No. 76. Twee en tachtigste Jaargang. 1880. ZO NI) A G 17 OCTOBER. Groote Koemarkten te Alkmaar, Groote Paardenmarkt De hand op het hart. FEUILLETON. i3) Sneeuwvlokken. 9 Prijs der gewone Advertentiën Dit nummer bestaat uit twee bladen. EERSTE BLAD. ©fïiciccï ©ebecïte. op ilaandag 1 en Woensdag lï No vember 188© en op Woensdag 1© November 188©. li®»; ALKMAARSCHE CO IJ RAAT Deze Courant wordt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagavond uitgegeven. Abonnementsprijs per 8 maanden voor Alkmaar 0,80franco door het geheele Bijk 1, De 3 nummers 006- Van 15 regels ƒ0,75; iedere regel meer ƒ0.15. Groote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de Uitgevers HEBMs. COS- TEE ZOON. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALKMAAR brengen naar aanleiding van art. 11 van het reglement betref fende de Kamers van Koophandel en Fabrieken vastgesteld bij koninklijk besluit van 9 November 1851 (Staatsblad No. 142), gewijzigd bij dat van 11 Augustus 1859 (Staatsblad No. 80) en 12 Juli 1873 (Staatsblad No. 108) ter kennis van de belang hebbenden dat op Donderdag 18 November 1880, des morgens van 10 tot 1 ure, ten rnadhuize der gemeente de verkiezing zal plaats hebben van drie leden voor de Kamer van Koop handel en Fabrieken alhier, in vervanging van de keeren C. BOSMAN, G. J. "VAN LEEUWEN en H. J. CON1JN die met liet einde dezes jaars periodiek moeten aftreden en van de heeren H. P. IBINK MELENBRINK op 8 October jl. overleden en H. S. BLOKdie wegens zijn aanstaand vertrek uit deze gemeente zijn ontslag heeft ingediendwelke heeren in 1882 moesten aftreden; zijnde de vastgestelde lijst van kies- geregtigden van af heden ter gemeente-secretarie, van 's mor gens 9 tot 2 ure ter inzage voor de belanghebbenden neder- gelegd. Bezwaren tegen die lijst van kiezers kunnen gedurende 8 da gen na heden bij bet gemeentebestuur worden ingeleverd. Burgemeester en Wethouders voornoemd AlkmaarA. MACLAINE PONT. 12 Oct. 1880. De Secretaris, NUHOUT VAN DER VEEN. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALKMAAR brengen ter kennis van belanghebbendendatte rekenen van hedengedurende drie maanden voor hem die zijn eigendoms- regt voldoende kan bewijzen beschikbaar is, de opbrengst, na aftrek der kosten van voeding enz., van een in het land van den heer N. NOORT, alhier, gevonden Schaap, heden in het openbaar verkocht. Burgemeester en Wethouders voornoemd, Alkmaar, A. MACLAINE PONT 9 Oct. 1880. De Secretaris NUHOUT van der VEEN. VERGADERING van den RAAD der gemeente ALK MAAR, op Woensdag, 20 Oct. 1880, des namiddags kwar tier vddr één uur. Namens den Voorzitter van den Raad De Secretaris, NUHOUT VAN DER VEEN. De volgende personen worden verzocht zich ter gemeente secretarie aantemelden Simon Wijn, laatste woonplaats O. Niedorp, Fietje Bruinsma, geb. Gor, 1. w. Haarlem, Aaitje Offenberg, 1. w. Zaandam, Hen drik Encel1. w. HoornPieter Visser, 1. w. N. Amstel Petronella Corn, van der Woning 1. w. Kuinre. Het eerste bedrijf van het verschrikkelijk Haagsche drama is afgespeeld en de pauze die nu volgt, tot we der het scherm zal worden opgehaald en de terechtzit ting een aanvang zal nemengeeft aan de opgewonden gemoederen gelegenheid om tot kalmte te komen. Zij die gewoon zijn eenigzins geregeld tooneelvoor- stellingen bij te wonenhebben meermalen opgemerkt, dat de aanblik van het publiek dikwijls nog belang wekkender is dan de voorstelling op het tooneel zelve. Vooral leerzamer, want er is geen zuiverder spiegel van de gemoedsaandoeningen die een tooneelstuk afwerpt dan de houding van het publiek. De edelste gevoe lens en de schandelijkste hartstochten zijn op de aan gezichten te lezen. Menigeen voelde zich smartelijk getroffen als hij waarnam hoe vooral het afgrijselijke het afschuwwekkende, datgene wat de laagste harts tochten het sterkst prikkeltmet de hoogste belang stelling werd gevolgd terwijl daarentegen een edele daad een schoone passage een verheffende en lieflijke gebeurtenis het grootste gedeelte van hec publiek koel liet. En de conclusie van den menschkundigen opmer ker was: over het algemeen staat toch het Nederland- sche publiek nog op een laag standpunt van ontwikkeling. Daaraan is het ook toe te schrijAendat ons tooneel nog niet tot een hooger