EEN EDEEMARTER. No. 5 Drie en tachtigste Jaargang. 1881. W O i: i\ S I) A G as 12 JANUARI. FEUILLETON. Prijs der gewone Advertentiën Nog kwamen de volgende giften in voor de wa- tersnoodlijdenden C. f 1.Wed S. 1.Gr. 1.N. N. 5,van de Vijfclub i 2.50; N. N. f 10. Totaal bedrag van hetgeen tot heden ontvangen werd 116.154 UMHAItSUIi; COIIBANT. Deze Courant wordt Diasdag-, Donderdag-en Zaterdagavond uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden voor Alkmaar f 0,80; franco door het geheele Rijk 1, De 3 nummers 0 06. Van 15 regels 0,75; iedere regel meer f 0.15. Groote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de Uitgevers HERMs. COS- TER ZOON. De manschappen van de Spuiten No. 1 en 2 kunnen hunne belooning over de maanden September, OctoberNovember en December 1880 afhalen ten kantore van den gsineente ontvancer, op Woensdag en Donderdag 12 en 13 dezer, van 's morgens 9 tot des namiddags 1 uur. Uilenrust, 8 Januari 1881. Waarde Uitgever Komt in den zomer deze of gene vriend mij op (Ji- lenrust nog wel eens bezoekenin den winter, wan neer de wegen slecht zijn zie ik bijna geen sterveling. Gij zult mijne vreugde dus kunnen begrijpen toen ik op 30 Dec. laatstleden de tijding ontving, dat mijn oom, IIar men Praatgraag, bij mij oudejaarsavond zou houden om zoo luidde zijn schrijven ,het stervende jaar 1880 nog eens op zijne mij bekende wijze te bespreken en het aanvangende jaar 1881 te verwelkomen. En gij zoudt die vreugde nog beter kunnen begrijpen wanneer gij wistwie mijn oom Hamen Praatgraag was. Alvorens een overzicht te geven van bet op dien oudejaarsavond tusschen hem en mij besprokene, wil ik u eerst met een enkel woord omtient hem zeiven iets mededeelen. Harrnen Praat graag is een goede zestiger, ongehuwd en dientengevolge behebt met al de goede en slechte eigenschappen aan ongehuwde personen van dien leeftijd eigen een man met een zeer eigenaardige levensbeschouwing H;j kan zich niet dadelijk vereenigen met nieuwe uitvindin gen en met veranderingen in bestaande toestanden en behoort min of meer tot dat soort- van menschen die eenmaalzonder dat zij zelv^n weten waarom tot de overtuiging zijn gekomendat de tegenwoordige tijd veel slechter is dan de vroegere. Een zijner gelief koosde beweeringen is bij voorheeld dat de jongens in zijn jeugdigen tijd veel minder ondeugend waren dan tegenwoordig; dat bij hem en zij e vrienden vol strekt niet opkwamen de ondernemingendoor de schooljeugd thans uitgehaald wordende doch wanneer men hem dan vraagt waarde oom behoordet gij oii uwe vrienden tot die brave Hendrikken die gekleed in eene nette hes, voorzien van een zwart lederen riem met een zt-er net dasje en een wit boordje om den hals als een uithangbord voor een kleermakers- w nkel kunnen dienen dan wordt hij verontwaardigd en geeft hij binnen weinige oogenblikken zoovele ver halen van gebeurtenissen ui. zijne jeugd, dat men bepaald begint, te twijfelen aan zijne plechtige verzekering dat hij in dien tijd zooveel braver was Hij is, om een ander voor beeld re noemen tegenstander van briefkaarten want een postdirecteur en een brievenbesteller behoeven niet te weten dat hij een kistje sigaren eene zwarte rok of een hoed te Amsterdam besteit. Alsot die menschen eenig belang in dat schrijven zouden stellen en uPof zij niets anders te doen hebben dan dergelijke brie:- kaarten te lezen Hij ontvangt zelden een telegram doch, wmneer hij een telegram ontvangen heelt, is hij het overige van den dag niet cp zijn gemak eu vertelt het aan de geheele wereld in de