No. 15, Drie en tachtigste Jaargang. 1881. V R IJ 1) A G A FEBRUARI. FEUILLETON. EEN EDELMARTER, Prijs der gewone Advertentiën ©fficiccl ©cbeclte. SSiïitcuIanb. ALKMAARSCHE COURANT Deze Courant wordt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagavond uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden voor Alkmaar f 0,80franco door het geheele Rijk 1, De 3 nummers 0.06. Van 15 regels 0,75; iedere regel meer/0.15. Groote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de Uitgevers HERMs. COS- TER ZOON. De BURGEMEESTER der gemeente ALKMAAR heeft ter Secretarie dier gemeente gedurende dertig dagen ter inzage van de belanghebbenden nedergelegdeene opgave van inkom sten, bedoeld in de artikelen 15, 23 en 43 der wet van 26 Mei 1870, (Staatsblad No. 82), waarvan ter voldoening aan art. 15, 2«. lid van gemelde wet bij deze afkondiging geschiedt. Alkmaar, De Burgemeester van Alkmaar, 1 Eebruari 1881. A. MACLAINE PONT. SOLLICITANTEN naar de betrekking van ONDERWIJ ZERES in de HANDWERKEN aan de openbare burgerschool te Alkmaar, op eene jaarwedde van f 200,— worden verzocht zich bij gezegeld verzoekschrift tot het gemeentebestuur van Alkmaar te wenden voor 9 Eebruari 1881. DENEMARKEN. Het wetsontwerp tot hervorming van het rechtswezen is den 29 voor de eerste maal ge lezen en verzonden naar eene commissie van 15 leden. Des ministers uitvoerige verdediging werd krachtig aangevallen. DUITSCHLAND. Het bij den landsraad ingediende wetsontwerp tot beteugeling der dronkenschap bepaalt dat hij die in ergerlijken staat van dronkenschap op eene openbare plaats aangetroffen wordt, gestraft wordt met eene geldboete van ten hoogste 60 of ten hoogste 2 weken gevangenisstraf. Is hij gedurende de laatst- verloopeü 3 jaren meermalen wegens dezelfde overtre ding veroordeeld, of blijkt het, dat hij aan dronkenschap is verslaafd dan worden hem geldboete en gevange nisstraf opgelegd. Hij diein verregaanden staat van dronkenschap verkeerendezich aan een strafwaardige daad schuldig maaktwordt gestraft naar den volgenden maatstaf is op het bedrijven der begane daad in de algemeene wet de doodstraf of levenslange gevangenis-.traf gesteld, dan wordt gevangenisstraf van ten minste 1 jaar toe gepast. In andere gevallen loopt de straf van lU van het minimum tot de helft van het maximumen de daarbij toegekende tuchthuisstraf wordt gewijzigd in gevangenisstraf van gelijken duur. Ingeval bet van het minimum der gevangenis- of tuchthuisstraf bedraagt 6 maanden en de helft van het maximum 5 jaren te boven gaatzal op den maatstaf een vermeerdering der toe te passen straf plaats hebben. Deze laatste voorschriften worden niet toegepast op overtreding of het toebrengen van verwondingenenz. uit onvoorzichtig heid en ook niet, indien het blijkt, dat de dader zich aan misbruik van drank heeft schuldig gemaakt, om de strafbare daad te bedrijven. Zoo noodig kan de ge vangenisstraf door den rechter worden verscherpt, door den eersten derden en zevenden dag en de later vol gende zevende dagen den kost te bepalen tot wateren brood tenzij de lichamelijke toestand van den veroor deelde zulks verbiedt. Wijders kan de rechter bepalen, dat de veroordeelde, na zijn straf te hebben ondergaan, in handen van de politie worde gesteld of geplaatst in een gezondheidsgesticht of verbeterhuis. Militairen, in dronkenschap op openbare plaatsen zich vertoonende, worden daarvoor insgelijks gestraft. ENGELAND. Den 31 werd