No. 87.
Twee
en tachtigste Jaargang.
1880.
l)i> kroon o|i Het werk.
F EUILLETO N,
De Macht der Liefde
V K IJ I) A G
12 NOVEMBER.
D«e Courant wordtDinsdag-, Donderdag-en Prijs der gewone Advertentien:
Zaterdagavond uitgegeven. Ab.u«.„.«tsPrije Vau 1-5 tegels/0,75; ,ete, regel u,e,r/0.15.
het geh.,1, R,jk 1 - a zoon.
Buiteulanb.
ALKMAARSCBE 01 BAM.
per 3 maanden voor Alkmaar f0,80franco door ftMfffê:ft Gvoote letter. n.,e pl..t.tn,m e.
T.-I -i V Brieven franco aan de Uitgevers HEBMs. COS-
De 3 nummers 0.06. MSPttm BhI-SImi W*sJl --
De aanneming van het Wetboek van Strafrecht door
de Tweede K: iner der Staten-Generaal is een voor de
natie zoo verblijdende gebeurtenis, dat zij onwillekeurig
een woord van dank en gelukwensching ontlokt.
In de eerste plaats jegens den minister Modderman,
die zich door dit werk een eerezuil beeft gesticht, ede
ler en schooner dan in metaal of arduin voor hem kon
worden opgericht. De naam van mr. Modderman zal
aan onze nieuwe strafwetgeving vet'bonden blijven zoo
lang zij van kracht zal zijn en men kan veilig aanne
men dat er verscheidene tientallen van jaren zullen
verloopen eer weder een zoo gewichtige arbeid onder
banden moet worden genomen. Als men bedenkt hoe
lang wij het met een geleende strafwetgeving hebben
gedaan dan is de voorspelling niet overdreven dat
een zuiver Nederlandseh strafwetboek vrij wat langer
reden van bestaan zal hebben, vooral ook omdat het niet
overijldmaar na ernstige voorbereiding en degelijke
behandeling is tot stand gekomen.
Het ontwerp Wetboek van Strafrecht, cat in Fe
bruari 1879 door de regeering bij de Tweede Kamer
werd ingediend was reeds voor een groot gedeelte de
vrucht van den arbeid van den tegenwoordigen minister
van justitie die in de commissie voor de samenstelling
een zeer werkzaam aandeel had gehad. Daarop volgde
de behandeling in de afdeelingen en door de commissie
van rapporteurs die weder met den minister in over
leg traden en waarbij opnieuw evenzeer zijn scherpzin
nigheid als zijne toegevendheid uitblonken. Immers
wanneer het hem mogelijk was zonder strijd met de
door hem aangenomen en gehuldigde beginselen die
van anderen over te nemen of er zich mede te ver
eenigen gaf de heer Modderman gaarne toe, ten einde
het tot stand komen van het groote werk te bevorderen.
Bij de openbare discussie eebter zijn de groote talen
ten van den minister eerst volkomen tot bun recht
gekomen. Groote meesterschap over onderwerp en
vorm kenmerkte de verschillende redevoeringen door
hem uitgesproken. Steeds bereid iedere bedenking of
opmerking te beantwoorden gaarne geneigd betere voor
stellen van anderen te erkennen en te waardeeren, heeft
hij een zeldzaam voorbeeld gegeven van wat iemand
vermag wien het te doen is een groot werk tot stand
te brengen zonder zijn eigen beginselen prijs te geven.
Als een man uit één stuk heeft de minister steeds zijn.
doel voor oogen gehouden en nu hij het bereikt heeft,
zij de erkentelijkheid der natie zijn schoonste voldoening.
Krachtig is hij bijgestaan door zijne voormalige mede
leden in de commissie voor het ontwerpwaarin de
heer Godefroi een zoo eervolle plaats innam en die
men daarom zoo ongaarne bij de openbare behandeling
miste. Het moet hem een aangename ervaring wezen,
dat hij nog de tot stand koming van het Wetboek mag
beleven.
Eere ook komt toe aan de commissie van rappor-
door Helena.
die waar haar voetstap naakt
Het doode levend en wat leeft gelukkig maakt.
Da Costa.
De heer Berns streelde liefkozend de blonde lokken
van zijn kind en zei„Maar Emma bij is immers zoo
oud niet; op dertigjarigen leeftijd is een man nog jong;
bovendien is hij rijk bekleedt eene goede betrekking
is een braaf mensch en zal je zeker gelukkig maken.
Bedenk je goed, want ik ben een oud man en kan
eiken dag sterven dan sta je alleen in de wereld
terwijl je als de vrouw van een degelijken, welgestel-
den man bezorgd en gelukkig zult zijn."
„Maar ik houd niet van hem, dus ik zou niet gelukkig
zijn hield Emma vol„Albert van Gelder is volstrekt
fflijn ideaal niet."
„Wie krijgt bier zijn ideaalKindals je daarop
wachten wilt, wordt je stellig eene oude vrijster."
„Nu goed," zei het jonge meisje lachend, „daar zal
ik me ook wel in schikken en dat is ook nog zoo kwaad
hiot in zijn soort."
