No. 77.
Twee en tachtigste Jaargang.
1880.
WOENSDAG
20 OCTOBER.
Groote Koemarkten te Alkmaar,
Groote Paardenmarkt,
FEUILLETON.
Sneeuwvlokken.
iL
Prijs der gewone Advertentiën
©fliciccl (Scbccltc.
op Maandag 1 en Woensdag IJ No
vember 188©, en
op Woensdag ÏO November 1880.
ISuitcul/mb
De gravin bereikte met hare gast het voor haar
bestemde slaapvertrek. „In deze zelfde kamer lag Las-
sar, vele jaren geleden langen tijd bedenkelijk ziek
merkte Margaretha op. Eanny ontroerde en bekeek
om hare aandoening te verbergen het vertrek met
zijne roodbruine gordijnen de donkere meubels en net
gestucadoord plafond. Margaretha reikte haar de hand
en wenschte haar een goeden nacht. „Goede nacht,"
seide het meisje verstrooid terwijl het geluid der voet-
Etappen barer gastvrouw langzaam wegstierf. Toen
ALKMAARSUHE COURANT
Deze Courant wordt Diasdag-, Donderdag- en
Zaterdagavond uitgegeven. Abonnementsprijs
per 3 maanden voor Alkmaar f 0,80; franco door
het geheele Rijk 1,
De 3 nummers O 06.
Van 15 regels 0,75; iedere regel meer/ 0.15.
Groote letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de Uitgevers HERMs. COS-
TER ZOON.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALKMAAR
brengen naar aanleiding van art. 11 van het reglement betref
fende de Kamers van Koophandel en Fabrieken vastgespeld bij
koninklijk besluit van 9 November 1851 (Staatsblad No. 142),
gewijzigd bij dat van 11 Augustus 1859 (Staatsblad No. 80) en
12 Juli 1873 (Staatsblad No. 108) ter kennis van de belang
hebbenden
dat op Donderdag 18 November 1880, des morgens
van 10 tot 1 ure, ten raadhuize der gemeente de verkiezing zal
plaats hebben van drie leden voor de Kamer van Koop
handel en Fabrieken alhier, in vervanging van de heeren
C. BOSMAN, G. J. VAN LEEUWEN en H. J. CON1JN
die met het einde dezes jaars periodiek moeten aftreden en van
de heeren H. P. IBINK MELENBRINK op 8 October jl.
overleden en H. S. BLOKdie wegens zijn aanstaand vertrek
uit deze gemeente zijn ontslag beeft ingediendwelke heeren
in 1882 moesten aftreden; zijnde de vastgestelde lijst van kies-
geregtigden van af heden ter gemeente-secretarie, van 's mor
gens 9 tot 2 ure ter inzage voor de belanghebbenden neder-
gelegd.
Bezwaren tegen die lijst van kiezers kunnen gedurende 8 da
gen na heden bij bet gemeentebestuur worden ingeleverd.
Burgemeester en Wethouders voornoemd
Alkmaar, A. MACLAJNE PONT.
12 Oct. 1880. De Secretaris
NUHOUT van der VEEN.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALKMAAR
brengen ter algemeene kennis
dat heden op de gemeente-secretarie ter visie is gelegd het
aan hen ingediende verzoek met de bijlagenvan G. H. AR-
BOUS, loodgieter te Alkmaar, omvergunning tot bet, oprig-
ten van eene loodgieterswerkplaats op een erf aan de Wortel-
steeg achter het Café Graanhandelen dat op Maandag den
1 November 1880, 's middags te twaalf uren, ten raadhuize
gelegenheid wordt gegeven om tegen het oprigten van die
werkplaats bezwaren in te dienen.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
Alkmaar, A. MACLAINE PONT.
18 Oct. 1880. De Secretaris
NUHOUT van der VEEN.