standpunt van volmaaktheid is gekomen. De directien moeten leven en dus wel re kenschap houden met den smaak van het publiek. Als we de hand op het hart leggen en met oprecht heid vragen: welke is de houding van het Nederland- sche publiek geweest tijdens het eerste bedrijf van het Haagsche drama, dan kan het antwoord niet bijzonder vleiend zijn. De hevige verontwaardiging, die eerst aller gemoederen doortrilde, het diepe medelijden met het slachtoffer en de zwaar getroffen oudersde afkeer van en de bittere verachting jegens den moordenaar, zij ontsproten allen uit de edelste en reinste gevoelens van menschelijkheid zij getuigden van ware menschen- min en afschuw van het kwaad. De blijdschap over de arrestatie van den moordenaar zette hen de kroon op. Geen wonder, dat met belangstelling de berichten omtrent de droevige gebeurtenis werden ie gemoet ge zien. De daad, die zoozeer het openbare leven bad aange rand en geschokt gaf recht op algemeene bekendheid de feiten die er mede in verband stonden mochten niet geheim worden gehouden gepaste openbaarheid kan in hooge mate strekken niet alleen tot ontdekking van het kwaadmaar ook tot bestrijding er van. Zoo bleek de verspreiding van een afdruk van den bewusten brief het middel te zijn waardoor de dader is ontdekt en in dien men zich had bepaald tot vermelding van de een voudige daadzakenzonder illustratie en inkleeding dan zou de indruk van het gebeurde hoogst waarschijn lijk dieper en heilzamer zijn geweest. De Haagsche moord echter is geëxploiteerd op een wijzeschandelijk voor hen die er aan deelnamen en voor het publiek dat er zich door heeft laten opwinden. Toen door enkele organen van de pers het voorbeeld was gegeven om niets te sparen, om zelfs de meest ongemoti veerde vermoedens, geruchten, gevolgtrekkingen enz. te geven, werden de hartstochten al meer en meer geprik keld en verlangde men telkens iets nieuws. De gelaats trekken van den moordenaar moesten vereeuwigd wor den en in ons geheugen geprent; we hebben de diepten der wonden van het slachtoffer kunnen peilenhet bloedige schuim op zijn mond ons voor de verhitte ver beelding kunnen roepen we zagen als 't ware, de blauwe kringen om de polsentot in de geringste bijzonder heden hebben we de handelingen van den moordenaar kunnen volgen. Onze vrouwen droomden er vanonze kinderen hebben de hevigste verwen«chingen uitgespro ken en wedijverden in het uitdenken van ijselijke straf fen. Er is door enkele bladen op gewetenlooze wijze gespeculeerd op de lage en onedele hartstochten van het publiek en dit heeft zich weder geheel laten mee- sleepen door de voorstelling van bet schrikwekkende en afschuwelijke Dit alles werpt een zwarte schaduw op de hooggeroemde ontwikkeling van den tijd waarin wij leven, op het peil der beschaving van de meerderheid der natie. Als er een groot of edel man sterft of een daad ver richt die geheel het volk tot nut en roem verstrekt, wordt dan zijn portret verspreid en algemeen gekocht Waar vindt men ze de beeltenissen van den genialen Cremer, den edelen Noolemans Beynen? Wie kan zich de gelaatstrekken van den dapperen van der Heyden voor den geest halen? Slechts een klein gedeelte van het meest ontwikkelde deel der natieniet waar En we noemden slechts enkele mannen, bij wijze van voorbeeld. Daar zijn er nog zoovelen die een plaats moesten hebben in onze albums in onze huiskamers of in onzen geest, 't Is waarnaast dat van de Jongh willen we nu ook het beeld van den flinken en braven Musquetier in geheugenis houden. Misschien zouden we geen notitie van hem hebben genomen indien hij op roemrijke wijze zijn leven voor zijn vaderland had op geofferd. Kan dit een gezonde toestand van het open baar leven heeten. Als in gemeentelijke, provinciale of landsvertegen- woordiging de gewichtigste zaken behandeld worden als er ingrijpende regeeringsdaden plaats hebbenals de natie wordt opgeroepen om zelve te oordeelen en te beslissen over haar hoogste belangen blijft het grootste gedeelte van het volk geheel onverschillig en met groote Naar het Hoogduitsch van B. Elcho. „Dat zal niet lang meer duren. Christiaan is reeds met de oude jachtkales naar het spoorwegstation om haar af te halen.'' „Dat is een fraaie geschiedenis!" bromde de graaf, terwijl