„Ik zal hem dus maar afschrijvenniet waar of
wil je liever je nog wat bedenken
„Neen dat is niet noodig schrijf hem maar in eens
af, dan is de zaak uit de wereld."
De groote verlichting die de oude heer gevoelde
teekende zich op zijn gelaat af en terwijl Emma hem
teurs die door haar spoedige en flinke wijze van han
delen zooveel heeft bijgedragen tot een goede voorbe
reiding. Wars van alle sleur en in afwijking van de
gewone wijze van werken heeft zij geheel zelfstandig
haar taak volbracht en den minister in menig opzicht
krachtigen steun verleend. Wat wakkere, vaderlands
lievende mannen vermogendie voor hun taak berekend
zijn elkanders inzichten en talenten waardeerenook
bij verschil van gevoelen en die niet tuk op eigen
eer voor alles de zaak in het oog houden waarvoor
zij opkomen heeft het overleg tuss< hen deze commissie
van rapporteurs en dezen minister van justitie bewezen.
Geheel de vertegenwoordiging des volks eindelijk
heeft een zoo zeldzame mate van degelijke werkzaam
heid van onbaatzuchtigheid van verzaking van alle
ijdelheid aan den dag gelegddat de discussie over het
Wetboek van Strafrecht in 1880 wel met gulden lette
ren in de parlementaire jaarboeken mag worden inge
schreven.
En zoo is dan dank zij de samenwerking van zoo
veel uitstekende krachten een werk totstandgekomen,
dat geheel do Nederlandsche natie tot eer verstrekt.
Met trots mogen we er op wijzen en de vreemdeling
beeft reeds getoond er eerbied voor te hebben. Onze
nieuwe strafwetgeving blijft in het buitenland niet onop
gemerkt en zal wellicht door andere regeeringen wor
den geraadpleegd welnu dit geeft ons recht er op te
wijzen, dat ook de Nederlandsche vertegenwoordiging,
waarover wel eens de schouders werd opgehaald nog
in staat is, grootsche wetgevende daden te verrichten.
Dat kan ons parlement goed doen. Moge het zich
daarvan bewust wezen en ook verder bewijzendat
het geleerd heeft hoeveel het ten nutte van het vader
land vermag indien slechts de goede wil aanwezig is
en de ware mannen in het werk worden gesteld.
Eere den minister der commissie, die het ontwerp
samenstelde der commissie van rapporteurs en geheel
de Tweede Kamer der Staten-Generaal en moge de
nieuwe strafwetgeving blijke voor geheel de Neder
landsche natie een ware zegen te zijndoor bevordering
niet alleen van zuiver rechtmaar vooral van ware
zedelijkheid. L.
BELGIE. De Koning opende den 9 de Kamers
met eene troonredewaarin hij uitvoerig stil stond bij
de schitterende feesten naar aanleiding van het 50ja-
rig bestaan van het Kijk. De bij die gelegenheid be
toonde bewijzen van gehechtheid hadden hem zeer ge
troffen en hij betuigde daarvoor zijn dank aan het
land. De verbintenis van prinses Stephanie met aarts
hertog Budolf van Oostenrijk vervulde de innigste wen-
schen van het Koninklijke hijiis. Yan alle mogendheden
werden voortdurend blijken van vriendschap en belang
stelling ontvangen. De aan de Kamers bekende rede
nen hadden tot het afbreken der onderhandelingen met
lachend aanzag zei ze „Kijk nu eens aan nu hebt
u een heel ander gezicht als daar straks."
„Ja ik ben blij dat ik je nog wat bij mij houden
magmijn kindhoewel voegde hij er met een
zucht bij, ,,'t is toch uitstel van executie 't moet toch
eens gebeuren; wie weet hoe gauw er een ander komt,
die wèl wordt aangenomen want het hartje van mijn
lieveling zal toch wel niet altijd gesloten voor de liefde
blijven."
Emma lachte en zei vroolijk „Wel neen, ik blijf al
tijd bij u wachtend op mijn ideaaldat nooit komen
zal. Ik kan mij ook niet voorstellendat ik ooit
van een vreemden maa zoo veel zal kunnen houden
als van umijn lief, best vadertjezei ze teeder,
terwijl zij op zijn knie ging zitten haar arm om zijn
hals sloeg en hem omstuimig liefkoosde, hetgeen hij
zich geduldig liet welgevallen en glimlachend zei
„Wacht maar, er zal nog wel eens een tijd komen
dat je anders spreekt en dan houd ik je aan je woord."
II.
„Papa 't mooie huis aan de overkant is verkocht,"
zei Emma, eenige weken later, terwijl zij het atelier van
haar vader binnen trad.
„Zoo en aan wien vroeg deze terwijl hij het pen
seel neerlegde en achterover in zijn stoel leunde.
„Aan een schilderzijn naam weet ik niet. Hoe
aardig voor ueen collega in de buurt te krijgen
daar zult ge wel veel aan hebben."
„Och kind een schilder, die in dat mooie huis komt
zal zich aan mij niet gelegen laten liggen."
