ISuitcnlnnb
land zoovele eeuwen hebben geleefd? De heer Hanel
wees op de Grieken in het oosten waar dezelfde oor
zaken juist dezelfde gevolgen hebben gehad. En zoo is het
inderdaad. Bestaat dit kwaad, de tijd alleen kan hier
verbetering aanbrengen en om die genezing te bevor
deren is niets doelmatiger dan geenerlei onderscheid
te maken tusschen burgers van denzelfden staatmaar
allen op gelijken voet te behandelen. Daardoor zal
zeker de herinnering aan vroegere achterstelling en
miskenning verdwijnen, en het zenuwachtig jagen naar
rijkdom en uiterlijke onderscheiding het spoedigst ver
flauwen. Daardoor zal ook bij de Joden do neiging of
de hebbelijkheid om zich bij elkander aan te sluiten
en van anderen af te zonderen als tegenover een vij
andelijke macht allengs verminderen. Ook van hen
mag geëischt worden daartoe mede te werken. Met
recht kan thans nog gezegd worden dat zij somtijds
te prikkelbaar zijn te heftig voor elkander partij trek
ken en noodeloos gezamenlijk in de bres springen en
om recht en gerechtigheid roepen, wanneer zij meenen
dat één van hen onrechtvaardig of onbillijk wordt be
handeld. Dit alles is zeer goed verklaarbaar uit hun
vroegeren toestand maar het is onnoodig geworden
waar gelijkheid heerscht voor alle burgers. Het is na-
deelig, omdat het de afscheiding bevordert en aan an
deren aanleiding geeft om hen te blijven beschouwen
als een afzonderlijke gemeenschap waartegen men op
zijn hoede moet zijn. Behandeling op gelijken voet
zal alle achterdocht, alle wantrouwen doen verdwijnen,
en op de gelijkheid voor de wet ook de gelijkheid in
het maatschappelijk verkeer het best en het spoedigs
doen volgen.
DUITSCHLAND. Met algemeene stemmen nam
de bondsraad den 2J zoo bij eerste als tweede beraad
slaging het voorstel van Pruisen aan, om den kleinen
staat van beleg voor Berlijn met inbegrip van Potsdam
en Charlottenbur.; en de districten Teltow Neder-
Barnim en Oost Havelland wederom voor een jaar te
handhaven aan. Den 28 verstreek de termijn waar
voor die staat van beleg geldig was verklaard.
ENGELAND. Parnell deed per telegraaf een be
roep op de bevolking der Yereenigde Staten. Te Cork
zouden 14 personen in hechtenis zijn genomen wegens
deelneming aan een optochtwaarbij op de politie
geschoten werd.
De oogst van kapitein Boijcott wordt zonder stoor
nis ingehaald. Deze week loopt het af.
Te Ballina in het district Maijo kwam het tot een
bloedig gevecht tusschen politie-agenten en de bevolking,
toen de politie een lid van de plaatselijke commissie
van het landverbond, die op een kar de marktbezoekers
toesprak, wilde gevangen nemen, als veroorzakende eene
hinderlijke samenscholing waartegen het volk zich ver
zette. Ten slotte werd hij gevangen genomen.
De ministerraad nam den 25 aan dat geene nood
zakelijkheid bestond tot het nemen van dwangmaatre
gelen ten aanzien van Ierland ot tot het bijeenroepen
van het parlement in December. Een wetsontwerp tot
hervorming van het grondbezit in Ierland zal ingediend
worden, zoMra het parlement bijeenkomt. Yolgens de
Times zou de verdeeldheid in het ministerie opgehou
den hebben te bestaan.
Op eene groote bijeenkomst van liberalen te Bristol, door
onderscheidene parlementsleden bijgewoond werd bij
eene motie de wensch uitgesproken dat de regeering
in bet volgende zittingjaar ontwerpen zou indienen tot
regeling van het grondbezit in bet geheele rijk tot
gelijkstelling van het stemrecht ten platten lande met
dat in de steden en tot verlenging van den tijd der
stemming. Op nieuw werd door een lid aangedrongen
op aankoop der braak liggende gronden door den Staat
en op het beschikbaar stellen dier gronden op billijke
voorwaarden voor de bevolking.
