FEUILLETON.
EENEDEMARTER.
No. 18.
Drie en tachtigste Jaargang.
1881.
V K IJ D A G
11 FEB 11 RI.
Deze Courant wordt Dinsdag-, Donderdag- en
Zaterdagavond uitgegeven. Abonnementsprijs
per 3 maanden voor Alkmaar f 0,80franco door
Prijs der gewone Advertentiën:
I3tn<cnlan&.
AIKMAARSCHE COURANT.
het geheele Dijk 1,
De 3 nummers 0.06.
yan 15 regels 0,75; iedere regel meer f 0.15.
Groote letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de Uitgevers HERMs. COS-
TER ZOON.
DUITSCHLAND. Prins Bismarck had, op zijn ver
langen zooals men zegteen onderhoud met den en-
gelschen gezant Goschen op zijne terugreis naar Kon-
stantinopel, waarbij tegenwoordig was de duitsche ge
zant Hutzfeld die eerst half Maart naar Konstantinopel
terugkeert. Aan dat onderhoud wordt m de staatkun
dige kringen groot gewicht gehecht.
De Rijksdag is tegen den 15 bijeengeroepen.
De afgevaardigde von Ludwig, lid van het centrum,
doch daarbij niet gezien, die meermalen door den voor
zitter tot de orde moest worden geroepen wegens on
gepaste uitvallen, wilde den 3 in het pruisische huis
der afgevaardigden zich weder aan die kwade gewoonte
schuldig makentoen de voorzitter hem evenwel het
woord ontnam. Hij plaatste zijne rede, die hij niet had
kunnen uitspreken daarop in de Deutsche Landeszei-
tung, waarin de afgevaardigde von Bennigsen voorge
steld werd als een man, die zich aan allerlei zwende-
larijen schuldig had gemaakt. Von Bennigsen daagde
hem uitmaar die uitdaging werd niet aangenomen
omdat hij dit alleen zou kunnen doen, war t.e om ^ar
beid der beschuldigingen door hem bewez. go.vu i
Nadat zijne vrienden aangetoond h JP nat h,, w
von Bennigsen voldoening verschut'! gd was hem lid.
zeggendat hij na zijn eerste antwoord voor hem met
meer bestond. De voorzitter van het Huis heeft nu
het denkbeeld geopperd, aan von Benwijzen een feest
maal aan te bieden waaraan naar men hoopt alle
partijen zullen deelnemen.
ENGELAND. In het Hoogerhuis werd den 7 door
den minister van buitenlandsche zaken verklaard dat
de regeering geen bezwaar had tegen het openbaar
maken der in Kaboel ontdekte russische briefwisseling.
Lord Lijtton kondigde een voorstel aan betreffende de
voorgenomen ontruiming van Kandahar.
Dienzelfden dag werden in het Lagerhuis door den
onder-minister van buitenlandsche zaken op verschillende
vragen de volgende antwoorden gegeven. Lr beston
grond om aan te nemen dat uit het geschil tusschen
engelsche onderdanen en fransche kolonisten in -Lu-
nis geene verwikkelingen tusschen Engeland en P ran -
rijk zullen ontstaan. Geene der mogendheden a
het voorstel tot het houden eener conferentie teK°n-
stantinopel begunstigd: het turksche voorstel betref
fende onderhandelingen tusschen de gezanten en de
Porte maakte bij de mogendheden nog een punt van
overweging uit. De turksch-montenegrijnsche grens
loopt volgens de door de gevolmachtigden onderteekende
acte, uit het Scutari meer tot het punt der vereenigmg
met de Bojana-riviervan waar de lijn het doel zal
volgen. Turkije en Montenegro zullen ieder het vol
ledig recht van scheepvaart op de rivier hebben.
