It No. 84. Twee en tachtigste Jaargang. 1880. V l\ IJ I» A G 5 N O V E M B E B. ar FEUILLETON. 2i) Sneeuwvlokken. DE. 'S l) C. Prljs der gewone Advertentiën: ©fliciccl 03cbccllc. ■ken- nnen en len eril Buitealftub E> c. ark O c. mik O c. lark tel- Lng hg. ALKMAARSCHE COURAN Deze Courant wordt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagavond uitgegeven. Abonnementsprijs per 8 maanden voor Alkmaar f 0,80franco door het geheele Rijk 1, De 3 nummers O 08. sMXxÊhK&i -nr-a Van 1—5 regels ƒ0,75; iedere regel meer 0.15. Groote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de Uitgevers HERMs. COS- TER ZOON. uur- igave mder BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALKMAAR brengen ter algemeene kennis dat zij heden P»«stig beschlkt hebben op het verzoek van den beer J. VAN DEN BERG te Alkmaar, om vergunning: tot liet oprigten eener koffiebranderij in het perceel aan het Payglop wijk A, No. 1 Burgemeester en Wethouders voornoemd, Alkmaar, «T- G. A. VERHOEEF 1°. Burg. v„, issn He üecretans, 2 A0 NUHOUT VAN DER VEEN. (1 tot ioai Pl, kei. ui zen rspel. aote Ike I ev. j ark BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALKMAAR herinneren de in deze gemeente woonachtige ondernemers van beslaande middelen tot vervoer van personen aan de verpligting, bun opsrelegd bi) dc op 1 September 11. in werking getreden wet van 23 April 1880 (Staatsblad No. 07) betreflende de openbare middelen van vervoer, met uitzondering der spoorweg diensten, om vóór 1 December 1880 de bij de art. 2 en dier wet voorgeschreven aankondiging en inzending te doen. Burgemeester en Wethouders voornoemd J. G. A. VERHOEEF, 1°. Burg. De Secretaris, NUHOUT van der VEEN. Alkmaar 2 hfiov. 1880 af- teld OfCII ding ver zijn iene nde rek- ld en ider 0U- mar. BELGIS- Don 30 antwoordde de Paus op de ver klaring van gehechtheid aan den Heiligen Stoel uit naam van het belgische vol'k afgelegd door den graaf van Hemptine, woordvoerder vaneen belgische com missie, dat hij met vreugde die gevoelens vernomen had. Daarna ging hij voort als volgt. „Behartigt altijd eens gezindheid met uwe herders. De kerk laat aan hare „kinderen alle vrijheid van handelen in zuiver staat skundige zakenmits dat handelen bes uurd worde ",door de beginselen der gerechtigheid en der christelijke "zedeleer. Zij wil echter gehoorzaamheid aan do stem "der bisschoppen in al hetgeen op de kerkelijke be hangen betrekking heeft. De belgische schoolwet kwetste „die belangen diep." En nu was zijn gevoelen geheel gelijk aan dat der bisschoppen die aanspraak i adden op zijn lof. Hoewel op zijne gematigde en vredelievende gezindheid op beleedigende wijze geantwoord was, bleef zijn raad, zich niet te laten ontmoedigen door de tegen woordigs beproevingen, want de toekomst der kerk was onvergankelijk. Hij was overtuigd, dat Belgie uit deze beproevingen verjongd en versterkt te voorschijn zou treden en dat zij in hun vaderland teruggekeerd, moesten zeggen hoe lief hij de belgen had en n e bij hen aanmoedigde om te volharden in het goede het werk der scholen te ondersteunen en alle opofferingen te doen in het belang der godsdienst en der zielen. De Bien Public maakt een lang stuk openbaar, ge- dagteekend uit Rome en onderteekend door den Paus, waarbij de bekende bisschop van Doornik Dumont van alle geestelijke en tijdelijke jurisdictie iu het diocese van Doornik ontzet wordt. DÜ1TSCHLAND. Prins Hohenlohe, de duitsche ge zant "te Parijs, is zoo ver hersteld, dat hij weldra zijne betrekking weder zal kunnen aanvaarden. De uuitsche gezant te Konstantinopel graaf Hatzfeldt komt dan, zoo- dra' de zaak van Dulcigno afgedaan is, naar Berlijn, om als onder-minister van buitenlandsche zaken op te treden in plaats van prins Hohenlohe, die deze betrekking nu een'igen tijd heeft waargenomen. Graaf Hatzfeldt leeft gescheiden van zijne vrouw en had voor «enigen tjd aanzienlijke schulden welke nu tgedaan schijnen te zijn, docli van deze omstaudi heden hadden zijne jan den'weten gebruik te maken om Jen Keizer tegen hem, den gunsteling van prins Bismarck iu te nemen. De moeielijkheden die prins Bismarck te overwinnen had om de benoeming te verkrijgen van dezen naar zijn inzien voor die betrekking bizonder geselukten man gaven aanleiding tot bet gerucht, dat de rijks-kanselier zijn ontslag zou hebben germm -n een geruchtdat natuurlijk onmiddelijk weersproken werd. De pruisische minister van financiën gaf den 2 in het Huis der Afgevaardigden het gewone overzicht van den toestand der" geldmiddelen. Eerst sprak hij over het afgeloopen diens jaar 1879/80 waarin de directe be lastingen de mijnen