No. 90.
Twee en tachtigste Jaargang.
1880.
V n IJ A G
FEUILLETON.
[)c Macht der Liefde
19 NOVEMBE P».
Prijs der gewone Advertentiën
©fficiëeï (Scheelte
15uitculanb.
ALKIUAARSCHE COURANT
Deze Courant wordt Dinsdag-, Donderdag- en
Zaterdagavond uitgegeven. Abonnementsprijs
per 8 maanden voor Alkmaar f 0,80; franco door
het geheele Rijk 1,
De 3 nummers O 06.
Van 15 regels 0,75; iedere regel meer/0.15.
Groote letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de Uitgevers HERMs. COS-
TER ZOON.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALKMAAR
brengen ter kennis van belanghebbenden, dat de LAA1S1L
KAASMARKT dit jaar gehouden wordt
op Vrijdag 24 December 1880,
en dat tengevolge van het invallen van den eersten Kersdag
op Zaturdag 25 December 1880 en van den Nieuwjaarsdag op
den daaraanvolgenden Zaturdag, de GEWONE ZATURDAG-
SCHE MARKTEN zullen gehouden worden
op Woeusdag 22 December 1880,
en Vrijdag 31 December 1880.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
Alkmaar, A. MACLAINE PONT.
16 A on. 1880. De Secretaris
NUHOUT' van der VEEN.
P O L I C I E.
Ter terugbekoming is aan liet Commissariaat van Polieie
het navolgende voorhanden als een knipmes, een gouden oor
belletje, een schoot van een japon, een moiré boezelaar, een
knot zwarte wol en een zwartbonte geit.
ggBUZSgegMlAi aWKJgJ «_WgE7£7
BELGIE. Het te Deum werd den 15 te Brussel
als naar gewoonte bijgewoond door den graaf en de
gravin van Vlaanderen, de ministers, verscheidene leder,
van den Senaat en de Kamer de gezanten enz.
DUITSCHLAND. Den 14 overleed generaal von
Goeben die zich in den deenschen oorlog en in den
oorlog tegen Oostenrijk in 1S66 reeds zeer onderscheidde
en in 1S70/71 een zoo belangrijk aandeel aan de krijgs
verrichtingen nam dat een der nieuwe forten van
Metz of Straatsburg naar hem genoemd werd en hem
een deel der nationale dotatie werd toegekend. Vol
gens sommigen zou hij weldra tot veldmaarschalk be
noemd zijn geworden en bij eenen eventueëlen oorlog
zoo niet de hoofdrol, dan toch een zeer groote rol ge
speeld hebben.
De aanvoerder der Eortschrittspartij Dr. Hanel heeft
in het pruisische huis van afgevaardigden eene inter
pellatie aangekondigd otn te vernemen, welke houding
de regeering zal aannemen tegenover het bij haar in
gekomen verzoek om de israeliecen zooveel mogelijk
buiten alle rechterlijke en andere betrekkingen te hou
den enz., als in strijd met de door de grondwet gewaar
borgde gelijkstelling van alle burgers.
ENGELAND. Den 12 kwamen de uit Dublin afge
zonden arbeiders bij kspitein Boijcott aan om zijnen
oogst binnen te balen. Hoewel met moeite, bereikten
zij toch zonder botsingen met de vijandige be\olking
zijne woning. De tot geleide gestrekt hebbende huza
ren keerden terug. Het aantal ongevraagde helpers
is echter zoo grootdat de beweering, dat kapitein
Boijcott ten slotte geheel beroofd zal staan daar zijne
vijanden hem eerst de helft van zijne bezittingen ont
namen en zijne redders nu de andere helft zullen ver-
teerenniet geheel onjuist is.
Lord Northcote de leider der conservatieve oppo
sitie, heeft in eene rede uitdrukkelijk te kennen gege
ven dat Engeland in geen geval voor de vergrooting
van Griekenland's grondgebied oorlog mocht voeren en
dat eene daartoe leidende staatkunde door een zeer
groot deel van het volk afgekeurd zou worden.
FRANKRIJK. Het legitimistische blad Le Tribou-
let werd door de rechtbank te Toulouse wegens laster
tegen den minister van binnenlandsche zaken veroor
deeld tot f (3000 boete en wegens gelijk vergrijp tegen
den pre'eet van Tou'ou.-e tot f 3000 boete.
