ftnitcnlatifr. openbaren weg, naar hunne onderstelling op bevel van Owen Lanyon. Intussehen ontving de regeering het bericht, dat het gezag der republiek hersteld was in verschillende plaat sen dat verschillende kafierhoofden met de herstelling der genoemde republiek hunne ingenomenheid hadden betuigd dat de zendeling A. Merensky zijne onvoor waardelijke onderwerping inzond bij den volgenden brief: Botsabele28 December 1880. Aan den Hoog-Ed. heer Piet Steijn, Adsistent Generaal Hoog-Ed. heer en Vriend! Ik wilde gisteren UHEd. noch eenige regelen sturen maar konde niet zoo ver komen van-daag wil ik u toch nog gaarne eens meer danken voor de onpartijdige en bedaarde wijze waar mede TJHEd. uw gezag uitoefent, ik hoop van harte dat de Heere moge u kracht geven om hier in deze District en in de Distriet van Lijdenburg uw gezag zoo te voeren, dat er geen verdere bloedstorting plaats vindt. Ik heb aan den Eerw. heer Banting, zendeling te Lij denburg, geschreven, dat het mijn wensch is dat zijn volk op de statie nabij Lijdenburg stil zitte en volstrekt niet de blanke bevolking moeie. Ik zal UEd. heer dank baar zijn als u wildet de goedheid hebben om aan het hoogere gezag en in het bijzonder aan den HoogEd. heer Piet Joubert te willen mededeelen, dat de Kaffers in deze streek tot nog toe volkomen stil en rustig zich gedragen, want zoover mij bekend is, is er noch [g] een en kele rustverstoring in deze district door hen veroorzaakt. Wat aangaat Kaders die u hebben wildet om touw te vatten of andere diensten te verrichten bij de men sehen zoo verwacht wij nadere orders. Ik hoop alleen lijk dat UEd. niet te velen zult noodig hebben zijnde de kaffers huiverig in zulken tijd hunne kralen te ver laten. Ik heb de eer te zijn UEd. heer! UHEd. dw. dienaar en vriend, A. M-ékenskt. Ofjiciiiele rapporten over den slag bij Hondenrivier. Het eerste is van Paul de Beer, die als tolk en rapportgan- ger tusschen de burgers der Z. A. K op last van den kommandant Joubert, den gesloten brief aan den kolo nel der engelsche troepen moest overgevenwaarvan vroeger gewag is gemaakt. Hij verhaalt hoe hij aan dien last voldaan heeft en het gesprek na het geveeht tusschen die twee bevelhebbers gehouden. Het tweede is van J. M. Engelbrecht, privaatburger, tijdelijk aangesteld om den veldcornet te vervangen die bij dat gevecht tegenwoordig was. Hij verhaalt hetgeen hij gezien heeft en bevestigt het door anderen medegedeelde. Speciale lastbrief aan CommandantenVeldcornetten, an dere Officieren en Burgers van de Z. A. R. Deze brief van den commandant-generaal Joubert houdt de goedkeuring in, dat, daar het land in staat van beleg verklaard en de oorlogswet afgekondigd is, ieder reiziger, niet voorzien van pas vap den commandant of zijnen wettigen plaatsvervanger, als spion beschouwd en behandeld zal wordenzullende ieder burger ver plicht zijn een zonder pas reizende persoon in hechtenis te nemen om de uitvoering van dit besluit te verzeke ren. Verzuim zal streng gestraft worden. De vijandelijkheden te Potchefstroom. Hier volgt een uitvoerig verhaal van het vroeger in hoofdzaak reeds medegedeelde verslag. Daarbij is ook opgenomen de woordelijke inhoud der overeenkomstwaaibij Majoor Clarke aan den commandant-generaal P. A. Cronje overgaf het landdrostkantoor te Potchefstroom en het daarbij behoorende gebouwbekend onder den naam van de Algemeene Boerenwinkel. Vervolgens wordt vermeld dat den 19 Dec. de eerste afdrukken der vroeger vermelde proclamatie verspreid werden en opgave