No. 80.
Twee en taehtigsle Jaargang.
1880.
10 NO VHM BEK.
WOENSDAG
Groote Koemarkt te Alkmaar,
FEUILLETON.
en De Slacht der Liefde
Prijs der gewone Advertentiën
op
Woensdag 13 November 188».
fóuitcnlattfe-
i
'jk
COURANT.
Van 1—5 regels 0,75; iedere regel meer f 0.15.
Groote letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de Uitgevers HERMs. COS-
TER ZOON.
AIKIAARSCHE
Deze Courant wordt Dinsdag-, Donderdag- eu
Zaterdaeavond uitgegeven. Abonnementsprijs
per 3 maanden voor Alkmaar f 0,80franco door
het gebeele Rijk 1,
De 3 nummers O 06-
Tot ons leedwezen zijn wij genoodzaakt het hoofd
artikel betreffende „IJkwetgeving," tot het volgend
nummer te laten liggen.
Lijst vaa brievenwaarvan de geadresseerden onbekend zijn,
verzonden gedurende de 1° helft der maand October 1880
W Verheul, Alkmaar; Wed. Bakker, van Geldere, Hes en
Co C. Geurs, Amsterdam; J. Stekkers, Bergen; J. l.Lavoy,
Breda' G l! B. Dijkmans, Delft; 1- SlotKnollendamb.
Poth 'Koegras; K. van EttenNoordijk; Wed. v. d. Put,
Rotterdam C. PoolZuidscharwoude.
Van het Hulpkantoor Burgerbrug:
C. Brandwijk Raalte.
BELGIE. Generaal-majoor Gratry behoorende tot
het wapen van genie sedert geruimen tijd werkzaam
aan bet departement van oorlog, is benoemd tot muns
ter van oorlog. Bij het leger schijnt deze benoeming
■een goeden indruk to maken.
De Koning zelf opent den 9 de zitting der Kamers.
DUITSCHLAND. Den 4 begon in het pruisische
Huis der Afgevaardigden de eerste lezing over de wets
ontwerpen betreffende de administratieve rechtspraak
en de wijziging der Kreits en provinciale wetten. Z.j
werden verzonden naar eene commissie van 21 leden
na eenige beraadslaging, waaibij de conservatieven en
vrij-conservatieven zich vóór, de leden der fortschritts-
partij zich tegen verklaarden,
ENGELAND. Een op den 8 bepaalde mmis'erraad
werd tot den 11 verdaagd.
De Times zegt over de door baron von Hay merle
in de oostenrijbscbe delegatie gehouoen rede dat de
beslissing der vraag of al dan niet tot eeno verdere
regeling van het Oostersche vraagstuk zal overgegaan
worden, uitsluitend van Europa afhangt. Hoe dat
besluit ook moge uitvallen Engeland kan er zich met
een gerust geweten mede vereenigen. Engelands eigene
onmiddellijke belangen zijn te gewichtig, dan dat het
eene poging zou doen om alléén een vraagstuk op te
lossen "dat Europa niet wil aanroeren. Onder deze
omstandigheden zal de grieksche staatkunde naar het
blad hooptzich ook verder door verstand en behoed
zaamheid kenmerken.
Parnell verklaarde den 4 op eene bijeenkomst van
het landverbond te Dublin dat bij plan had op een
spoedige en snelle behandeling der tegen hem aanhan
gig gemaakte strafzaak aan te dringen. Hij gaf te
kennen dat hij de regeering verdacht van de zaak
zoo lang te willen rekken, dat hij verhinderd zou zijn
in Februari in het Lagerhuis te verschijnen.
De Times hoopt dat de regeering het oostersche
vraagstuk voorloopig -zal laten rusten omdat het iersche
haarv-'oreerst genoeg te doen zal geven. De gerechtelijke
vervolging van eenige iersche volksopruiers zal geruimen
tijd duren en het voorbereiden van een goed wetsont
werp tot behoorlijke regeling der betrekking tusschen
pachters en grondeigenaars in Ierland zal genoeg moeite
kosten. Overhaasting is in ieder geval at te keuren.
De iersche landcommissiedie over deze zaak een ver
sla» moet uitbrengen, is ijverig bezig, maar zal oven
goed in de oproerige districten in het zuiden en westen
vele gegevens moeten verzamelen als in het noorden,
waar zif reeds veel verzameld heeft, om het verwijt van
partijdigheid te ontgaan. Voor den aanvang der nieuwe
zitting kan moeielijk een ontwerp gereed zijn. De on
geregeldheden het verzet tegen de wethet in som
mige0 districten heerschende schrikbewind naar aanlei
ding van de aansporingen van het landverbond bemoeie-
lijken allezins de taak der regeering en zoo eene goede
regeling dus tot stand komt, zal het niet zijn als ge
volg maar in weerwil van de handelingen van Parnell
en de zijnen.
De engelsche gezant te Berlijn lord Odo Russell
die gezegd wordt voor familiezaken eene reis naar En
geland Te maken bracht vóór zijn vertrek aan prins
Bismarck te Friedrichsruhe een bezoek dat zeer de
aandacht trekt. Het wordt in verband gebracht met
het gerucht, dat prins Bismarck namens Duitschland
gewichtige voorsiellen zou indienen in verband met de
oostersche zaken.