Den 15 betoogde Buffet in eene druk bezochte cit-
tinf van den Senaat bet onhoudbare der beweering,
dat° minister de Ereyeinet om onbeduidende redenen
afgetreden was en de laatste verandering van ministe
rie geene wijziging zou gebracht hebben in de leiding
der zaken. Prijzende de overheidspersonen die recht
wilden spreken zonder aanziens des persoons, vroeg hij,
of de regeering het recht had als een misdadige r
in de kloosters te dringen. H. t woord „misdadiger,"
eoor de rechterzijde toegejuicht, door de linkerzide
met protest ontvangen werd door den spreker terug
genomen hoewel bij staande hield dat het gebeurde
misdadig was De minister-president Ferry ontkende
uitdrukkelijk in zijn antwoord dat de buitenlandsche
staatkunde oorzaak der crisis geweest was en bestreed
vervolgens Buffet's beschouwingen over de toepassing
der besluiten van 29 Maart. Vervolgens gaf de Erey
einet eene verklaring over zijn aftreden. Het was niet
de vraag of de besluiten van 29 Maart wettig waren,
maar of het nemen van strenge maatregelen aan te
raden was. Ware hij minister gebleven hij geloofde
de onderwerping der congregatiën te hebben kunnen
verkrijgen en zoodra dat doel bereikt was, zou hij een
wetsontwerp op het recht inn vereeniging ingediend
hebben omdat eene oplossing van dat vraagstuk on
vermijdelijk is. Hij had voorzien dat het overgaan
tot strenge maat egelen betreurenswaardige gevolgen
zou hebben hoewel hij hulde bracht aan de verzoe
ning-gezindheid van minister Ferry. Hij verklaarde
te gelooven dat de toekomst aan de republiek be
hoorde mits eene staatkunde van verzoening en be
vrediging gevolgd werd. Ten aanzien van de buiten
landsche staatkunde zeide hij wij willen den vrede
maar een waardigen vrede, zonder snoeverij en zondir
zwakheid. Den lti werd de beraadslaging voortgezet.
Chesnelong verweet aan het ministerie de verbintenis
met den Paus te hebben verbroken uit vrees van den
banbliksem van Gambetta. Dit was eene Jacobijnsche
staatkunde waarmede men steeds verder zou moeten
voortgaan.
Generaal Billon, de bevelhebber der troepen bij de
insluiting van het klooster te Taraseon, verdedigde bet
leger, dat slechts aan de wet gehoorzaamde en een
schoon voorbeeld van gehoorzaamheid gegeven had, ook
wanneer de wet niet behaagde aan hen die met bare
uitvoering belast waren, lie linkerzijde juichte deze
woorden toedoch de rechterzijde lachte spottend.
Laboulaje keurde de staatkundige houding der regee
ring af. Volgens hem hadden de congregatiën zich
niet aan rebellie schuldig gemaakt, zooals minister Eerry
gezegd had. Zo lang de rechtbanken geen uitspraak
hadden gedaan, konden zij niet anders handelen: hun
verzet was wettig geweest. Jules Simon stelde de vol
gende motie voor de. Senaat zich met kunnende ver-
eenigen met eene willekeurige staatkundedie de openbare
rust verstoort gaat over tot de orde van den dag. De mi
nister president kwam op tegen de b schuldiging dat
de regeering zich aan gewelddadigheid schuldig had
gemaakt. De republiek was verplicht vooral voor vrij
heid van geest bij de kinderen te waken. De door de
regeering gevraagde eenvoudige erde van den dag werd
met 141 tegen 137 stemmen, dus met kleine meerder
heid, aangenomen. De verkiezing van een lid in plaats
van het overleden lid Broca is bepaald cp den 25.
In de Kamer werd den 15 de beraadslaging over
de hervorming der rechterlijke macht voortgezet. De
heer Legrand verklaarde goed te keuren de door de
commissie voorgestelde hervormingen, hierin bestaande
de regeering wil de tijdelijke benoeming behalen tot
de eerste voorzitters der hoven van appèl: de commis
sie daarentegen wil haar uitstrekken tot de voorzitters
der Kamers en hoven van eeis'. e instantie. Verder wil
de commissie het aantal zetels, de regeering het aantal
hoven verminderen. In de derde plaats bestaat ver
schil van gevoelen over de regeling der pensioenen en
wachtgelden. De beer Niel daarentegen verwierp de
hervormingen der commissie, omdat hij de onafzetbaar
heid der rechters voor hunne onafhankelijkheid onmis
baar achtte. Den 10 verdedigde minister Cazot zoowel
de vermindering van bet personeel als het aantal der
rechtbanken. De beraadslaging werd tot den lb verdaagd.
GRIEKENLAND. Coumoundouros de minister
president bracht den 13 in de Kamer der afgevaardig
den de diplomatieke stukken mededoor het lid Tri-
coupis den afgetreden minister gevraagdomdat hij
niet zonder bewijzen beschuldigd wilde worden, al vvensch-
te hij geene openbaarmaking welke voor de belangen
van het Rijk schadelijk zou zijn. De minister verklaarde
tot de overtuig'ng te zijn gekomen dat Tricoupis op
eigen gezag had gehandeld met bet leger mobiel
te verklaren en de Kamer bi'een te roepen; dat de
betrekkingen met de mogendheden dergelijke ruaatre
gelen niet rechtvaardigden en dat hij de stukken niet
zou overleggen waaraan de Kamer hare goedkeuring
hechtte.
ITALIË. Het plan van den minister van financiën
tot geleidelijke afschaffing van den gedwongen koers
had op de beurzen te Turijn en Milaan eene crisis
(4)
door Helena.
die waar haar voetstap naakt
Het doode levend en wat leeft gelukkig maakt.
1)a Costa.