gedaan van de geleden verliezen. Eindelijk, dat drie personen wegens hoogverraad door den Krijgsraad ter dood veroordeeld werdenwelke straf toegepast werd. Zij onderhielden verraderlijke briefwisseling met engelsche officieren en ambtenaren. Eindelijk instructien voor den provisie-commissaris in het district Potchefstroomvastgesteld door den Krijgsraad aldaar 25 Dec. Ten slotte twee kennisgevingen van generaal P. A. Cronje bjj de eerste wordt bekend gemaaktdat nie mand te Potchefstroom na 9 uren des avonds vuur of licht mag branden of aansteken zichtbaar naar of uit het vijandelijk kamp en dat niemand aldaar of in de nabijheid woonachtigpaardenvee enz. mag laten grazen in het dorpsveld boven de Krijgerstraten en de Handjeswestzijde van het dorp. Overtredingen vol gens oorlogswet te straffen met verbeurdverklaring of slachting van het vee. De tweede bevat de waarschuwingdat geen order of commandeerlijst door de regeering zal worden er kend, tenzij onderteekend door den provisie-commissaris of den daartoe in het bizonder aangestelden ambtenaar. DUITSCHLAND. Toen Prins Bismarck zich in den Rijksdag tegen de inmenging van ambtenaren in de verkiezingen verklaardevoegde hij daaraan toedat hij niet altijd met het door hem gewenschte gevolg de bemoeiingen van ambtenaren kon tegengaan. Bij voor beeld, in een zekeren Staat had een candidaat voor den Rijksdag tijdens de verkiezingen bij den landraad van het district zijn intrek genomen met hem op en neer gegaan in zijn rjjtuig met hem rondgereden enz. en tot de regeering van dien Staat had hij daarover ver- toogen ingediend doch zonder gunstig gevolg. De af gevaardigde Laiker stond onmiddelijk op met de ver klaring dat hier bedoeld werd de verkiezing te Mei- ningen. In het toen gebeurde stak echter geen kwaad, want die landraadeen oud vriend van hem bij wien hij zeer dikwerf zijn intrek had genomenhad zich van alle inmenging onthouden en dat hij met hem (Lasker) udgereden hadwas behaald onwaar. De bedoelde •and tevens ,a%evaj3; igde van den Rijksdag, IJ9 kwar,, 201 achtste en 28 zestn aüe Baumbaehbevestigde de verzekeringdat hij geen in vloed op de verkiezingen uitgeoefend had en verklaarde, dat Lasker nooit in zijn rijtuig kon gezeten hebben want hij hield geen rijtuig. Eens hadden zij te samen in een huurrijtuig gezeten. Prins Bismarck antwoordde, dat hij dan toch niet zoo verkeerd ingelicht waswien het rijtuig toebehoordewas immers bijzaak. Lasker moest dus voortaan voorzichtiger zijn met het zeggen van bepaald onwaar. In kleinere Staten was de land raad een man van grooten invloed die het den kiezers zeer lastig kon maken en dien zij moesten ontzien. Er werd dus reeds min of meer invloed uitgeoefend, wan neer in het openbaar getoond werd hoe de candidaat zijn boezemvriend was. Meermalen was van liberale zijde gesproken over onrechtmatigen invloed der land raden in Pruisen bij verkiezingen in conservatieven geest. En nu was het toch zeker opmerkelijkdat toen hij in het algemeen over dit onderwerp sprak alleen de afgevaardigde Lasker opstond. Lasker hield voldat het de mug uitzuigen en den kemel doorzwelgen mocht genoemd worden wanneer prins Bismarck aanmerking maakte op het gebeurde in Meiningen en zweeg over de zoo dikwerf afgekeurde handelingen der landraden in Pruisen. Hij herinnerde daarbij hoe hij jaren lang zijne staatkunde ondersteund hadtot dat hij aan de liberalen geheel den rug had toegekeerd waarop prins Bismarck antwoordde dat hij zich tot geen dank ver plicht achttewant die ondersteuning