m EEN EDEEMARTER. No. 38. Drie en tachtigste Jaargang. 1881 FEUILLETON. WOENSDAG 30 MAAR T. Prijs der gewone Advertentiën Buitenland. <87) ALKMAARSCHE COIIRAN Deze Courant wordt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagavond uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden voor Alkmaar f 0,80; franco door het geheele Rijk f 1, De 3 nummers O 06. Van 15 regels 0,75; iedere regel meer 0,15. Groote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de Uitgevers HERMs. COS- TER ZOON. P O L I C I E. Ter terugbekoming is aan het Commissariaat van Polioie het navolgende voorhanden, als: een blauw katoenen voorschoot, twee zakken met aardappelen, een portemonnaie inhoudende eenige centen enz., een gonjezak, een gouden manchetknoop, een sigarenkoker, een gouden vingerring en een ijzeren jongens hoepel. Lijst van brievenwaarvan de geadresseerden onbekend zijn, gedurende het 4e. kwartaal van 1880 verzonden geweest naar Duitschland: Scheffer en Budenburg, Dusseldorf; H. P. Kuhlmann SöhneSolingen; EngelandG. TaylorGravesend. BELGIE. Bij de verkiezing den 28 te Brussel voor twee leden van den gemeenteraad werden de onaf hankelijke candidaten met clericale kleur tegen die der liberale vereeniging gekozen met 150 st. meerderheid. DUITSCHLAND. De nieuw benoemde vicarissen- generaal te Paderborn en Osnabruck zijn door d"n mi nister van eeredienst van de eedsaflegging vrijgesteld tevens heeft hij de overgave van het beheer der goede ren des bisdoms aan den vicaris Drobe van Paderborn bevolen en een einde gemaakt aan het inhouden der bezoldigingen ten aanzien van beide diocesen In Os- nabrück werden de goederen niet van staatswege beheerd De Rijksdag verzond den 26 na eeue korte eerste lezing het wetsontwerp betrekkelijk de vakvereenigingen naar eene commissie van 21 leden. Verschillende bla den wijzen op de goedkeuring, die de te Petersburg gepleegde moord bij de revolutionairen vindt en stellen de vraag, of de regeeringen niet gezamenlijk maatrege len tegen die partij moeten nemen. ENGELAND. Behoud van Kandahar zou volgens de Times gelijk staan met eene verklaring aan Rus land dat de oorlog onvermijdelijk is en Engeland reeds begonnen waszich daarop voor te bereiden. De ont ruiming daarentegen zal de geheele wereld overtuigen, dat Engeland noch vrees noch wantrouwen tegenover Rusland koestertmaar in vrede en vriendschap met dat rijk wil leven, zoo in Europa als in Azië Datzelfde blad zegtnaar aanleiding van de in de grieksche Kamer gevoerde beraadslaging over de opheffing der vrijstelling van den militairen dienst, (zie Grieken land) dat de openbare meening aan de regeering niet zon toestaan, Griekenland feitelijk te ondersteunenin dien bet Turkije aanviel of de raadgevingen der mogend heden in den wind sloeg. Begint Griekenland lucht hartig een oorlog die vermeden kan worden, dan kan het niet verwachtendat de mogendheden te zijnen gunste tusschen beide treden, als het de nederlaag igdt. Ook de Standard meentdat het Engeland's plicht is, ronduit aan de grieksche regeering te verklaren dat, wanneer zij den oorlog met Tutkije begint in de hoop op engelsche ondersteuning, zij zich aan eene be klagenswaardige dwaling overgeeft. Het engelsche volk moge belang stellen in de grieksche zaak dit brengt nog niet mede, dat het rijk gewapenderhand voor de grieksche belangen zal optreden. In bet Hoogerhuis vroeg een lid aan den minister van koloniën naar de beteekenis van het woord S u- zereiniteit in de met de Boeren gesloten over eenkomst en of zij overeenstemde met hetgeen het groote woordenboek van Littré daarvan zegt. De minister antwoordde dat die beteekenis gezocht moest worden in de over die overeenkomst gewisselde stukken en dit hij na raadpleging dier stukken van meening was dat het betrekking had op de regeling en het toezicht der betrekkingen van den Staat met vreemde machten en op alle rechten welke na rijp onderzoek aan En geland's Koningin voorbehouden waren en dus eene beperking zouden worden van de volledige souvereini- teit van den Staat. Zonder vei lof van den Suzerein kon niet met of tegen eene buitenlanscbe macht gehan deld worden. Eene vraag, of de aanval te Bronker- spruit op het 94e regiment niet buiten de amnestie viel werd volgens de thans bekende gegevens, oDt- kennend beantwoord. Den 23 had te Londen eene bijeenkomst van sociaal democraten meest duitschers plaats, waarin de moord op den russischen Keizer eene voortreffelijke daad werd genoemd. Op