„Dat zijn van die sombere stemmingen, die iedereen
wel heeft en vooral een kunstenaar wanneer bij ziet
dat zijn arbeid niet aan het ideaal dat hij zich heeft
voorgesteld beantwoordt."
„Neen, neen, dat is het niet, ik heb dat gevoel
altijd en zelfs het meest te midden van mijne grootste
triomfen en na mijne best geslaagde schilderstukken.
Steeds blijft er een onbevredigd gevoel in mijn hart,
door al den roem der wereld niet aan te vullen en
steeds vervolgt mij de gedachte: Waar leef ik voor?
„Zonderling maar je hèbt toch eene vrouw en mis
schien ook kinderen voor wie je leven kunt."
„Eene vrouw? Neen, die heb ik niet," zei Valerius
langzaam met zulk eene hardheid in zijne stem en zulk
een woest vuur in zijne donkere oogendat zijn ge
heele gelaat er een dreigende uitdrukking van kreeg
en de heer Berns even als Emma er onwillekeurig van
schrikte.
„En ge schreeft mij dat ge gingt trouwen."
„Dat was mijn plan ook maar het is niet gebeurd,
ik zal u alles vertellen, het is de geschiedenis vaneen
groot lijden en een verwoest leven zei Valerius op
bitteren toon.
„Maar je spreekt er misschien liever niet over
„Neen, met anderen doe ik dit ook nooit, zulke din
gen moet men diep diep begraven in zijn hart maar
u wil ik bet wel vertellen."
Hij zweeg eenige oogenblikken en zag peinzend voor
zich uit in den tuin, terwijl bij zich blijkbaar alles wat
er gebeurd wasweer voor den geest bracht. Eerst
ging er eene uitdrukking van woeste, wanhopige smart
over zijn gelaat die echter zeer kort duurde en ter
stond plaats maakte voor zulk eene ijskoude hardheid
dat het scheen alsof er in de ziel van dezeu man nooit
een lieflijke aandoening of eenig teeder gevoel bad
bestaan.
„Zoowat een half jaar voor dat gij mijn laatsten
brief ontvingtbegon hij eindelijk, „waarin ik u mee
deelde dat ik ging trouwen had ik de sckoone schit
terende Bianca ieeren kennen en liefgekregen. Ook
zij beantwoorde mijne liefde en daar wij op niets be
hoefden te wachten besloten wij spoedig te trouwen.
Ik zag in haar een engel van schoonheid en beminne
lijkheid een ideaal van deugd en reinheid zooals ik
mij de vrouw voorsteldedie ik eens beminnen zou.
Gij kent mijn hartstochtelijk vurig karakter dat als
het eenmaal iemand bemintdit niet ten halve doet
dus kunt gij begrijpen hoe mijn geheele ziel in haar
opging, hoe ik haar mijn gansche leven wijdde en mijn
geluk in hare handen legde.
Dat geluk was echter van korten duurwant de
uitverkorene die ik als een hooger wezen vereerde
was geenzins het ideaal, dat ik mij voorstelde, zij was
ijdel en behaagziek en hoewel ik in 't eerst voor die
gebreken blind waswerd ik spoedig genoeg gewaar
dat mijn geluk weldra verwoest zou zijn. Onder onze
kennissen bevond zich ook een rijke graaf, die haar
dikwijls het hof maakte, hoewel hij wist, dat zij met
mij verloofd was zij coquetteerde met hem en toen zij
zag hoe zeer zij daarmee mijne jalousie opwekte, scheen
zij er nog meer behagen in te scheppen en bracht mij
bijna tot wanhoop. Later kwam zij zeker op het denk
beeld, dat een rijke graaf haar toch nog betere positie
in de wereld kon verschaffen dan een laaggeboren schil
der ten minste op zekeren nacht was zij met hem
ontvlucht mij ten prooi aan de diepste vertwijfeling
achterlatend.
Ik leed ontzettend in die dagen zoodat eene zware
ziekte mij aan den rand van het graf bracht en ik
slechts zeer langzaam herstelde. Het leven had echter
geene waarde meer voor mij eene doffe onverschillig
heid had zich van mij meester gemaakt en ik wenschte,
dat ik in mijn ziekte ware gestorven. Ik schilderde
niet meer, stelde in niets behagen en leefde van den
eenen dag op den andereneen waar plantenleven
terwijl ik voor niets anders gevoel had dan voor mijn
smart
Dit duurde langen tijd en toen ik ten laatste begreep,
dat een menscb zóó niet leven kanbesloot ik mij
met allerlei middelen te verstrooien en vatte na alles
tot vervelens toe beproefd te hebben een onzaligen
hartstocht voor het spel opzoodat ik binnen kort
mijn geheele vermogen verspeeld had en al spoedig
diep in schulden zat.
Nadat ik mijne mooie villa verkocht had, verhuisde
ik naar eene kleine afgelegen stad en huurde een bo
venkamertje waar de bedompte atmosfeerwaaraan ik
niet gewend was mij opnieuw op het ziekbed wierp.
Ik herstelde slechts zeer langzaam, omdat ik niet wilde