door den onder-minis ter van buitenlandsche zaken op eene vraag van het lid Bourke geantwoorddat de heer Goschen over 'eenige dagen als gezant naar Konstantinopel zou terug- keeren. Yan het houden eener conferentie aldaar was geen sprake. Het voorstel luidde dat onderhandelin gen gevoerd zouden worden over het grieksche vraag stuk tusschen de Porte en de vertegenwoordigers der mogendheden. In antwoord op eene andere vraag zeide hij dat het gevoelen der regeering ten aanzien der grieksche grensregelinguitgedrukt in haar schrijven van 25 Augustus niet gewijzigd was. Zij beoogde niet het doen van op zich zelf staande stappen, maar hoopte, dat bij de nu te voeren onderhandelingen de mogend heden zoo eendrachtig zouden handelendat eene vreedzame oplossing van de grensregeling daaruit voort vloeide. Daarop deelde minister Childers mededat de ge heele naar de Transvaal bestemde versterking vertrok ken en voor de grootste helft reeds in Zuid-Africa aangekomen was. De nog ontbrekende troepen werden tot 10 Eebruari te Durban verwacht. Yoor het uit breken van den opstand beschikte generaa Uolley over 4100 man, over Natal en de Transvaal eci r verdeeld. Yervolgens het reeds medegedeelde voornemen omtrent het behandelen der boeren als oorlogvoerende partij en dat de boeren de gevangenen inenschlievend en vriend schappelijk behandelden. Daarna werd de beraadslaging over de iersche uitzonderingswet voortgezet. Des nachts om 1 uur stelden de iersche leden voor, de beraadsla ging te verdagen. Gladstone verklaarde, dat de regee ring dat voorstel bestreed. Farnell daarentegen zeide, dat de iersche leden niet zouden toegeven. Die leden volgden hunne oude gewoonte om de beraadslaging te rekken door het houden van langdradige redevoeringen tot ondersteuning van voorstellen, strekkende om de be raadslaging te verdagen. De zitting duurde den 1 den geheelen dag en avond voort. Tegen middernacht vroeg de heer Cross den Voorzitter of de iersche afgevaar digden zich door hunne houding niet aan opzettelijke vertraging van den parlementairen arbeid schuldig maak ten. Het antwoord luidde, dat hunne handelwijze' daar aan zeer nabij kwam. De ieren bleven de beraadslaging steeds voorzetten. De voorzitter werd doorzijuen plaats vervanger vervangen. Northcote (conservatief), stelde het ontzenuwende karakter van zulk eene beraadslaging in het lichtwaarmede minister Childers instemde, die verder verklaarde, dat de regeering den voorzitter zou ondersteunen in eiken maatregeldie noodig werd ge acht om een einde aan dezen toestand te maken. Ma- carthy (iersch lid) kwam op tegen deze pogingen om het huis tot sluiting der beraadslaging te dwingen. In den verderen loop der besprekingen nam Parnell het woordwaarop de heer Smith de gewezen minister van marine, vroeg, of Parnell niet tegen het reglement van orde zondigde. De onder-voorzitter verklaarde Parnell nog niet schuldig te achten. De meeste con servatieven verlieten de zaal. Te half twee ure 's nachts verklaarde minister Bright dat de regeering de ver antwoordelijkheid van den tegenwoordigen toestand aanvaardde en bereid was maatregelen voor te stellen tegen het belemmeren van den parlementairen arbeid op deze wijze. Het thans gevolgde middel tot rekking der beraadslaging achtte hij zonder voorbeeld en de grofste beleediging, het Lagerhuis ooit aangedaan. Den 2 's morgens 9 uur hernam de Voorzitter zijn zetel, toen de beraadslaging nog steeds op dezelfde wijze