iSniteulAub. 2°. door de „valsche berichten omtrent den oorlog met Sekoekoenidie door de dagbladen in Zuid-Afrika verspreid werden. Onder anderen ontving de Engel- sche Regeering juist toen Shepstone in Londen was een telegram van den gouverneur van Nataldat de Boeren totaal verslagen waren en duizenden Kaffers op Pretoria aanrukten. Hoe de gouverneur aan dit bericht is gekomenschijnt nog een raadsel. Shepstone keerde met zjn volmacht terug en begaf zich den 22 Januari naar Pretoria den zetel der Trans- vaalsche Regeering. Aanvankelijk gaf hij voor, dat hij kwam onderhandelen over een confederatie van de Zuid-Afrikaansche staten. De staatssecretaris Swart maakte hem bekend met de geheele correspondentie der Republiekde Engelsche partij te Pretoria was met zijn plannen ingenomen de bevolking dier stad werd gunstig jegens hem gestemd door zijn „champagne- politiek" en het vooruitzicht op een spoorweg naar Delagoa zooals zij meenden, doch waarna later tot hun niet geringe verbazing een spoorweg naar Natal bleek bedoeld te zijn. Engelsche troepen werden aan de grenzen bijeengetrokkenen Shepstone gat daarenbo ven te kennen dat hij „zijn vriend", den Zoeloe-ko ning Ketchwayo, die van plan bleek de Republiek aan te vallen, niet zou kunnen beletten dit te doen, tenzij de Republiek werd geannexeerd. Had Burgers het aanbod van 400 boerenom zich met de wapenen tegen de annexatie te verzetten, moeten aannemen? Men beweert datindien dit verzet had plaats gehad, de annexatie niet zou zijn geschied. Maar wie zal durven zeggen wat geschied zou zijn als iets geschied dat niet is geschied Zeker is hetdat er geen ge wapend verzet plaats hadtoen Shepstone den 9 April verklaarde niet langer te kunnen wachten en den 12 April tot de annexatie overging. Burgers meende den strijd tegen SekoekoeniKetchwayo en de Engelsche soldaten niet te mogen wagen. Maar als er geen feitelijk verzet plaats had wat ge beurde er dan Heeft men in de annexatie bewilligd? Dat Shepstone na de annexatie eenige adressen wist te verkrijgen met handteekeningen van Transvaalsche burgers die haar goedkeurden zegt op zich zelf al zeer weinig; maar onze schrijver deelt ons daarenboven mee, dat die „handteekeningen" zijn te danken aan „zeker heer, die sinds jaren vermaard is door zijne vaardigheid in het „schoonschrijven"." Yan meer gewicht :s wat het voorloopig bestuur der Transvaal in zijn proclama tie heeft medegedeeld. Ongerijmd klinkt althans het volgende niet„Het bestuur en het volk der Republiek hebben toen geen gebruik gemaakt van hun recht om de wapenen op te vatten in de overtuiging dat Hr. Ms. Regeeringbeter ingelichtde daad van haren ambte naar zou afkeurenen omdat de bedreigingen van dien ambtenaar hen deden vreezendat gewapende tegen stand een burgeroorlog in het leven zou roepen onder de kolonisten van Zuid-Afrika en een verdelgingsoorlog tusschen de blanke en de zwarte rassen." Wat meer zegtden 12 April had de annexatie plaats maar den elfden werd volgens de notulen van het Uitvoerend Be wind besloten „niet de wapenen op te vatten maar ten krachtigste te protesteeren tegen de annexatie en onverwijld gemachtigden naar Europa en Amerika te zenden om een beroep te doen op de Britsche Regee ring en, indien dit niet mocht baten wat het Bewind zou betreuren en nog niet kon gelooven de vriend schappelijke hulp en bijstand in te roepen van andere mogendheden allereerst van haardie de onafhanke lijkheid der Republiek hadden erkend." Van dit besluit werd door den President Burgers kennis gegeven aan de bevolking onder aanmaning van zich te onthouden van alles wat het werk van die gemachtigden zou kun nen belemmeren. De gemachtigden vertrokkenmaar hunne zending had geenerlei gevolgdrie en een half jaar hebben de Transvalers geduldig gewachten toen hebben zij eindelijk den strijd begonnen. Dat de Transvalers oorlogvoerende partij zijn en geen opstandelingen heeft zelfs de Engelsche Regeering er kend. Hun onverwacht en krachtig optreden heeft hier en elders de oogen geopend want inderdaad wij wisten niet wat van hen te denken wij wisten niet of het hun ernst waswij vreesdendat het protest en de uit zending der gemachtigden misschien niets anders dan bloote- formaliteiten zouden blijkenwaartoe het Uit voerend Bewind zich ambtshalve verplicht