemaakt.
Hij besefte nog slechts alleendat de geheele wereld
rondom hem vroolijk was.
De groote vleugeldeuren van de feestzaal moesten
intusschen geopend zijn, want er ruischte krachtige mu
ziek door de vestibule. En plotseling vernam Lassar voet
stappen en luide stemmen dicht bij zich. Onwillekeurig
opende hij de oogen en als door een nevel heen, zag
hij de slanke gestalte van een officierdie een kind
in de armen hieid. Was dat de dochter van zijn
Rachel Ja, die jongeling in zijn nette dragonderuniform
kon niemand anders dan de graaf zijn en naast hem
werd hij de jonge dame gewaar. Vlak bij den ingang der
feestzaal fluisterde de gravin „Gij moet de grap toch
niet te ver drijven Reinhold."
„Vrees nietsdat poppetje laat zoo aardig met
zich sollen
Lachend ging het paar den buigenden portier voorbij,