FRANKRIJK. Het instellen van een onderzoek
naar de handelingen van generaal de Cissey als minister
van oorlog is opgedragen aan eene commissie uit de
Kamer van 22 leden. Een voorstel om de behandeling
dezer zaak te verdagen was, voordat besloten werd dat
onderzoek in te stellenverworpen met 249 tegen
215 stemmen. Den 25 werd de voorgestelde eenvou
dige orde van den dag ten aanzien van de interpel
latie over de benoeming v»n den heer Cloué tot minister
van marine aangenomen na een korte beraadslaging
waarbij de minister-president Ferry verklaarde, dat de
tegen den heer Cloué ingebrachte beschuldigingen, dat
hij als marine-prefect te Cherbourg ijverig gewerkt had
in het belang van den minister de Broglie, als reactio
nair op Martinique huis gehouden had en geen ver
trouwen in hem kon worden gesteld, omdat hij behoorde
tot de mannen van 1(3 Meiniet op uitgemaakte feiten
berustten maar alleen op kwaadwillige aantijgingen.
Bovendien had hij zich met het programma der regee
ring vereenigd hij kon volkomen vertrouwd worden en
de republiek kon geen beteren minister van marine
vinden.
Art. 1 der wet op het kosteloos lager onderwijs werd
d~n 25 aangenomen.
De Senaat benoemde dien dag den minister van oor
log den generaal Farre tot onatzetbaar lid met 138
stemmen tegen 128 op admiraal Dupré.
De commissie uit de Kamer, die voorgesteld had. dat
het wetsontwerp t t wederinvoering van de stemming
bij lijsten van den heer Bardoux zelfs niet in overwe
ging behoorde te worden genomen, is den 24 op dat
besluit teruggekomen, door met 17 stemmen meerderheid
te beslissen, dat het bepaald moest worden overwogen.
Het afkeurend oordeel der republikeinsche pers in het
algemeen en inzonderheid van de République franfaise,
Gambetta's orgaan, is zeker niet vreemd aan deze ver
andering van gevoelen. De overgroote meerderheid
bleef zich echter tegen het beginsel verklaren.
Mocht het wetsontwerp tot schorsing der onafzet
baarheid van de rechterlijke macht door den Senaat
aangenomen worden dat zeer twijfelachtig is dan is
zij op 4075 personen toepasselijk 49 bij het hof van
cassatie 1621 bij de hoven van appèl en 2405 bij de
rechtbanken van eersten aanleg. Door de opheffing
van eenige zetels bij de hoven en rechtbanken zal het
aantal leden der rechterlijke macht ook eenige vermin
dering ondergaanin plaats van 1621 bij de hoven
van appèl zullen er ongeveer 1100 en bij de rechtban
ken van eersten aanleg slechts 2150 benoemd worden.
De rechtbank wees den 25 het verzoevan den advo
caat van generaal de Cisseijdie in uniform de zitting
bijwoonde om schorsing van het geding tot na afloop
van het parlementaire onderzoek van de hand.
GRIEKENLAND. Een der meest bekende staats
lieden van dit Rijk, Zaïmisvan 1859 tot 1878 vijf
maal als minister opgetreden en in 1863 belast met
de overbrenging van het bericht dat prins Georg van
Denemarken tot Koning was uitgeroepen is overle
den en met groote plechtigheid begraven. De Koning
en het geheele garnizoen van Athene waren daarbij te
genwoordig. Zijne aanhangers in de Kamer, ten getale
van 10 sloten zich, bij de regeeringspartij aan.
De heer von Radowitz kwam den 22 te Athene aan,
alwaar hij namens de duitsche regeering in een lang
durig onderhoud met minister Koumoundouros den
raad gaf, Griekenland's belangen niet door overijlde
besluiten op het spel te zetten. De vertegenwoordigers
van eenige andere mogendheden hebben in gelijken
geest gehandeld.
ITALIË. Met buitengewonen luister is de 29ste
verjaardag van de Koningin, die van hare langdurige
en ernstige ziekte nu geheel hersteld schijnt te zijn
in het geheele Rijk gevierd. Te Rome werd zij door
de menigtetoen zij zich op straat vertoondeleven
dig toegejuicht en later moest zij zich vergezeld van
den Koning en den lljai'igen prins van Napelswel
driemaal op het balkon van het paleis vertoonen om
te voldoen aan den wensch der menigte. De Opiuione
schreefdat Italië in haar, behalve de Koningin be
groette de scboone en innemende vrouwhet voorbeeld
der echtgenooten eu der moedersde beschermengel
der armen en bedroefden. Tot haar keerden dien dag
alle italiaansclie harten, haar toewenschende een aller
gelukkigst leven en eene regeering in lengte van dagen.
Hare deugden en bevalligheden dwongen zelfs lof af
van hen, die zich vijanden noemen van het Koningschap.
