No. 81. Twee en tachtigste Jaargang. 1880. V It IJ I> A G 29 OCTOBER. F EIIIL L E T 0 N. Sneeuwvlokken. Prijs der gewone Advertentiën: (fDffitiicl (Bebccltc. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALK MAAR brengen ter kennis van belanghebbenden, dat zij besloten hebben, gevolg- tc geven aan het door eeitige landlieden gedaan verzoekom bij ge legenheid van de groote Veemarkt op 1 Nov. 1880, de SCIIAPEN te plaatsen op den Koningsweg in plaats van op de Ivanaalkade nabij de gedempte Nieuwesloot Burgemeester en Wethouders voornoemd Alkmaar, A. MACLAINE PONT. 27 Oct 1880. De Secretaris, NU1I0UT VAN DER VEEN. ümtcnl.mb. Deze Courant wordt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagavond uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden voor Alkmaar f 0,80 franco door het geheele Rijk f 1, De 3 nummers O 08. Van 15 regels/0,75; iedere regel meer ƒ0.15. Groote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de Uitgevers HERMs. COS- TER ZOON. BELGIE. Den 2(5 werd to Gent de lieer de Kerck- hove, liberaal, gekozen tot lid van den Senaat in plaats van het overleden katholieke lid. ENGELAND. In de-door den minister Dodson den 25 tot zijne kiezers te Scarborough gehouden rede komt o. a. voor dat de regeefing zicli niet door bedreigin gen zal laten weerhouden van het vragen van buiten gewone maatregelen aan het Parlement, indien zij de bestaande wetten onvoldoende achtte tot handhaving der orde in Ierland. Verder dat de samenwerking der mogendheden in het montenegrijnsche vraagstuk volko men geslaagd was; zoo Turkije zijn woord niet hield, zou het als een volk van barbaren behandeld moeten worden. Daily News acht de overwinning der oppositie in de grieksche Kamer niet van groot belang. Alleen wordt daardoor de meening versterkt, dat men in Griekenland een vastberaden buitenlandsche staatkunde eischt. Dat eenig grieksch minister dwaas genoeg zou zijn om thans een oorlog met Turkije te beginnen kan het blad niet gelooven. Het we?kblad de Spectator meent, dat de engelsche liberalen zich meer aan de zaak der grieken gelegen moeten laten liggen dan aan die der slaven. Het gelooft dan ook niet dat Gladstone Grie kenland in den steek zal laten. De mogendheden moe ten te samen ten behoeve van dat rijk optreden geschiedt dit niet, dan zal een toestand ontstaan, welke tot een uitbarsting zal leidenwaarvan de gevolgen niet te overzien zijn. Het acht het niet onmogelijk dat Gambetta het eergevoel van Frankrijk op dit punt zal doen ontwaken door een krachtige rede in de aan staande zitting der Kamer. Herbert Gladstone zoon des ministers, gelooft, dat de houding der mogendheden ten aanzien van het grieksche vraagstuk grootendeels afhangt van Frankrijk althans op een den 22 te Leeds tot zijne kiezers gehouden rede zeide hij, dat naar zijne meening Frankrijk de eerste stap ten gunste van Grie kenland moest doen. "Wat het iersche vraagstuk be treft geloofde bij dat de regee ing goed zou hande len met de leiders der beweging gerechtelijk te ver volgen. Gelukte het haaréén hunner te doen ver oordeel en dan was aan de bewegjjtg een geweldigs slag toegebrachtmislukte het haar dan had zij alles gedaan wat zij binnen de grenzen der wet kon doen en was het nemen van buitengewone maatregelen vol doende gerechtvaardigd. De Standard verneemt uit Ierland, dat eenige hoof den en leiders van het landverbond beschuld gd zullen worden- van sameczweering welke beschuldi ing met meer kracht kan plaats hebben dan in der tijd tegen O'Oonnellomdat hunne handelingen reeds werkelijk tot zoovele agrarische misdaden aanleiding hebben ge geven en O'Oonnell slechts vervolgd werd, omdat zijne houding tot veel onheil aanleiding kon geven. De vraag is alleen, of het behoorlijk bewezen kan worden. De Daily News merkt op, dat de bekende Parnell zoo heftig tegen dit ministerie is, juist omdat hij vreest, dat deze regeering door goede maatregelen de gegronde iersche grieven zal wegnemen. De Times verneemt, dat de ingestelde vervolging snel en vas' beraden zal worden behandeld. Het nemen van buitengewone maatregelen is onnoodig geachtzoodat het vroeger bijeenroepen van het parlement ook vervallen