voorstel van het bekende lid dier partij, Mostwerd eene motie aangenomen waarin de moord op den Keizer, een der wreedste dwingelanden, werd goedgekeurd en de hoop uitgesproken dal de russisclie revolutionairen op dien weg zouden voortgaan en de revolutionairen in andere landen hun voorbeeld zouden volgen. Laoerhuis. Het voorstel van het conservatieve lid Stanhope, tot afkeuring van de staatkunde der regee ring in Afghanistan werd den 25 verworpen met 336 tegen 216 stemmen. In den loop der beraadslaging verklaarde n inister Hartington o.a., dat Rusiand weet, dat zijne bemoeiing met de afghaansche zaken eene vredebreuk met Engeland ten gevolge zou hebben dat met alle te zijnen dienste staande middelen zijne grenzen en de onaf hankelijkheid van Afghanistan verdedigen zou FRANKRIJK De commissie uit de Kamer, die belas is met het onderzoek van het voorstel van den heer Bardous tot invoering van groote kiesdistricten, stelt de verwerping voor. Dat besluit werd met 7 tegen 4 stemmen genomen. Den 26 interpelleerde de heer Baudry d'Asson in de Kamer de regeering over het nog niet benoemen van burgemeesters in gemeenten waar de gemeenteraden niet republikeinschgezind zijn. Nadat de minister van binnenlandsche zaken geantwoord had werd de een voudige orde van den dag aangenomen. Daarna interpelleerde de heer Madier de Montjan haar over de naar zijne meening onnoodige vervolging, ingesteld tegen twee bladen wegens artikelen betrek kelijk den moord op den russischen Keizer. Op deze interpellatie antwoordde de minister van justitie Cazot, dat de Kamer bij de beoordeeling dezer zaak zich alleen op het staatkundig standpunt moest stellen ter beoor deeling van de houding der regeering. Tegenover het feitdat een afschuwelijke moord verheerlijkt werd en anderen aangespoord werdengelijke misdaad tegen vreemde heerschers te bedrijven gold niet meer de verdediging van min of meer gewaagde stellingen ma ir eene afgrijselijke misdaad welke aan de geheele beschaafde wereld een kreet van ontzetting ontlokt had. Verdediging van zulk eene daad kon de regeering slechts in mo.lelijkheden wikkelen en Erankrijk's bekende rechtschapenheid in twijfel doen trekken. Bij zulke heftige uitspattingen mocht de regeering niet lijdelijk toezien; de beleediging van de republiek en hare am - tenaren door sommige organen mocht zij met een st. - zwijgen voorbij gaan, docb eene vaderlandslievende Kamer zou hare houding 'billijken tegenover het buitenland. Gambetta hield den 25 eene uitvoerige rede op het feestmaal der vereeniging voor handel en nijverheid te Parijswaarvan de algemeene strekking zeer vrede'ie- vend was. Den 27 voerde hij het woord in de jaarlijksche vergadering van het bestuur der vereeniging van lakenwevers. Hij wees op de gebeurtenissen van 16 Mei de republikeinen verbonden zich toen om de republiek op wijze en verstandige grondslagen te vesti gen de welvaart van Frankrijk te ontwikkelen den eerbied voor het rijk in het buitenland te verhoogen cn slechts door wettige middelen te overwinnen. Zoo eenigen dit mochten vergeten zijn, het gezon verstand van het volk zou hen op hunne plaats terugbrengen. Hij verklaarde vertrouwen te stellen in den uitslag der aanstaande verkiezingen. Naar welken maatstaf deze ook mochten gehouden worden het onwrikbare besluit was genomen zich aan het besluit der meerderhei I te onderwerpen. Hij zou de oppertunistiscbe staatkunde verdedigen, want zij was die van de repablikeinsche demreratie. Hij uitte ten slotte den wensch dat als een gevolg van den uitslag der aanstaande verkiezin gen voortaan slechts ééne democratie onder het re pablikeinsche vaandel mocht bestaan (Toejuiching). Met 335 tegen 46 stemmen werd de eenvoudige orde van den dag aangenomen. GRIEKENLAND. Den 23 verklaarde in de K: mer het hoofd der oppositie Tricoupis bij de behandeling van het wetsontwerp tot ophe'fing der vnjsteiling van den militairen dienst, dat hij dien maatregel onnoodig en nadeelg voor het land achtte. De 80,0v0 man waarover krachten de bestaande wet de regeering kon beschikken, waren voorloopig voldoende: na eene oor logsverklaring konden de nog niet opgeroepen 30,000 man tot versterking bij het leger ingelijfd warden. Beide partijen beschouwen den oorlog als onvermijdelijk en weten dat 80,000 man onvoldoende zijn wordt (Naar het Hoogduitsch.) De schetterende muziek verst unde daverend hand geklap weergalmde de groote portières vlogen open en in vliegende galop vlogen de