No. 71.
Twee en tachtigste Jaargang.
1880.
WOENSDAG
6 OC TO BE SI.
FEUILLETON,
Sneeuwvlokken.
Prijs der gewone Advertentiën
(Dfftciccl Ocfcccïtc.
Bititcnlanb.
ALkHAARSCHE COUBANT.
Deze Courant wordt Dinsdag-, Donderdag- en
Zaterdagavond uitgegeven. Abonnementsprijs
per 3 maanden voor Alkmaar 0,80franco door
het geheele Eijk f 1,
De 3 nummers f 0,06.
Yan 15 regels 0,75; iedere regel meer/0,15.
Groote letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de Uitgevers HERMs. COS-
TER ZOON.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALKMAAR
brengen ter algemeene kennisdat liet kohier der plaatselijke
directe belasting over de dienst van het loopende jaar, op
29 September jl., No. 3, door Gedeputeerde Staten van Noord-
holland goedgekeurdheden aan den gemeente-ontvanger ter
invordering is uitgereikt.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
Alkmaar, JG. A. V E11110 E I E, Weth.
i Oct. 1880. He Secretaris
NUHOUT van der VEEN.
GEHUWDE PERSONEN, niet ouder dan 40 jaren die
in aanmerking wenschen te komen voor de betrekking van
CONCIERGE IN DEN NIEUWEN DOELEN te ALKMAAR,
worden verzocht zich vóór 10 October 1880 aan te melden bij
Burgemeester en Wethouders van Alkmaar.
De COMMISSARIS van POLITIE te ALKMAAR maakt
bekend: dat op den 15 Augustus j.l. in een weiland alhier
gevonden is een wit SCHAAP, zijnde een weer de daarop
regthebbende wordt verzocht zich vóór of uiterlijk 8 Octo
ber e.k. aan te melden. Bij niet aanmelding zal bedoeld schaap
na dien datum publiek worden verkocht.
Alkmaar, De commissaris voornoemd
2 Oct. 1880. VAN BREMEN.
BELGIE. Te Gent overleed dezer dagen bet Se
naatslid de Kerkhove de Nayer. clericaal. De door dat
overlijden noodzakelijk geworden verkiezing boezemt
eenig belang indoordat de afgevaardigden van dat
kiesdistrict in den senaat clericaal en in de Kamer
liberaal zijn.
De Koningin die te Aken de baden gebruikteom
bevrijd te worden van hare rheumatische aandoeningen,
is grootendeels hersteld teruggekeerd.
In de afgeloopen week hadden te Heule bij Brugge
ongeregeldheden plaatsde boeren wilden den bizon-
deren regeerings commissaris belast met het toezicht
op de naleving der nieuwe wet op bet onderwijs, uit
die plaats verwijderen. Sedert de invoering dier wet
was het clericale gemeentebestuur herhaaldelijk door de
regeering uitgenoodigd, een locaal voor de meisjesschool
in te richten doch het had zich steeds daaraan ont
trokken met de beweringdat in die gemeente een
daarvoor geschikt locaal niet gevonden werd. Er was
echter gebleken dat dit wel het geval wasdat lokaal,
eigendom der gemeente werd gebruikt voor een con-
greganistische school of voor bijeenkomsten van orde
leden. Daarom werd een bizondere commissaris met
twee gendarmen gezonden om dat lokaal in bezit te
nemen. Bij zijne aankomst ontstond dadelijk een op
loop van schreeuwende en scheldende vrouwendoch
alles scheen aan te duiden dat de zaak rustig zou af-
loepen toen plotseling met groot geweld de alarmklok
werd geluidwaardoor binnen korten tijd 600 a 700
man uit den omtrek toesnelden, denkende, dat het
dorp in brand stond. Deze vielen daarop de gendar
men aan ten gevolge waarvan de regeeringscommissa-
ris genoodzaakt werd, de hulp der gewapende macht in
te roepen de gendarmen moesten gebruik maken van
hunne wapenen waarbij een man gedood en een ern
stig gekwetst werd.
Volgens de Etoile is in den laatsten ministerraad
besloten tot de benoeming van
minister van oorlog.
generaal Nicaise tot
DUITSCHLAND. De bondsraad komt den 20
dezer bijeen. In verscheidene bladen kan men lezen
dat de pruisische regeering den bondsraad wil voor
stellen om ook Hamburg en Leipzig in den kleinen
staat van beleg te verklaren wegens de sociaal demo
cratische beweging. De Hamburgscbe bladen verklaren
dit bericht nog niet te kunnen gelooven, omdat in dit
voorstel de bewering opgesloten zou liggen, dat de po
litie te Hamburg voor hare taak niet berekend was.
ENGELAND. Een gerucht, dat tegen den 4 een
kabinetsraad bijeengeroepen was, is gebleken onjuist te
zijn geweest. De ministers Gladstone, Hareourt en
Nortbrook keerden naar hunne buitenverblijven terug.
Lord Hartington gaat naar Balmoral, waar de Koningin
vertoeft.