FRANKRIJK. Den 3 werd in de laatste zitting
der internationale postconferentie te Parijs de overeen
komst betreffende het vervoer van postpakketten onder
teekend. De minister van de posterijen en telegrafen
hield daarna eene toespraak, waarin aan de leden dank
gezegd werd voor hunnen arbeid en de hoop werd uit
gesproken dat de hartelijke aan den dag gelegde ge
voelens de bijeenkomst zouden overleven.
De nederlandsche gedelegeerdede heer Hofstede
dankte in aller naam Frankrijk voor de hun bereide
ontvangst. De minister van buitenlandsche zaken kwam
om van de leden afscheid te nemen.
Den 5 verklaarde de advokaat der jesuïeten Bosirel
voor het tribunal des conflits (rechtbank van geschillen)
alle pleidooien nutteloos te achten, nu de besluiten ten
uitvoer werden gelegd en geen pr test te willen doen
hooren in een landwaar de leuze der regeering is
Macht boven recht. Die rechtbank bekrachtigde de be
sluiten van de prefecten van het departement du Nord
en van Vaucluse. Zij achtte de bezwaarschriften der
jesuïeten alsmede de bevelschriften van de voorzitters
der rechtbanken te Rijsel en Avignon, niet ontvankelijk.
Op verzoek van den engelschen gezant werd voorloo
pig machtiging verleend voor de engelsche passionisten
te Parijs en de engelsche benedictijnen te Douai. Den
6 werd in de departementen met de uitvoering der be-
door Helena.
die waar haar voetstap naakt,
Het doode levend en wat leeft gelukkig maakt.
Da Costa.
I.
De morgenzon scheen met gouden glans over de
aarde en wekte leven en bedrijvigheid in de straks nog
sluimerende menschenwereld. Het was nog zeer vroeg
in den ochtend en in den tuin van eene kleine woning,
waar de schilder Berns met zijne eenige dochter woonde,
lag de frissche dauw nog in de bloemkelken en brak
slechts het lieflijk gezang van een lijster de diepe mor
genstilte af.
In de huiskamer stonden de glazen deuren open en
door de half gesloten jalousieën drong het zonlicht
naar binnen en verlichtte een klein eenvoudig gemeu
beld vertrek dat er zeer gezellig uitzag. In een hoek
venster dat mede op den tuin uitzag geurden rozen
en reseda'sde lievelingsbloemen van de achttienjarige
dochter des huizes en aan de wanden hingen verscheidene
groote en kleine schilderijen door den heer Berns in
zijne jeugd geschilderd.
Bij de tafel met de hand aan het hoofd als in ge
dachten verdiept zat op dezen morgen de heer des huizes^
een oud man met een vriendelijk eerwaardig gelaat
dat nog sporen van vroegere schoonheid droeg want
de trekken waren regelmatig en het witte haar nog
jjik en krullend.
Naast hem lag een geopende briefwelks inhoud
hem blijkbaar ontstemd had, want eene smartelijke trek
lag op zijn gelaatterwijl hij eenige oogenblikken on
bewegelijk bleef zitten en voor zich cit tuurde.
Plotseling stond hij op na den brief nog eens ge
lezen te hebben en liep met snelle schreden het ver
trek op en neer om zich ten laatste met een zucht
weer neèr te zetten.
„Vergeefs vergeefs mompelde hij terwijl hij mis
moedig het hoofd schudde. „Maar ik moet toch over
winnen al is de strijd zwaar ging hij voort„oude,
hardvochtige egoïst, dien ik ben, moet ik dan alleen aan
mij zeiven denken en het geluk van mijn kind voorbij
zien Neen neen daarvoor beware mij God
Een hevige zielestrijd spiegelde zich op zijn gelaat ai
en er welde zelfs een traan in zijne oogen,toen hij met
zachte stem vervolgde „Hij is immers een braaf mensch
aan wien ik haar gerust kan toevertrouwen ik zal
haar den brief laten lezen en en mijn lieveling aan
een ander afstaan."
Een diepe zucht volgde op die woorden waarna hij
weer onbewegelijk bleef zitten en hoewel hij niets meer
zeide, inwendig een zwaren strijd streeddie hem veel
kostte en waartoe hij al zijn moed en kracht noodig had.
Kort daarop ging de deur open en een jong meisje
van omstreeks achttien jaren trad het vertrek binnen.
Zij was zeer schoon en op het jeugdig gelaat lag dat
bekoorlijk waas van onschuld en reinheid van kinder
lijken eenvoud en jonkvrouwelijke lieftalligheid dat som
mige jonge meisjes zoo bizonder aantrekkelijk maakt.
Als men haar aanzag ontving men den indruk als van
een ideaal kunstwerk vol frissche, oorspronkelijk poësie.