rekende, maar waarin het volk geen belang steldewij vreesden dat het volk onverschillig was geworden omtrent zijn onaf hankelijkheid en in de nieuwe orde van zaken berustte. Thans zijn de oogen geopend Hier en elders ook bij velen in Engeland. Ook bij de Engelsche Regee- rin Waarom niet? Gladstone heeft vroeger de an nexatie ten sterkste afgekeurd maar men hoorde er niet meer van het scheen wel een afgedane zaak waarin de belanghebbende partijen ten slotte hadden berust. DaarenbovenGladstone is nog geen tien maanden aan het bewind en Afghanistan en Ierlaud hebben hem genoeg bezig gehouden om zich niet in te laten met zaken die niet dringend voorziening sche nen te eischen. Maar thans, nu de oorlog is uitge barsten? Helaas, dat de oorlog is uitgebarsten, dat er bloed heeft gevloeid en dat de Engelschen belang rijke verliezen hebben geleden, is juist het ergste. Nu heeft de Britsche wapenroem schade geleden, is de eer gekrenktloopt het prestige gevaarZij zijn bekend genoeg, die treurige, oude begrippen, oud, maar niet verouderdingeroest bij de natiën zoowel als bij hare Regeeringen, bij het volk nog meer dan bij de Regee ring; maar de Regeering heeft immers acht te geven op de stem des volksHoort slechts den ouden Beacons- field in het Hoogerhuis: hoe, onderhandelen, terwijl de slagvelden getuigen van onze nederlagen. Eerst de eer der wapenen hersteld, eerst de nederlaag ge wroken in het bloed onzer vijanden, eerst de tegen partij onderworpen, en dan zullen wij eens zien wat wij kunnen toestaandat is de oude leer, die echter gelukkig door de Engelsche Regeering niet onvoorwaar delijk schijnt gedeeld te worden. Immers is door haar antwoord gezonden op een vredesvoorstel der Boeren, en wacht men op hel besluit door den Volksraad daar op te nemen, en over die onderhandelingen, verklaarde de Minister van Koloniën, behoeft Engeland zich niet te schamen. Maar welke voorwaarden zal de Engelsche Regeering stellen? Tot confederatie verklaren de Boeren zich bereid doch wat zal hun antwoord zijn, als Engeland vóór alles onderwerping, het nederleggen der wapenen eischt Één ding staat bij de Boeren bovenaan de annexatie moet worden te niet gedaan; tot het sluiten van een bondgenootschap met de overige Zuid-Afrikaan sche Statenonder Engelands bescherming, schijnen zij genegen maar zij willen een zelfstandige Staat blij ven. Zal Engeland daaraan gehoor geven In hoe verre Zal het daarop uitzicht openen Aan aan drang tot bemiddeling ontbreekt het nietgelukkig ook niet in Engeland zelf, en van belang zijn ongetwij feld de krachtige stemmen uit Natal en de Kaapkolonie ten gunste van een vergelijk. Zou het in het belang van den vrede zijn, als een onzijdige, vriendschappelijke mogendheid uit eigen beweging haar „goede diensten" of haar „bemiddeling" aanbood bij de onderhandelingen? Zou het ook beter indruk maken als het geschiedde op verzoek van de zwakste partij van de Transvaal Een bericht meldde dat zoodanig verzoek tot de Belgische Regeering was gericht, maar het bericht is tot nog toe niet bevestigd. Intusschen kan elke dag gewichtige tijdingen brengen, en waar kan daarnaar met meer be langstelling worden uitgezien dan in Nederland? BELGIË. Minister Bara verklaarde den 16 in de Kamer dat de regeering besloten had de jaarwedden der bisschoppen niet te verminderen. Zij beschouwde „Integendeeldewijl gij toch nog niet begonnen zijt, acht ik het beter dat gij den aanvang uwer operaties nog wat uitstelt-" v. Martens zag verbaasd op. „Er is iets voorgevallen dat eerst geheel moet wor den afgedaan," vervolgde dokter Adam, „want er is twij fel gerezenof de persoon in kwestie de eenige zelfs of ze wel de naaste erfgenaam is." «Duivels, dat is eene fraaie geschiedenis!" riep v. Mar tens van zijn stoel opspringend. „Wat een geluk voor mij dat die onzekerheid thans reeds is gebleken an ders ware ik er leelijk ingeloopen. Stel u voordat ik die gewaande erfgename had gehuwd en dat nader hand was uitgekomen dat de erfenis aan een ander behoorde! Yoor den duivel, dokter de gedachte al leen maakte mij bijna razend." Het viel den heer von Martens niet moeielijk, den teleurgestelden te spelen. Want al wist hij het reeds lang, dat er inderdaad eene nadere erfgenaam bestond, dan het meisje dat men hem als echtgenoote wilde op dringen