Volgens aan de Daily Telegraph gezonden bericht
zou de heer Goschen buitengewoon gezant van En
geland te Konstantinopel, in November a.s. naar Londen
terugkeeren en kort daarna tot minister van financien
benoemd worden.
De Globe hoopt, dat het engelsche volk door bet
houden van bijeenkomsten zal toonen, hoe afkeerighet
is van het denkbeeld om door Engeland alleen of te
samen met Rusland Turkjje met geweld te dwingen.
Het volk moet duidelijk bare gezindheid doen kennen
omdat de ministeriëele pers bet publiek tracht voor te
bereiden op het in toepassing brengen eener staatkunde
van dwang jegens Turkije.
OOSTENRIJK-HONGARIJE. De minister-president
Tisza antwoordde den 2 in het buis der afgevaardigden
op de in het vorige nummer vermelde interpellatie
betreffende de door de gemeenschappelijke vloot aan te
nemen houding in het oosten dat het herhaaldelijk
aan Turkije verleende uitstel voor de uitvoering der
verdragen voldoende bewees., dat geen enkele mogend
heid jegens Turkije vijandelijke bedoelingen koesterde. De
buiteniandsche staatkunde van Oostenrijk-Hongarije had
steeds ten doelde overeenstemming tusschen de mo
gendheden in het belang van het behoud van den vrede
zooveel mogelijk te verzekeren. Hij verklaarde verder
niet te kunnen zeggen, wat te dezen aanzien nog zou
geschieden doch een ontscheping van troepen zou
volgens de aan de vlootvoogden gegeven bevelen niet
geschieden.
De ultra-magijaarsche partij sterk gekant tegen de
duitscb-oostenrijksche partij en tegen de israëlieten
werd gezegd een zoogenaamd anti-semitisch verbond
gesloten te hebben tegen de aanhangers dier partij en
tegen de in Hongarije gevestigde israëlieten. De mi
nister-president Tiszadaarover mede ondervraagd
verklaarde ten stelligste dat de regeering geen bewe
ging zou dulden waardoor botsingen tusschen de ver
schillende volkeren en de godsdienstige genootschappen
zouden kunnen ontstaan en dat zij niet zou aarzelen van
de wet gebruik te maken om haar te onderdrukken.
Met dit antwoord verklaarde het huis genoegen te nemen.
De delegation zijn tegen den 19 bijeengeroepen.
FRANKRIJK. Zoodra de minister van binnenland-
sche zaken is teruggekeerd, welke terugkomst een dezer
dagen zal plaats vindenzal met de toepassing van
het tweede der besluiten van 29 Maart op de niet er
kende congregatiën een begin worden gemaakt. In
middels kwamen te Parijs eenige prefecten bijeen tot
het ontvangen van voorschriften betreffende die uitvoering.
Rochefort oppert in zijn blad de Intransigeant, het
denkbeeld eener bijeenkomst met het doelaan de re
geering te beletten Frankrijk op gevaarlijke wijze in de
oostersche zaken te betrekken, welk gevoelen door ver
scheidene radicale bladen en zelfs door de bonapartis-
tische Pays wordt gedeeld. In de Justice geeft de heer
Pelletan als zijn gevoelen te kennen, dat in die bijeen
komst zoo zij mocht doorgaanmoet worden aange
drongen op bijeenroeping der Kamersopdat geene
besluiten genomen worden dan na openbare beraadsla
gingen en op een degelijk ministerie, in plaats van het
tegenwoordige schijnbewind opdat zij, die werkelijk de
besluiten nemenook tegenover het land de verant
woordelijkheid daarvan dragen. Volgens de Parlement is
de ingenomenheid met Gambetta door de aftreding van
den minister de Freycinet gedaaldniet om de on
grondwettige rolbij de crisis door hem gespeeld
maar om de gevaarlijke plannen welke hem omtrent
het buitenland toegeschreven worden. Zoodra men
overtuigd mocht worden dat bij aan het hoofd der
zaken alleen ministers wilde dulden die bepaald zijne
plannen in de hand werkten zou hij weldra even wei
nig gezien worden als na den oorlog tot het uiterste
toen zijn naam alleen op de groote menigte ten platten
lande werkte als een vogelverschrikker.
Het lid der Kamer Boissy d'Anglas is tot fransch
gezant in Mexico benoemd.
Den 30 schonk de president geheele kwijtschelding
van straf aan 65 personendie in Nieuw-Caledonie
nog straf ondergingen wegens deelneming aan den in
September 1870 uitgebroken opstand in het zuiden van
Martinique.
Een tegen den 3 uitgeschreven bijeenkomst in het
circus Fernando, om tegen de beweging met de vloot
in het oosten op te komen, kon niet doorgaan omdat
zij, die haar uitschreven, aanvankelijk geen vergunning
8)
Naar het Hoogdnitsch van R. Elcho.
Hoe vrooiijker de bruilofthoe droeviger de echt.
