EEN EDEEMARTER, No. Drie en tachtigste Jaargang. 1881. VV O ENSDAG 5 JANUARI. FEUILLETON, Prijs der gewone Advertentiën iSuitcnlciub. De geharnaste kunstkenner. ALRMAARSCHE COURANT. Deze Courant wordt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagavond uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden voor Alkmaar f 0,80; franco door het geheele Rijk f 1, De 3 nummers O 06. Van 15 regels 0,75; iedere regel meer ƒ0.15. Groote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de Uitgevers HERMs. COS- TER ZOON. v an alle zijden worden pogingen in het werk ge steld de nood der overstroomden in de provincie Noord-Brabant eenigszins te lenigen. Giften hier voor bestemdzullen ook de Uitgevers dezer Cou rant in ontvangst nemenen deze aan den Com missaris des Konings in Noord-Brabant worden overgemaakt. Van het ontvangene zal in deze Courant mede- deeling geschieden. Lijst van brievenwaarvan de geadresseerden onbekend zijn, verzonden gedurende de 2e. helft der maand November 1880: K. Wit, Alkmaar; Serbes, Amsterdam; P. de Bruijn Sr., R. de Goeje, 's Gravenhage; Kertens Heilo; S. Hartman, Kolhorn J. van der MeulenNoordscbarwoudeKamphuis, Osdorp G. MuntOudorp. Bergen: S. ÓlgersAkersloot. Eg mond aan Zee: II. Erancisca Coster, Alkmaar. Heer Hugo Waard: H. StolpKoog a|d. Zaan. BRIEFKAARTENM van den Burg, Amsterdam. P O L I C I E. Ter terugbekoming is aan het Commissariaat van Policie het navolgende voorbanden als een lederen halsband eenig brei werk een wollen bandschoeneen dek, een onderstuk van een gouden oorbelletje met franje, een handschoen, een roodbonte zakdoek en een zwarte damesdoek. BELGIE. Het onlangs besproken wetsontwerp tot vaststelling van de hoegrootheid der lichting voor 1881 is door de Eerste Kamer, ca eene onbeduidende be raadslaging aangenomen met 25 tegen 14 stemmen. Elf leden der rechterzijde onthielden zich. Door de regeering werd in dat collegie verklaard, dat een ernstige verbetering der waterwerken in ver band met de overstroomingen der laatste dagen in aantocht was. De rechtbank te Kortrijk behandelde dezer dagen het vroeger medegedeelde verzet tegen de ontruiming te Heuie van een schoollocaal bij eene clericale vereeni- ging- wederrechtelijk in bezit gebleven, door een bizon deren regeeringscommissaris en twee hem vergezel lende gendarmen. De inwoners hadden die ambtena ren met steenen graszoden enz. geworpen waarop de gendarmen zich verdedigd haddenmet dat gevolg dat één gedood en één zwaar gekwetst was geworden. Bij de behandeling der zaak trokken bijna alle ge tuigen hunne vroeger bij bet onderzoek der zaak afge legde verklaringen in. Het openbaar ministerie behield zich zelfs voor, den pastoor van dat dorp te vervolgen wegens het afleggen van een valsche getuigenis en gaf in zijn requisitoir tot schuldigverklaring van alle be klaagden met inbegrip van den kapelaan, te kennen dat hij die gendarmen voor hun moedig gedrag zou voordragen voor eene bizondere belooning. DUITSCHLAND. De Köln. Zeitung verdedigt de wijze van oorlog voeren der Boeren tegen de naar hare meening onrechtvaardige verwijten der engelsche bladen en vraagt dan wie aan de engelschen die beweren bij uitnemendheid een vrijheidlievend volk te zijn het recht gaf, geen barbaren, maar een europeeschen stam te onderwerpen die niets van hen weten wilde en reeds het ergste geleden had, om hunne heerschappij te ontgaan Klopt Gladstone's warme hart alleen voor Montenegrijnen Grieken en dergelijke volkeren, die nog bewijzen moeten, dat zij zich beschaafd kunnen ge dragen Zoo Engeland met zijne overmacht de Boeren wil onderwerpen dan gelukt dit zeker, tenzij, behalve de Basoeto's, nog andere stammen hen helpen, doch de engalsche belastingschuldigen mogen zich eerst wel eens goed bedenken alvorens een ongerechtvaardigden oorlog toe te juichen welke schatten zal kosten en in bet gunstigste geval de engelsche wapenen toch niet tot eer zal strekken. Daarna laat het blad eene ver taling volgen van het nederlandsche adres betreffende den opstand in de Transvaal aan het engelsche volk. Onder de bij den Bondsraad verwacht wordende wetsontwerpen behoort een ontwerp tot beteugeling van het misbruik van sterken drank. De Keizer hield den 1 bij de gewone nieuwjaarsbe zoeken geen aanspraak maar knoopte na den afloop alleen met enkele personen een gesprek aan. ENGELAND. Den 30 werd de behandeling van het geding tegen Parnell e. s, weder hervat en voort gezet. De procureur-generaal heeft getracht te betoo- gen dat er nauw verband bestond tusschen de han delingen der beschuldigden en de in den laatsten tijd in Ierland gepleegde misdaden. Door het aanhalen van allerlei zinsneden uit hunne