EEN EDEEMARTER,
FEUILLETON.
No. 14, Drie en tachtigste Jaargang. 1881.
WOENSDAG
2 FEBRUARI.
BEÏRICHT.
Prijs der gewone Advertentiën:
Nog kwam bij de uitgevers dezer courant de vol
gende gift in voor de watersnoodlijdenden
N. 2,Van een speelrondtje 1,
#fficicel (Bebeelte.
Ëuiteulanb.
ALKMAARSCHE COURANT.
Deze Courant wordt Dinsdag-, Donderdag- en
Zaterdagavond uitgegeven. Abonnementsprijs
per 3 maanden voor Alkmaar f 0,80; franco door
het geheele Eijk 1,
De 3 nummers O 06.
Van 15 regels 0,75; iedere regel meer/0.15.
Groote letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de Uitgevers HERMs. COS-
TEE ZOON.
KIEZERSLIJSTEN.
De Voorzitter van den Raad der gemeente Alkmaar roept
bij deze op hen die elders in 's Rijks directe belastingen zijn
aangeslagen, daarvan ter secretarie dezer gemeente, vóór of op
1 Maart a. s. te doen bljjkendoor overlegging van het aan
slagbiljet der grond- of personeele belasting of van het patent
over de loopende dienst.
Alkmaar, De Voorzitter voornoemd,
1 Februari 1881. A. MACLAINE PONT.
BELGIE. Toen onlangs de burgemeester van Brus
sel, de heer van der Straeten, om gezondheidsredenen
zijn ontslag vroeg werd van liberale zijde niet onduide
lijk te kennen gegeven, dat die taak eigenlijk te zwaar voor
hem was. De clericale bladen uitten echter verschillende
beschuldigingen tegen hem, als particulier persoon en als
hoofd der politie. Den 27 bracht het lid Jacobscleri-
caaldie zaak ter sprake in de Kamer en ondervroeg
daarover den minister van binnenlandsche zaken die
volgens hem zeker niet onverschillig was gebleven onder
de beschuldigingen tegen het politie toezicht op de
zedelijkheid ingebracht. Er werd toch beweerd, dat de
houdster van een publiek huis 2 perceelen vermaakt
had aan den met het toezicht over hare inrichting be
lasten commissaris van politiedat de zoon van een
anderen commissaris wijn aan die huizen afleverde enz.
"Waren deze aangehaalde feiten onwaar, dan moesten
de lasteraars en in het andere geval de ambtenaren
gestraft worden. Omtrent den burgemeester werd gezegd,
dat hij met zijn broeder aan den houder van een publiek
huis een bepaald aangewezen perceel voor ƒ45000 ver
kocht had, te betalen in 9 jaarlijksche termijnen, onder
verplichting om binnen 6 maanden daaraan ten minste
2003 te besteden om dit vroeger tot brouwerij ge
bruikt perceel te veranderen in eene van alle gemakken
voorziene en welingerichte woningwaarvan de bedoe
ling duidelijk werd, wanneer men wist, dat de acte ver-
leden was, nadat het college van schepenen buiten mede
werking van den burgemeester den kooper vergund
had daarin genoemd bedrijf uit te oefenen. Was dit
alles leugen dan moest de minister een rechtschapen
man op zijne lasteraars wrekenwas het waar dan
verzocht hij te mogen weten welke stappen door den
minister zouden gedaan worden. Het antwoord luidde
dat de zaken betreffende de politie voor de rechtbank
gebracht waren dat hij niets te maken had met des
burgemeesters handelingen als bizonder persoon en dat
de aangehaalde handelingen, al waren zij juist, geene
reden konden zijn voor liet afzetten van een ambtenaar.
De heer Jacobs antwoordde alleen, dat de minister
dan wel toegevend was.
Ook andere leden wezen bij de behandeling der be
grooting van binnenlandsche zaken op de in omloop
zijnde geruchten omtrent den gemeenteraad van Brussel
en zijne handelingen.
