No. 73.
Twee en tachtigste Jaargang.
1880.
V II 1.1 1» V G
15 OC TO BE It.
FEUILLETON.
i2) Sneeuwvlokken.
nd,
daster
ctar
m1
reeks
aarne
leid
eene
gelet.
'ij de
te
Prijs der gewone Advertentiën
Bij dit No. behoort voor onze abonué's alhier de
dienstregeling' van het Postkantooraangevangen
15 October, die overigens a 10 cents verkrijgbaar
is. Aan abonué's buiten de stad wordt die op ver
langen gratis toegezonden.
(?)JTtciccl (Bcbccltc.
üuitcuUttb.
li*.
iT.
lie
lip
i
Deze Courant wordt Dinsdag-, Donderdag- en
Zaterdagavond uitgegeven. Abonnementsprijs
per 3 maanden voor Alkmaar 0,80 franco door
het geheele Rijk f 1,
De 3 nummers f 0,06.
Van 15 regels 0,75; iedere regel meer/0,15.
Groote letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de Uitgevers HERMs. COS-
TER ZOON.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALKMAAR
breng-n ter kennis van belangkehbendendatte rekenen van
heden, gedurende drie maanden voor hem die zijn eigendoms-
regt voldoende kan bewijzen beschikbaar isde opbrengstna
aftrek der kosten van voeding enz., van een in het land van
den beer N. NOORT, alhier, gevonden Schaap, heden in het
openbaar verkocht.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
Alkmaar, A. MACLAJNE PONI
9 Oct. 1880. J>« Secretaris,
NUHOUT van der VEEN.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALKMAAR
brengen ter kennis van belanghebbenden, dat van 15 tot 29
October e. k. ter gemeente secretarie ter visie ligtbet door
Gedeputeerde Staten dezer provincie gewijzigde ontwerp regle
ment van bestuur voor bet Hoogheemraadschap van de Uitwa-
terende Sluizen in Kennemerland en Westfriesland met de
daarbij behoorende Staten en de nota tot toelichting onder
uitnoodiging hunne bedenkingen tegen dat gewijzigd ontwerp
reglement vdör 1 November e. k. te willen inzenden aan de
provinciale Staten van Noordholland.
Burgemeester en Wethouders voornoemd
A. MACLAINE PONT.
Alkmaar,
12 Oct. 1880.
De Secretaris
NUHOUT van deb VEEN.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALKMAAR
brengen naar aanleiding van art, 11 van het reglement betref
fende de Kamers van Koophandel en Pabrieken vastgesteld bij
koninklijk besluit van 9 November 1851 (Staatsblad No. 142),
gewijzigd bij dat van 11 Augustus 1859 (Staatsblad No. 80) en
12 Juli 1873 (Staatsblad No. 108) ter kennis van de belang
hebbenden
dat op Donderdag 18 November 1880, des morgens
van 10 tot 1 ure, ten raadhuize der gemeente de verkiezing zal
plaats hebben van drie leden voor de Kamer van Koop
handel en Fabrieken alhier, in vervanging van de heeren
C. BOSMAN, G. J. VAN LEEUWEN en H. J. CON1JN
die met het einde dezes jaars periodiek moeten aftreden en van
de heeren H. P. IBINK MELENBRINK op 8 October jl.
overleden en H. S. BLOK, die wegens zijn aanstaand vertrek
uit deze gemeente zijn ontslag heeft ingediend, welke heeren
in 1882 moesten aftreden; zijnde de vastgestelde lijst van kies-
geregtigden van af heden ter gemeente-secretarievan 's mor
gens 9 tot 2 ure ter inzage voor de belanghebbenden neder-
gelegd.
Bezwaren tegen die lijst van kiezers kunnen gedurende 8 da
gen na beden bij het gemeentebestuur worden ingeleverd.
Burgemeester en Wethouders voornoemd
AlkmaarA. MACLAINE PONT.