redevoeringen trachtte hij het bewijs te leverendat zij tot opstand hadden aangespoord. Den 31 ging hij daarmede voort en bracht hij zijne beschuldigingen ten einde. Daarna be gon de voorlezing der stenographische verslagen van de door de beschuldigden in verschillende bijeenkomsten gehouden redevoeringen. Te vergeefs was door de verdedigers tegen die voorlezing bezwaar gemaakt. De verdere behandeling werd op 3 Jan. bepaald. Te Du blin werd verzekerd dat de beschuldigden voor zoo veel zy leden van het parlement zijn de opening daar van zullen bijwonen. Alle tegen 31 Dec. en 1 Januari belegde bijeenkom sten betreffende het aanhangige vraagstuk werden bij besluit van den Onderkoning verboden. Den 31 werd ministerraad gehoudendie door alle ministers werd bijgewoond. FRANKRIJK. Te Parijs bestaat de gewoonte dat de ministers den laatsten dag van het jaar ont vangen de tot Kunne departementen behoorende amb tenaren. De prefect van politie hield bij die gelegen heid tot den minister van binnenlandsche zaken eene redewaarin hij verklaarde overtuigd te zijn naar het hart van al zijne mede-ambtenaren te spreken, wanneer hij verzekerde dat zij allen aan de republiek gehecht wa ren en vertrouwen in hem stelden wetende dat hij hen beschermen zou tegen onverdiende aanvallen. In zijn antwoord betuigde de minister zijn dank voor die verzekering. Alle ambtenaren der prefectuur hadden zich het vertrouwen der regeering waardig gemaakt vooral bij de moeielijke omstandigheden waarin men voor korten tijd verkeerd had. Vooral had deafdeeling voor de algemeen© veiligheid getoond op de hoogte harer taak te zijnwaardoor de regeering ook hare taak behoorlijk had kunnen vervullen. Gambetta's orgaan, de République fran9aise behan delt in een hoofdartikel de wijze waarop de Senaat zijne taak tot heden heeft opgevat en geeft, na het gebeurde met het amendement Brisson op de begrooting van ontvangsten te hebben herinnerd o. a. te kennen, dat het zoo niet kan voortgaan. Ieder die met de stem ming der Kamer en van het land bekend iszal toe stemmen dat de Kamer den 27 den uitersten grens van toegeven bereikte en dat men van de afgevaardig den niet altijd kan vorderen, dat zij de best ontworpen wetten zullen verknoeijen, omdat de Senaat goed vindt anders te handelen, dan de Kamer, want dat dit eigen lijk de groote drijfveer van de meerderheid van den Senaat is. De Hooge Raad voor de gevangenissen, waartoe o.a. tot heden behoorden de aartsbisschop van Parijseen abtde opperrabijn en de president van bet hervormd consistorie te Parijs, is hervormd. Hij zal voortaan be staan uit 30 in plaats van uit 15 leden doch alle geestelijken zijn uitgesloten. GRIEKENLAND. Den 31 vroeg Tricoupis, de afge treden minister, aan den tegenwoordigen president-minis ter Ooumoundouros in de Kamer opheldering omtrent heb vraagstuk der grensregeling met Turkije. Volgens hem zou een scheidsgericht het afbreken van den arbeid der berlijnscbe conferentie beteekenen. Europa zou het protocol daarvan kunnen verscheuren maar gedrenkt met het bloed der Grieken. De minister-president ant woordde, dat de regeering aan de Kamer en bet volk niet behoefde te vragen, welk antwoord op bet voorstel betreffende het scheidsgericht moest gegeven worden. Op eigen verantwoordelijkheid had zij gehandeld en Europa had begrepen, dat zij in staat zou zijn zijn besluit uit te voeren. De belangen en de eer van Grie kenland zouden krachtig verdedigd worden. Nadat de minister betoogd had de noodzakelijkheid van het aangaan eener leening in het belang van 's lands welzijn en grootheidwerd bij eerste lezing met zitten en opstaan goedgekeurd het voorstel tot het aangaan eener leening van 120 miljoen drachmen. De begrootingscommissie heeft zich eenparig verklaard voor onmiddelijke toebereidselen tot uitvoering der be sluiten van de berlijnscbe conferentie. (i) (Naar het Hoogduitsch.) I. De hemel was zwaar bewolkt, maar niet zóó dicht, dat de ondergaande zon niet in staat zou zijn geweest, tusschen sommige wolkenmassa's door, bare laatste bloed rood© stralen naar het aardrijk te zenden. Daar, waar zij de golven van den breeden rivier troffen die lang zaam en statig door de vlakte zijnen weg vervolgde fonkelde het water met een rossigen gloed. De glas ruiten van geheele rijen huizen aan den stroom gele gen, ontvingen mede, als afscheidskus van het langzaam verdwijnende hemellichaam, zulk een hellen weerschijn, dat zich het oog onwillekeurig als verblind afwendde en waar de stralen door de vensters heendrongen, over goten zij het vertrek tot in de verste hoeken met een roodachtig licht. Dit laatste was ook het geval in eene ruime voor kamer met gesneden eikenhouten