EEN EDEEMARTER,
No. 27.
Drie en tachtigste Jaargang.
1881.
V K IJ I» A G
4 MAA H T.
FEUILLETON.
Deze Courant wordt Dinsdag-, Dondsrdag- en
Zaterdagavond uitgegeven. Abonnementsprijs
per 3 maanden voor Alkmaar f 0,80; franco door
het geheele Rijk 1,
Prijs der gewone Advertentiën
Dit nummer bestaat uit twee bladen.
EERSTE BLAD.
©ffictccï 'Scheelte.
ALKMAARSCHE COIIRAIVT.
De 3 nummers 0.06.
Van 15 regels 0,75; iedere regel meer f 0,15.
Groote letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de Uitgevers HERMs. COS-
TER ZOON.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALKMAAL
brengen ter algemeene kennis, dat op de gemeente-secretarie ter
lezing is gelegd de staat, vermeldende, volgens art. 81 2e lid
der wet op het lager onderwijsde namen der kinderen boven
de 6 en beneden de 12 jaren, die niet gevonden zijn bij ver
gelijking van de lijsten der op 1 Januari 1881 schoolgaande kin
deren met die der zich op dat tijdstip in de gemeente bevon
den hebbende kinderen.
Burgemeester en Wethouders voornoemd
AlkmaarA. MACLAINE PONT.
3 Maart 1881. Be Secretaris,
NUHOUT' van der VEEN.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALKMAAR
brengen ter algemeene kennisdat het 1" suppletoire kohier
der plaatselijke directe belasting, dienst 1880, door den Ge
meenteraad in zijne op gisteren gehouden vergadering vastge
steld gedurende 8 dagen na heden ter gemeente-secretarie ter
lezing is nedergeleglbinnen welken tijd ieder aangeslagene
op dat kohier tegen zijn aanslag bij Gedeputeerde Statenop
ongezegeld papierin beroep kan komen.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
Alkmaar, A, MACLAINE PONT.
3 Maart 1881. De Secretaris,
NUHOUT VAN DER VEEN.
P O L I C I E.
Ter terugbekoming is aan het Commissariaat van Policie het
navolgende voorhanden, als: een bosje touw of lijntje, een wan
delstok een schildersbeiteltjeeen zilveren schaartje, een
kinderkruiwagentje en een stalen knipje.
BELGIE. Den 20 ging de Kamer tot den 8 uiteen,
na ue geheele week behandeld te hebben de voorstellen
en amendementen betreffende de bezoldiging der geeste
lijkheid uitgetrokkeu op de begrooting van eeredienst,
zonder tot eenige uitkomst te hebben geleid.
DUITSCHLAND. Den 25 bracht de Rijksdag de
eerste lezing der begrooting ten einde enkele hoofd
stukken waaronder de geheele begrooting van oorlog,
naar de daarvoor bestemde commissie verwijzende. Ver
der werd besloten tot de tweede lezing der overige
hoofdstukken in volle vergadering over te gaan, waar
mede den 28 een aanvang werd gemaakt. Bij het
hoofdstuk buitenlandscbe zaken werd de wensch te ken
nen gegevendat in bet belang der onderdrukking van
den slavenhandel in de Stille Zuidzee-eilanden de voor
schriften aan de consuls op de Zuid-Zee eilanden spoedig
kracht van wet zouden verkrijgen, met welk denkbeeld
prins von Bismarck verklaarde in te stemmen. Hij
wenschte echter een bepaald voorstel.
De fransche gezant te Berlijn de Saint Vallier ont
ving den 28 van den Keizer de orde van den Zwarten
Adelaar.
Het verzoek van Graaf Eulenburg om ontslag als
minister van binnenlandsche zaken is door den Keizer
ingewilligd. Een opvolger is nog niet benoemd.
