DE 1IAACSCI1K SIDOaiD. 2Tclcgraft0che Berichten. 5>taÖ0-Bcvichten. De gemeenteraad van Schoterlnnd heeft met 12 tfrren 1 stem besloten om voor 50 p. c. deel te nemen ;„°de kosten van de Tjonger-kanalisatie. De heer D. de Leeuw Jr. te Heemstede heeft den gemeenteraad van Middelburg concessie verzocht voor den aanleg eener drinkwaterleiding. Aan de harddraverij te Opmeer hebben 8 paar den deel genomen waarvan prijs- en premiewinners „•aren „de Snuit" van J. Ursem en „Anna" v an G. Heddes. Bij arrest van het gerechtshot te Amsterdam is de openbare terechtstelling en het ontslag uit de voorloo- Xre hechtenis bevolen van den notaris D. te Oosthu;- sn, beschuldigd van valschheid in geschrifte en van rrsbruik van vertrouwen. Visseher Jan de Bree van Terschelling, is in fcS Oude Vliegat over boord geslagen en verdronken te laat eene weduwe en 3 zeer jonge kindereu na. Te Leeuwarden zal de vereeniging „Nijverheid ter gelegenheid van Iraar 25jarig be'staan, in den zomer ran1881, een nationalen Wedstrijd houden in een groot aantal vakken. Tot burgemeester der gemeente Veendam is be noemd de heer" A. Magnin, met toekenning van eervol ontslag als burgemeester der gemeenten Beverwijk en Wijk aan Zee en Duin. De acte voor hoogduitsche taal- en letterkunde, middelbaar onderwijs, is in den Haag verworven door P, v. d. Brand van Haarlem. De gemeenteraad van Monnickendam heelt be sloten. het getal onderwijzers, aan de openbare lagere scholen werkzaam te vermeerderen met 2 hulponder wijzers en 2 hulponderwijzeressen. Lr. E. Laurillard pre ikant bij de ned. herv. gemeente te Amsterdam, is beroepen bij de remonstr.- seref. gemeente te Rotterdam, inaar heeft er voor bedankt. °De heer A. Kaptijn te Woerden heeft con cessie gevraagd voor een stoomtram tusschen Gouda en Bodegraven. Een groot gedeelte van het aanlegkapitaal is reeds geplaatst. Voor het stedelijk ziekenhuis te Rotterdam wordt het nadeelig saldo over het jaar L881 begroot op ruim 128,000. Terwijl de uitgaven voor deze instel ling per jaar ver boven de anderhalve ton gouds gaan, wordt aan verpleeggelden hoogstens f 30000 per jaar ontvangen. De Höll. Spoorwegmaatschappij zal eerlang tusschen Rotterdam en den Haag een dienst opeuen elk half uur van beide plaatsen vertrekkende en den reizigers bij eiken weg of overpad gelegenheid gevende tot op en afstappen. De pruisische regeering heeft tegen 1 Januari a.s. de transi'ttariëvën voor het spoorwegverkeer met or.s land doen opzeggen. In Juli of Augustus van het volgende jaar zal te Arnhem eene nationale tentoonstelling worden gehou den voor: „decoratieve schilderkunst alle voorkomende werken in verband staande met bet schilders- en gla zenmakersvak benevens van gereedschappen grond stoften enz." Bij den uitgever Tjeenk Willink te Zwolle is thans reeds de 3e druk verschenen van de Wet op het Lager Onderwijsvan aauteekeniqgen en een alphabetisch register voorzien en bovendien bijgewerkt tot Octo ber j.l. Even als voor onderwijzers en se-booieom mis siën is die uitgave ook voor gemeentebesturen aanbeve lenswaard daar zij tevens bevat alle onlangs vastge stelde modellen de 2« druk was binnen 2 maanden uitverkocht. Het vinden vayi het lijk van den vermoorden Marius Bogaardt heeft zich volgender wijze toegedragen: De heer Boogaardt liet zich te halt twee uren in den nacht van Donderdag op Vrijdag per rijtuig tot aan de woning van den heer Bonestapel brengen. Daar stapte hij uit gelijk den vorigen avond zijn kind met de Jongh op dezelfde plek had gedaan. Van half twee tot vijf uren heeft de vader dien nacht duin op duin af geloopen in vertwijfeling zijn zoontje roepende. Ingevolge eener onjuiste aanwijzing, met betrekking tot het vernomen schreeuwen liep de heer Boogaardt steeds in verkeerde richting. 