Men geloofdedat de Porte geene toestemming zou
verleenen tot het oprichten eener joodsche kolonie ter
ontwikkeling van Palestina. Oostenrijk en Belgie had
den zich bereid verklaard, deel te nemen aan de con
ferentie over de suikerpremie. Duitschland had gewei
gerd en Prankrijk en Nederland hadden nog niet ge
antwoord. - De regeering bevestigde verder het bericht,
dat de Koning der Ashantijnen de Goudkust met een6n
oorlof bedreigde. Daarna werd de beraadslaging over
de wet tot het vaststellen van uitzonderingsmaatregelen
in Ierland voortgezet. Zij duurde den geheelen avond
voort en werd toen tot den 8 verdaagd. Lord Churchill
kondigde een amendement aan om de wet tot 1 Maart
1882 °in plaats van tot 1 September 1882, van kracht
te dóen zijn als blijk van den tegenzin, waarmede men
tot deze dwangmaatregelen overging. De minister van
binnenl. zaken verklaarde, dat Davitt om zijne zwakke
gezondheid in de gevangenis met veel omzichtigheid
behandeld zou worden. Nadat den 8 door den onder
minister van buitenl. zaken aan den heer Bourke ge-
antwoord was dat de vroegere aan den gezant Goschen
gegeven voorschriften van tijd tot tijd aangevuld waren
me°t mededeelingen in overeenstemming met de veran
dering die de aanhangige vraagstukken inmiddels on
dergaan hadden en dat de inzichten der regeering hem
uit de mondelinge mededeelingen van den minister van
buitenl. zaken bekend waren gewordenwerd de be-
handeling der iersche wet voortgezet. Mac-Carthy stelde
voor, de beraadslaging te verdagen, welk voorstel na korte
bespreking verworpen werd met 422 tegen 44 stemmen,
nadat minister Gladstone zich daartegen verzet had.
Daarop stelde Medge voor, de zitting van .iet huis te
schorsen waartegen Gladstone zich verzette. Ten slotte
stemde hij toe in de verdaging der beraadslaging, die
daarop aangenomen werd. Den 9 werd het wetsont
werp aangenomen met 359 tegen 5G st.
In eene den 8 gehouden vergadering van het centraal
comité van het landverbond hield de afgevaardigde
Dillon eene redevoering. Hij zeide o. a., dat zoodra
het voorstel betreffende de dwangmiddelen zou zijn aan
genomen de eigenaars ongetwijfeld een veldtocht tegen
de pachters zouden beginnen. Zoo de hoofden van het
verbond gevat wierden moesten de pachters ten stel
ligste weigeren hunne pacht te betalen. Evenwel be
hoorden zij geweld te vermijden omdat dit tegenover
de macht van Engeland vruchteloos zou zijn. Parnell
zal uitgenoodigd worden in Amerika instemming met
de zaken van het verbond op te wekken.
PRANKRIJK. De République franfaise is van
oordeel, dat de in eerste lezing reeds aangenomen
drukperswet aan alle billijke eischen voldoet. Vooreerst
vervallen hierdoor alle bestaande bepalingenwaarm
zeer moeielijk de weg te vinden was, en zijn de
nieuwe bepalingen zeer eenvoudig en gemakkelijk op
te volgen. Deze eerste uitkomst is van groot belang
waarvan de waarde niet ontkend kan worden. Voor
de oprichting van een blad is voortaan niets anders
dan eene eenvoudige verklaring noodig. De boekhan
del en de boekdrukkerij zijn geheel vrij voor het
colporteren is niet langer vergunning noodig, eene
enkele aangifte is voldoende. Voor de periodieke pers
zijn mede afgeschaft de vroeger vereischte machtiging,
de censuur en de storting eener waarborgsom. Straf-
baar zijn nog de vijf volgende misdrijven gesteld 1
opruiinggevolgd door daden2°. opruiing van het
leger, zelfs zonder daarop gevolgde daden 3°. versprei
ding van valsche berichtenwaardoor de openbare^rust
in gevaar wordt gebracht4°. oproerige kreten 5 be-
leediging van vreemde vorsten of hunne gezanten. Dat
blad zegt niet te willen beweeren, dat nog niet eenige
beperkingen weg genomen hadden kunnen worden noch
dat steeds de juiste termen en uitdrukkingen zijn ge
bezigd zoodat' verkeerde uitlegging zooveel mogelijk
vermeden is maar toch kan het verzekeren, dat de mis
daden of vergrijpenwelke door de pers of het woord
tegen de openbare zaak gepleegd kunnen worden tot
5 gevallen beperkt zijn waarvan 2 bijna nooit voorko
men waardoor aan Frankrijk en de wereld het bewijs
geleverd wordtdat de republikeinen eenmaal aan het
bewind gekomen de vrijheid even volledig en onbeperkt
wenschen, als zij haar eischten, toen zij verdrukt en ver
volgd werden. Zij houden hunne beloften.