ENGELAND. Den 28 worden in bet Lagerhuis
weder verschillende vragen door de regeering beant
woord. Engeland en Erankrijk hadden toegestemd be
middelend tusschen Chili en Peru op te treden zoo
Duitschland en Italië daartoe uitgenoodigd ook be
reid waren. Italië bad toegestemddoch Duitschland
geweigerd. Niettemin was de regeering tot tusschen-
komst overeenkomstig Erankrijk's voorstel bereid en
zouden aan de gezanten in Peru en Chili voorschriften
gezonden worden zoodra te dien aanzien overeenstem
ming was verkregen. Het berichtdat de vesting
werken van Rutschuk hersteld werden was onwaar
de Donau-vestingen waren echter nog niet geslecht
de bulgaarsche regeering was herhaaldelijk daartoe
aangespoord doch zij verklaarde dat de meeste stee-
nen werken vernietigd en do vestingwerken zoo ver
vallen waren dat dit met eeue slechting gelijk stond;
eene volledige slechting was uit gebrek aan geld nog
achterwege gebleven. Ook de overige mogendheden
hadden vertoogen ingediend en Engeland onderhandelde
met Oostenrijk over de benoeming eener commissie van
onderzoek. De minister van binnenland e zaken
deeldo mededat de regeering gewenschf lad zeer
spoedig eene wet op het iersc'ae grondbezit te kunnen
indienenmaar dat zij eerst het wetsontwerp op bet
bezit en dragen van wapenen in Ierland en een deel
der begrootiugen van oorlog en marine wenschte te
zien vastgesteld. Den 1 zou bij den voorrang voor die
wetten vragen en eerstgenoemde wet vervolgens indie
nen. O'Donnell stelde voor, niet tot de behandeling
der begrooting van oorlog over te gaan welk voorstel
na langdurige beraadslaging, verworpen werd met 85
tegen 18 stemmen. Daarop lokte het iersche lid Mae
Coan eene beraadslaging uit over de benoeming van
iersche overheidspersonendie den geheelen avond
voortduurde en waardoor de minister van oorlog ver
hinderd werd zijne begrooting in te dienen. Den 1
deelde minister Cbilders op eene vraag van lord Stan
ley mede dat generaal Roberts de overwinnaar van
Aijoeb Khan in Afghanistan, opperbevelhebber over de
troepen in de Transvaal was geworden. Na het besluit
van den 28 om 3 regimenten ter versterking daarheen
te zenden was den 1 in overleg met genoemden ge
neraal bepaald, bovendien nog 3 regimenten te Gibral
tar en op Malta beschikbaar te houden. Mocht ge
neraal Wood muildieren cavalerie artillerie of paar
den verlangen dan zou het verlangde dadelijk gezon
den worden. Verder gaf hij op dat aan het gevecht
van den 27 deel was genomen door 35 officieren en
693 manschappen waarvan sneuvelden 3 officieren en
82 mangekwetst werden 9 officieren en 122 man
gevangen genomen werden 7 officieren en 50 man
terwijl nog 1 officier en 12 man vermist werden. Ver
volgens werd met 395 tegen 37 stemmen van spoed
eischenden aard verklaard de behandeling van het
wetsontwerp op het bezit en dragen, van wapenen in
Ierlandbepalendedat het dragen of bezitten van
wapenen zonder schriftelijke vergunning onwettig is in
de distrieten waar die wet afgekondigd werd. Ook
wordt aan de regeering daarbij de macht gegeven, huis
zoeking te doen naar wapenen en den verkoop te ver
bieden van dynamiet, wapenen en nitro-glyeerine. Over
treding wordt gestraft met gevangenis van ten hoogste
3 maanden. Zij wordt vastgesteld voor 5 jaren. O' Don-
nell stelde de verwerping voorwaarover verscheidene
uren werd beraadslaagd. Sexton stelde toen de verda
ging der beraadslaging voor, waartegen de minister van
binnenlandsche zaken zich verzette. Met 202 tegen 21
stemmen werd de verdaging verworpen. De heer Ha-
ly wiido daarop weder het woord voeren, doch de voor
zitter viel hem in de redeverklarende, dat het Huis
de sluiting der beraadslaging scheen te verlangen.
Daartoe werd met 200 tegen 22 stemmen besloten
waarna verlof tot de indiening der wet werd gegeven
met 196 tegen 26 stemmen. Vervolgens werd de wet
zelve bij eerste lezing goedgekeurd met 188 tegen 26
stemmen. De tweede lezing ving den 2 aan.