de spoorwegen en de bijdrage uit de rijksbelastingen meer, doch daarentegen de domei nen de zegelbelasting en de post verschillende inkom sten minder opgebracht hadden. De hervorming der justitie en de geldcrisis hadden een verhooging van uit gaven doen ontstaan tengevolge waarvan een tekort van 5 miljoen op die dienst gedekt moest worden door leesing. De begrooting voor 1880/81 sloot in ontvang en uitgaaf op f 912,3 1,281 mark (een mark f —,60), waaronder 39| miljoen aan buitengewone uitgaven waarvan 30,600,000 mark door leening te dekken. De grootere bijdrage, welke wederom uit de opbrengst der rijksbelastingen te wachten wasmaakte het mogelijk 14 fni'joen minder aan directe belastingen te heffen. De regeering wilde getrouw aan hare belofte blijven en tot die vermindering overgaan Mroewel zij moest op merken dat met die vermindering van belasting niet zooveel haast gemaakt behoefde te worden omdat het nog wel 3 a 4 jaren zou duren, voordat de tegenwoor dige ontvangsten voldoende waren tot dekking der bui tengewone uitgaven. Ron de eerste stap in de richting van vermindering dus niet groot zijn bij zuinig beheer zou in volgende jaren verder op den weg van belasting hervorming kunnen worden voort gegaan. De geldelijke uitkomsten van den aankoop van spoorwegen waren gunstig geweest en in de toekomst waren daarvan nog grootere inkomsten te wachten. Omtrent de groote belastinghervorming verklaarde hij met de andere duit sche ministers van financiën te zijn overeengekomen, om alle uit vaste rijksbelastingen aan de afzonderlijke Staten komende overschotten aan de vermindering der directe belastingen te besteden. Aan den Rijksdag zouden op nieuw voorstellen ingediend worden tot verhooging der bierbelasting, der militaire belasting en der beursbe- lasting de opbrengst dezer belastirgen zal geneel aan de afzonderlijke Staten toegewezen worden na af trok der kosten van invordering. Verhooging der be lasting op gedestilleerd zou worden voorgesteld doch omtrent de verhooging der tabaksbelasting was nog geen besluit genomen. Van die verhooging was hij persoonlijk voorstander. ENGELAND. Den 1 nam hot rechtsgeding tegen Healy, secretaris van Parnell, en Walsh wegens bedrei ging van den pachter Manning een aanvang. Zij wer den naar de assises verwezen en tegen borgtocht op vrije voeten gesteld. De minister van marine, lord Northbrook, hield den 29 te Birmingham eene redevoeringwaarin hij de staatkunde geheel liet rusten. Den volgenden dag hield hij weder eone rede, waarin hij de door lord Salisbu.y in zijne laatste redevoering tegen de regeering gerichte bes huldigingen grootendeels een herhaling noemde van hetgeen hij vóór de verkiezingen herhaaldelijk gezegd had. De ui slag der algemeene verkiezingen was daar op echter het antwoord geweest. Ten aanzien van Ier land had hij geen enne! uitvoerbaren wenk of nieuw denkbeeld ter oplossing van dit m >eielijke, aanhangige vraagstuk aangegeven. Een bizondere berichtgever der Daily News uit Ier land haalt als voorbeeld, dat de tegenwoordige toestand niet blijven kan, het volgende aan van iemand, die door den ban van het land-verbond getroffen is. Rapitein Boyeott in het graafschap Mayo, die steeds zijne pacht betaald heeft en besloot niet te vluchten of zich te lafen verschrikken, werd na door het land-verbond met den ban te zijn getroffen door al zijne dienstboden en werklieden verlaten, uitgezonderd ééne meid. Hij moest zelf zijne schapen boeien en zou zeker reeds bij die gelegenheid dood geschoten zijnwas hij niet door politie agenten omringd. Ook zijne vrouw is haar leveu niet zeker. Ran men hem niet dooden dan tracht men hem ongelukkig te maken, door ben het binnen halen van den te veld staanden oogst onmogelijk te maken. Te Dublin werden voor hem gelden ingezameld, voor welk geld hem gewapende arbeiders zouden ver schaft worden om zijnen oogstter waarde van onge veer 6000, binnen te halen. Een krachtig optreden der regeering wordt volgens dat blad een dringend vereischte. De ambtenaar van het openbaar ministerie diende den 2 bij het hof der Queens Bench t.e Dublin de acte van beschuldiging in tegen sommige leden van het landverbond waaronder ParnellSexton Biggar en Dillonleden van het parlementBrennan Sullivau en Egan. Er zijn 19 punten van beschuldiging hoofd zakelijk worden zij beschuldigd van samenspanning, inet het doel om de paehters te beletten hunne pacht te betalen de eigenaars te belemmeren in het verhuren hunner hoeven en hendie huurdenvrees aan te jagen. Den 3 werden zij tegen den 5 voor dat hof gedagvaard. Naar het Hoogduitsch van R. Elcho. Daar wierp hij zich