„Waarom niet? Als hij oud is, kunt u prettig met
het Vatikaan geleid. Voor verscheidene Staten in het
oosten van Europa was een nieuwe toestand ontstaan:
met hen waren staatkundige betrekkingen aangeknoopt.
De gemiddelde opbrengst van den oogst was grooter
dan in de laatste jaren. Nieuwe bezoldigde consulaire
posten zouden in het leven worden geroepen. De toe
stand d r schatkist verbeterde en de hoop bestond, dat
op de begrooting voor 1881 het evenwicht hersteld zou
worden. De vermeerdering der inkomsten had toegela
ten het geven eener groote uitbreiding aan het openbaar
onderwijs. Wetsontwerpen op de riviervisscherijen en
den landbouw zouden ingediend worden. Eindelijk zou
de regeering trachten de zedelijke en verstandelijke
ontwikkeling van het volk te bevorderen door in de
eerste plaats alle trappen van het openbaar onderwijs te
verbeteren overeenkomstig de beginselen der grondwet.
ENGELAND. De leider der conservatieve partij in
het Lagerhuis de oud-minister Northcote sprak den
5 aan een maaltijd eener landbouw vereeniging te
IJeovil eerst over den achteruitgang van den landbouw
of van de welvaart der landbouwers in Engeland, welke
duidelijk bleek uit de vermindering van het geteelde
vee en uit de steeds toenemende vermeerdering van
onbebouwd liggende landhoeven. Hij geloofde niet, dat
aan dien gedrukten toestand zeer spoedig een einde
zou komen, maar daarom zag hij de toekomst nog niet
zoo donker in. Hij ontried den landbouwers te hopen
op terugkeer tot het stelsel van bescherming. Evenmin
moesten de pachters aandringen op geheele verandering
van het stelsel, waarnaar de verhouding tusschen pach
ters en grondeigenaars geregeld is. De pachters moes
ten de moeielijkheden flink onder de oogen zien en geen
heil zoeken in eene soort van oorlog van de eene klasse
der maatschappij tegen de andere. Door zelfvertrouwen
en het beter partij trekken van allerleithans niet of
weinig gebruikte hulpbronnen zou hun toestand meer
verbeteren. Het teelen van bloemen en vruchten zou
bij voorbeeld met goed gevolg uitgebreid kunnen wor
den. Hij hoopte verder, dat de regeering met gunsti-
gen uitslag bestrijden zou den in Ierland heersehenden
geest van verzet en van werkelijk communisme. Had
de regeering het parlement bijeengeroepen tot het be
handelen van buitengewone maatregelende conserva
tieve partij zou haar van harte gesteund hebben, doch
het was zeker het bestwanneer zij kans zag de ier-
sche zaken in orde te brengen binnen de grenzen der
gewone wet. Zij had echter reeds vroeger krachtiger
moeten optreden en hij geloofdedat de handelwijze
van Parnell en zijne aanhangers en de onwettige daden
van vele ieren het voor de regeering inoeielijk maakten
om in de wetten omtrent het iersche landstelsel ge-
wenschte hervormingen aan te brengenzonder den
schijn aan te nemen van toe te geven uit vrees. Met
de houding der regeering in de oostersche zaken was
hij niet geheel tevreden en hij begreep niet goed, wat
zij nu verder doen wilde. Het grieksche vraagstuk lag
hem praten en als hij jong is kan hij nog wat van u
leeren."
„Ja welleeren zoo'n schilder, die natuurlijk overal
in Italië geweest is en alle meesterstukken der kunst
gezien heeft en zelf misschien een kunstenaar iszal
van mij niet willen leeren ik ben immers maar een
eenvoudig schilder, die lessen geeftvoegde hij er op
bitteren toon bij, „dat is veel te min voor zulke heertjes."
«Maar, vadertjeu weet immers niet eens of hij
„zoo'n heertje" is."
„Neen kind je hebt gelijk ik heb maar een som
bere bui van morgen." zei hij glimlachend en trok haar
naar zich toezoodat zij voor de schilderij waaraan
hij bezig was, kwam te staan.
„Dat komt omdat mijn werk niet vlot van morgen
en dat werkt terug op iemands humeur je moet maar
nooit met een schilder trouwen, hoor, want dat zijn
onuitstaanbaar knorrige menschen als hun werk niet
goed uitvalt."
Emma lachte en de oude heer bleef eenige oogen-
blikken in gepeins zitten terwijl zich diepe rimpels op
zijn voorhoofd vormden als gingen hem droevige ge
dachten door den geest.
Eindelijk zei hij zonder op te zienmeer tot zich
zeiven dan tot zijn kind „Oeh oude menschen heb
ben soms zulke bittere ervaringen waardoor zij treurig
gestemd worden en dan schijnt het alsof zij knorrig
zijn. Wij werken zorgen zwoegen voor een jonger
geslacht en zoodra dit op eigen wieken kan drijven en
onze hulp niet meer behoeftvergeet het ons. De
dooden worden spoedig vergeten en dit is zeer treurig,
maar bij ons leven reeds vergeten te worden is nog
treuriger," eindigde hij met een zucht. Wordt vervolgd.