Bimtcnlanb pachtte, waaruit een ander wegens wanbetaling verdreven was. Door zoo te blijven handelen, konden zij verwachten, dat het engelsche parlement de verlangde maatregelen zou ^nemen om een einde te maken aan de heersch- zucbt der grondeigenaars. De heer Dillon sprak niet minder heftig in gelijken geest en onder groote opge wondenheid werden 5 motiën in den geest van het ver bond aangenomen. Zoodra Parnell den 2 te Dublin de tegen hem ingediende beschuldiging vernam, lachte hij kalm. De leden van het verbond zijn volgens de Cen tral News zeer verontwaardigd dat een man van den rang als Parnell in de acte van beschuldiging op -.e lijn is geplaatst met eenige andere onbeduidende per sonen, die geene verantwoordelijkheid van eenige betee- kenis dragen. De Globe zegt, dat Parnell werkelijk ook de eenige is die, buiten het lidmaatschap van het Parlementmaatschappelijk iets beteekent. ITALIË. De ministerraad keurde in beginsel het wetsontwerp van minister Magliani goed tot afschaffing van den gedwongen koors. De beraadslaging werd daarna voortgezet. Den 4 werd te Milaan onder voorzitterschap van Menotti Garibaldieen vrij onstuimige bijeenkomst ge houden ten gunste van het algemeen stemrecht. Ver scheidene redevoeringen werden uitgesproken de orde werd niet verstoord. Garibaldi zelf was afwezig. OOSTENRLTK-HONGARIJE. Den 3 keurde de militaire commissie uit de honaaarsche delegatie de O buitengewone uitgaven voor de troepen in Bosnië en de ïïerzegowina onveranderd goed. Bij de behandeling der begrooting van buitenlandsche zaken in de oostenrijksche delegatie ontwikkelde baron Hiibner breedvoerig de stelling dat het oorlogsgevaar voor de toekomst van de zijde van Frankrijk dreigde hij toonde het noodzakelijke aan, om het oostersche vraagstuk onmiddelijk te verdagen en zich naauw aan te sluiten aan Duitsehland en Rusland. De afgevaar digde Demel bestreed baron Hiibner; van aansluiting aan Rusland wilde hij in 't bizonder niets weten en ten slotte sprak hij den wensch uit, dat aan de dele gatie zou worden medegedeeld, welke richting en welk doel de Oost-Hougaarsche staatkunde had. Professor Suesz vestigde de aandacht der regeering hoofdzakelijk op het Donau-vraagstuk en de daarmede samenhangende staathuishoudkundige belangen van het rijk. De poolsche afgevaardigde Grocholski verklaarde zich uitdrukkelijk tegen aansluiting aan Rusland. Na eene rede van den rapporteur von Plener en nadat de minister vau bui tenlandsche zaken de hem in den loop der beraadsla ging gedane vragen beantwoord had, o.a. verklarende dat hij de bevordering der staathuishoudkundige belan gen des rijks als de eerste plicht der regeering be schouwde werd de begrooting overeenkomstig de voor. stellen der commissie goedgekeurl. Op de verdere bij_ zonderheden van des ministers antwoord zal nog terug, gekomen worden. TURKIJE. Dulcigno is nog altijd niet overgegeven aan de Montenegrijnen. ZWITSERLAND. Uit de latere berichten is geble ken dat in 5 kantons slechts een meerderheid voor de grondwetsherziening werd gevonden, namelijk in Glarus, Schaffhausen, St. Gallen, Appenzell en Graubunderland. De 5 fransche kantons brachten 74000 stemmen tegen en 3800 voor de herziening uit. Het italiaansclie kanton telde 4500 voorstanders maar meer dan 9000 tegen- „Gij zult nog wel andere zaken vernemen die u onbegrijpelijk zijnantwoordde haar broeder lachend. Zie dit meisje eens aan, dat zich onder de firma Börn- stein, muziekonderwijzeres, hier heeft ingedrongen. Weet gij wie zij eigenlijk is „Volstrekt niet.'' „De dochter van Lassar is zij die gij in uwe armen ten doop hield, toen wij haar den naam Perdita gaven." Reinhold's gelaat straalde van blijde opgewondenheid. „En weet gij wat er van haar geworden is, nu op dit oogenblik Mijne bruid." Margaretha greep naar de tafeldie dicht in hare nabijheid stond. Zij was door die reeks van verwonder lijke mededeelingen zoo van haar stuk gebracht dat zij een tijdlang beurtelings haren broeder en Fanny aanstaarde, zonder een woord te kunnen uiten. Onder- tusschen stond Fanny schuw en vreesachtig op den ach tergrond en waagde het niet de gravin te naderen ofschoon Reinhold haar daartoe met eenen