vaste meening verkeerende dat de wereld daarin eenig belang stelt, Toen hij mij dus meldde, dat hij op zijne wij/.e het jaar 1880 wilde bespreken was ik recht in mijn schik want ik was overtuigd iets vreemds te zuilen hoeren. Oudejaarsavond, klokke acht, zat ik met mijne vrouw bij de haai d die het vertr k likker verwarmde, toen voe stappen in den tuin mij zijne komst verrieden. E11 weldra stapte hij ontdaan van jas en hoed de kamer binnen. Na plaats te hebben genomen, stak hij dade- 1 ijk een lange pijp op. onder het zeggen, dat daar niets boven ging want sigaren waren soms wel smakelijk maar verhelderden zijn denkvermogen niet zoo goe 1. Zoodra de kamer met rook gevuld was en hij een ko,> thee had gedronken, verklaarde hij zijn gevoeien o er het jaar 188* te zullen uitspreken. Wat de boogere (zoo noemt hij de buitenla dschej staat unde betroi was het in 1880 even gemeen-* boel geweest, als in vroegere jaren. Belangrijke v-aagstukken waren onopge lost gebleven. Alleen hadden de gro te mogendheden een zeer gek figuur geslagen door de kibbelarijen met Tur kije over het griek-che en montenegrijnsche vraagstuk, het laatst genoemde meer bekend onder den naam van Dulciguo vraagstuk Turkije had een loopie met hen genomen en hoewel telkens vernomen wor t, dat liet lurksche rijk ineen zakt eu uit elkander zal spatten w was het toch de .raag, of dat oogenblik wel zoo spoe dig zou zijn aangebroken. Een regeering die zulke blijken van levenskracht geeft, is nog zoo onbete kenend niet. litj vergeleek den toestand van dit rijk met dien van een kindtrio vermogend man of eene zeer bemiddelde vrou waar dageliks de erfgenamen komen hooren natuurlijk uit belangstelli'ghoe het met den zieke gaar, Vraagt men deze erfgenam m naar den toestaud van den zieke, dan ontvangt men altijd een antwoord, waarbij de toestand veel er zei- wordt opgegeven dan hij werkelijk is, in het vooruitzicht van de verdt-eling der erfenis, fin zoo beschouwen de mogendheden Turkije ook ais stervende uit verlangen om ieder een d -el van dat rijk in te lijven. Ik verklaarde met die beschouwing in te stemmen doch veroorloof e mij alleen de vraag, of hij niet dacht, dat bij de verdeeling van dat rijk de Harem ook ver deeld zou worden en of' er onder de ministers van builenlandsche zaken en gezanten der verschillen ie rijken niet zouden zijn die bij die verdeeling gaarne een handje wilden helpen? Getn gekheid, neefje, denk aan de tegenwoordigheid van je vrouw, hernam hij lachende, gij zoudt misschien mede willen deelen en nu benijdt gij die staatslui. Maar laat ons vervolgen. Wij zijn nog niet aan het einde. Als één rijk zijne trekken thuis krijgt dan is het Engeland. Het had voortdurend de handen vol. Ierland Afghanistan en ten s'otte maar daarom niet het minste, de Transvaal, geven dat rijk heel wat te doen. Men hoort en leest altijd veel van engelsche zakkenrollers deze lieden heb ben eene soort van vermaardheid en de engelsche staats- lie len schijnen op die vermaardheid naijverig te zijn, want zij oefenen in het groot uit, wat gene in liet klein doen. Het is te ho en dat h n eens voor goed dat stelsel van inlijven afgeleerd wordt. Volkomen toegestemd, waarde oom, mocht aan de Transvaal die eer te beurt vallen dan zou in alle openbare gebouwen in Engeland en vooral in het parlement een gedenksteen moeten worden geplaatst met het opschrift, Recht boven macht, en daaronder Thansvaal 1880, opdat geen engelschtnan, lid van het parlement of minister, ooit omtrent o ie zaak onwetend- neii zou kunnen voorwenden, en