De Times zegtindien wij geen plan hebben ons
onvoorwaardelijk uit Zuid-Africa terug te trekken, moe
ten wij ons gezag handhaven, waar het tegenstand ont
moet en slechts onderhandelen met hen die zich aan
de vertegenwoordigers der Koningin onderwerpen. Wan
neer generaal RoLerts zijne taak volbracht heeft zal de
engelseiie regeering niet wraakzuchtig en streng zijn
tegen de boeren, die dapper en voorloopig met goed ge
volg streden voor het geen zij als hun recht beschouwen.
In het Hoogerhuis werd de iersche dwangweb den
28 voor do eerste maal gelezen en den 1 zonder hoofde
lijke stemming bij tweede lezing aangenomen. Bij derde
lezing werd zij den 2 des voormiddags aangenomen
daarna werd de zitting geschorst tot 5 uur 's namiddags.
Van verschillende zijden wordt gemeld dat Parnell
in de schatting zijner partij gedaald is en dat naar een
ander hoofd wordt omgezien. Het steun zoeken bij de
fransche radicalen de geslagen vijanden van het catho-
licisme, welks steun de iersche home-rulers niet kun
nen missen wordt hem zeer euvel geduid en zijne
daaromtrent uitgesproken verdediging schijnt in dat
gevoelen geene verandering te zijnen voordeelt) te heb
ben gebracht.
Volgens de Daily News zou Kandahar in de laatste
week van Maart ontruimd worden.
ERANKRIJK. Den 27 werd het feest ter eere van
den 80sten verjaardag van Victor Hugo gevierd zon
der eenige stoornis der orde. Van 12 tot 3 uur 's na
middags trok eene onafzienbare menigte in statigen
(26)
(Naar het Hoogduitsch.)
Steeds had hij geluk gehad in zijnen omgang met de
vrouwen; dat was hem vaak genoeg door zijne vrienden
benijd Al mocht men hem ook niet direct schoon noe
men, toch bezat hij geest, vernuft en eene gemakkelijk
heid om zich overal te bewegen, een trio, dat het gebrek
aan lichaamsschoonheid ruimschoots vergoedde. Toch
moest hij zich zeiven bekennen, dat het hem thans niet
meer zoo gemakkelijk zou vallen een goed huwelijk te
doen als voor twee jaar, toen hij nog als directeur van
de nu bankroete maatschappij een schitterend inkomen
genoot en den naam had van een niet onbelangrijk
vermogen te bezittenhij had zich toen tevreden ge
steld met alleen de zoetheid der liefde te genieten
zonder zich te verbinden. Dat zou na al het gebeurde
zoo gemakkelijk niet meer zijn maar toch kwam hem
het plan niet onuitvoerbaar voor, en hij besloot dadelijk
de handen aan het werk te slaan.
Hij doorliep in gedachte de reeks van familiesin
wier huis hij verkeerdemaar bij de meesten schudde
hij het hoofd. Hier stond een voorzichtig vader in den
wegdie vooraf nauwkeurig onderzoek zou doen naar
zijne levensomstandigheden en zijn verleden, daar eene
bezorgde moederdie nimmer zou toestemmen in een
huwelijk harer dochter met eenen man die in Wies-
baden in zulk een kwaden reuk stond als v. Martens
hier weer was men te voornaam voor den onaanzienlijken
v. Martens daar weer te burgerlijkterwijl hij bij een
derde weer vreesde dat het te verkrijgen fortuin niet
groot genoeg zou zijn. Eindelijk meende hij eene fa
milie te hebben gevonden die hem in ieder opzicht
geschikt toescheen om in zijne netten te worden ver
strikt. Het hoofd dier familie voerde den niet onaan
zienlijken naam van Sir James Robinson-Eldridge of
Kortright en was de jongste zoon uit een schatrijk
adel ijk engelsch geslacht. Als zoodanig genoot Sir James
een belangrijk inkomen en had bovendien, zooals Erich
uit goede bron wist, een zeer groot vermogen geërfd
van zijne overleden vrouw, dat bij zijnen dood op zijne
twee dochters zou overgaan als deze ten minste niet
vóór haar vaders dood trouwdenin dit geval moest
de haar toekomende helft reeds bij het huwelijk worden
uitbetaald. Gunstiger vooruitzichten waren voorzeker
niet uit te denken: een vermogen, dat v. Martens da
delijk in handen zou valleD, geen schoonmoeder en een
schoonvader, die zijn gezelschap en vriendschap waar
dig waswant Sir James was een man die ondanks
zijn gevorderden leeftijd gaarne het leven genoot, vaak
in de kringen der jeunesse dorée verkeerde en v. Mar
tens eene warme genegenheid toedroeg. Meer dan eens
had hij hem vriendschappelijk op den schouder geklopt
en gezegd„Gij zijt een man naar mijn hartmijn
waarde v. Martens
Eerst nadat Erieh dit alles overdacht en aan geene
de minste bezwaren onderhevig bevonden hadhielden
zijne gedachten zich bezig met de persoondie tot
trouwen toch ook noodzakelijk wasnamelijk met de
jonge dame wier hand hij zou trachten te verwerven.