had hij altijd duur moeten betalen. Er was geene wet aangenomen, of zijne plannen waren gedwarsboomd door een amen dement van dien afgevaardigde. Overigens was zijne staatkunde onveranderd gebleven namelijk tot het bij eenbrengen en het versterken van het duitsche rijk. De Köln. Zeitung zegt deze woordenwisseling te betreuren. Men hoorde daarbij niet den grooten maar een kleingeestig wreveligen Bismarck. De oude Bismarck had zich niet op zoo weinig waardige wijze moeten uitlaten al had het hem geërgerd dat zijn zoon te Meiningen tegenover Lasker bij de verkiezing de nederlaag leed. Den 4 verzond de Rijksdag het weder ingediende voorstel van 1880, betreffende de kustvrachtvaart, naar eene commissie. Prins Bismarck had daar niets tegen, maar meende toch, dat het de wensch der bondsregee- ringen moest zijn om deze voordracht niet uitgesteld en bij de commissie begraven te zien. Zij hadden er recht op met het besluit van den Rijksdag bekend te worden. Op eene gedane opmerking antwoordde hij, dat de verhooging der in- en uitgaande rechten in Rus land niet de beteekenis had van een maatregel van weerwraak tegen het duitsche toltarief. Vervolgens kwam in behandeling een wetsontwerp betreffende be lasting van vrije woningenaan ambtenaren verstrekt, waarbij prins Bismarck sprak over de naar zijn inzien minder economischedan wel staatkundige belasting regeling der groote steden, die, zooals Berlijn, de belas ting op het gemaal en geslacht hadden afgeschaft. Te Parijs kon men beter en goedkooper leven. Hij voor zich had bij het lezen van zijn door de leden der fort- schrittspartij Bunge en Hagen onderteekend belasting biljet, fortschritts-achtige neigingen voelen opkomen. De heer Struve riep daarop uit: dat is onbeschaamd! waarop prins Bismarck antwoordde, dat die uitdruk king zelve onbeschoft was. Struve werd door den Voor zitter tot de orde geroepen en op uitnoodiging van Struve trok prins Bismarck daarna de door hem ge bezigde uitdrukking in. De vroegere gezant bij Frankrijk von Arnim den 16 Mei 18/6 veroordeeld tot 9 maanden gevangenis straf wegens landverraad door het verduisteren van hem als gezant toevertrouwde stukken heeft op grond eener geneeskundige verklaring dat zijn gezondheidstoestand niet afdoende verbeteren zou, zoo hij geen badkuur kon volgen in eene duitsche badplaats, vergunning verkregen zich gedurende eenigen tijd binnen Duitscbiand's gren zen te mogen ophouden. Hij had zich 1876 door de vlucht aan de toepassing van dat vonnis onttrokken. Tot 31 Augustus a s. is het bevel tot zijne aanhouding buiten werking gesteld. Volgens sommigen zou die gezondheidstoestand als middel gebruikt zijn om in hooger beroep te kunnen komen van dat bij verstek tegen hem gewezen vonnis. Het te Berlijn gevormde comité tot ondersteuning der gewonden in de Transvaal verzond eene oproeping voor eene inzameling van geld ten behoeve van het ne- derlandsch centraal comité. Het zal zoo noodig duit sche artsen voor ziekenverpleging naar de Transvaal zenden. Die oproeping wordt o. a. onderteekend door de heeren Dubois Reymond Virchow Langenbeck Nachtigal en Richard Wagner. ENGELAND. In het Lagerhuis werden den 4 door verschillende ministers de volgende verklaringen afgelegd. Aan de boeren werden mededeelingen ge daan waarop ieder oogenblik antwoord kon worden verwacht. Colley's dood had dit waarschijnlijk ver traagd. Generaal Wood in de Transvaal was benoemd tot generaal-majoor. De wapenstilstand met de Basoeto's was waarschijnlijk verlengd Er was geen