blik aan moedigde. Eindelijk had zich Margaretha volkomen hersteld zij liep op Fanny toe drukte haar met bijna moederlijke teederheid aan hare borst en zeidemet eene stem die van diepe ontroering trilde „Gij zult mijnen broe der gelukkig maken daarvan ben ik overtuigd. En nu zal ik u beiden ook eene bekentenis doen. Toen ik, zeventien jaar geledenu hier in 't slot verzorgde koesterde ik den zelfzuchtigen en dwazen vrensck dat gij mijn kind mocht zijn. Eu ziet, het sneeuwvlokje, door het toeval tot ons gebrachtis nu werkelijk bijna mijn kind geworden. Ilier, is uw eigentlijk te huis. Wees mij van harte welkom." Zoo hartelijk en innig omarmde Margaretha het meis je dat deze de tranen van aandoening over de wan gen rolden. Broeder en zuster meendendat er geene betere oplossing van de zaak mogelijk was dan deze, maar zij hadden buiten den vader gerekend, die den volgenden dag reeds vroeg op het kasteel aankwam. „Dat is eene fraaie geschiedenis zeide Lassar, toen Fanny des avonds in Margaretha's kamer, op haars vaders knie gezeten, hem bekende, dat zij Reinhold boven alles lief had. „Gij wildet het graf uwer moeder bezoeken, en hebt uw hart aan eenen man geschonken. „Wij zullen gelukkig zijn vader en gij moet ja en amen zeggen." „Moet ik dat hmLassar trok de wenkbrauwen te zamen en sprak „Er is eene zaak, waaraan gij stel- standers. In de duitsche kantons waren dus de meeste voorstanders van de beoogde hervormingen op geldelijk gebied. In het algemeen heerschte over den uitslag groote vreugde. STATEN-GENERAAL. Tweede Kamer. Voortzetting der behandeling van het ontwerp-straf- wetboek. 4 Nov. Art. 263 (toelating van het bewijs der waarheidin geval van beleediging). Een amen dement van den heer de Beaufort om weg te laten de zinsnede, toelatende het bewijs, wanneer de beleedigde zich bij zijne klacht uitdrukkelijk beroept op de onwaar heid van het hem ten laste gelegde feit, wordt aange nomen met 35 tegen 17 st. Een amendement van denzelfde om weg te laten de zinsnede toelatende het bewijs wanneer aan een ambtenaar een feit in de uit oefening zijner bediening wordt te laste gelegd wordt verworpen met 43 tegen 9 st. Art. 266 (eenvoudige beleediaring). De minister neemt over eene wijziging der commissie, strekkende om te eischen dat een toe gezonden of aangeboden geschrift, waarin de beleediging geschiedteen open geschrift zij. Een amendement van den heer Lenting om het woord „open" weêr te laten vervallen wordt echter met 29 tegen 22 st. aan genomen. Art. 271 (verspreiding van beleedigende ge schriften). De minister neemt over een amendement der commissie om den aanvang van dit art. zoodanig te wijzigen dat de verspreiding wordt gestraft als ze geschiedt met het doel om aan den beleedigenden of smadelijken inhoud ruchtbaarheid te geven. Art. 307 (d,ood door schuld). De minister neemt over een amende ment der commissie om tegen dit misdrijf niet alleen hechtenis maar ook gevangenisstraf te bedreigen. Art. 310 (diefst 1 strafbaar met hoogstens 4 jaren gevangen schap). Met 35 tegen 10 st. aangenomen een amen dement van den heer Lenting om tegen eenvoudigen diefstal te bedreigen hoogstens 4 jaren gevangenisstraf of geldboete van hoogstens j 60. Art. 314 (strooperij). De minister neemt op voorstel der commissie de bij voeging op omtrent de strafbaarheid van het wegnemen van na den oogst achtergebleven veldvruchten. Art. 316 (Uitsluiting van vervolging). Met 26 tegen 25 st. aangenomen een amendement der heeren v. d. Kaay en Lohman om diefstalgepleegd door een ge- scheidon echtgenoot niet dan op klachte vervolgbaar te stellenniet enkel als die ecbtgenooten van tafel en bed maar ook van goederen gescheiden zijn welk laatste het art. straffeloos liet. Art. 326 (oplichting). Het amendement der commissieom weg te laten de woorden „betzij door een samenweefsel van verdicht sels", verworpen met 40 tegen 10 st. 5 Nov. Art. 330 (bedrog door vervalsching van waren). Eeu amendement van den heer Sickesz, om met vervalschte eet- en drinkwaren en geneesmiddelen gelijk te stellen die, m-lke. samengesteld zijn uit andere hoofd- bestanddeelen dan de eet- en drinkwaren en genees middelen, die men voorgeeft te