12 Oct. 1880. De Secretaris,
NUHOUT van deb VEEN.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALKMAAR
brengen ter algemeene kennis
dat zij in hunne vergadering van 12 October j.l. gunstig
hebben beschikt op het aan ben ingediende verzoek van K. WEEL,
Slager alhier, om vergunning tot bet oprigten van eene Vleesch-
houwerij in het perceel aan de Lindegracht, Wijk A No. 21.
Burgemeester en W ethouders voornoemd.
Alkmaar, A. MACLAINE PONT.
13 Oct. 1880. De Secretaris
NUHOUT van der VEEN.
De volgende personen worden verzocht zich ter gemeente
secretarie aantemelden
Gerardus Alfonsus Maria Lemmers laatste woonplaats Am
sterdam, Simon Wiju, 1. w. O. Niedorp, Eietjc Bruinsmageb.
Gor, 1. w. Haarlem, Aaltje Offenberg 1. w. Zaandam, Hen
drik Encel1. w. HoornPieter Visser, 1. w. N. Amstel
Petronella Corn, van der Woning 1. w. Kuinre.
P O L I C I E.
Ter terugbekoming is aan bet Commissariaat van Policie
bet volgende voorbanden, als; een rood zakje, inhoudende
tabakszak enz., een kleine portemonnaie met eenig klein geld.,
een huissleuteleen medaljon met gevlochten haar, een bloed
steen kruisje met goud gemonteerd en een paar vrouwenhand
schoenen.
Lijst van brieven waarvan de geadresseerden onbekend zijn
verzonden gedurende de le. helft der maand September 1880
L. Habedonck, Wed. ter Voort, E. ZoneveltP. Hantterre;
J. Kroon, Postema Amsterdam; Gt. Meiner, Deaemsvaart
P. Koon, Limmen; A. Bas, Oudesluis; J. ter Beek, P.
Van de Hulpkantoren
Broek op Langend ijk: G. Borst, 't Zand.
Burgerbrug: J. Blokker, Oudkarspel.
Dirkshorn: C. BlankmanHoogwoud.
Grootschermer: II. Schinkelde W ijk.
III M ■■WUIIOlilllMIIIjJIj II I IIMH-llE II
DUITSCHLAND. De Nordde,.tsche ADgemeine
Zeitung schreef naar aanleiding van het berichtdat
Dulcigno onvoorwaardelijk overgegeven zou worden
dat de toestand in het oosten daardoor zulk eene ver
andering onderging, dat het niet meer de n oeite loonde,
om in beschouwingen te treden over Bngeland's voor
stel tot het blokkeeren van Smijrna door de mogend
heden. Daar de juiste inhoud van het schrijven der
Porte waarbij van dat besluit kennis zou worden ge
geven nog niet bekend waswas bet raadzaam
na de ondervinding, reeds sedert lang van de turksche
diplomaten opgedaan van dat stuk niet al te groote
verwachtingen te koesterenvoordat men het kende.
Ook zal overwogen moeten worden, wat de albaneezen
van dat met hunne wenschen zoo strijdige besluit des
Sultans zullen zeggen. Maar in ieder geval moest men
erkennen dat door dit besluit de toestand niet meer
zoo hachelijk was als na de verklaring van Riza-pacha,
dat hij Dnlcigno moest verdedigen tegen Montenegro
en tegen iedereen zoolang hij van den Sultan geen
andere levelen ontving. In ieder geval was door dit
besluit de zaak van Dulcigno weder uitsluitend op den
voorgrond van het tooneel der oostersche zaken getre
den en moesten dien ten gevolge alle berichten over
het uiteen gaan der gemeenschappelijke vloot of over
hare verplaatsing met groote voorzichtigheid ontvan
gen worden.
Den 28 wordt de pruisische landdag geopend.
De orthodoxe en de conservatieve partij wenden krach
tige pogingen aan ter verkrijging van handteekeningen op
een verzoekschrift aan den rijksdag in de aanstaande
zittiDg tegen het burgerlijk huwelijk.