De bekende Louise Michel heeft geweigerd te ver-
schijnen voor de commissie, benoemd om te onderzoeken de
in de strafkolonie Nieuw Caledonie voorgevallen mis
bruiken. Aan den voorzitter dier commissie schreef zij,
dat zij dankte voor de eer om verklaringen af te leg
gen omtrent het disc' "naire strafstelsel aldaar. Hoe
wel goedkeurende, dat hare vrienden licht verspreidden
over het in die verre streken plaats gehad hebbende
beulenwerk, zou zij niet verschijnen voor de commissie,
om te getuigen tegen de bandieten Alleyrou en R.bour
nu generaal de Gallifet het middagmaal gebruikte op
het Paleis Bourbon bij het Hoofd van den Staat, welken
generaal zij gevangenen had zien doodschieten. Zoolang
Barthélémy St. Hiiaire minister en Maxime du Camp lid
der fransche academie was zoolang er dingen gebeurden
als de uitzetting van Cipriani, den italiaan _(die twee
maanden gevangenisstraf kreeg omdat hij bij hare te-
ruo-komst politiedienaren aan de spoorwegstation belee-
di°-d had); zoolang generaal Gallifet andermaal zijn
zwaard tegen Parijs kon opheffen en zijne stem kon
doen hooren, om Alleyrou en Ribourt vrij te spreken
en te verheerlijken wachtte zij het uur afwaarop aan
allen gelijk recht zou worden gedaan en Alleyrou
Ribourt en Gallifet behaudeld zouden worden als leden
van denzelfden stempel.
De Kamer van afgevaardigden zette den 7 de be
handeling van het voorstel Naquet betreffende de weder
invoering der echtscheiding voort. De verslaggever
der commissie Leon Renault verdedigde breedvoerig het
ontwerp, terwijl de voorsteller Naquet krachtig bestreed
het tegen-ontwerp Legrand, om de scheiding van tafel en
bed gemakkelijker te maken. Met 241 tegen 213 stemmen
werd besloten tot de artikelsgewijze behandeling over
(17) (Naar het Hoogduitsch.)
„Ogaat ge uit vroeg dezeMartens de hand
toestekende.
„Ja, meendet ge mij een bezoek te brengen?"
„Dat was inderdaad mijn plan."
„Dan gaan we te zamen naar boven."
„Neen dat in geen gevalik wil u niet ophouden.
Geneer u volstrekt nietik zal een eindweegs met
u mede gaan."
„Dat is een heerlijk ideeverzekerde Martens. „Ik
wil namelijk naar eene geschikte woning uitzienen
gij kunt mij een zeer grooten dienst bewijzen, mij daarin
met uwen raad behulpzaam te zijn."
„Met het meeste genoegen."
„Als we onze zaken hebben afgedaan komt ge een
sigaar bij mij rookendat moet ge mij beloven."
„Waarom niet? Hebt gij reeds iets naar uwen zin
op 't oog?"
„Ik heb mij door Wagner een lijstje van te huur
staande apartementen doen geven antwoordde Mar
tens terwijl hij met den officier voortwandelde „hoe
denkt ge over Paardenmarkt n®. 4?"
„Geen geschikte buurt," verklaarde Pleissenbach.
„Of Adolfstraat n°. 79?"
„Te afgelegen. No. 79 is aan den uitersten hoek
der straat."
„Apostelplein n°. 6 dan
„Dat is iets beters. Daar heeft een mijner kamara
den gewoond. Hoeveel vertrekken verlangt gij
„Als de kamers groot genoeg zijn ben ik met drie
tevreden."
„Er zijn er daar wel vijf, waarvan twee echter vrij
kle'in."