werd voortgezet. Te halt tien verklaarde hij de voortzetting der beraadslaging niet te kunnen gedoogen en tusschen beiden te komen waarna een heftig en verward too- neel ontstond. Inmiddels had eene stemming plaats, waarbij met 164 tegen 19 stemmen machtiging werd gegeven tot de indiening van het wetsontwerp tot be scherming van leven en bezittingen in Ierland door minister Porster. Daarop werd dat ontwerp voor de eerste maal gelezen, terwijl alle home-rulers de zaal verlieten. Het huis ging toen tot 12 uren uiteen om dan de tweede lezing van liet ontwerp te beginnen. In den ministerraadden eersten gehoudenwerd besloten aan het einde der tegenwoordige beraadsla gingen in het lagerhuis maatregelen voor te stellen om een einde te maken aan het stelsel van tegenwer king der iersche leden. Van dit voornemen werd door Gladstone aan het huis kennis gegeven, vóór de schor sing der zitting om 12 uur onder bijvoeging dat de onmiddellijke behandeling van dit voorstel gevraagd werd. Gladstone ontving den 31 eenige afgevaardigden uit de schotsche parlementsleden die hem eene memorie aanbodenwaarin de aanstelling gevraagd werd van eenen afzonderlijken minister voor de schotsche zaken. Hij beloofde het verzoek in overweging te zullen nemen. Ook ontving hij van 47 parlementsleden een schrijven, waarin zij, wijzende op de groote beteekenis zijner werk zaamheid hem verzoeken zijne gezondheid te sparen en niet te veel in het parlement door te brengen. Zijn antwoord is geweestdat hij dien wenk ter harte zou PRANKRIJK. Den 29 werd het door den Senaat gewijzigde wetsontwerp tot bevordering der koopvaardij in de Kamer spoedeischend verklaard en dadelijk zonder hoofdelijke stemming goedgekeurd. Den 31 werd de beraadslaging over de drukperswet hervat. De heer Ribot stelde op nieuw voor het door de commissie ingetrokken artikelwaarbij strafbaar gesteld werd het aansporen tot misdrijven die zonder gevolg blijven welk voorstel verworpen werd met 349 (Naar het Hoogduitsch.) Ondanks dien korten afstand hield Martens het voor verstandiger, zijnen leidsman onder den arm te nemen, want diens gang was vrij onvast. De man liet zich bedaard op deze wijze naar den „witten arend" brengen. In de gelagkamer dezer herberg waren nog een paar late gasten. Martens plaatste zich met zijnen medge- zel aan een verwijderd tafeltje en bestelde twee gla zen punch. „Hoe komt hetdat gij de militaire dienst verlaten hebt vroeg de grensbeambte. Het is den tijd nog nietwaarin jaarlijks de geoefende soldaten worden ontslagen." „Ik heb verdriet gehad antwoordde Martens kortaf. „Zoo zoo. Eene kleine insubordinatie?" Martens glimlachte. „Geraden. De duivel hale die superieuren. Zij kwellen en sarren hunne ondergeschik ten zoo langtot deze het geduld verliezen. Zoo ging het mij ook, daarvoor moest ik drie maanden brommen en daarenboven mijnen diensttijd uitdienen. „Zeker zoo'n jong luitenantjezoo'n vlasbaardmet wien ge het te kwaad hadt „Dat niet eens 't was maar een wachtmeester, Bir- zowski heet de kerelhij is altijd dronken, en was het ook toen ik mij aan hem vergreep." „Birzowski Hm, hm. Dat is een kwaadaardig ras, ik ken de familie ook uw welzijn." Bij deze woorden greep de grensbeambte een der dampende glazen punchdie juist door de waardin waren gebracht en klonk met Martens. »Zijn gedrag tegenover mij was des te slechter, dewijl ik een landgenoot van hem ben," „Zoo, komt gij ook uit Eilendorf?" „Zeker. Ik ken het slot