's Morgens te G uren begonnen de aldaar wonende jachtopzieners van den hertog van Saksen- Weimar op wiens grondgebied de misdaad is gepleegd hun ver kenningstocht, De jachtopzieners gingen toen heen om te ontbijten, terwijl v. D. verder zon rondkijken. Hij sprak met hen af, dat ze onverwijld moesten terugkomen, als ze twee onmiddelijk op elkaar volgende schoten hoor den en dan 't noodige moesten meebrengen tot hulp. Nauwelijks dertig pas van hem verwijderd zijnde hoorden ze reeds dé twee schoten, snelden naar v. D. toe dien zij vonden staande bij het lijk dat in den kuil tusschen den hoogopgaanden helm verborgen lag. Daardoor is het lijk zoo laat ontdekt. Een hunner waarschuwde onmiddelijk de politie, die omstreeks 11 uren daar verscheen. Het koordwaarmeê het was gebondenwas zoo net en stevig om handen en voeten bevestigd dat dit bij dag moet geschied zijn. De opzieners verklaren te vens dat de knoopen door een „deskundige" moeten zijn gelegd. Zoo knellend was dit koord aangehaald, dat het vleesch er een eind boven uitstak. Op 't hoofd was 't zichtbaar, dat het slachtoffer bewusteloos was geslagen. De dolksteken zijn zoo regelmatig toegebrachtdat ooggetuige aan eeu schijf dacht, waarop geschoten was. Zeven steken waren zichtbaar waarvan de meesten op de ribben zijn afgestuit, doch één is onder t hart door gegaan tot aan de ruggegraat. Marius moetalvorens het d. J. gelukte hem te binden zich zooveel hij kon verweerd hebben. De krabben op de handen van d. J. strekken daarvan tot bewijs. De moeder van d. J. heeft van de geheele zaak niets geweten. Toen de inspecteur van politie D. hem Zon dag avor d te 7 uren kwam halen ging hij gewillig mede. Zijne moeder maakte hij wijsdat hij maar even naar 't policie-bureau moestom te getuigen in een zaak van zekeren Kok (een gefingeerde naam). Hij zou gauw terug1 koftién. Toen de inspecteur D. weg was bleef een ander inspecteur ten huize van de moeder des moordenaars wachten, totdat de officier van justitië huiszoeking zou komen doen. Dit wist zijne moeder evenwel niét, die in angst haar zoon bleef wachten, totdat s nachts om 1 ure de officier van justitie verscheen om de zwaar bep oefde moeder voorloopig omtrent haar ramp m te lichten. Oin die ramp eenigszins te kunnen overzien moet men in aanmerking n< men dat de weduwe de Jongh, die uit een adelijk geslacht afstamt, Mie moge lijke0 moeite heeft aangewend otn haar éenigen zoon die altijd haar trots uitmaakte, in den adelstand, waarop zij meent recht te hebben opgenomen te zien. De tijding dat de geheeie misdaad waarvan het eerste bericht haar reeds-zoo diep geschokt had, door haar eigen zoon is bedreven, moet dan ook als een genadeslag voor de beklagenswaardige moeder worden beschouwd. Iemand thans ambtenaar te 's Gravenhage die de Jongh als schoolmakker heeft gekend, herinnert zich, dat de Jongh, eens met hem aan 't wandelen zijnde, de wreedheid had, een hond in het voorbijgaan met eeu van lood voorzienen stok zulk eeu hevigen slao- oo den kop te geven dat het beest onmiddelijk dood was. 