Laat ons dat kwartier eens gaan zien.
De apostelkerk een kortelings voltooid gebouw, lag
op een fraai ruim pleindat met jong opgaand ge
boomte smaakvol was beplant. De omliggende huizen
waren allen nieuwhadden een min of meer goed
onderhouden tuintje van een paar el breedte voor het
lront en bevatten grootendeels zeer elegante aparte
menten die vooral onder het ongehuwd heerenperso-
neel zeer gezocht en daarom vrij hoog in prijs waren.
De kamers, die de beide vrienden bezichtigden, be
vonden zich in de eerste verdieping van een hoekhuis
de middelste was een ruim, fraai gemeubeld salon met
een balkon aan de straat, terwijl aan beide zijden een
vrij o-root en een kleiner vertrek grensden. Ze waren
allen hoog en luchtig gebouwdsmaakvol ingericht en
uitmuntend onderhouden. De woning beviel Martens
zóó goeddat hij ze onverwijld huurdehij noteerde
nauwkeurig de grootte der kamersevenals de kleur
der tapijten en verzocht toen Pleissenbach hem een
meubelmagazijn te wijzen. Hier had Martens een lang-
durig onderhoud met den meubelfabrikanttotdat hij
ten laatste voor ieder vertrek een geschikt ameu
blement gekozen had. Het was door al die bezigheden
laat geworden en Pleissenbach verklaarde geenen tijd
meer te hebben om hem naar het hotel te begeleiden.
Martens wilde daarvan in den beginne niets hooren
maar de luitenant bleef standvastig en voegde er bij
„Morgen hoop ik u weer te zien want mijne vrouw
en ik zouden u gaarne morgen bij ons aan tafel zien.'
„Zeer gaarne. Hoe laat eet gij
„Drie uur ongeveer."
„Toch geen uitgebreid diner, hoop ik
„O neen slechts een paar goede vrienden, met wie
gijvolgens de meening mijner vrouw, gaarne zult ken
nis maken."
„Dat bevalt me. Tot weerziens dus mijne groeten
aan mevrouw."
De beide vrienden scheidden, Pleissenbach ging naar
huis en Martens naar de restauratie, waar hij ook gis
teren had gegeten en zich niet teleurgesteld vond in
zijne hoop er een paar officieren te zullen aantreffen.
Later in den avond bezocht hij met deze het circus,
maar wees beleefd hunne uitnoodiging van de hand om
weder mede in de sociëteit te gaan souperen vroegtij
dig spoedde hij zich naar zijn hotel, om een aangename
rust te genieten na den wel besteedden dag.
Het gezelschap, dat hij den volgenden dag ten huize
van Pleissenbach bijeen vondwas uit zeer verschil
lende elementen samengesteld. Hij trof ertot zijne
vreugde, graaf Zeek, Pleissenbach's chef en den adju
dant0 Walsingeen oude bekende uit Berlijn van de
vrouw des huizes. Yerder waren er de heer v. Ham-
feld, een civiel ambtenaar, met twee aardige dochters,
professor Hansius en zijne vrouw, eerstgenoemde dik en
ineengedrongen, met een volle rossige baard en een
zware, luid klinkende stem, maar zeer jeugdig in lee
ding en manieren eindelijk de musicusdie de fraaie
stem van mevrouw v. Pleissenbach had ontdekt, en aan
Martens als de heer v. Garolin werd voorgesteld. Me
vrouw Georgine hield veel van zulk een gemengd ge
zelschap. „Yooral niet eenzijdig niet zoo eeuwigdu
rend hetzelfde, dat is vervelend n'est-ce-pas. placht
zij te zeggen, en daar „mevrouw n'est-ce-pas, zooals
zij algemeen te Oostburg werd genoemd, in het stadje
zeer gezien was en zich bovendien verheugde m de bi-
zondere vriendschap van de familie van den kommandant
der vesting en dergelijke hooge autoriteiten liet men
het zich aanleunen, ten haren huize vaak met men-
schen te verkeeren die niet juist tot de eerste krin
gen konden worden gerekend.
Wordt vervolgd).