De zittingen van het parlement zijn totnogtoe vrij kalm
gebleven de verwachte onstuimige tooneelen hebben nog
geen plaats gevonden. Bij de behandeling der begrooting
van justitie verklaarde de minister dat omtrent de
bisschoppelijke zetelswelke door den Koning begeven
kunnen worden, eene schikking tusschen het Yatikann
en de regeering tot stand was gekomen. Vóór de be
noeming door den Paus zou de goedkeuring der regee
ring gevraagd worden omtrent de daarvoor in aanmer
king komende personen.
Den 24 werden de beraadslagingen geopend over de
interpellatie betreffende de buitenlandsche staatkunde
der regeering. Eén lid verklaarde het te betreuren
dat Italië deel genomen ha l aan de vlotenbeweging
voor Dulcigno en keurde de handelingen der regeering
af. Giovagnoli vroeg, of de regeering de uit Frankrijk
verdreven jesuïten in Italië zou toelaten. Capo wilde
herziening der wet betreffende het toezicht op personen
om staatkundige redenen. Borghi wees op de revolutio
naire vereenigingen en op de aanvallen van sect.arissen
op militairen. Bartolucci wenschte eenige inlichtingen
omtrent het schrijven van den minister waarbij aan
de uit Frankrijk verdreven jesuïten het verblijf in Italië
verboden werd. Hij wilde hen de vrijheid laten genie
ten die aan alle burgers is toegestaan. Hij had van
den generaal der jesuïten een brief ontvangen, inhou
dende de verzekering dat niet één vreemde jesuït
naar Italië was gegaan. Mussi ontkende, dat te Milaan
bij de onthulling van het geaenkteeken voor de gesneu
velden bij Mentana republikeinsche bewegingen plaats
hadden gehad. Den 25 beantwoordde de minister-pre
sident Caïroli de verschillende vragen en aanmerkingen.
Hij verdedigde de houning der regeering sedert het
berlijnsehe verdrag de regeering stond den vrede voor,
doch toen de mogendheden tot de vlotenbeweging be
sloten kon Italië niet achterblijven. Hij hoopte dat
de Porte zou wijken voor de noodzakelijkheid en de
besluiten van het Congres ten aanzien van Griekenland
zou nakomen. Het berlijnsehe verdrag droeg aan Frank
rijk alleen de bescherming der geestelijken in het Oosten
op maar de andere mogendheden hadden het recht
hare onderdanen te beschermen. In Tunis wilde de
regeering noch een uitsluitenden invloed uitoefenen,
noch dulden. Minister Depretis verklaarde, dat de
binnenlandsche toestand bevredigend was.
OOSTENRIJK-HON G ARI JEDe door ongeveer
8000 personen te Linz bijgewoonde vergadering der
duitsch conservatieve partij verkoos den 22 tot voor
zitter den heer Brurdis en tot ondervoorzitters de
heeren Chorinsky en Riccabora. Nadat onderscheidene
afgevaardigden aan de beraadslaging deel genomen
hadden werd met algemeene stemmen eene motie aan
genomen waarbij als grondslag voor de partij bet vol
gende programma werd vastgesteld handhaving der
grondwet, van vrijheid en orde; uitbreiding van net kies
recht rekening houden met de grieven omtrent het
onderwijszelfstandigheid zonder schending van de
eenheid des Rijksprotest tegen de beweering, dat
de liberale partij alle oostenrijksche duitschers of ook
maar hunne meerderheid vertegenwoordigt; eisch van
vruchtbare werkzaamheid op het terreiD van landbouw
en nijverheid. Daarna werd een voorstel aangenomen
tot gelijkmatige verdeeling der grondbelasting.
Reeds 70 afgevaardigden waaronder Sennyey en
Bitto hebben zich aangesloten bij de nieuw gevormde
partij welke den naam zal voeren van oppositie-partij.
In de volgende week heeft de eerste bijeenkomst plaats.
Vervolg der buitenlandsche berichten in het tweede blad.
zijn pleegvader hem niet vergund had haar te schil
deren had het bekoorlijke beeld zulk een diepen in
druk op hem gemaakt dat bij niet gerust had voor
hij het op het doek had weergegeven. En het was
hem volkomen gelukt, want de liefde bad het genie
van den kunstenaar bezield en hij had zijn geheele ziel
in zijnen arbeid gelegd die wat de opvatting en uit
voering betrof, uitmuntend geslaagd was.
Zij was juist zooals zij op dien avond gestaan bad
in het priëeltje, toen hare buitengewone schoonheid Vale
rius zoo diep getroffen had. Zij scheen te leven zooals
zij daar stond met de eene hand tusschen de bloemen
op de tafel, terwijl de andere een donkere roos omhoog
hield en het zonlicht op het rijke blonde haar speelde.