'l)e Jongh kan toen 12 jaren oud zijn geweest. Op een anderen tijd had de J ngh een knaapje het broertje van dien schoolmakker onverhoeds een duw gegevendie het in het water deed tuimelen. Het knaapje werd druipnat thuis gebracht over welk voorval de Jongh zich vaak vroo ijk maakte. De merkwaardige stoutmoedigheid van den moorde naar na het plegen zijner gruweldaad heeft er veel toe bijgedragen dat men op hem niet het minste vermoe den had. Zoo keerde hij op Zaterdag 2 October s na middags per Centraalspoor uit Harderwijk terug; stapte te Amers'oort te 1 u. 55 m. even uit den' trein, liep al daar over het perron 'hétgeen stationsbeambtenwat zijn gelijkenis met het signalement betrot opmerkten; doch toen deze hem terstond weder zagen plaats nemen in een waggon waarin toevallig N. B. vier rijksveld wachters zaten veronderstelde men natuurlijk dat- bij de schuldige wel niet zou zijn. Over de eerste arrestatie van de Jongh wordt in het Rott. Nieuwsblad nog bet volgende medegedeeld. Zoo als bekend is stond in den brandbrief, dat de meid met de f 75000 in bankpapier de Hoefkade op moest gaan en die volgen tot aan het einde altoos tusschen de weilanden door. Vóór zij aan het einde kwam zou zij iemaud ontmoeten die haar de vraag doen zou, of zij de dienstmeid van den heer B. was. Dit moest ge schieden tusschen half vier en half vijf uur. De politie deed natuurlijk de Hoefkade bewaken. De hoofdcom missaris bevond zich in een herberg, Roeilust geheeten, links van bet tolhek op den Loosduinschen weg, en kon uit eene bovenkamer met een kijker de gansche Hoef kade overzien. Die Hoefkade of liever de weg daar over loopt in de weilanden dood. Gaat men door die weilanden steeds rechtuit, dan stuit men eindelijk tegen de Wateringsche vaartdie bij het tolhek in de Loos- duinsche vaart uitkomt. Naast die Wateringsche vaart en door deze van de stad en dus ook van de Hoefkade gescheiden loopt een dijk en daarover een weg die ook naar weilanden en eindelijk, tot een pad versmald, naar een weg achter Rijswijk voert en de Moerweg heet. Nu vertoonde zich den dag na den moord, in den namiddagop dien Moerweg een jongmensch wiens kleeding en uiterlijk terstond herinnerden aan het reeds toen bekende signalement van Marius' ontvoerder. Hij werd aangehouden en de Jongh want die was het gaf zijn kaartje zeide wie en wat hij was en hield zich zoo kalm, dat er niets aan hem te bespeuren viel. Toen noch de dienstbode van den'onderwijzer Bouscholte die hem opendeedno'ch de koetsier van de vigilante waarin hij met Marius naar het duin gereden was, hem herkenden werd hij weder vrijgelaten^ De verregaande brutaliteit om zich in dezelfde klee ding op dien weg te vertoonen, evenaart het cynisme, om, na den zoon te hebben vermoord, toch den los prijs van den vader te willen ontvangen. Hoe de Jongh evenwel het pakket met de bankbiljetten van de meid dacht over te nemen, blijft de vraag. Misschien wist hij niet, dat de Moerweg door de Wateringsche vaart van de stad afgescheiden blijft misschien dacht hij, dat er op de hoogte, waar aan beide zijden der vaart soorten van bruggehoofden zijn, steeds een plank ligt hetgeen echter geenszins het geval is; mogelijk einde lijk heeft hij gemeend op die plek over de vaart te kunnen heenspringen, of rekende hij op een schuit, die kon voorbijgeboomd worden om hem over te zetten. Intusschen, hoewel de Jongh vrijgelaten was wendde de polieio toch pogingen