verkoopen, te koop aan te bieden of af te leveren wordt verworpen met 42 tegen 15 en een amendement van den heer Rutgers, om dit art. te vervangen door art. 358 van het ontwerp- Smidt met 50 tegen 7 st. Na art. 335 wordt met 50 tegen 5 st. goedgekeurd een door de commissie voorgesteld en door don minister overgenomen nieuw art., luidende- „de koopman, de bestuurder of coihmis- iig niet gedacht hebtmijn kind hier zag hij den graaf en diens zuster aan die tegenover hem zaten. „Gelooft gij dat men u zal opnemen en vriendelijk ont vangen in de kringen waarin de graaf verkeert „Ik zoek niemands gezelschapantwoordde Rein hold kalm die het zich niet tot eer rekent, met mijne vrouw om te gaan. Ik voor mij heb geleerd en ben overtuigd dat slechts het verkeer met goedgezinde onbevoordeelde menschen geluk aanbrengt. Met de ijdelheden dezer wereld heb ik afgehandeld. Eene ge heel andere kwestie verontrust mij dan ook veel meer, ik heb ze te laat bedacht „Wat is dat?" vroeg Lassar. „Mijne geldelijke positie. Zal ik uit de schipbreuk zooveel redden om aan uwe dochter een gelukkig en gemakkelijk leven te bezorgen „Als dat eens niet het geval ware antwoordde Lassar. „Dan zou ik aan de zijde van Reinhold dapper mede arbeiden voor ons dagelijksch brood dan zullen wij slagen dat gevoel ik." Terwijl Fanny deze woorden met warmte en overtuiging uitsprak plaatste zij zich naast haren geliefdedie haar hartelijk kuste. „Welnu dan," zeide Lassar, met half bedwongen glimlach ik heb als uw gevolmachtigde waarde graaf, het kasteel Warburg met alle goederen verkochten de koopsom dekt nauwkeurig uwe schulden. Meer kon ik er met den besten wil niet van maken." „Ik heb dus uw geheele erfdeel verspeeld Marga retha zeide Reinhold droevig. „Geen woord daarover Reinhold Onze eerlijke naam is gered en ook in minder schitterende omstandigheden zullen wij wel gelukkig zijn. Wie is thans bezitter van Warburg?" vroeg opeens de gravin aan Lassar. „Eene jonge erfgename wier vermogen ik sedert zeventien jaren beheer ze heet Perdita Lassar en is met mijne toestemming de verloofde van den graaf von Warburg." Margaretha trad eene schrede terug bij het hooren dezer onverwachte mededeeling en de graaf riep ver schrikt uit„Neen, Perdita, dat wist ik nietik meende dat gij arm waart." „Is dat dan een reden om mij minder lief te heb ben antwoordde zij. „Ik wist evenmin dat ik meer bezat dan het erfdeeldat mij mijne grootouders heb ben nagelaten. „Zij kon inderdaad niet vermoeden, dat zij rijk genoeg was om zulke eene uitgestrekte bezitting als Warburg te kunnen koopenzeide haar vaderhaar te hulp saris eener naamlooze vennootschap of coöperatieve ver- eeniging, die opzettelijk een on waren staat of balans openbaar maaktwordt getroffen met gevangenisstraf van hoogstens een jaar." Art. 354 (opzettelijke wet- schennis van ministers) na bestrijding door den heer Keuchenius, op grond van wenschelijkheid van afzonder lijke regeling aangenomen met 35 tegen 20 stemmen. Art. 357 (oproeping der gewapende macht te^en wetsuitvoering). Naar aanleiding eener opmerking van den heer Meinesz voegt de minister aan het art. toe dat de inroeping der gewapende macht door een ambte naar opzettelijk moet zijn geschied. Na art. 358 stelt de commissie een nieuw voor, luidende: „De ambte naar of een ander met eenige openbare dienst voort durend of tijdelijk belast persoon die opzettelijk boe- ken of registers uitsluitend bestemd tot controle van administratie, valschelijk opmaakt of vervas.ht, wordt gestraft met gevangenis van ten hoogste 2 jaren." De minister neemt dit over, nuts de straf op 3 jaren be paald wordt. De commissie neemt hiermede genoegen. Art. 390. De minister neemt over het amendement der commissie om dit art. te doen luiden „De sche peling die opzettelijk en wederrechtelijk eene reis, waarvoor hij zich op een nederlandsch schip verbonden heelt, niet medemaakt, wordt gestraft als schuldig aan desertie vóór den aanvang der reismet gevangenisstraf van ten hoogste 3 maanden." Art. 394 (indienstno. ming van gedeserteerde schepelingen) en tevens het aangehouden art. 378 wordennaar aanleiding eene: opmerking van den hoer v. d. Hoeven, door den