Dit spreekwoord scheen aan Reinhold en Tanina te
zullen worden bewaarheid. Op het oude slot was mis
schien nooit schitterender feest gevierd dan op den
dag toen de russische generaalsdochter en de duitsehe
graaf elkander voor het altaar de hand reikten. In
het dal der Weichsel sprak men nog met bewondering
van het fabelachtige feesttoen de band die de twee
toenmaals jonge en levenslustige menschen vereenigd
hadbeiden reeds lang tot een last was geworden.
Reinhold had bij het doen zijner keuze slechts de in
gevingen zijner hartstocht gevolgd. Het verstand had
gezwegen. Tanina deed zich in het huiselijk leven
spoedig kennen als even luimig eigenzinnig en dwaas
als lieftallig, beminnenswaardig en vriendelijk inde salons.
Voor haar hadden slechts schitterende feesten en uit
gelaten verstrooiingen eenige bekoring zij bleef doof
voor iedere ernstige opvatting van het leven. Zij haatte
iedere bezigheid zij hield alleen van vreugd en genoe
gen en van de nietsbeteekeuende vermaken der groote
wereld. Spoedig bleek het Reinhold dat de schit
terende bevallige Taninadie hem vroeger zoo had
aangetrokken eigenlijk alleen aan de samenleving be
hoorde terwijl voor hem niets overbleef dan een moeie-
lijk te behandelen schepsel, vol kinderachtige luimen,
«n zonder het geringste gevoel voor een edeler levensdoel.
Even zeker als de omgang met eene fijngevoelige
beschaafde vrouw he.t karakter van den man verheft
en veredelt even zeker is bet ookdat eene ijdele
zelfzuchtige vrouw den besten man tot een laag stand
punt doet afdalen en in staat is om alle goede en
edele eigenschappen in hem te doen ondergaan. Zulk
een slechten invloed oefende Tanina op Reinhold uit.
Hij, die eerzucht genoeg bezat om met hart en ziel in
het belang van den staat en de menschheid werkzaam te
zijn liet zich door zijne ijdele dwaze vrouw medesleepen
in een stroom van nietsbeteekende uitspanningen. Wel
verzette zich soms zijne betere natuur tegen een der
gelijk bestaan maar zijne goede voornemens stuitten
telkens weer af op de vleierijen der bekoorlijke jonge
vrouw. Eindelijk gafReinhold zich zonder tegenstreven
gevangen hij verliet het leger, leefde in ParijsRome
of de zoogenaamde „in trek zijnde'' badplaatsen en liet
Warburg aan de zorgen zijner zuster over, die, hoewel
in den beginne met het jonge paar samenwonende
zich spoedig van Tanina terugtrok.
Aan Margaretha viel te huis de moeielijke taak te beurt
voortdurend geld te zendendat door verpanding of
verkoop moest worden verkregen want Reinhold had
veel meer noodigdan zijne inkomsten beliepen. Te
vergeefs bezwoer Margaretha in hare brieven haren
broeder toch eindelijk orde op zijne zaken te stellen
steeds volgde het antwoord voldoe ditmaal nog eens
aan mijn verzoek het volgend jaar zal het anders wor
den. Maar ook in het volgend jaar was het weer het
zelfde „slechts nog voor ditmaal".
Een tiental maanden ongeveer had dit ongeregelde
leven geduurd toen eene onverwachte gebeurtenis er
een einde aan maakte. Gedurende een kort verblijf
in Nizza knoopte Reinhold kennis aan met een jongen
italiaanschen prins, wiens mannelijke schoonheid alle
vrouwen boeide. Reinhold had eene doodeerlijkear-
gelooze natuur, en toen de omgang tusschen zijnen
vriend en Tanina langzamerhand meer en meer ver
trouwelijk begon te worden zag hij in de beleefde op
lettendheden van den prins niets anders dan gewone
hoffelijkheid.
Op een helderen nacht evenweltoen de nachtegalen
in de halfduistere vlierboschjes haar melancholisch nacht
lied zongen, deed hij eene ontdekking die hem voor goed
de oogen opende. Hij had afgesproken dien avond met
eenige zijner vrienden bij maneschijn een roeitochtje te
ondernemen. De prins liet zich voor dit feestje ver
ontschuldigen en Tanina begeleidde haren gemaal tot
aan het strand. Het tochtje liep zeer prettig ten einde
en in de vroolijkste stemming keerde het gezelschap
huiswaarts. Reinhold's medgezellen trachtten hem over
te halen met hen nog een glas wijn in het hotel te
drinken maar hij bedankte en keerde alleen naar zijne
woning terug.
Het was reeds donker, toen hij den tuin betrad. Een
lichtblauwe nevel hing over het strand en het meer.
In de meest opgewekte stemming betrad hij, uit de
schaduw der cypressen, het bordes zijner villa, en begaf
zich door de met zachte tapijten bedekte corridors naar
het boudoir zijner vrouw.
Slechts eene enkele zilveren kandelaar met eene bijna
uitgebrande kaars verlichtte flauw het kleine vertrek.
Het venster stond open en het groote ledekant met
zijden gordijnen wa3 ledig. En zonderling de deuren
der kasten en de schrijftafel waren geopend. Hier moest
eene plundering hebben plaats gehad. Zonder twijfel