die gedenksteen steeds t t een waarschuwend voorbeeld zou kunnen strekken, «as er ooit weder sprake van eene inlijving. Bedaar wat, kwam mijne vrouw tusschen beiden, het is oud jaarsavond blijf in vergevensgezinde stemming, steek een versche pijp op (daarmede mijn oom bedoe lende want ik rook nooit.,) drink een glas wijn en ga dan ove - tot de behandeling van een ander rijk waar bij het hollandsch bloed niet zoo snel door de adren behoeft te vloeien Ons beider antwoord was dat wij bij het overige ook vrij kalm konden blijven waarna oom voortging Frank rijk blijft Frankrijk; of het verstandig was, de deelne mers aan de commune (die bij oom slecht aangeschre ven staan om hunne bizontlere voorliefde voor petro leum bij netn gaat niets boven waskaarsen) terug te o-pen eu een deel der geestelijken weg te jagen, kon li met zeggen hij hield zoo min van die eene als van die andere s >ort van lui, ai zou hij met laatstgenoemde liever liet middagmaal gebruiken dan met eerstgenoemde, doch in ieder geval vond hij zeer onverstandig het stelsel \an verdachtmaking, dat daar meer eu meer in zwang 'kwain en waardoor Erankrijk's beste zonen werden beklad en miskend. Het eendracht maakt macht mocht daar wel eens in herinnering gebracht worden. Ook 111 Duitscliland zou die herinnering niet kwaad zijn op het gebied der wetgevende macht. Men kan toch geen oog h mden op het aantal partij-groepen dat tegenover e kander staat, en wanneer het zoo blijft voortgaan, zal het tot de zeldzaamheden gaan behooren dat een partij uit meer dan één lid bestaat. Bovendien gaat de jacht op sociaal-demoeraten steeds voort. Dat die mensehen beginselen verkondigden, waarvan hij een afschuw had, mocht geen reden voor hem zijn oin ■lie jacht goed te keuren en hij hoopte, dat in 1881 zoowel dat zaakje als het zaakje met den Paus ia orde kwam. (4) (Naar het Hoogduitsch.) Hij stond op, toen de amazone de manege verlaten had en toen zij ten tweede male verscheen om het publiek met eene elegante buiging voor het donderend applaus te bedanken klapte niemand luidruchtiger in de handen dan hij. Daarna maakte hij eene beweging, alsof hij zijne plaats verlaten wilde maar zich op eens bedenkend ging hij weêr zitten en bleef de volgende nummers tot aan het einde der eeiste aldeelingbedaard aanzien, ofschoon zijn gelaat duidelijk verried, dat. hij met zijne gedachten elders was. Met e< n verhelderd gelaat stond hij bij den aanvang der groote pauze op en wendde zich naar het buffetwaar de handige eige naar niet alleen nezorgd had voor eene groote ver schei denheid van \e frisschende dranken, maar tevens eene prachtige verzameling bouquetten van levende bloemen op een tafel had tentoongesteld. De heer v. Martens koos, na lang zoeken, er een uit van heerlijk geurende witte rozen met eene donkerroode camelia in het mid den. Evenwel maakte hij geen haast met zijn koop naar zijne plaats terug te keeren zelfs niettoen de muziek het teeken gaf, dat zoo aanstonds de tweede afdeeling zou aanvangen maar zette zich bedaard op een stoel in de nabijheid van het buffetbestelde een glas punch en wikkelde den restaurateur in een gesprek over de verschillende leden van het gezelschapwaarbij ten laatste ook de naam Wanda Suniiroff werd aange roerd. Hoe uitbundig de man achter de toonbank ook was in loftuitingen over deze rijdereshij kon of wilde den nieuwsgierigen vrager geen nadere bizonder- heden mededeelen aangaande haar bizonder leven en was niet eens in staat hare woonplaats te 11 errien. Eindelijk zocht de heer v. Martens zijne