mi. nister teruggetrokken. Na art. 417 stelt de commissie 3 nieuwe artikelen voor, strekkende om na de be slissing omtrent de verspreiding van smadelijke geschrif ten van het bedrijf van het uitgeven of drukken van dergelijke geschriften een delictum, sui generis te maken,! waarbij straf wordt bedreigd tegen hem, die strafwaar dige geschriften uitgeeft, zonder den naam van den- gene, voor wien hij uitgeeft, aan de justitie optegeven, De minister neemt deze amendementen over. Op voorstel des voorzitters wordt met 29 tegen 25 st. besloten, het ontwerp tot regeling der indische bij drage te behandelen na dat betreffende den zout-accijns, en zulks na de afhandeling van het strafwetboek en de wet op den ijk der maten en gewichten. Bij het onderzoek der begrooting voor buit. zaken zijn de voor de gezantschaopen te Parijs Rome en Konstantinopcl gevraagde verhoogingen met bet oog op den min gunstigen toestand der Rijks financiën door de meerderheid afgekeurd. Ten aanzien van het ;wen- schelijke van een vertegenwoordiger bij het Vorstendom Roumanie bestond verschil van gevoeLn. Blijkens de memorie van antwoord over de indische begrooting is het geraamd tekort voor 1881 door eenige verhoogingen nu gestegen tot 5j ton. Den 3 is te Nieuwediep door de sleepboot IJ- muideu binnengebracht de achter Eierland in ontred derden toestand drijvende gevonden hoUandsebe schoe ner Eramjois beladen met hout naar Middelburg. De bemanning was door engelsche vissche rs te Grimsbj aangebracht. De Prov. Staten van Nooi'dbrabant hebben den 3 besloteneene bijdrage van f 33,333 te verleenen in de kosten van dichting der in het begin dezes jaars in den Maasdijk nabij de Driebuizen onder Oyen en Lithoyen gevallen doorbraak. Virvolg der buiten- en binnenlandse/ie berichten in het tweede blad. komende. „Ik zal u vertellen waaruit haar vermogen is voortgekomen. Graaf Reinhold gaf haar, toen hij de kleine doopte, een schaal vol goudstukken ten ge schenke mede. Twaalf honderd thaler vvas het. Toen ik het slot verlietdeed ik in stilte de geloftehet geschenk met zorg en beleid te beheerende som te vergrooten en het eenmaal in de handen van mijn kind te leggen met de woorden Dat is de oogst, waar voor graaf Reinhold eens het zaad heeft uitgestrooid. Geef hem kapitaal en interest terug, en toon hem, dat ook wij liefde met liefde weten te vergelden. Mijn al te overhaast dochtertje schonk evenwel vooraf haar hartje weg en ik kom hier om mijnen weldoener klaar en duidelijk te bewijzen, welke schitterende zaken ik heb gedaan. Uit de twaalf honderd thaler is door eene reeks van gelukkig geslaagde speculaties een belang rijk fortuin ontstaan, terwijl het erfdeel dat nwe groot ouders u nalieten Perditaop dit oogenblik reeds meer dan voldoende isom de geheele hypotheek van Warburg te dekken. Warburg is vrij en onbezwaard, mijne kinderen en blijft onverdeeld in uwe handen." Reinhold en Margaretha waren diep bewogen. Eerst na een poos was de graaf in staat den braven inan de hand te reiken en hem te zeggen„Ik zal trachten mij uwe grootmoedigheid waardig te toonen. In de laatste jaren heb ik geleerd en ondervonden wat ener gie en volharding in het goede vermag en hoeveel zegen er op den arbeid rust. Wij zullen Perdita's bezitting goed besturen, en van dit slot zal geen redelijk wezen, wien nood of kommer drukt, ongetroost vertrekken. „Dat beloven wij plechtig," zeide Perdita en idoeg den arm om den hals van haren geliefde. „Het is mij alsof ik droom verklaarde Margai-etlia, het blonde hoofd schuddend. „Wie had kunnen den ken dat de man die voor zeventien jaren in dit buis, in zijne woeste koortsvlagen jammerde over zijn3 ge" storven vrouw en vervlogen geluk, eenmaal onze redder, en zelfs lid onzer familie zon worden Margaretha reikte Lassar de hand en zeide: „Gij blijft bij ons> niet waar?" „Indien gij het verlangtMargaretha het grootste deel van het jaar. Hier verloor ik mijne arme Rachel en vond ik eene vriendin in hare plaats. Wij zullen ons verheugen in hun beider geluk." „Zoo zij hetZoo ver de zon van het geluk stdiijnt, verspreidt zij ook hareu weldadigen invloed.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1880 | | pagina 2