is. Inmiddels zal het ministerie de beloofde wet op het grondbezit in Ier land doen samen ste.len. De Onder-koning van Indie meldt dat hij het be richt van een opstand te Kaboel noch kan bevestigen noch ontkennen. Sedert eenige dagen ontving hij geen enkel bericht. Lord Salisbury woonde den 2ö een vergadering van conservatieven te Tanton bij en in een daar gehouden redevoering merkte hij o.a. op, dat de oostersche staat kunde der regeering Engeland in de oogen van Europa belachelijk had gemaakt. De demonstratie ter zee had haar doel gemist. De Sultan had zich verbonden om Dulcigno af te staanmaar Griekenland bezat geen wett ge aanspraken op Turksch grondgebied. De mo gendheden hadden zich geenzins verbonden om de besluiten der berlijnsche conferentie met geweld ten uitvoer te brengen. De overdracht van Turksch gebied aan Griekenland van den kant der europeesche mogend heden zou met eene verdeeling van Turkije'gelijk staan. ERANKRIJK. De verantwoordelijke persoon van het blad genaamd l'Evénement Parisien is wegens het zonder machtiging opnemen van prenten en het schrij ven van een zedekwetsend artikel veroordeeld tot f 50 boete en tot 6 maanden gevangenisstraf en 500 boete, benevens schorsing van het blad voor 2 maanden en verbeurdverklaring der in beslag genomen nummers. De voorloopige ten uitvoer legging van dit vonnis werd bevolen. Op de vraag in welken geest het bedoelde artikel geschreven was, antwoordde de beklaagde „in een industriëelen geest." ITALIË. Den 24 overleed te Rome baron Ricasoli, geboren te Toscane in 1809 bijgenaamd „de ijzeren baron door wiens toedoen en als gevolg van de ge beurtenissen in 1859 de aanhechting van Toscane aan het koninkrijk Italië tot stand kwam en die na Ca- vours dood de krachtige voorstander was van het bond genootschap met Frankrijk. Na zijn aftreden in 18(57 als president-minister werd van hem op staatkundig gebied weinig meer vernomen tengevolge van zijne slechte gezondheid. OOSTENRIJK-HONGARIJE. De Keizer ontving den 25 de voorzitters der beide delegatiën en verklaarde met betrekking tot de moeilijkheden welke de uit voering van het Berlijnsche verdrag ondervindtin antwoord op hnnne toespraken, dat de regeering hare pogingen met die der andere mogendheden vereenigde, om de bezwaren te boven te komen. De vriendschap- pelijke betrekkingen met alle mogendheden gedoogden, in weerwil van de tijdelijke verwikkelingen dat de invloed van Oostenrijk-Hongarije zich in een geest van bemiddeling en bevrediging doet gelden. De regeering zou ook verder hare ijverigste pogingen aanwenden tot behoud van den vrede en eerbiediging der verdragen maar onder alle omstandigheden de bescherming van de belangeD der monarchie als haar eerste plicht be schouwen. Hij vertrouwde, dat de delegatiën de haar aangeboden ontwerpen met zorg zouden onderzoekeu en hare ernstige aandacht wijden aan de veiligheid der monarchie en de belangen van het leger. De bevre digende staatkundige ontwikkeling in Bosnië en de Herzegowina maakte het mogelijk het aantal troepen te verminderen. De vermindering in de kosten van het bestuur dier gewesten zou het onnoodig maken uit de gemeenschappelijke staatskas gelden daarvoor af te zonderen. Minister Haymerle antwoordde den 26 op eene in terpellatie van de begrootingscommissie der delegatie van den Rijksraad dat de houding der regeering in het montenegrijnsche vraagstuk bij het berlijnsche ver drag nauwkeurig omschreven was. Het ernstig voor nemen der Porte om Dulcigno af te staan mocht niet in twijfel getrokken worden. De thans ontstane moeie- lijkheden hadden slechts betrekking op bizonderheden van militairen aard. Hij betuigde verder zijne ingeno menheid met het grieksche volk, welks invloed op de ont wikkeling der christenbevolking van het Balkan-schier eiland hem zeer gewenscht voorkwam. De regeering was bereid om van al haren diplomatieken invloed ge bruik te maken tot ondersteuning van Griekenlands taak. Over de versterking der Balkanpassen door de Bul garen had de regeering geen officiëele mededeeling ontvangen. 