zoo verrastte het hem tochdit uit Adam's mond te vernemen, want het strookte in 't geheel niet met zijne bedoelingen dat deze nu reeds vermoedens in deze zaak begon te koesteren. „Juist om die reden wensch ik dat gij niet verder gaat antwoordde de dokter op de laatste woorden van v. Martens„en des te meer noodzakelijk is het dat gij u in uwe uitgaven beperkt. Gij moet in aan merking nemendat uwe hulp ons misschien wel eens geheel overbodig zou kunnen zijnen daarom iedere penningdie gij uitgeeft, weggeworpen is. Dus sparen „Zoo lang ik hier vertoef moet ik blijven voortleven zooals ik ben begonnen." „Gij hebt ook nog twee duizend thaler te uwer be schikking, genoeg voor het overige deel van den winter, als gij ten minste geene dwarsheden begaat. En nu over iets anders Behoort onder de genoodigden voor heden avond de heer Birzowski?" v. Martens stapte met de handen op den rug de ka mer op en neder en beantwoordde eindelijk Adam's vraag met een kort en onvriendelijk „neen „Waarom niet?" Er was u toch opgedragen in de allereerste plaats met hem kennis te maken." „Dat is ook geschied. Maar in het gezelschap van heden avond past hij niet." „Alweder moet ik vragen waarom niet v. Martens stampte kwaadaardig met den voet. „Dok ter gij zijt vandaag verduiveld lastig riep hij uit. „Waarom Birzowski niet in dergelijk gezelschap past? eenvoudig omdat hij met de officieren, die ik verwacht, op geen goeden voet staat. Voor 't overige had ik reeds de eer u op te merken dat ik volstrekt niet ver zuimd heb met hem kennis te maken. Ik ben zelfs dank zij de tusschenkomst van zijnen besten vriend, een zekeren heer v. Garolin in korten tijd vrij in tiem met hem gevonden." „Des te beter Vraag hem dan bij gelegenheid eens of de persoon van zekeren grenswachter Mirski hem bekend is. Wilt ge zoo goed zijn vooral op dien naam te letten. v. Martens trommelde met één vinger op de piano de melodie „O mein lieber Augustin Alles ist hin terwijl hij antwoordde„Mirski Die naam is niet moeielijk te onthouden." „Vraag hem verder ging Adam voortof hij ook iets weet van zekere geheimzinnige zaak, die tusschen dezen Mirski en den overleden oom van Birzowski, den vroegeren bezitter van Wolno, moet zijn voorgevallen." ,,'t Zal gebeuren," „Stel het echter vooral niet te lang uit. Ik blijf tot morgen avond hierdoe u best, mij vóór dien tijd uw antwoord te brengen. Gij zult mij vinden in het hotel de Prusse. Gelukt het u nietzoo spoedig alles te weten te komen, bericht het mij dan schriftelijk aan het u bekende adres. En nu zal ik u niet langer las tig vallen ik mocht anders eens een uwer voorname gasten hier aantreffen en dat zou u zeker even onaan genaam zijn als mij." „Ik wensch u eenen goeden avond en nog eens vooral sparen (Wordt vervolgd). de bisschoppen als de begunstigers der ongeregeldheden, maar geloofde niet, dat eene weerwraak noodig was om het misnoegen der regeering te toonen. Voorloopig zou zij de beurzen aan de groote seminariën willen afschaffen. De begrooting van binnenlandsche zaken werd met 63 tegen 44 stemmen (linker tegen rechterzijde) aangenomen De tot lid der Nederlandsche 2e. Kamer verkozen ingenieur Dirks is te Brugge met buitengewone eerbe- wijzingen ontvangen. Het doel zijner reis daarheen was het houden eener voordracht ten betooge dat die stad, vroegere eeuwen bizonder grootweder zoo groot kon worden, wanneer slechts de noodige werken werden aangelegd ter verkrijging van een kanaal naar zee, naar zijne beschouwing een werk waarvan de uitvoering op veel minder moeielijkheden zou stuiten dan het Noordzee kanaal. Hem werd het eere-lidmaatschap van den kring BruggeZeehaven uitgereikt. Den 17 werd te Antwerpen de cloricale candidaat Cogels tot Senaatslid benoemd in plaats van het over leden liberale lid. De liberale meerderheid in den Senaat is daardoor tot 4 verminderd. DUITSOHLAND. Den 16 vergaderde de Rijksdag on der het voorzitterschap van baron von Erankenstein, den onder-voorzitter. Graaf von Arnim, de voorzitter, was afwezig gebleven, om bij eene eventuele herkiezing niet dadelijk in de noodzakelijkheid te zijn te verklaren, of bij de benoeming aannam. Hij was toch voornemens voor het voorzitterschap te bedanken mochten de po gingen der vrij conservatieven en nationaal-liberalen om genoemden