No. 105. Twee en tachtigste Jaargang. 1880. FEUILLETON, (20) De Macht der Liefde Z A T E IV I) A G 25 DECE M B E R. Prijs der gewone Advertentiën: Dit nummer bestaat uit drie bladen. EERSTE BLAD. (Sebceltc Nationale Militie. £inncul(Utb. ALKMIARSCHE COI KtX Deze Courant wordt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagavond uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden voor Alkmaar 0,80; franco door het geheele Rijk 1, De 3 nummers 0.06. Van 1—5 regels 0,75; iedere regel meer/0.15. Groote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de Uitgevers HERMs. COS- TEB ZOON. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALKMAAR herinneren de belanghebbenden dat op Dingsdag 4, 11 en 18 en op Vrijdag 7 en 14 Ja nuari 1881, des avonds van 57 uren, in een der vertrekken van het raadhuis de inschrijving der dienstpligtigen voor de militie zal plaats hebben alles breeder vermeld bij gedrukte aan plakbiljetten. Burgemeester en Wethouders voornoemd, Alkmaar, A. MACLAINE PONT 23 Dec. 1880. De Secretaris NUHOUT van der VE.EN BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALKMAAR brengen ter algeireene kennis dat het suppletoir kohier voor de belasting op de honden dienst 1880, op 2*2 dezer door den Gemeenteraad vastgesteld met bepaling van 1 Eebruari 1881 als den dag, vóór of waarop de aanslag in eens moet zijn voldaanop heden aan den ge meente-ontvanger ter invordering is uitgereikt. Burgemeester en ethouders voornoemd, AlkmaarA. MACLAINE PONT. 23 Dee, 1880. De Secretaris, NUHOUT van der VEEN. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALKMAAR" Gelet op art. 54 der wet van 29 Juni 1851 (Stbl. No. 85). Brengen ter algemeene kennis, dat de Gemeenteraad in zijne op gisteren gehouden vergadering benoemd beeft voor het jaar 18S1 1°. tot leden der vaste commissie voor de verordeningen, tegen welker overtreding straf is bedreigdde heeren Mr. A. P. de Lange, J. C. Koorn, J. C. Vonk en J. G. A. Verhoef!, van welke commissie de Burgemeester, ingevolge art. 166 der Gemeentewetvoorzitter is 2°. tot leden der vaste commissie van financiënde heeren P. Bruinvis de Lange, C. W. Bruinvis, J. C. Koorn, C. Bosman en J. G. A. Verhoeff, ouder voorzitterschap van den heer J. G. A. Verhoeff; 3°. tot leden der vaste commissie van bijstand in betrekking tot het beheer en onderhoud der plaatselijke werken en eigen dommen, de heeren J. M E. Wellan, H. J. Conijn en P. Bruinvis de Langeonder voorzitterschap van den heer Wethouder P. A. van der Driftdaartoe door Burgemeester en Wethouders tot hun raidden aangewezen 4°. tot leden der vaste commissie in het beheer der wandelingen en plantsoenen, de heeren Mr. A. P. de Lange, J. C. Koorn en C. W. Bruinvisonder voorzitterschap van den beer Burgemeester A. Maclaine Pont, daartoe door Burge meester en Wethouders uit hun midden aangewezen. Burgemeester en Wethouders voornoemd, Alkmaar, A. MACLAINE PONT. 23 Dee. 1880. De Secretaris NUHOUT VAN DER VEEN. P O L I C I E. Ter terugbekoming is aan het Commissariaat van Policie het navolgende voorhanden, als- een knot witte wol, een bruine kous, een lorgnet, een gouden ring, een sigarenkoker, een huis sleutel, een gouden oorbelletje, een portemonnaie met eenig geld. door Helena. die waar baar voetstap naakt Het doode levend en wat leeft gelukkig maakt. Da Costa. Emma antwoordde nietmaar haar hand begon in de zijne te beven en onder de lange zijden wimpers der neergeslagen oogen kwamen de tranen weer op nieuw te voorschijn terwijl de kleine mond zich ze nuwachtig vertrok. Op denzelfden toon ging hij voort, na eenige oogen- blikken gewacht te hebben „Ik heb er misschien de macht niet toe en evenmin het rechtwant ik ben maar een vreemde toch zou die vreemde zijn leven geven om je gelukkig te maken Emma.'' Hij zweeg en boog zich om haar in 't gelaat te zien, dat zij steeds van hem afgewend hield. Hij kon echter geen blik van haar opvangen en fluisterde met harts tochtelijke teederheid „Emma, als je mij lief hebt, verberg het dan niet voor mij want je zoudt er mij zoo onuitsprekelijk zalig mee maken ik kan zonder je niet leven." Onmiddelijk hief zij het hoofd op en een zachte ro zengloed verspreidde zich over haar schoon gelaat waarover een blijde glimlach als een zonnestraal heen- gleed, terwijl hare oogen, die nog vol tranen stonden, vol verwonderingverrukking en tegelijk oneindige liefde naar hem