aan om iets van zijn schrift te bekomen, en was het ook gebleken dat hij terwijl hij hier in garnizoen lagbetrokken was geweest in een standje op een publiek bal in de Houtstraatbij welke gelegenheid hij een geladen pistool te voorschijn haalde. Toen dus de sergeant Musquetier zich bij de politie aanmeldde, begreep men terstond wien het gold. De heer J. A. de Bergh geeft hét vermoeden nog niet op, dat de Jongh medeplichtigen heeft. Hij wordt daarin versterkt door de volgende hem gebleken bij zonderheden Toen d. J. om ongeveer half vier op de brug over den dierentuin reed, gaf hij met een witten zakdoek uit het geopend venster een signaal in de richting van dien tuin. Een heer, die door zijn ongun stig uiterlijk en schuchter rondzien de aandacht van mijn zegsman trokstond binnen het hek van den dierentuin, en volgde, wantrouwend om zich heeu ziende het rijtuig waar de Jong in zat. Toén hij zich opgemerkt zagwendde hij zich af naar de richting der zebra's, en nu eens zijn gelaat verbergende achter een groote hand, waarvan de vingers met gouden rin gen bezet waren dan weer, omdat mijn zegsman hem volgde en vóór hem staan bleefhet ander gedeelte van zijn gezicht masqueerende achter een witten zak doek. Over een grasperk ioopendestaarde hij steeds in de richting van het rijtuigen verloor het geen enkel oogenblik uit het oog toen het voor de school van Marius had stil gehouden en hij Marius kon zien instappen en wegrijden. Ook spoedig, volgens dén heer die mij deze inlichting gaf, verdween hij uit den tuin niet door het hoofdhek, maar denkelijk achter de directeurswoning of het hulphek heen. Ofschoon nu déze mededeeling op zich zelf reeds zeer merkwaardig isen medeplichtigheidsvermoeden bijna tot zekerheid maaktverdient het vooral opmerkzaam heid dht één uur zeven en dertig minuten daarna (om 5.17) door den heer II. op de Beeklaan, niet zeer ver van de moordplek, een heer wachtende gevonden werd, wiens signalement overeenkomt met den persoon uit den dierentuin en 't is dus Diet onwaarschijnlijk dat deze uit den tuin zich in do richting van Dekkers duin heeft begeven om een oog in 't zeil te houden. Het trof me jl. Vrijdag 5 uur nog al sterk dat we derom een vreemd heer, naast mij zittende op de bank vóór 't Gouden Hootden ook met dit signalement overeenkomende tot zijn ringen toe, liet zoo druk had over den moord en over de medeplichtigen sprak terwijl hij, door een voorbijganger mijn naam hoorende noemen als een pijl uit deu boog verdween. Intusschen wilde het toeval dat hij naast mij zit tendeiemand uit Leiden dien ik ook kende had ge groet. Ik vernam dus spoedig den naam van dezen vreemden heer, en ofschoon hij de braafste man der we reld zijn kan meende ik toch van het een en ander kennis te moeten geven aan den inspecteur van politie van Bunge waarbij ik een in duplo en door hem voor afschrift onderteekenda verklaring opstelde ten 5 uur 20 minuten. Het vreemde gëdrag van den man, die met mij pra tende op liet hooren van mijn naam zijn borrel in den steek lietwettigde dunkt mij volkomen den stap dien ik deed. Iéder moet in deze zaak een spion zijn.... dat wil zeggen opmerken en gadeslaan om zich heen. 