onder-voorzitter, lid van het centrum, niet te herkiezen mislukken. Bij de eerste stemming namen 274 van de 397 afgevaardigden daaraan deel 31 briefjes waren in blanco graaf von Arnim werd herkozen met 147 stemmen tegen 91 op von Seijdewitz, conservatief. Bij de tweede stemming waren 16 van de 270 briefjes in blanco baron von Erankenstein verkreeg 149 stemmen tegen 101 op Dr. Stephani, na tionaal-liberaal. Tot tweeden onder-voorzitter werd- herkozen Dr. Ackerman (vrij conservatief) met 172 stemmen77 briefjes waren in blanco en 7 op ver schillende personen uitgebra, ht. De ouder-voorzitters namen hunne herbenoeming aan de voorzitter daaren tegen bedankte. Den 17 werd in zijne plaats benoemd met 150 van de 242 stemmen de heer von Gossler, duitsch-eonservatief. 89 Briefjes waren in blanco. De stand der part jen wordt berekend als volgtcentrum 101 leden behalve de gewoonlijk mede stemmende 14 Polen 65 nationaal-liberalen, 50 duitsch-conserva- tieven 48 vrij conservatieven, 37 der fortschrittspartij, 20 secessionisten 15 liberalen 10 sociaal-democraten en 37 wildenwaaronder 15 afgevaardigden uit den Elzas en Lotharingen. Den 16 verwierp het Huis van afgevaardigden het voorstel-Windthorsttot afschaffing der aan de regee ring geschonken bevoegdheid om in zekere gevallen de jaarwedden der geestelijken in te houden. Den 16 voerde prins Bismarck het woord in het pruisische heerenhuis bij de beraadslaging over het wets ontwerp tot blijvende belastingvermindering. Hij drong er op aan, dit voorstel te beoordeelen in verband met andere daarvan onafscheidelijke aangelegenheden. Het tegenwoordig voorstel vormde slechts een klein deel van den moeilijken arbeiddien hij sedert vijf jaren met betrekking tot belastinghervorming tot stand zocht te brengen. Werd door het huis in dezen arbeid geen vertrouwen gesteld, dan verloor hij den moed om daar mede voort te gaan. Door dit ontwerp af te wijzen, zou aan het geheele werk der hervorming schade toegebracht worden. Zoo men weigerde hem te steunen zou hij aan zijne tegenstanders, die hem hun steun ontzeggen, ook de taak moeten overlaten zeiven de hervorming vender voort te zetten. Ten slotte werd de beraadsla ging verdaagd. Den 17 liepen de algemeene beschouwingen af. De oud-minister van financiën Camphausen bestreed het ontwerp o. a. omdat het niet in overeenstemming was met den tegenwoordigen toestand der geldmiddelen waarop prins Bismarck antwoordde dat deze aanval op het tegenwoordig geldelijk beheer zijn eigen bestuur ten scherpste veroordeelde. Hij was niet in staat geweest dat bestuur voort te zetten en had de geldmiddelen in slechteren toestand gebracht; hij had nooit positieve voorstellen gedaanhij was een wakker ambtgenoot ge weest maar zonder de gave te bezitten van nieuwe denkbeelden te bezitten over geldmiddelen mocht hij hem zijnen vroegeren ambtgenoot, zulke moeielijkheden in den weg willen leggen, dan zou hij genoodzaakt zijn, alle stukken uit vroegeren tijd openbaar te maken. Camphausen hernam daarop dat hij aan het tegenwoor dig beheer der geldmiddelen niets verweten hadover de tegenwoordige beschermende rechten had niemand gedurende zijn ministerschap tot hem gesproken hij had vele jaren vol wisselvalligheden met prins Bismarck samen gewerkt en zulk een dank niet verwacht. Prins Bismarck antwoordde, dat hij het verwijt van ondankbaarheid ge makkelijk tegen hem kon keeren want hij was het die minister Camphausen steeds de hand boven het hoofd had gehouden. Den 18 werd artikel 1 van dit ontwerp aangenomen met 94 tegen 41 stemmen. De landdag wordt den 23 gesloten. De te Berlijn gevestigde centrale afdeeling der ver eeniging voor het Roode Kruis besloot door bemiddeling van de nederlandsche afdeeling 2500,-aan de boerea als oorlogvoerende partij in de Transvaal te zenden ter verpleging hunner gekwetsten. TURKIJE. Graaf Hatzfeld kwam den 17 's mor gens te Konstantinopel aan. Men beweertdat hij eene nieuwe grenslijn zal voorstellenwaarbij Metzovo, Janina Tchamourly en Prevesa bij Turkije blijven. ALGERIE. Eenige niet onderworpen stammen van Tunis deden een nieuwen inval op Algerijnsch grond gebied en vermoordden eenige fransche onderdanen. Vervolg der Buitenlandsche herleiden in het tweede llad.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1881 | | pagina 2