ENGELAND. De rersche vereeniging van grond
eigenaren te Dublin hield den 7 eene vergadering met
gesloten deuren, na afloop waarvan afgevaardigden ge
zonden werden naar den lord luitenant van Ierland
Cowper die zich met den minister Forster te Dublin
bevond om hen te wijzen op de verwaarloozing van
alle orde en wet in vele graafschappen waardoor de
grondeigenaars, zoo min als de pachters, die hunne ren
te betalen zeker van hun eigendom en leven waren
welk beweeren door verscheidene feiten werd beves
tigd. Zij voegden er bij, dat zij voornemens waren de
openbare betrekkingendie zij bekleeddenneêr te
leggen en vroegen, of de regeering hen zeu besehermen,
dan of zij zich zeiven beschermen moesten. Dö iprd
luitenant verklaarde ten volle overtuigd te zijn van de
waarheid hunner beweeringen maar verwees hen naar
den minister. Deze verzekerde dat de regeering al
het mogelijke doen zou en reeds gedaan had om de
wet te handhaven. Moesten andere maatregelen genomen
worden, dan zouden deze een bironder en buitengewoon
karakter moeten dragen: voorioopig moest de regeering
zich aan de wet houden. De bladen verschillen zeer in ge
voelen over hetgeen in Ierland moet geschieden en over
dit antwoord van den minister. De Daily News, erkennen
de, dat de toestand in sommige graatschappen verschrik
kelijk ongehoord is, meent dat men de aangevoerde en door
den lord-luitenant bevestigde feiten eer zou verwachten
te hooren van onder de Roodhuiden wonende planters,
dau van mannen uit een beschaafde wereld. Dat blad
laat aan de regeering de beslissing overop welke
wijze onmiddellijk en voor het oogenblik veiligheid en
orde kunnen gehandhaafd worden. In verandering der
wetten, regelende de betrekkingen tusschen grondeige
naars en pachters, waaronder die toes' and zoo verschrikke
lijk geworden is, ziet dat blad het eenige middel tot het on
derdrukken der beweging. Het toegeven aan de onzinnige
eischen der volksmenners is onnoodigmaar door het
invoeren van redelijke en billijke hervormingen kan de
groote menigte der iersche pachters bevredigd worden.
De conservatieve bladen de Globe en de Morning
Post vallen den minister over zijn antwoord zeer hevig
aan en meenen dat buitengewone maatregelen tot
bescherming van grondeigenaars en rente betalende
pachters volstrekt noodig zijn. De Times merkt op, dat
de regeering niet in staat isde volksmenners te ver
hinderen het volk op te stoken tot verzet, omdat hunne
Naar het Hoogduitsch van R. Elcho.
„De interesten zullen dadelijk betaald worden. Ge
steund door mijne kennis van zaken en door mijn kre
diet zal het mij gelukken eene schikking tot stand
te brengen. Misschien vind ik ook een kooper voor de
geheele bezitting die een half miljoen daarvoor beta
len wil misschien, maar daarover speken wij later."
„Al ware het u ook mogelijk mij te redden het
zou toch alleen kunnen geschieden met zulke verba
zende opofferingen van uwe zijdedat gij u zelf daar
door ruïneeren zoudt. Dat mag niet gebeuren. Ik
dank u voor uwe edele bedoelingenzij hebben mij
goed gedaan en verleenen mij kracht om mijn lot te
dragen. Vaarwel." De graaf wilde zich snel verwij
deren maar Lassar_hield hem terug.
„Het eenige dat u ontbreektmijuheer de graaf, is
een bekwaam zaakkundig man die uwe zaken in orde
brengt. Ik zal zorgen dat ge een hoogen prijs maakt
bij den verkoop van Warburg, en daarna zult gij mij
al mijne voorschotten tot den laatsten cent terugbeta
len. Wilt gij mij volmacht geven om voor u te han
delen
Of hij dat wilde? Een diepe zucht van verade
ming verlichtte Reinhold's borst. Zijne aandoening
belette hem te spreken. Hij vleide zijn hoofd aan den
schouder van zijnen redder die zwijgend en met innige
zelfvoldoening op zijnen yroegeren weldoener nederzag.