opzagen. STATEN-GENERAAL. Tweede Kamer. In de avondzitting van den 20 zijn de algemeene beraadslagingen over het achtste hoofdstuk der staats- begrooting voortgezet en ten einde gebracht. He heer Kool ontwikkelde bezwaren op krijgskundig gebied tegen de plannen van den minister, en meende, even als de heer Viruly, dat de begrooting eene wettelijke regeling vooruitloopt. De heer v. W^ssenaer verklaarde, in af wachting van een afgerond plan zijno stem aan de begrooting te zullen geven. De minister zeide dat hij, de bedenking van het vorige jaar, dat de begrooting naar de bestaande o ganisatie was ingerichtgedachtig, zijne eigen plannen voor de toekomst had blootgelegd, zonder daarmede de Kamerleden te willen binden. Hij ook wil een geconcentreerd verdedigingsstelselmaar niet zoodat onder alle omstandigheden slechts een enkel deel des lands verdedigd en het overige prijsge geven zal worden. De tijd had hem alsnog ontbroken, de verlangde wetten in te dienen maar hij kon niet doorwerken aan organisation indien de bestaande on voldoende organisatie behouden bleef. Wat het finan- ciëele betreftwas deze begrooting lager dan die van de jaren 1377, 78 en 79. De heeren Kool en v. J. Schrieck antwoordden kortelijk. De heer Boëll maande tot voorzichtigheid aan met "de voorstellen der militaire oppositie hij wilde het goede om het betere niet af wijzen en de verbeteringen die aangeboden worden aannemen. Den 21, bij de artikelsgewijze behandeling, werd door den heer Kool bij art. 82 (aanschaffing van kanonnen 299,000) gevraagdwaarom de minister voor het fort te IJmuiden niet even zware kanonnen voorstelde als voor het fort op de Harssens. De minister antwoord de dat laatstgenoemd fort door diepgaande schepen zeer dichtbij kan genaderd worden en het dus stukken van 30% duimen vereischtmaiir datzoolang het fort bij IJmuiden, dat bovendien veiliger ligtverdedigd wordt, geen zware pantserschepen zich zullen wagen in het nauw vaarwater binnen de havenkom zoodat daar stukken van 24 d. voldoende zijn. Het artikel werd met 54 tegen 16 st. goedgekeurd. Op art. 86 (verde digingsstelling 244.500) werden amendementen voor gesteld door de commissie van rapporteurs tot ver mindering met 65000, voor aankoop van terrein voor het bouwen van eene kazerne te Arnhemdoor den heer Lenting tot vermindering met/202,000, verbete ring der Willemskazerne te Arnhem en bouw eener kazerne voor de bereden wapens te Amersfoort. Laatst genoemde wilde geene gelden voor eerste termijnen toestaan, zonder volledige begrootingen voor zich te hebbenen de commissie wilde geene uitvoering geven aan kazerneeringsplannen alvorens de Vertegenwoor diging zich met 's ministers dislocatieplannen vereenigd had. De minister verklaardedat de bedoelde ka zernes onder alle omstandigheden noodig zullen zijn dat de aanneming der posten niet prejudiciëert op de toe komst en dat een volledig plan van te bouwen kazer nes zeer moeilijk te geven is. Het amendement-Len- ting werd verworpen met 42 tegen 38 wat Arnhem met 45 tegen 35 st. wat Amersfoort betreftdat der commissie betreffende Arnhem daarentegen aangenomen met 60 tegen 20 st. Op art. 88 zijn aangenomen de beide amendementen der commissie tot vermindering der uitgaaf van 4500 voor een privaat in de kazerne te Gouda met f 2500, en tot schrapping der f 285,000 voor den bouw eener cavallerie-kazerne en stallen te Haarlem beiden met 62 tegen 18 st. Op de vestingbegrooting, aangenomen met 69 tegen 10 st., zijn aangenomen de amendementen der com missie tot vermindering met 2% ton voor de stelling Amsterdam, met 75 tegen 5 en tot schrapping van 3 ton voor de verbetering van de stelling op den zuide lijken oever van het Hollandsch Diep en het maten van een werk bij Willemsdorp met 72 tegen 8 st. Hoofdstuk VIIIa 21,082,000 is daarna goedge keurd met 52 tegen 29 st. Den 22 zijn aangenomen met alg. st. de ontwerpen tot wijziging der begrooting van het domeinfonds voor 1879 en tot verlenging van den termijn van herziening der wet op de weeg- en meetwerktuigen met een jaar, zulks na verwerping van amendementen der heeren. Rombaeh en Viruly om den termijn een halfjaar of 2 jaren te verlengen. Daarna kwam de begrooting van waterstaat aan de orde waarover de heeren Bastert v. Baar, DijckmeesterOorver Hooft, Schimmelpen- ninck v. d. Oye, v. d. Sehrieck, de Bruynv. Osen- bruggen Rutgers, Heydenrijek de Beaufort, Sickesz, Wintgens, Tak