18) Naar het Hoogduitsch van R. Elcho. De graaf keek het lachende meisje vlak in 't gelaat. „Ik zou u willen volgen, of u willen terughouden," zeide hij, „maar „Maar „Ik zie er de onrechtvaardigheid en wreedheid van in, om eene nachtegaal voor altijd in het ruwe noor den vast te houden. Over uw leven schijnt nog de liefelijke lentezon, terwijl bij mij spoedig de hesfst zal ingetreden zijn. Stel dat zonnetje op prijs; het kan u nog geluk aanbrengen. Ik zal u dankbaar nastaren gij hebt mijn leven hier veraangenaamd jammer slechts, dat het zoo kort heeft geduurd De graaf nam de hand zijner logée in de zijne. 1 er- wijl hij die ernstige woorden sprak had Fanny lang zamerhand het hoofd gebogen en de oogen neergesla gen terwijl zij over haar geheele lichaam beefde. Daarna vroeg ze zacht: „Wat bedoelt gij met mijn geluk „De schitterende kunstenaarsloopbaandie Kurt u heeft voorgespiegeld." „Meent gij, dat ik daartoe geschikt zou zijn?" „Zonder twijfel.." „En zoudt gij mij aanraden die carrière te kiezen r" „Mijn oordeel kan in deze zaak geen waarde voor u hebben hier treedt alleen uw geluk op den voorgrond. Slechts één enkel verzoek heb ik u te doen „En dat is „Vertrouw u niet toe aan de leiding van mijnen neef." „Wantrouwt gij hem dan? Hij meent het waarlijk goed." „O, ik ken zijne goede bedoelingen. Beloof mij, wat ik van u vraag ik bid er u om „Welnu, ik geef er u mijn woord op ik zal de be scherming van den heer von Moorbach niet aannemen." „Ik dank u." Eenige oogenblikken later zaten zij met hun beiden in een klein schuitje waarmede zij een eindweegs den stroom afdreven. Sprakeloos staarden zij in het heldere water dat hun beeld als een spiegel terugkaatste. Zij droomden van eene lange lange vaart. Na verloop van een paar minuten stapten de graaf en zijne logée aan den voet van den slotberg aan wal. Reinhold was Eanny bij het uitstijgen behulp zaamen terwijl ze vertrouwelijk arm in Jirm opwan delden, fluisterde het meisje zacht„Welk een heerlijk schoone morgen 1" „Is hij u werkelijk ook zoo schoon voorgekomen riep de graaf uiten zijne oogen schitterden. „Ach hoe gaarne zou ik „Ik geloof, dat ge u voor deze wandeling door de nac'ntpolitie hebt doen wekken, riep plotseling eone stemdicht in de nabijheid van het paar. Het was Kurtdie juist op den heuvel zichtbaar werd en hen op deze eigenaardige manier zijn morgengroet toezond. „Margaretha wacht u reeds sedert een half uur met het ontbijt De zoete betoovering was voorbij. De volzindien Reinhold dacht uit te spreken voltooide hij niet. Het scheen, of de tijd omvloog voor de gasten op Warburg. Reeds sprak Fanny van eerstdaags te zul len vertrekken. De galante kamerheer week niet van hare zijdehetgeen Reinhold aanleiding gaf haar al meer en meer te ontwijken. Met verdubbelden ijver legde hij zich op het landbouwbedrijf toe. Op zijne wandelingen zag hij vaak zijne behoorlijke logée in ge zelschap van den kamerheer het uitgestrekte park door kruisen en dat zij zich in zijn gezelschap in 't minst niet verveelde, bewees baar luide lach, dien Reinhold dikwijls in de verte kon hooren. Het scheen den graaf te hinderen haar in dat gezelschap zoo vroolijk te zien. Waarom., wist hij zelf niet maar hij vond het onaan genaam al kon hij er zich geen rekenschap van ge ven. Van nature was Reinhold j ingetogen en eenig- zins iu zich zeiven gekeerd en daarom trok hij zich al meer en meer uit zijne thans zoo vroolijke omgeving terug en zocht de eenzaamheid. Op zekeren dagna afloop van den maaltijdhad hij den koetsier bevolen een paard voor hem te zade len en was hij op het punt om uit te gaan, toen Fanny hem te gemoet kwam en hem vroeg waarheen hij van plan was te rijden. „Naar de houthakkers antwoordde hij kortaf. „Ik moet mij gaan overtuigen of de notenboomen die ik heb laten vellen behoorlijk behandeld en verwerkt zijn. „Ik zou zoo gaarne den rooden toren eens gaan zien, waarvan ik hier zoo vaak heb hooren spreken zeide het meisje en zag hem daarbij zoo smeekend aan als een kind dat zijn innigste hartewensch uitspreekt. „Het spijt mij maar de roode toren ligt heden niet op mijnen weg „Maar Reinhold," riep Margaretha uit„Wat zij t gij van daag verbazend ongaiant. De kleine omweg

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1880 | | pagina 1