Sir James had twee dochters maar alleen de oudste
kon hier in aanmerking komen, daar de jongste, Alma
genaamdnog bijna een kind was. Eerstgenoemde
miss Ethelreda Robinsonwas een ware schoonheid.
Toch maakte dit voorrechthaar door de natuur ge
schonken, haar niet bizonder gevierd, want men noemde
haar excentriek en grillig, en beweerde dat zij zich on
derscheidde door de bizonder onaangename en beleedi-
gende wijze, waarop zij degenen, die het waagden haar
het hof te maken, van zich stiet. Het moest dus Erich's
ijdelheid niet weinig streelen toen hij bij zich zeiven
de opmerking maaktedat van alle heeren uit hare
omgevinghij steeds door haar het vriendelijkst was
behandeld. „Zij gevoelt dat zij niet tegen mij is op
gewassen dacht Erich „en zij heeft behoefte aan
iemand die haar ontzag inboezemt. Nu, daarvoor zal
ik zorg dragen."
Dit scheen Erich ook inderdaad te gelukken. Toen
hij eenmaal met de uitvoering van zijn plan een aan
vang had gemaaktmaakte hij dagelijks zichtbare vor
deringen in de gunst der sehoone Ethelreda. Reeds
na verloop van drie weken waagde hij den koenen stap.
Op den terugkeer van een buitenpartij op een in de
nabijheid van Wiesbaden gelegen slot, bekende hij haar
zijn liefde. Hij had het zóó weten in te richten dat
hij alleen met Ethelredain een rijtuigje dat hij zelf
bestuurdenaar huis terug reed. Toen dit te Wies-
baden voor de villa van Sir James stil hield was het
sehoone meisje zijne verloofde. Den volgenden morgen
vroeg en verkreeg hij de toestemming van haren vader,
die hem bewogen in de armen sloot en hem verzekerde,
dat hij aan niemand geruster het geluk van zijn kind
toevertrouwde dan aan hem.
Maar waarom verspreidt zich thans bij de herinne
ring aan dien gelukkigen uitslagzulk een donkere
schaduw over v. Martens' gelaat?
Toen hij, de oogen schitterend van geluk en vreugde,
de woning van Sir James verliet, en inwendig jubelend,
door het park den weg naar zijn huis insloeg kwam
hem een man te gemoet, klein van gestalte, met zwarte,
levendige oogen en een witten baard die hij menig
maal ten huize van Sir James had aangetroffen. De
naam van dien heer was dokter Adam.
„Gij viert vandaag uwe verloving?" zeide deze na een paar
woorden over onverschillige zaken te hebben gesproken.
Verbaasd bleef v. Martens staan. „Ik behoef er geen
geheim van te makenantwoordde hij„maar hoe
kunt gij dat nu reeds weten
„Sir James heeft er mij reeds heden morgen over
gesproken en gezegd dat gij komen zoudt, om hem de
hand zijner dochter te vragen."