meubelen, in renais- sance-stijl, zilver grijs fluweelen behangsel en smaakvol gerangschikte tropheëenmaar ze vonden op dezen novemberavond een geduchten mededinger in het helder opflikkerend vuur in den open haard, waarin de onrus tig dwarrelende vlammen, spookachtige, geelroode figu ren teekenden op de wanden van het vertrek. Zonderlinge lichtschakeeringen wierp deze gemengde verlichting op harnas en beenstukken op metalen halskraag en helm der wapenrusting die onder twee gekruiste vreemd soortig gevormde hellebaarden, tamelijk hoog, aan een der wanden der kamer was opgehangen. Want, terwijl het metaal aan eene zijde, waar het door het licht van het haardvuur werd beschenen, hier en daar eene bloed- roode kleur ontving als hadde zijn meester het korte lings in den strijd gedragen en nog geen tijd kunnen vinden om het te doen reinigen van het bloed der ver slagen vijandenschitterde het staal aan den anderen kant, onder den invloed van het allengs matter wordend zonlicht, als zuiver goud, alsof het in orde was gebracht voor een feestelijk tournooi. Tegenover deze wapenrusting bevond zich eene derge lijke tropbee eveneens bestaande uit helm zwaard en kuras, maar verscheidene eeuwen jonger dan de eerste. Het borststuk had de nieuwstevoorgeschreven vorm van de uniform der pruisische kurassiers op de schou derstukken waren officiers-epauletten bevestigd en de smalle zilveren bandelier liep van den linkerschouder dwars over de borst. Boven op het kuras prijkte de helm, getooid met den welbekenden zwevenden adelaar, terwijl degen en scheedezware en lichte cavalerie- sabels en een paar zware ruiterpistolen de trophee voltooiden. De eigenaar dezer zaken stond aan het venster, met de rechterhand leunende op de lambrizeering. Hij droeg den eenvoudigen rok van het militair klein tenue; zijne gestalte was voor eenen kurassier niet grootveeleer sierlijk al waren borst en schouders hoog gewelfd en breed. Het jeugdige baardelooze aangezichtslechts door eenen lichten blonden knevel overschaduwd, had een in 'toog loopend frissche kleur, terwijl hoogblond haar den smallen schedel bedekte. Om den kleinen mond lag een trek die meer aan goedhartigheid dan aan vastheid van karakter deed denken, en zijne groote, helder blauwe oogen keken zorgeloos en vergenoegd in het ronde. De tweede persoon die zich in de kamer bevond was, ten gevolge der onvoldoende verlichting niet zoo gemakkelijk te herkennen. Het was een heer in burger- kleeding, die zicli op de sopha met rechte, steile leu ning die meer beantwoordde aan do eisehen van den stijl, welke in het geheele vertrek heersckte, dan wel aan die van het gemak der bewoners eene zoo ge makkelijk mogelijke ligplaats had uitgezocht, want de achtelooze houding waarin hij zich op bet meubelstuk had uitgestrekt, kon werkelijk eerder liggen dan zitten worden genoemd. Voor zoover men het onder deze omstandigheden beoordeelen konwas het eene slanke, mannelijke gestalteeen gelaat met scherpgeteekend profieldonkere en verstandige oogenen ware het in de kamer wat helderder licht geweest, zon het dadelijk opgevallen zijndat hetzelve vrij wat meer zelfbewustzijn en energie verrieddan dat van den jongen officier aan het venster. „Hoe dat alles zoo gegaan is, vraagt ge, vriend von Martens?" zeide laatstgenoemde. „Dat is niet zoo spoedig en met weinige woorden verteld. Ook zijt gij eigenlijk eerat aan de beurt om mij de redenen mede te deelen die u hebben genooptzoo onverwacht naar onze grensprovincie en dit afgelegen Oostburg te ver huizen." „Na, dit geheim is met een paar woorden te ver klaren lachte de heer von Martens „Door den dood van een verwijderden bloedverwant ben ik een vermo gend man geworden die in staat isden staatsdienst met al zijn kleingeestige instellingen vaarwel te zeggen, en gobeel voor zijn genoegen te leven. Mijne grootste liefhebberij is van mijne jeugd af aan geweest om op eigen grond en in eigen huis te leven en als welge steld landedelman mij aan den landbouw te wijden. Daarenboven ben ik verzot op eene bezitting met bij- behoorende uitgestrekte en wildrijke bosschen en iets dergelijks ban ik zonder twijfel hier eerder machtig worden dan bij onswaar de grond tegenwoordig ont zaggelijk hoog in prijs is." „Daarin hebt ge gelijk," stemde de officier toe, „evenwel moet gij niet vergeten dat ge hier aan quali- teit verliest, wat ge in quantiteit wint. "Wel is waar vindt men hier enkele goede gronden, en ontbreekt het ons niet aan voldoenden aftrek onzer produkten, maar toch heeft een landeigenaar vaak met onaangenaamheden te kampen waarvan in de noordwestelijke deelen van

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1881 | | pagina 1