Die enkele zonnestraaldie als 't ware het geheele
beeld verlichtte en er leven aan gaf, terwijl de achter
grond donker bleef, was met een ware kunstenaarshand
aangebracht en maakte een prachtig effect. Het was
dus geen wonder dat Emmadie zulk een diep gevoel
voor het scboone had, er vol verrukking naar bleef
staren. Zij wist zelve niet hoe bekoorlijk zij er op dien
avond had uitgezien en toen zij dns eenige oogenblik-
ken zonder een woord te zeggen in aanschouwen ver
zonken was geweest, bief zij de oogen op tot Valerius,
die haar met een glimlach stond aan te staren en zei
naiëf„Zoo mooi ben ik niet."
„Veel mooier," wilde hij zeggenmaar hij bedacht
zich en antwoordde,,'t Lijkt toch sprekend en zóó
viel die zonnestraal op je haar en deed het glinsteren
als gouddraad dat trof mij dadelijk toen ik 't zag
maar dat kon je zelve natuurlijk niet zien.
Emma lachte en zei„Wat zal Papa gelukkig zijn
bij heeft zoo dikwijls mijn portret willen maken maar
telkens als hij er aan begon wierp hij moedeloos het
penseel weg en zei treurig dat zijne krachten te kort
schoten."
„Dat wil ik wei geloovendacht Valerius ,,'t pen
seel is machteloos om zóóveel lieftalligheid weêr te
geven."
„Ik ben blij dat ik iets voor je papa heb kunnen
doenhij heeft alles voor mij gedaanzei hij na
eenige oogenblikken terwijl zijne oogen peinzend op
het kunstwerk bleven rusten en het aanschouwen van
die beminde trekken hem met een eigenaardig gevoel
vervulde. Ook Emma stond weer in zwijgende bewon
dering verdiept en riep ten laatste uit: „Hoe prachtig
mooi
Daarop trad zij naar Valerius toe reikte hem hare
beide handen en zei„Ik dank u wel."
Hare oogen straalden van verrukking en het schoone,
naar hem opgeheven gelaat zag er zoo kinderlijk blij
en gelukkig uit, dat Valerius, terwijl hij haar aanzag,
zijn hart luide voelde kloppen en de verzoeking tot hem
kwam, een kus op die lieve, jeugdige lippen te drukken.
Waarom ook niet? Zij zag er zoo kinderlijk uit en zou
daarin niets vinden zij beschouwde hem toch als een
broeder.
Hij hield met zijn ééne band hare kleine handen vast
en sloeg de andere om haar heen hij boog reeds het
hoofd om haar een kus te geven maar neen het
mocht niethij moest zijn woord getrouw blijven en
als een eerlijk man voor zijn pleegvader kunnen ver
schijnen. Hij werd zeer bleek trok haastig zijn band
terug en legde die liefkozend even op bet blonde baar
en zei met een glimlach, die hem ontzaglijk veel kostte:
„Het doet me plezier, dat je bet mooi vindt, zusje."
Daarop wendde hij zich haastig om en liep naar het
venster om zijn strijd en zijn smart te verbergen. Hij
boog zich over Emma's rozen en een diepe zucht ont
snapte aan zijn borstterwijl er een wanhopige droef
heid over zijn bleek gelaat ging, mompelde hij: „Waarom
mag ik niet gelukkig zijn als ieder ander Rust er dan
een vloek op mijn leven
Emma zag hem verwonderd namaar zij begreep
zeer spoedig dat bij leed en met de geneigdheid van
het vrouwelijk hart om smart te lenigen trad zij on-
middelijk naar hem toe ten einde hem te troosten.
Maar wat zou zij zeggen Dat wist zij zelve niet
woorden schijnen soms koud en nuchter als wij voor
eene groote zielesmart staan.
Zij zeide niets maar terwijl zij naast hem stond en
naar hem opzag lag er zóóveel deelneming en gevoel
in hare zachte oogen dat Valerius er door getroffen
werd.
Hij zag haar zwijgend een paar minuten aan, daarop
schudde hij het hoofd en zei bewogen„Je wilt me
troosten, kindlief, maar dat kunt ge niet. Laat er
om mijnentwil geene droefheid in je hart zijn." I
Zijne stem klonk teeder, maar tegelijkertijd zoo ot
uitsprekelijk weemoedigdat Emma de tranen in d
oogen kwamen.
Zij boog het hoofd en toen hij zag hoe de han 1
van den krachtigen man als door ingehouden smai t
trilde drukte zij door een onbewust gevoel gedreve
hare lippen daarop en zei zacht„Och waarom zij
goede menschen niet gelukkig
Wordt vervolgd), i