Zonder bepaald klein te zijn was hare gestalte niet
sluiten voortgegaan te Parijs had geene verdere toe
passing plaats. Overal hebben daarbij dezelfde weinig
beteekenende voorvallen plaats. Alleen hadden de Pre-
montrés in de abdij van St. Michiel bij Taraseon hun
verblijf zoo zeer versterktdat het belegerd moest wor
den. Daar pogingen om de deuren open te breken
mislukten werd het klooster door een regement dra
gonders, gendarmes en linietroepen voor 3 dagen van
levensmiddelen voorzien ingesloten om de bewoners
door den honger tot de opening te noodzaken.
Het is overigens een opmerkelijk verschijnseldat
door het ten uitvoer leggen dezer besluiten zoo weinig
opschudding in het land ontstaat en dat zich alles
blijft bepalen tot het ontslag nemen van eenige leden
der rechterlijke macht en van eenige ambtenaren der
pol tietot het houden hier en daar van eene samen
scholing en tot het uiten van beleedigende uitdrukkin
gen tegen de prefecten. De uilgedreven wordende
geestelijken die door eenige aanzienlijke personen in
bescherming worden genomen schijnen aan het alge
meen zeer weinig belangstelling in te boezemen.
De niet ontvankelijk verklaring van de gevraagde
wraking van den minister van justitie Cazot als voor
zitter der rechtbank in zake de uitdrijving der jesuïeten
wordt door verscheidene oladen druk besproken. Be-
toogen die der rechterzijde, dat die wraking allernood
zakelijkst was, om lat de minister anders rechter en partij
in zijne e'gene zaak zou zijn, in dit geval te bedenkelijker,
omdat hij breedvoerig in openbaar gemaakte stukken
betoogd haddat de zaak der jesuïeten buiten de
bevoegdheid van den gewonen rechter lagdie der
linkerzijde en van het linker centrum toonen aan, dat
de gewone burgerlijke rechtsvordering tot wraking vaD
eenen rechter op deze rechtbanken volstrekt niet toe
passelijk is en de wetgever door het vaststellen van
allerlei waarborgen ter voorkoming van een onbillijk
overwicht van wege den minister, daarmede alleen reeds
getoond had te willen dat de minister in ieder geval
voorzitter zou zijn. Een republikeinsch berichtgever der
brusselscbe Nord betoogt dathoe men over de zaak
uit een wettelijk oogpunt beschouwd, ook moge den
ken de minister, om alle schijn van partijdigheid weg
te nemen, beter zou hebben gedaan uit eigen beweging
voor het voorzitterschap te bedanken.
GRIEKENLAND. In het adres van antwoord op
de troonrede betuigt de Kamer haren dank aan de
mogendheden. Zij verklaart niet te twijfelen aan de
uitvoering van het berlijnscbe verdrag en de middelen,
om tot die uitvoering te komen zullen het onderwerp
harer beraadslagingen zijn. De vermeerdering der mili
taire macht zonder hare toestemming was evenwel eene
schending der grondwet. Daaraan wordt toegevoegd
dat het leger onder de wapenen moet blijven ter afdoe
ning zijner taak en tot het vestigen eener nieuwe orde
van zaken in de aan Griekenland toegekende provin
ciën. De regeering heeft aan de Kamer de overlegging
groot, maar hare vormen waren onberispelijk schoon en
geëvenredigd; haar teint was zeer blank eu op de zachte
wangen lag een fraaie rooskleurige biosterwijl een
vriendelijke glimlach, die van vroolijkheid en levenslust
spraksteeds om den kleinen edel gevormden mond
speelde. Haar schoonste sieraad was echter het rijke
goudblonde haardat in dikkenatuurlijke krullen
neer hing en als een zonneschijn het bekoorlijk gelaat
omgaf, terwijl in de groote zachtblauwe oogen een
wereld van onschuld en reinheid verborgen lag.
Zij bleef een oogenblik op den drempel staan en zag
met een blik vol innige liefde naar den ouden man
die kort daarop het hoofd omwendde. Oogenblikkelijk
plooide zich een glimlach om den straks nog zoo smart
vol saamgeknepen mond en terwijl hij zijne hand naar
zijne dochter utstak zei hij: „Al zoo vroeg op, Emma f"
„Ja, en wie is er nog vroeger op geweest, en wie heeft
den halven nacht in plaats van te slapen de kamer op
en neer geloopen zei het jonge meisje half bestraffend,
half schertsend, terwijl zij hare armen om zijn hals sloeg
en hem kuste.
„Ik kon niet slapen."
„Ja, dat begreep ik wel en daarom had ik ook geen
rust en wilde u niet lang alleen laten. Er is iets dat
u hindertging zij voortterwijl haar oog op den
geopenden brief vieldien haar vader nog steeds in
de hand hield; „en die nare brief is er de oorzaak van;
dat heb ik gister-avond wel gemerkttoen gij onder
het lezen zoo bleek werdt. Staat er iets treurigs in
vadertje? Zijn we al ons geld kwijt, zoodat we 't vol
gend jaar niet naar Italië kunnen gaan? Vertel 't mij
dan maar we kunnen het beter samen dragen dan gij
alleen."