v. Poortvliet, Insinger, v. d. Linden en Schepel het woord voerden. De eerste spreker drong aan op waterstaatswettende heeren Oorver Hooft Wintgens en v. Baar keurden de opdrijving der uitga ven af, de laatste tevens het gemis van het allernoo- digste voorziening in den toestand van Noordbrabant. Daarop werd ook aangedrongen door de heeren v. d. Schrieck en de Bruyn. De heeren Dijckmeester en Schimmelpenninck voerden daartegen aan dat de slui ting der Heerewaardsche overlaten het kwaad slechts verplaatsen en bedenkelijke gevolgen voor Gelderland en Zuidholland, waar het land zo iveel kostbaarder is heb ben zou. De heeren Rutgers en Insinger drongen aaa op herziening van het tarief voor reis-en verblijf kosten, de heer Tak v. Poortvliet op het voltooien van don rotterdamschen waterweg en het tot stand brengen eener betere verbinding van Amsterdam met den Rijn. De minister beantwoordde de sprekers hij erkende het hooge eindcijfer maar meende, dat op het gebied van openbare werken wel wat verzuim moest ingehaald wor den hij verklaarde van de noodzakelijkheid der ver- boterde waterwegen overtuigd te zijn en eene afzon derlijke voordracht tot voorziening in Noordbrabant te zullen doen. 's Avonds zijn de artikelen behandeld. „Is het waarheid, wat die oogen mij zeggen, Emma Is dat liefde niet die welke de zuster den broeder maar de vrouw den man schenkt, wien zij haar leven wil wijden P" Als eenig antwoord lei ze hare andere hand ook in de zijne en in deze eenvoudige kinderlijke beweging lag zóóveel teedere en innige liefdedat Valerius zijn hart van een ongekend zalig geluk voelde kloppen. Hij zag haar eenige minuten met een langen tee- deren blik aan en fluisterde „mijne Emma Daarna boog hij het hoofd en drukte hare kleine handen hartstochtelijk aan zijne lippen. Geen van beiden sprak daarna het scheen dat hun nieuw jong geluk te groot voor woorden was maar zij ston den eenigen tijd hand in hand naast elkaar zijmet een gelukkigen glimlach naar hem opziende en hij de donkere oogen vol eerbiedige liefde, zooals men iets heiligs vereertop het reinonschuldignaar hem opgeheven gelaat, gevestigd. „Waarom was je straks zoo koel bij het afscheid nemen?" vroeg Valerius ten laatste. „Als ik niet toe vallig teruggekomen was, om mijn portret, dat ik ver geten had te brengen zou ik niet geweten hebben dat je mij lief hadtEmma, en dan waren wij mis schien voor altijd gescheiden geweest." „Ik dacht dat ge van een ander hieldt," antwoordde zij zacht„en ik was zoo bang dat ge er wat van be merken zoudt." Valerius wilde antwoorden, maar juist op dit oogen- blik trad de heer Berns de kamer binnen. Emma liet dadelijk Valerius' hand los en kwam uaar haar papa toeloopen, terwijl zij met een blijden uitroep hare armen om zijnen hals sloeg. Hij weerde haar echter zachtkens af en zijn oog bleef dreigend en toornig op Valerius rusten die on bewegelijk op zijn plaats was blijven staan en onwille keurig den blik voor dien van zijn pleegvader neersloeg, want nu eerst kwam de gedachte bij hem op dat hij tegen diens wil gehandeld had door Emma van zijne liefde te spreken. De heer Berns liep naar zijn pleegzoon toebleef vlak voor hem staan gevolgd door Emma die niets van haars vaders toornigen blik begreep en zei„Wat moet ik denken van je vertrouwelijke houding waarin ik je bij mijne dochter aantref, terwijl je in stilte met een ander geëngageerd zijt." Valerius stond als versteend van schrik en zag zijn pleegvader ontsteld aan. Hij wilde antwoorden maar hij zag hoe Emma op eens doodsbleek werd en met een hartverscheurenden kreet uitriep „Laura Dan is het toch waarDaarop sloeg zij beide handen voor het gelaat en zou gevallen zijn als Valerius niet snel ware toegeschoten en zijn arm om haar heen had geslagen. De heer Berns trad hem echter in den wegduwde hem onzacht ter zijde en wierp hem op driftigen toon de harde woorden toe„Terugraak haar niet aan Eerlooze Is dat je woord houden. Valerius deinsde ontzet achteruit; hij werd doods bleek en zijne groote, donkere oogen schoten vlammen; hij balde zijne vuisten en hijgde naar adem bij deze vreeselijke beschuldiging. De heer Berns zag hem niet aan maar wijdde al zijn aandacht aan Emma, die hij zacht naar de canapé leidde en liefkozend over het blonde haar streelde. Zij was niet flauw gevallen, maar zag nog zeer bleek

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1880 | | pagina 1