Na eenige oogenblikken herstelde Reinhold zich, greep
Lassar's hand en hem aanziende met een blik vol on-
uitsprekelijken dank zeide hij „Mijn vriendhandel
voor mij zooals het u goed dunkt. Ik stem in alles toe."
Lassar nam den arm van den graaf in den zijnen
en geleidde hem naar huis. Onderweg gaf hij hem den
raad een langer uitstel te verzoeken en de belangen
zijner verwaarloosde goederen met ijver ter harte te
nemen. Reinhold bewilligde in alles. Hij had behoefte
aan arbeid aan inspannende arbeid die alle onaan
gename gedachten verdrijft. Ook gevoelde hij een
brandend veriangen zijne zuster weder te zien. Hij
had ook zooveel tegenover haar goed te maken
Plotseling zeide Reinhold: „Nu moeten we eens over
Perdita spreken."
Het hart begon den vader bij die woorden van vreugde
sneller te kloppen, en terwijl de graaf getroost de fon
kelende sterren beschouwde aan den wolkenloozen he
mel vertelde hij van zijne dochter, de vriendelijke ster
zijns leveus.
J 4f
„Reinhold Reinhold Hij hoort mij niet
Reinhold Het was Margaretha die aan den ingang
der dorschschuur staande luidkeels haren broeder riep.
Haar broeder kon haar ook onmogelijk hooren zulk
een verbazend geweld maakte die dorschmachine mid
den in de schuur. Met van vreugde stralend gelaat
beschouwde zij haren broeder, die te midden zijner werk
lieden, hier een vriendelijk en aanmoedigend woord gaf,
daar zelf een handje hielp als het noodig was. Lang
bleef Margaretha zwijgend dit schouwspel aanzien.
Eindelijk keek Reinhold toevallig om en werd zijne
zuster gewaar.
„Komaanzusjenu ben ik voor de rest van den
dag geheel tot uwe beschikking."
Yroolijk bood de graaf zijne zuster den arm en te
zamen liepen zij de breede slottrap op. Bij de hoofd
deur aangekomen keerden zij zich omlieten hunne
blikken weiden over de uitgestrekte landerijen en dichte
bosschen en bleven lang verdiept in de beschouwing
van het heerlijk avondlandschap, door de ondergaande
zon met zachte tinten gekleurd.
De tijd had bij beiden zijne sporen zichtbaar achter
gelaten de vele zorgen hadden hen iets ouder, maar
vooral ernstiger gemaakt. Wel was Reinhold nog een
forsch krachtig man maar toch waren er reeds rimpels
op het breede voorhoofd en blijkbaar had de ernst van
den rijperen leeftijd de vroegere vroolijkheid vervangen.
Margaretha had eveneens in hare eenzaamheid de blos
der jeugd verlorenmaar toch werd de bleekheid
harer wangen verhelderd door den vriendelijken glans
harer oogen en haren vriendelijken lach.
Zij waren het slot binnen gegaan en in de huiska
mer trok Margaretha haren broeder naast zich op de
sopha en sprak„Ik heb twee verrassingen voor u
Reinhold."
„Wel, ik ben nieuwsgierig ze te hooren."
„De eerste verrassing is dat neef Kurtde groote
diplomaatbij ons belet vraagt j hier is zijn brief."
Margaretha gaf haren broeder het papier en stak ter
wijl hij las, de lamp aan die boven de tafel hing en
het gezellige vertrek helder verlichtte.
„Sedert Kurt de betrekking van koninklijk kamerheer
bekleedtbegon Reinhold „dingt de geblaseerdheid
met de dwaasheid bij hem om den voorrang. Hij schijnt
bij ons zijne liefde voor de natuur te willen verlevendi-