bericht ontvangen dat Merv door de russen bezet was of be zet zou worden (ook van russische zijde, en wel in de Agence Russe, wordt die bezetting uitdrukkelijk tegen gesproken). Het bevel tot den terugtocht der engelsche troepen uit Kandahar was nog niet gegeven. Daarna werd de beraadslaging over de wet op het bezit en dragen van wapenen in Ierland voortgezet met 145 tegen 34 stemmen werd zij bij tweede lezing aangenomen. In het Hoogerhuis werd den 4 de beraadslaging over lord Lytton's motie strekkende om af te keuren het verlaten van Kandahar, voortgezet. Lord Cranbook sprak voor het behouden dier plaats. De minister van buiten- landsche zaken verklaarde, dathoewel geen bepaalde overeenkomst met Rusland bestond, de betrekkingen met dat rijk toch van den vriendschappelijksten aard waren. Ten slotte werd de motie aangenomen met 165 tegen 76 stemmenalzoo eene meerderheid van 89 stemmen TEGEN DE REGEERING. Naar het oor- deel der Times en der Daily News heeft deze uitge sproken meening niet zooveel beteekenis als het Lager huis het meerendeel van het volk en de regeering eene andere meening toegedaan zijn. Den 5 werd ministerraad gehouden om de laatste hand te leggen aan het wetsontwerp op het grondbe. zit in Ierland. De Onderkoning van Ierland heeft de bepalingen der iersche dwangwet toepasselijk verklaard op de graaf schappen Clare Galway Leitrim Kerry Limerick Maid, Roscommon en Sligo, benevens op 10 districten in het westelijk deel van het graafschap Cork. Sommige bladen trekken krachtig partij voor de Boe ren. De Pall Mall Gazette acht het verschrikkelijk dat Engeland onherroepelijk tot een oorlog in de Trans vaal gedoemd is omdat Shepstone vergissingen beging en dat billijke en goede onderhandelingen worden af gebroken omdat een engelsch generaal een roekeloo- zen aanval begint. Het ware gevaar voor Engeland komt niet van zijne vijanden, maar van zijne gen eraals en agenten in zijne bezitingen. Een ierseh blad zegt, dat Engeland nooit kostbaarder man haddan sir Bartle Frère. Zijn wil om zwart wit te doen schijnen veroorzaakt een oorlogdie 240 miljoen gulden zal kosten, om niet te spreken van het verlies van zoovele brave en dappere mannen van het verlies van pres tige en van de schande die de engelsche naam in de oogen van elk beschaafd land der wereld krijgt. In een ander blad wordt er op gewezen dat deze oor- log 120 miljoen gulden zal kosten en niets dan zwakte zal veroorzaken. Het Sprigg-ministerie in de Kaap zal nu opgevolgd worden door een ministerie Hof- meijer, dat gesteund zal worden door eene hollandsche meerderheid die voor de boeren zeer veel gevoelt en de hollanders in Zuid-Afrika zullen overal partij kiezen voor de oorlogvoerende broeders of eene verbitterende houding aannemen van lijdelijken tegenstand en onop houdelijke tegenwerking. Het eindigt alduslaat Engeland Zuid-Afrika onafhankelijk verklaren en het land verlaten uitgezonderd het marine-station in Simonsbaai. Volgens de Standard werden in den ministerraad van den 5 de aan de Boeren aan te bieden vredes voorwaarden geregeld en vervolgens per telegraaf aan generaal Wood medegedeeld. Volgens de Daily News was het ministerie eenstemmig van gevoelen omtrent de gedragslijn ten aanzien der Boeren te volgen. Ge neraal Roberts is de overbrenger van vredesvoorwaar den maar ook van oorlog en strijd. Er is geen twij fel aan of den Boeren zullen zoodanige voorwaarden aangeboden worden als Engeland's eer vordert. En die eer eisehtdat het onwetend aangedane onrecht weder