Volgens de Precurseur is deze aanval op den burge
meester van der Straeten niets anders dan eene wraak
neming op den man die als rechter-commissaris in het
faillissement van Lagrand-Dumonceau door zijne vast
beradenheid zooveel bijdroeg tot het onthullen der cleri
cale knoeierijentengevolge waarvan het ministerie
waarin de heer Jacobs gezeten was, moest aftreden.
De Echo du Parlement spreekt in denzelfden geest.
DUITSCHLAND. Behalve het centrum en de Po
len stemden 5 leden der fortschrittspartij en een der
nieuwe liberalen voor het voorstel Windthorst. Bij de
eerste lezing van dat voorstel hadden de woordvoerders
van het centrum geantwoord aan den afgevaardigde
von Bennigsen, die gezegd had dat de eigenlijke oorzaak
van den strijd met de Katholieke Kerk gezocht moest
worden in de bittere vijandschap der katholieke gees
telijkheid tegen de oprichting van den duitsch-evange-
lischen Keizertroon dat de katholieken niet vijandig
gestemd waren tegen het evangelisch-duitsche Keizer
schap. Bij de tweede lezing kwam die a evaardigde
daarop terug zijne bedoeling was verkeerd b grepen hij
meende, dat men zich te Rome niet had kunnen schikken
in het feit, dat het dnitsehe Keizerrijk der 19e eeuw
van geheel anderen aard was dan dat van vroegere
eeuwentoen Oostenrijk met zijne voor het grootste
deel katholieke bevolking en een katholiek stamhuis
aan het hoofd van Duitschland stond. Thans was het
Pruisen met eene voor het meereadeel evangelische
bevolking onder een evangelisch stamhuis. Hij voerde
daarop de gronden aan waarop dit gevoelen bij hem
berustte en haalde daarbij verschillende feiten aan
o. a. herinnerde hij, hoe Paus Clemens XI in 1701 ge
oordeeld had over de verheffing van Pruisen tot een
Koningrijk onder Erederik I. Hij had die daad eene
heiligschennis genoemd, Waardoor de Apostolische Stoel
beleedigd werd,; zij was in strijd met de canonieke
voorschriftenverlangendedat kettersche vorsten de
heerschappij zonden nederleggen. De katholieke vorsten
werden in dien zin aangeschreven en van Keizer Leo
pold werd verlangd dat hij den Markgraaf niet als
Koning van Pruisen zou erkennen. De Paus trachtte
dus Pruisen's verheffing tegen te gaan van zijn stand
punt juist inziendedat dit Koningrijk alle pogingen
zou beletten om de evangelische Kerk in Noord-Duitsch-
land uit te roeien. De gezindheid tegenover het nieuwe
duitsche Keizerrijk was volkomen dezelfde en wanneer
het nageslacht eens kon oordeelen over de stukken
van den tegenwoordigen tijddat nog lang zou kun
nen duren want nu eerst kende men de stukken van
1700 dan zou van zijne meening het stellig bewijs
geleverd worden. De heer Windthorst noemde deze
rede de scherpste die ooit in dezen strijd gehouden
was en meende dat deze afgevaardigde tegen de aan
staande verkiezingen de protestantsche bevolking tegen
de katholieke wilde opzetten. Maar de 15 miljoen
duitsche katholieken lieten zich eene dergelijke behan
deling niet welgevallen en als de godsdiensthaat op
die wijze werd aangewakkerd kon het duitsche rijk
niet blijven bestaan. Windhorst heeft thans voorgesteld
met 1 April a.s. de wet van 22 April 1875 buiten wer-
kiug te stellen, verbiedende het toekennen van gelden
uit de schatkist aan bisschoppen en lagere geestelijken,
die zich niet aan de staatswetten onderwerpen. Den
9 wordt het behandeld.