't Verdient misschien nog vermelding dat de Jongh zijn wandelstok altijd in de linkerhand droeg, en zulks in verband met de linksche richting van zijn schrift zou deze wetenschap misschien in het visum repertum kunnen aantooneu of de dolk- of degenstéken ook eenigs zins links zijn toegebracht, 't Z >u een bewijs te meer opleveren, dat de bekentenis van de Jongh versterkte. Naar den degenstok wordt nog steeds gevischt. De te Utrecht gevondene was eeu oud exemplaar, op den knop eenige krabbeltjes hebbende waaruit men met wat verbeelding wel een V, doch geen A zou kunnen maken. Maar ook te Amsterdam en elders ziju degen stokken gevonden, geen wonder als men nagaat, hoe veel van die dingen er dagelijks verkocht worden. Mis schien is die van de Jongh met deu stroom een groot eind wegs afgedreven. Londen, 12 October. De Times zegt dat door den invloed van de duitsclie en oosten rij ksehe gezanten de Sultan van Turkije heeft toegegeven. Het blad acht gevaar voor oorlog voorloopig geweken. 's Gravenhage, 12 October. De doopplechtigheid van prinses Paulino had heden overeenkomstig pro gramma in de Willemskerk plaats in tegenwoordigheid van den groothertog en groothertogin van Saksen, Vorst van Waldeck prins Erederik en prinses Hen drik de ministersde presidenten der hooge staats- collegiën en talrijke schare. De Koning en Koningin werden met orgelspel ontvangen. De Koningin hield het kind ten doop, de hofprediker van Koetsveld hield eene rede ontleend aan een kort woord van den Hei land dat men vindt in het Evangelie van Marcus 14 e vers 10e hoofdstuk, schetsende hij de liefde van Jezus voor de kinderen ook weidde hij uit over den doop ia verband met de christelijke opvoeding en besloot met een gebed voor liet heil van Koning en Vaderland; de plechtigheid was door haar statigen eeuvoud des te indrukwekkender. Op de straat werd de jonggeborene aan de talrijke menigte uit het rijtuig vertoond. nHIITIfWI Uil I I»» ill i1 In ons vorig nummer stond onder stads-beriebten „terwijl de normale hoogte van een dusdanig kalt 17 centimeter is." Een ieder zal begrepen hebben dat dit o-etal eeu drukfout bevatte, en 77 gelezen hebben. T)e Synode der evang.-lutb. Kerk heeft den heer C. J. Mulderna afgelegd examentoegelaten tot proponent. Bij de christ.-geref. gemeente alhier is beroepen ds. Tijs te Sassenbeim. Maandag, II dezer, was het 40 jaren geleden dat de heer H. M° M. Rappard, thans predikant bij de herv. gemeente alhier, zijne Evangeliebediening te Grootebroek aanvaardde. Maandag-middag werd het stofielyk overschot van den heer H. P. Ibink Meleublink, behalve door bloed verwanten en vrienden, door de leden der boogschut- terij van S. Sebastiaans Doelen en de officieren der d d. schutterij grafwaarts geleid. Op de begraafplaats stond het kader geschaard en plaatste de kapel der schutterij treurmuziek doende hooren zicli aan liet hoofd van deu stoet. Namens de boogschutters die da teraardebestelling vorrichtten bracht bij bet graf de heer Mesman namens de officieren de heer Swer- ver hulde aan de nagedachtenis van den doodedie zoo veler vriond was. De oudste zóón des overledenen dankte met eenige woorden voor de betoonde belang stelling. _I ARRON DISSEM.ENTS-RECHTBAN fv. Correctioncele Terechtzitting van 12 October. 1 K. H„ te Hoorn diefstaltwee maanden gevangenisstraf. 2.' W. T., te Oudendijkdiefstaltwee maanden gev., in eenzame opsluiting te ondergaan. 3 P. A., te Ilensbroek, diefstal drie dagen gev. 4. H. U., te Alkmaar, mishandeling, vier dagen gev. 5 A. R., huisvrouw van te M-odemblik.bedelarij zeven dagen gev.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1880 | | pagina 3