goedgemaakt en de onafhankelijkheid der ingelijfde republiek hersteld worde, onder zoodanige waarborgen, waarmede de Boeren reeds vooraf' ingestemd hebben. Eene tweede editie van dat blad bevat een bericht uit Newcastle van 6 Maart des avonds, volgens het welk tusschen Wood en Joubert een mondgesprek plaats vond er zou tot 14 Maart een wapenstilstand zijn ge sloten. Aan de door de boeren ingesloten plaatsen mag leeftocht voor acht dagen worden toegevoerd. De boe- ren blijven altijd hunne onafhankelijkheid en amnestie voor al hunne aanvoerders eischen. De juistheid van dit bericht is den t in het lagerhuis door minister Ghilders bevestigd De regeering besloot tot de gevangenneming van het iersche parlement Dillon wegens zijne in de laatste agrarische bijeenkomst gehouden rede waarbij hij den pachters aanbevaliederdie zich tegen het landver- bond verklaarde in den maatschappelijken ban te doen. De liberale bond van Westminster teekende in eene den 6 gehouden bijeenkomst verzet aan tegen de staatkunde der regeering ten aanzien der Transvaal. TRANKRIJK. Toen Victor Hugo den 4 in den Senaat verscheen het eerst na de hem op 27 Febr. bewezen hulde, werd hij levendig toegejuicht, waarvoor hij zijn dank betuigde. De voorzitter verklaarde dat van deze omstandigheid in het proces-verbaal der zit ting melding zou worden gemaakt. Den 5 interpelleerde in de Kamer de heer CJémen- ceau de regeering over het verkoopen van kruit aan een Oostenrijker, Rooths genaamd, met de wetenschap, dat het voor Griekenland bestemd was. Minister Ferry antwoordde dat dergelijke verkoop volgens de wet ge oorloofd was. Eene motie van Clémenceauwaarbij afkeuring over dien verkoop werd uitgesprokenis verworpen met 311 tegen 156 stemmen. VEREENIGDE STATEN. Generaal Garfield de nieuwe president, aanvaardde den 4 die betrekking. Onder gunstig weder werd zoowel hij als de onder- voorzitter, de heer Arthur, naar het kapitool gebracht, vergezeld door troepen en talrijke afgevaardigden uit verschillende steden en van daar naar de vergaderzaal van den Senaat, waar de nieuwe Senaat bijeen kwam. Na afloop der plechtigheid aldaar keerde hij naar het kapitool terug, waar hij den eed aflegde en eene in wijdingsrede hield. In die rede wierp hij een terugblik op den vooruitgang van het land gedurende zijn hon derdjarig bestaan. Hij wees op de weldadige gevolgen van de vrijverklaring der negers en drong krachtig aan op de uitbreiding van het volksonderwijs. Ten aanzien van het muntstelsel uitte hij de hoop, dat tus schen de handel drijvende volken eene overeenkomst tot stand mocht komen waardoor het algemeen ge bruik zoo van goud als zilver verzekerd werd. Hij zou onmiddelijk de aandacht der regeering vestigen op de noodzakelijkheid om America's belangen te waar borgen met het oog op het Panamakanaal. Hij deelde volkomen het gevoelen van zijnen voorganger, dat toe zicht plaats moest hebben over elk kanaal, dat tot stand kwam tusschen de twee wereldzeeën. Hij veroordeelde de veelwijverij der Mormonen en spoorde het congres aan, daartegen maatregelen te nemen. De Senaat ging dadelijk uiteen en het congres werd dienzelfden dag tot nadere bijeenroeping gescheiden. Het nieuwe ministerie is samengesteld als volgt Blaine secretaris van staat: Lincoln, zoon van wijlen den president, oorlog Maereagh justitie: James Foster Windorn financiën: Kerkwood binnenlandsche zaken: Hunt marine. Stoomdrukkerij van Herms. Coster en Zoon te Alkmaar.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1881 | | pagina 6