plaats weder op. Wanda Sumiroff zou binnen een paar minuien bet apporteerpaard Mirzit voorrijden. Met stormaehtigen bijval werd zij ontvangen toen zij in rijk geborduurd staluieesterscostuum dat lia-e fraaie ges.alte voortref felijk deed uitkomen, in de m nege verscheen, eu to n het nummer was afgelo' pen was Martens bouquet lang niet de eenigede de welwillendheid van het publiek haar schonk. Maar ze was wel do eenige, die door haar werd opgenomen, eu dat dit niet zonder be doeling geschieddekon men duidelijk bemerken aan den blik, dien zij den heer Ma-tens dankbaar toewiei p. Eene goed uitgevoerde quadrille gereden door vier lie reu en vier dames in prachtige costumen maakte het slot der voorste ling uit, nog eenmaal weerklonken de houten wanden van het ircus van de luide uyvuls- betuigingen, daarna spoedde zich het publiek in dichte drommen naar den uitgang. Ook Martens verliet de tent, meer door de menschen massa gedragen, dan door zelf' moeite te doen om v -oruit te komen. Besluiteloos bleef hij voor het circus staan en liep herhaalde malen heen en weder, tot hij zich eindelijk naar een lie verlichte schuin tegenover het circus gelegen restau ratie wendde, en daar bicnen ging. Hier knoopte hij met den spraakzamen kellner die hem bediende, een gesprek aan over de kunstrijileistroep. Of de leden dit locaal wel eens bezochten Zoo nu en dan. Of ze veel geld verteerden? Zeer zeker, ze waren immer goed hij kas, en geen enkele hunner had nog krediet gevraagd. Of de dames zich wel eens hier vertoonden Neen die leefden zeer te ruggetrokken En daarbij bleef' het met Martens' navorscbingen. Hij bleef nog eenigen tijd zitten nadat hij een sma kelijk souper had genuttigd, onder bet genot van een glas goeden wijn en een geurige havanah. Peinzend volgde hij de bochten waarin de blauwe rookwolkjes zich kronkelden uie hij snel achtereen uitblies. Ein delijk liep hij weer den kelinerverzocht het adres boek dat hem spoedig werd gebracht en begon er qverig in te bladeren. „Hoe ga ik v n hier naar het hótel de Prusse vroeg hij den knecht. „Als ge dit huis verlaat, gaat ge rechtsaf en dan steeds rechtuitde breede straat ten eindege kunt niet dwalen." „E11 waar kom ik, als ik links ga?" „In de Brugstraat." „Voert die naar de rivier?" De kellner knikte. „Staan aan de overzijde der rivier ook nog huizen „Zeer zeker." „Is dat deel der stad een nette buurt „O neen, er wonen niets dan doodarme menschen, en ook veel slecht gespuis. Men noemt het de poolscue voorstad." „Hm, hm Dank je?" Toen de heer v. Martens weer bui en was gekomen, wendde hij zich niet rechtsaf naar het hótel ma r liep links en slenterde de Brugstraat in. De scherpe wind joeg hem de sneeuw in het aangezicht; het was vinnig k-iud. De straat was tamelijk eenzaam en stil en in derdaad was het ruwe weder ook niet geschikt iemand tot eene nachtelijke wandeling te verleiden. Nog stiller was het op de kolossale brug die over de rivier lag. Over de leuning heen gebogenbteef v. Martens daar staan, met dezelfde peinzende uitdruk king in de oogen waarmede hij in de restauratie de rookwolkjes zijner sigaar had nageiolgl, starende op de donkere golven die ruischend eu hruischend de pijlers der brug beukten. Eene roodachtig gele glansdie hem plotseling van uit het water tegenblonk wekte hem uit zijn gepeins. Het was de weerschijn van het licht der maandie zich langzaam boven de donkere lijnen der vestingwer ken verhief. Martens' oogen volgden het hemellichaam,

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1881 | | pagina 1