VERGADERING van den RAAD der gemeente ALK
MAAR, op Woensdag, 20 Oct. 1880, des namiddags kwar
tier vdór één uur.
Namens den Voorzitter van den Raad
De Secretaris,
NUHOUT VAN DER VEEN.
De volgende personen worden verzocht zich ter gemeente
secretarie aantemelden
Simon "Wijn, laatste woonplaats O. Niedorp, Eietje Bruinsma,
geb. Gor, 1. w. Haarlem, Aaltje Offenberg, 1. w. Zaandam, Hen
drik Engel1. w. HoornPieter Visser, 1. w. N. Amstel
Petronella Corn, van der Woning 1. w. Kuinre.
DUITSCHLAND. Den 15 werd het feest der vol
tooiing van den dom te Keulen onder vrij goed weder
schitterend gevierd in tegenwoordigheid van den Keizer
en de Keizerin, omgeven door bijna alle prinsen en
prinsessen van hun huis en de regeerende vorsten van
Duitschland, alsmede door verscheidene leden derduitsche
vorstenhuizen daar tegenwoordig op uitdrukkelijk ver
langen des Keizers omdat het geheele duitsche volk
zonder onderscheid van stammen en geloofsbelijdenis
tot die voltooiing had bijgedragen. De Keizer herdacht
in zijne bij die gelegenheid gehouden rede in de
eerste plaats Koning Erederik Wilhelm IV, wiens
woorden voor 38 jarentoen de eerste steen ge
legd werd voor den verderen nu voltooiden bouw
overal in Duitschland weerklank hadden gevonden. Hij
betuigde zijn hartelijken dank aan alle duitsche regee
ringen die tot den bouw hadden medegewerkt en in
het bizonder aan Pruisen en aan de stad Keulen met
hare centrale vereeniging voor den Dombouw en hare
onder-afdeelingen Hij herdacht ten slotte de mannen
die, aan de hand van wetenschap en kunstdit groot-
sche werk tot stand hadden gebracht. Zijne rede ein
digde aldus Zoo begroeten wij allen dit heerlijk gedenktee-
kenhel mogedoor de genade des Almachtigen vrede
stichtende op ieder gebiedtot eer van God en tot zegen
strekkenDe deken van den Dom voerde het woord
tot het Keizerlijk paar. Hij bracht den Keizer dank
voor de groote welwillendheid waarmede hij als be
schermer, dit grootsche werk gesteund had, totdat het
doel bereikt was. Hij zeide ten slotte dat spoedig de
vurig verbeide dag moge komen welke aan de Kerk vrede
en aan den voltooiden Dom zijne herders hergeeft. God be
hoede bescherme en zegene bestendig uwe keizerlijke en ko
ninklijke majesteiten en het geheele vorstelijke huis. De Keizer
dankte den bisschop voor zijne wenschen en verzekerde
hem dat gelijk altijd ook op dezen door het geheele
volk blijde gevierden dag het heerschen van ongestoor-
den vrede overal in het rijk het doel van zijne voort
durende zorgen en dagelijksche gebeden zou blijven.
Den 16 hield de Kroonprins als vertegenwoor
diger van den Keizer op het feestmaal der stad Keu
len eene redewaarin hij o. a. zeide„Ik begroet
de plaatsing van den sluitsteen van ons grootste
gedenkteeken van bouwkunst als een bewijs van duit
sche vlijt en volharding, waardig den tijd, die aan ons
volk de vurig begeerde eenheid brachten het na
groote daden tot een roemvol verworven herstel van
het Keizerrijk voerde. Moge dit werk voor ons allen
eene waarschuwing zijn, om nu en altijd aan ons hoog
ste nationaal goed aan duitschen zinduitsche gods
vrucht duitschen ernst in kunstnijverheid en weten
schap vast te houden. Moge dit werk een zinnebeeld
zijn en blijven van duitsche trouw en eenheid Moge
het tot iu de verste tijden duren, als een duitseh werk,
tot verheffing van een groot, gelukkig en in vrede
vereenigd volk Den 15 was Keulen des avonds schit
terend verlicht en den 16 werd een groote geschied
kundige optocht gehouden.