Het pruisische Huis der Afgevaardigden beraadslaag
de den 28 over het voorstel-Richter tot vermindering
der directe belastingen met 14 miljoen zooals het door
de begrotingscommissie na aanneming van het amen-
dement-Minnigerode gewijzigd was. De minister van
financiën noemde den toestand van 's lands geldmid
delen gunstig. De inkomsten, die gedurende de eerste
7 maanden van het dienstjaar 1880/81 16 miljoen bo
ven de raming bedroegen waren op het einde van het
derde kwartaal tot 22 miljoen gestegen. Evenzoo wa
ren de ontvangsten des Eijks sedert October op on
verwachte wijze toegenomen. De vermindering van be
lasting kon dus zonder gevaar geschieden en de regee
ring wilde het voorstel-Eichter-Minnëgerodeom die
vermindering niet voor één jaar, maar voor goed vast
te stellen niet bestrijden omdat zij eveneens hoopte
de vermindering van duurzamen aard te kunnen maken.
De verdere beraadslaging werd tot den volgenden dag
verdaagd. Paragraaf 1 van het voorstel werd toen
overeenkomstig de door de commissie aangegeven wij
ziging aangenomen met 243 tegen 106 stemmen, waar
na de overige paragrafen aangenomen werden met de
wijzigingen waarmede de regeering verklaard had ge
noegen te nemen.
De Köln. Zeitung merkt op dat uit de mededee-
lingen in het fransche gele boek blijkt, dat Engeland
de grieken aanmoedigt in hunne oorlogzuchtige stem
ming. De engelsche minister van buitenlandsche zaken
verklaarde toch den 1 Januari aan den fran-chen ge
zant te Londendat Engeland zich niet vereenigeu
kon met het gevoelen dat de besluiten van het Ber-
lijnsehe congres en van de berlijnsche conferentie niets
dan raadgevingen aan Turkije waren. Volgens dat blad
zon Engeland reeds in lang in stilte te Athene in dien
geest werkzaam zijn geweest en zelfs te kennen hebben
gegeven, dat eene engelsche vloot Athene in geval van
oorlog met Turkije tegen de vloot van dat rijk zou be
schermen. Europa's rust wordt op dit oogenblik zoo
roept het uit, het meest bedreigd door Gladstone's felle
haat tegen Turkije.
(13)
(Naar het Hoogduitsch.)
De beide jonge lieden die zich weldra in de geo
pende deur vertoonden waren uiterst verschillend van
uiterlijk. De voorste was iemand van een forsche in
drukwekkende gestalte, op wiens gespierden en korten
hals een bijna vierkant hoofd stond. Het blonde haar
was zoo kort mogelijk geknipt, het voorhoofd zeer laag,
de kleine grijze oogen levendig en geestigterwijl om
de volle lippen van den zinnelijken mond een goedhar
tige trek viel op te merkendie tevens aan groote
spotzucht deed denken. Aantrekkelijk was zijne geheele
verschijning juist nietmaar ze maakte toch een zon
derlingen indruk. Zijn medgezel was lang en mager
iemand met een ingevallen bleek gelaatdat maar al
te duidelijk de sporen droeg van het ongeregelde leven,
dat de jonge man leidde.
De binnentredenden begroetten het gezelschap deftig
en stijfwaarop de officieren met eenen afgemeten
hoofdknik antwoordden. Daarna namen zij beiden aan
een tafeltje in een hoek der zaal plaats en Birzowski
gelastte den voorbijgaanden bediende het schaakspel
en een flesch selterswater te brengen. De overige hee-
ren letten verder niet meer op het tweetalmaar het
scheen wel of met de komst der twee jongelieden het
gesprek niet meer vlotten wilde. Baron Krall stelde
een partijtje hombre voor maar Martens verontschul
digde zich met de verklaring dat hij zeer vermoeid was
maar zich voor een andermaal gaarne aanbeval.
„Het zal ons zeer aangenaam zijn u hier dikwijls te
zien zeide graaf Zeek vriendelijk toen Martens ein
delijk afscheid namen de lange adjudant voegde er
eenige hoffelijke woorden bij. Baron Krall bood Mar
tens zelfs sijn geleide aan voor het geval dat deze in
onzekerheid verkeerde welken weg naar huis in te
slaanmaar werd beleefd afgewezen met de verzeke
ring dat hij genoegzaam op de hoogte was.