in eenen gemakkelijken armstoel en verviel, met het hoofd in de band geleund, in diep gepeins. De maan kwam op de storm in de natuur was bedaard en geheel voorbij, maar de storm in Rein- hold's binnenste woedde steeds voort. Toen hij het sidderende en daarna bewustelooze schepseltje in zijne armen had opgevangen en ondersteund had hij zich zeiven afgevraagd, of hij werkelijk meer dan gewone belangstelling meer dan broederlijke toegenegenheid voor haar koesterde. Ja hij beminde haar. Datgene, wat hem bij de waardeering van Fanny's lieftallig en goed barakter als een spel zijner verbeelding was voorgeko- kom, en hem bij het gevaar, dat haar zichtbaar van de zijde van den galanten en voorkomenden kamerheer dreigde menschlievende belangstelling toescheenhad zich in dezen namiddag als ware liefde geopenbaard. Keer op keer riep hij zich alles, wat zij heden hadden gesproken en gedaan in zijne herinnering terug nog zag hij hoe haar zacht blozend kopje zich vertrouwe lijk tegen zijnen schouder vleide nog voelde hij den warmen druk harer roode lippen en eindelijk vermoeid naar lichaam en geest, viel op zijne fauteuil iu slaap. De dag van Fanny's vertrek begon hoe langer hoe meer te naderen na afloop van het feest der kerk wijding dat in het dorpmet medewerking van de heeren en dames plechtig en vroolijk werd gevierd, zou Lassar zijn nichtje komen afhalen. Die bewuste feest dag was aangebroken. Ongeveer te elt uur, naafloop der godsdienstoefening hielden de boeren en boerinnen in zondagsgewaad een feestelijken optocht met kransen, vlaggen en wimpels, door het uitgestrekte dorp voor afgegaan door muziekaan een paar klarinetten ont lokt na het einde waarvan allen die er aan deelna men, in het park van het kasteel een stevig en feestelijk onthaal vonden toebereid. De graaf had hooge masten, met allerlei nuttige en fraaie geschenken in de spits doen oprichten waarin de dorpsjeugd hunne be drevenheid in het klimmen kon toonen. Margaretha hield de meisjes bezig op het groote grasveld in den tuin waar allerlei vermakelijkheden en prijsuitdeeling zouden plaats hebben terwijl Fanny de taak op zich genomen had de gasten te ontvangen. Alleen de ka merheer nam geen werkelijk aandeel aan deze feeste lijkheid, maar beschouwde, op het terras staaude, met de kalmte van een waren philosoof het vroolijke gewoel der feestvierenden. Hij hield er niet van, zoo familiaar met dat boerenvolk om te gaan, had hij tot den graaf gezegd. Des middags kwamen de buren op het kasteel, dan werd er lang en genoegelijk getafeld en wanneer ten laatste een drom van jonge mannen en meisjes kwamen aangestapt om de bewoners van het kasteel met hunne gasten tot den dans in de open lucht uit te noodigen gloeide menig aangezicht niet alleen van genoegen maar ook tengevolge van de goede gaven die de grafelijke kelders en keuken ten beste hadden gegeven. In den regel opende de graafals hij op den dag van het feest op Warburg vertoefde, den dans; ook heden zwierde hij met een allerliefst boerinnetje aan het hoofd der danslustige paren over het grasveld. Langzamerhand scheen ook de kamerheer tot andere gedachten te komen hij bood Fanny den arm en on der de vroolijke toonen der muziek mengde hij zich mede onder de dansenden. De plaats voor den dans was goed gekozen, beschut door hooge dennen of dicht begroeide ooftboomen. Door het groene loof van het geboomte wierp het herfstzonnetje vroolijk hare stralen, en verhelderde nog meer de reeds van vreugde en genoegen schitterende aangezichten van jongen en ouden welke laatsten lachend en pratend een kring hadden gevormd en aan groote tafels gezeten, zich in de pret der jeugd verlustigden. Men wist waarlijk nietwaarvoor men meer bewon dering koesteren moest, voor de kracht der longen der muzikanten of de volharding der dansenden. Zelfs Kurtde wijsgeerige dichterhad geheel zijnen afkeer van „het boerenvolk'' ter zijde gezet en walste en pol- beerde zoo vlug en langdurig rond dat men moeite had hem met het oog te volgen. Herhaalde malen danste hij met de muziekonderwijzeres en week zelfs in de pauzen niet van hare zijde. De graaf vroeg Fanny slechts één enkele maal ten dans. Maar deze ééne dans be- tooverde hem ook volkomen. Nog nooit had hij zich zoo gelukkig en tevreden gevoeld als in de weinige oogenblikken, gedurende welke hij met zijne bekoorlijke logee in de armen op de maat der klarinettonen het veld ronddanste. Overweldigd door de kracht zijner aandoeningenfluisterde hij haar kon ik u zoo bij mij houden leven." in het oor „Ach voor geheel mijn

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1880 | | pagina 1