De gewezen schout bij nacht Werner verklaart in
eene onlangs uitgekomen brochure het verkrijgen van
koloniën voor Duitschland niet wenschelijk te achten.
Van andere zijde daarentegen wordt de wenschelijkheid
daarvan betoogd, o.a. nog dezer dagen, toen aangedrongen
werd op den aankoop van het nederlandsche eiland Cura-
9ao. Het boofd-orgaan der vrij-conservatieven, de Post,
bestrijdt het gevoelen van schout bij nacht Werner.
Het aan Bismarck toegeschreven plan tot benoeming
eener voortdurende algemeene commissie waaraan alle
wetsontwerpen en voorstellen van staathuishoudkundigen
aard vóór de indiening bij den rijksraad en de pruisisch9
Kamers zouden worden aangebodenom haar gevoe
len in te winnenvindt bij de liberale partij weinig
instemming.
ENGELAND. Een artikel in de Daily News meldt,
dat de brief betrekkelijk Ierland, waarop een grondeige
naar in de Daily Express zich beriep als afkomstig
van een lid van het ministerie (zie het vorig nummer
dezer courant) werkelijk geschreven is door den tegen-
woordigen minister John Bright, doch voor 13 jaren,
toen de toestanden geheel anders waren dan nu.
De personen, iu hechtenis genomen als verdacht van
medeplichtigheid aan den moord op lord Mountmorres,
zijn wegens gebek aan voldoend bewijs weder op vrije
voeten gesteld.
De leider der oppositie in het Lagerhuis, de oud
minister Northcote, gaf in eene te Eemtin en De
vonshire aan een feestmaal uitgesproken rede te ken
nen dat de regeering naar zijne meening tevreden
moest zijn met het laatste door den Sultan toegege-
vene. Thans moest echter rijp overwogen worden, of
Engeland zich met nog meer geschilpunten moest inla
ten, waarmede het niets te maken had. In Ierland moest
de regeering vastberadenheid aan rechtvaardigheid paren
en duidelijk doen blijken dat zij niets deed of liet uit
vrees. De Ieren moesten niet kunnen denkendat
hetgeen gedaan werd om eenige andere reden geschied
de dan uit her oogpunt van rechtvaardigheid. Ierland
kan nooit tot welvaart geraken zoolang niet alle klas
sen der maatschappij overtuigd waren dat zij beschermd
werden tegen onrecht en geweld.
ERANKBIJK. De ministerraad besloot den 14 de
gemeentelijke verkiezingen te houden op 9 Januari a. s.
Aanvankelijk werd 0 November bepaald als dag voor
de weder bijeenkomst der Kamerseen eindbeslissing
wordt genomen na overleg van den president met de
voorzitters van den Senaat en de Kamer.
Het verdrijven van eenige paters-jesuïten te Tou
louse uit eene school heeft zich als volgt toegedragen.
De prefect, vergezeld van twee commissarissen van po
litie en eenige agenten en gendarmes heeft des morgens
14)
Naar het Hoogduitsch van R. Elcho.
Margaretha bezat die zachtheid van gemoed waar
door ze zich aan iedere rechtgeaarde natuur zonder
tegenspraak gevangen gaf.
Het drietal zat tot laat in den nacht te praten. Een
toevallige blik op de pendule deed den graaf verschrikt
van zijnen stoel opspringen. „Bewaar onswaar is de
tijd gebleven? Onze logee zal vermoeid zijn van de
reis en ik moet bij het aanbreken van den dag bij het
ploegen zijn."