Margaretha in een ander vertrek de tafel dek ken lieten de huishoudster de samowar binnenbracht. „Onophoudelijke klachten over migraine en zwakke ze nuwen zullen bij dat popperige nichtje wel evenmin uitblijven als flauwten. En Lassar," voegde hij er overluid bij heeft dus met geen enkel woord over den verkoop gerept „Neen, hij is van plan om tegen het einde van den herfst zelf met zijne dochter hier te komen om zijn nichtje af te halen en zal u dan tevens alle gewenschte op helderingen geven." Maar de woorden van Margaretha stelden den graaf in geenen deele gerust. Een poos liep hij driftig de kamer op en neer, bleef plotseling vlak voor zijne zus ter staan en sprak „Zijn stilzwijgen maakt mij onge rust. Lassar weet, dat de onzekerheid van onzen fi- nantiëelen toestand mij loodzwaar op de borst drukt waarom volhardt hij dan zoo lang bij zijn wonderlijk stilzwijgen „Broeder antwoordde Margaretha op verwijtenden toon. „Gij ziet dat alles veel te donker in. De man van zaken weet dat het gevaar voorbij is, en begrijpt niet, hoe wij ons over de toekomst nog kunnen veront rusten. Waarom zou ook onze gevolmachtigde nog veel moeite doen om een kooper te vinden daar hij weet dat wij de gebeele bezitting nu heel gemakkelijk kunnen behouden „Dit is het juistwat mij zoo doodelijk ongerust maakt," zuchtte de graaf. „Nu ik mijne handen ruim heb nu de waarde van onze eigendommen vermeerderd is en ik tot het inzicht gekomen ben, dat er nog verschei dene bronnen van inkomsten hier zijn die ik vroeger heb verwaarloosd maar thans nog zeer voordeelig kan exploiteeren indien men mij slechts tijd laat nu zou ik niet gaarne zien dat ons erfdeel in vreemde han den overging. Waarom schrijft hij niet?" riep hij on geduldig uit. Margaretha antwoordde kalm op zachten toon: „Om dat hij overtuigd is dat wij hem ons volle vertrouwen schenken." Zij legde hare handen op de schouders van haren broeder en vervolgde met ontroering in hare stem„En al ware ons wantrouwen ook gerechtvaar digd at had Lassar ons zijne hulp alleen aangeboden met het oogmerk om in het bezit van dit slot en bij- behoorende gronden te komen zoudt gij hem dan daar om kunnen haten Ik niet. Zonder zijne tusschen- komst zouden wij nooit die onvergetelijke dagen heb ben doorleefddie sedert de krisis zijn verloopen. Zonder zijne hulp zou ouze gehechtheid aan elkaar niet zijn vernieuwd die ons thans zoo gelukkig maakt en die ons den moed geeftin de arbeid ons heil te zoe ken en het hoofd te bieden aan alle stormen die over onze hoofden mochten losbreken. Zonder zijne edel moedige handelwijze „Had ik u en liadt gij mij verlorsn," voltooide Bein- hold bewogen den volzin sloeg zijne armen om haren hals en kuste haar hartelijk. „Gij hebt gelijk Marga retha. Gij zijt een goed en verstandig zusje." Een luid klinkende zweepslag deed beiden verschrikt opspringen. Margaretha droogde snel hare vochtige oogen af, liep naar het venster en riep haren broeder toe „Daar is Christiaan met onze logee De graaf riep nog onder den indruk van het zoo even gevoerde gesprek de huishoudster toe de logée te ontvangen. Lachend echter vatte Margaretha hem bij den arm en zeide „Zij komt van onzen weldoener, Beinhold „Gij hebt gelijkzeide hijgreep zijne zuster bij de hand liep ijlings met haar naar beneden en zij bereikten de voordeur op hetzelfde oogenblikdat de koetsier zijn paard inhield. Eene slankebuig zame meisjesgestaltesprong luchtig uit de kales nog voor het rijtuig volkomen stil stond. Door deze over haasting verloor zij het evenwicht en zij zou zeker gevallen zijnindien de graaf niet snel ware toege schoten en haar in zijne armen hadde opgevangen. „Gij kunt nu met volle recht onzen vriend Lassar vertellen dat men u op het slot Warburg met open armen heeft ontvangen sprak hij tot het meisje. Het jonge meisje lachte hartelijk. Het was een vroolijkehelder klinkende lach zooals sedert jaren op Warburg niet werd gehoord- Daarna zeide zij be leefd buigend „Dat zal ik stellig doen jen er bij voegen dat ik evenals Willem de Veroveraar, bij het aan land stappen vielhoewel mij een beter lot dan uezen held te beurt viel „De helddien gij bedoeltmejuffrouw, kuste de plaatswaarop hij viel

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1880 | | pagina 1