„Zoo zien dus die Birzowski's er uitdacht Mar
tens toen hij de sociëteit verliet„het doet mij ge
noegen dat ik in de gelegenheid ben geweest met
dien stam kennis te maken. Voor 't overige ben ik te
vreden over den avond op deze wijze zal ik hier te
Oostburg spoedig tehuis zijn. Maar 't wordt nu hoog
tijd dien dronken grenswachter te gaan opzoeken. Hoe
later in den avond des te sterker zal zijn roes zijn.
"W ist ik maar nauwkeurig waar die heer zich pleegt
op te houden."
Met groote schreden liep Martens het ruime plein
waarop het circus stonddwars overde Brugstraat
doorin de richting der rivier. Aan den oever der-
zelve lagen groote hoopen hout opgestapeld want de
houtvlotters waren gewoon hier hunne waren aan land
te brengen. Het was er donker en eenzaam. Behoed
zaam sloop Martens in de zwarte schaduwen der hout
stapels trok zijn smaakvollen korten jas van donker
blauw laken uitdién hij sedert den wandelrid droeg
en keerde hem geheel ten binnenste buiten. Het klee-
dingstuk onderging daardoor eene opvallende verande
ring het vertoonde zich nu als een grof, grijs buis
met versleten of gebroken hoornen knoopen waarvan
er zelfs hier en daar een geheel ontbrak. Nadat Mar
tens het weer had aangetrokkenhaalde hij uit den
zak eene oude soldatenmuts zonder klep te voorschijn
die hij met zijnen netten hoogen hoed verwisselde, en
dezen onder het hout zorgvuldig verborg. Daarna
ontdeed hij zich van zijne keurige glacé handschoenen,
legde die bij den hoed en woelde eenige oogenblikken
met de ontblootte handen door het zwarte slijk dat
den grond bedekte. Hiermede besmeerde hij eveneens
zijn glanzend verlakt lederen hooge rijlaarzen van on
der tot boven en veegde eindelijk de banden aan zijn
buis af, maar zoo, dat er nog genoeg vuil aan bleef
kleven, om de aristicratische, fijne en goed onderhouden
huid te verbergen. Ook het witte halsboord en de
smaakvolle zijden das werden handig verwijderdter
wijl een bonte doek van grove wollen stof, die hoog
om den hals werd geslagende gedaanteverwisseling
volkomen maakte. En toen Martens eindelijk een
korte gestopte pijp te voorschijn haalde en aanstak
was het onmogelijk in hem den eleganten man der we
reld te herkennendieeen half uur geledennog in
de oificierssocieteitdoor zijn aangenaam uiterlijk en
goede manieren een ieder voor zich ingenomen had.
In achtelooze houding slenterde hij de verlaten brug
overde stille breede Erederiksstraat in tot aan het
kroegjein hetwelk hij gisteren zijn haveloozen be
schermeling brood en worst had laten koopen. Hij
trad de herberg binnen nam aan een ledig tafeltje
plaats en bestelde een borrel. Met onderzoekenden
blik monsterde hij de aanwezige personen. Dit onder
zoek scheen niet den gewenschten uitslag te hebben
hij klopte zijne pijp uitstopte eene nieuwe stak ze
aan en verlietnadat hij zijne verteering had betaald
even onverschillig als hij was binnengetreden, de kroeg.
Nadat hij de deur achter zich had toegetrokken, ver
volgde hij zijnen weg en had weldra den hoek van hefc
spinhuissteegje bereikt, dat hij den vorigen avond met
zijnen jeugdigen begeleider was doorgegaan. Een oogen
blik stond hij nadenkend stilen overlegde bij zich
zclven of bij zich nog verder in den doolhof van ste
gen zou wagen of verder de breede Erederiksstraat in
gaan, toen eene toevallige gebeurtenis hem een besluit
deed nemen. In een schuin tegenover hem gelegen
herberg scheen twist ontstaan te zijn, een luid ge
schreeuw en gejoel deed zich hooren toen werd de
straatdeur opengeworpen. Gedurende eenige oogen
blikken werden de schaduwen zichtbaar van een paar
vechtende of worstelende mannen daarna stortte een
van hen de drie treden der stoeptrap af op de straat,
de deur werd snel gesloten, maar spoedig daarna nog
maals geopend om den gevallene een muts na te werpen.