Margaretha stak de kaars in een kandelaar aan om
Fanny naar hare slaapkamer te geleiden en Reinhold
reikte haar de hand tot afscheid. Toen het jonge
meisje het gezellige vertrekje verlaten had bromde
Reinhold „Zonderling Reeds dicht bij de veertig en
Dog zal misschien het hoofd een ernstig woordje met
het hart hebben te spreken."
breidde zij hare armen als tot eene omhelzing uit, en
riep met bevende stem uit„Gezegend vertrek wees
gegroetHier dus was het Ja ik gevoel het hier
ben ik te huis
Na eene poos liep zij naar het venster en keek naar
buiten, waar de maan met haar mat licht, het aardrijk
bescheen. Het was een vrij heldere nacht, en zelfs kon
Eanny boven op den heuvel de cypressen en treurwilgen
onderscheiden. Langzaam vouwde zij de handen saam en
terwijl er tranen langs hare wangen roldenfluisterden
hare lippen„Gij zijt niet dood moeder ik gevoel
dat er liefde van uwe liefde in mijn hart woont."
Een vallende ster schoot bliksemsnel door het luchtruim.
Het scheen haar een teeken toe door God gegeven
dat haar stil gebed niet onverhoord zou blijven.
Reeds drongen de zonnestralen door de gordijnen
van Fanny's kamer en tooverden allerlei kleurschakee-
ringen op het donkere tapijttoen de slaapster einde
lijk ontwaakte. Bij den eersten blik dien zij uit het
venster naar buiten wierp zag zij graaf Reinhold die
reeds uit het veld terugwandelde. Boven de toilettafel
ontdekte zij aan den wand eene groote schilderij in
olieverf, een knaap voorstellende met blonde krulharen.
„Zijn portretmompelde zij en zoo vriendelijk knikte
zij het toealsof zij in die schilderij een ouden be
minden vriend uit vroegere dagen had herkend. In de
beschouwing er van verdieptzou zij misschien geheel
vergeten hebhen dat het reeds vrij laat was indien
zij niet door zweepgeknal en het knetteren van wielen
op het kiezelpad uit hare mijmering was gewekt. Snel
voltooide zij haar toilet en begaf zich naar Margare-
tha's kamer.
Deze had de handen vol. Neef Kurt was zoo even
aangekomen en er moest spoedig een kamer voor hem
in gereedheid worden gebracht. Eanny bood dadelijk
hare hulp aan en terwijl zij de ontbijttafel gereed
maakte vernam zij omtrent Kurtdat hij koninklijk
kamerheer was, een man van dichterlijk vernuft en
ongetrouwden op "Warburg kwam logeeren om zijnen
verloltijd aangenaam door te brengen en zich ongestoord
aan de dichtkunst over te geven.
Bij hare komst in de eetzaal stelde de graaf haar de
poëtischeeenigzins vermoeid en droomerig uitziende
kamerheer voor. Zoodra hij het jonge meisje zagdat
in den glans harer jeugd en zeldzame schoonheid voor
hem stond kwam er leven in zijne matte trekken en
zijne oogen schitterden met een ongekend vuur.
In vroolijke stemming zette het gezelschap zich aan
tafel en genootonder Yroolijken kouthet heerlijk
mokkavocht. Na afloop van het ontbijt ging Eanny
si dadelijk met den graaf naar buiten, die ging toezien
op den arbeid op het veld waar de ploeg reeds druk
in de weer was om den grond voor het winterzaad ge
reed te maken. Kurt begaf zich naar zijne kamer
terwijl Margaretha zich beijverde alles voor een behoor
lijk onthaal harer gasten gereed te maken.
Zwijgend liep Fanny aan de zijde van haren gastheer
voorthare bikken hingen aan het fraaie landschap
dat de morgenzon met gloed en kleuren verlevendigde,
en ademde met welgevallen de frissche gezonde buiten
lucht in. Toen zij den heuvel bereikt haddenvan
waar men een ruim gezicht had op de glinsterende
daken van het slothet park met zijne schaduw-