Wolno zeer goed en herin ner mij den verschrikkelijken brand nog, alsof het gis teren gebeurd ware." Martens sprak deze woorden uit op onverschilligen toon, maar liet niet na oplettend het gelaat van zijnen medgezel gade te slaan. Deze ontstelde zichtbaar en dronkals om zijne verwarring te verbergen zijn glas in een teug uit. „In Eilendorf ben ik niet geheel on bekend zeide hij. Hoe heet gij Misschien ken ik uwe ouders." „Karei Schulzeantwoordde von Martens kortaf. „En gij?" „Mijn naam is MirskiPrederik Willem Mirski, ge pensioneerd koninklijk grensbeambte en eertijds korpo raal in het vierde bataillon jagers. Wel zoo, heet gij Schulze Die naam komt overal voormaar in Eilen dorf heb ik dien nooit gehoord. Behoort u vader tot den boerenstand „Neen hij had eene betrekking aan den spoorweg. Thans is hij dood." Martens bestelde nog een glas punch voor zijnen medgezel en dicht bij dezen schuivende fluisterde hij hem toe„Ik hen verschrikkelijk op die Birzowski's gebeten." „Dat kan ik mij voorstellenmompelde de ander. „Ik wenschte mij op dien kerel te kunnen wreken," ging Martens voort. „Ja, de wraak is zoet." „Gij hebt er geen denkbeeld van, hoe slecht die man mij behandeld heeft." „Yan een Birzowski kunt gij niet anders verwachten." De waardin zette het tweede glas voor Mirski op tafel en Martens stootte met hem aan: „Gij spreekt, alsof gij eveneens met die familie in eene minder aan gename aanraking zijt geweest. De grensbeambte sloeg de inhoud van zijn glas snel naar binnen en de verachtelijke trek om zijnen mond ging over in eenen duivelachtigen grijns. „Ik heb hun gegeven wat hun toekwam, dien schurkentroep," mom pelde hij, „toen hebben ze hun deel ruimschoots gehad, genoeg voor hun geheele leven. Hm, hm haha hoe helder flikkerden die vlammen en hoe akelig schreeuwden die kinderen. Ja de kinderen ha ha de kinderen Haastig greep hij zijn glas of liever dat van Mar tens dat deze ongemerkt met het ledige van Mirski had verruilden ledigde het tot den bodem. Daarop deed hij eene vergeefsche poging om op te staan, maar i Martens legde de hand zacht op zijnen arm en drukte hem met weinig moeite weer op den stoel. „Blijf nog een poos zittenzeide hij „komaan wij zullen nog een glas drinken misschien zitten we nooit weer zoo gezellig te zamen." „Het is reeds laatmeende Mirski„maar 't is mij weléén glas nogmaar dat is dan ook het laatste." Martens gaf de waardin een wenk om twee nieuwe glazen te brengen waarbij hij haar behendig toefluis terde de punch wat sterker te maken en beloofde dub bel te zullen betalen. Tegelijkertijd drukte hij haar een zilverstuk in de handdat de vrouw vergenoegd lachend in den zak liet glijden. „Rookt gij niet vriend vroeg Martens aan Mirski. „O zeker als ik iets te rooken heb." Martens bestelde een half dozijn sigarenwaarvan Mirski er een aanstak terwijl hij de rest op aandrang van zijnen gullen kamaraad gewillig bij zich stak. Toen spoedig daarna de dampende glazen punch op de tafel stondengeproefd en smakelijk toebereid bevonden waren zeide Martens op fluisterenden toon„Hoe heeft zich die brand te Wolno toch toegedragen zijn daarbij niet twee kinderen omgekomen „Ja, beide kinderen," grijnsde Mirski, „en de ouders stierven beiden kort daarop van verdriet over hunnen dood." „Juisten dadelijk daarna kwam de tegenwoordige tak van het geslacht in het bezit van het slot." „Zoo is 't."

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1881 | | pagina 1