ruiters en amazones v. Martens voorbij. Deze voelde zich niet meer ge_temd om zich in het bonte gewoel verder te mengen en ver liet weldra het circus, nog vóór het volgende nummer begon. Ware hij langer gebleven dan zou het hem niet zijn ontgaan, dat mejuffrouw Sumiroff onder deze voor stelling buitengewoon verstrooid was. Indien zij niet in zoo hooge mate de gunst van het publiek bezeten had zou zij ditmaal zonder twijfel met teekenen van afkeuring in plaats van met applaus zijn begroetwant zij reed in één woord slecht. O'schoon het publiek haar dit voor een enkel maal vergaf, moest zij zich toch de scherpe terechtwijzing an den directeur Fürst getroosten: „Wat scheelt u, juffrouw Sumiroff? ik raad u aan in 't vervolg meer nauwgezet uw plichten te vervullen eene vermaning die vergezeld ging van een honend gelach en schouderophalen van Wanda's af gunstige zusteren in het vak. Aebhet was werkelijk geen wonder, dat Wanda dezen avond slecht reed. De meest tegenstrijdige aan doeningen welden in haar opstrenge aanklachten te gen en krachtige verdediging van den mandien zij beminde streden bij haar om den voorrang zoodat zij de noodige oplettenheid op het paard miste en geen oor had voor de maat der muziek. Werktuigelijk vol bracht ze hetgeen ze gewoon was te doen en de strenge woorden van den directeur misten hare uitwerking omdat zij zich niet bewust was (lat er eene berisping in gelegen waszoo geweldig had haar de ontmoeting met v. Martens ontroerd. De aanklacht van dokter Adam was destijds zoo over tuigend geweest, dat Wanda wel eenig geloof moest schenken aan de woorden van haren weldoener. Het beeld dat zij zoo lang in haar hart had bewaard, was plotseling weggerukt hoeveel tranen en zuchten haar dat had gekost, dat wist Wanda alleen. En toen Erich weder voor haar stond en haar aanstaarde met die oogen wier blik zoo betooverend op haar werkte en haar had aangesproken met een stem die haar zoo welluideud en mannelijk in de ooren klonk was zijn beeld uit zijne puinhoopen verrezen. Hem beminde zij en hem alleen. En in plaats van den inspraak van haar hart te volgen en hem vriendelijk te begroeten had zij hem gisteren in het circus kortaf afgewezen gedachtig aan de waarschuwing van dokter Adam. die het gezond verstand haar in herinnering bracht „Wacht u voor dien gevaarlijken mensob Hadt ze goed gehandeld door naar deze stem te luisteren? Deze en meerdere vragen drongen zich aan haar op veroorz: akten hare verstrooiing gedurende de voorstelling en verdreven den slaap u't hare oogen Nog werd deze tweestrijd vermeerderd door eenen brief, dien zij in den loop van den morgen ontving. Het schrijven was van Erich en luidde aldus Waarde juffrouw Sumiroff! Om redenen, die ik niet ken. en die ik zelfs niet vermoeden kan hebt gij gist' ren geweigerd mij aan te booren ofschoon ik mij veroorloofde u onder het oog te brengen, dat ik u een zaak van groot belang had mede te deelen. Daarom ben ik thans gedwongen mijne toevlucht te nemen -ot de penwant hetgeen ik u te zeggen heb ligt mij te na aan 'thart om 't te kunnen verzwijgen. Natuurlijk kan ik op het papier niet zoo uitvoerig zijn als ik het mondeling had kunnen wezen en ik zal dus trachten in korte woorden mij zoo duidelijk mogelijk uit te drukken. Ik bezweer u ten minste deze weinige regelen te lesen, want uit zijt ge niet alleen u zelf, maar meer nog uw zuster Ethelreda verschuldigd. Sedert lang behiorde ik tot het geheimzinnige genootschap, waar van ook gij korten tijd lid waart. In de opgewon denheid mijner jeugd trad ik op de hooges. hooi tot haar toe en verbond mij er aan met de heiligste voornemens bezield. Ik had toen geen vermoeden van de drukkende kluisters, die ik mij zelf daardoor aanlegde, dat zou ik eerst gewaar worden in het oogenblik, waarin ik mij de gelukkigste aller sterve lingen waande, op den dag van mijne verloving met Ethelreda Wat ik dien dag en lang nog daarna geleden heb zal ik liever verzwij en ik moest ge- hooizamen, moest Wiesbaden en Ethelreda verlaten, maar ik nam mij voor alles in I et werk te stellen om mij aan deze slavernij te onttrekken. Dat is mij thans gelukt, ik ben weder vrj ja nog meer, ik heb de hoop ook haar te bevrijden. En in het bezit mijner vrijheid meen ik ook het recht te hebben Ethelreda te herinneren aan mijn woord dat ik haar eens gaf. Waarmoet ik haar vinden Daarin kunten moet gij mij helpen. Wei hebt gij mij gezegd, dat Ethelreda in een klooster was gegaan maar niet in welk, of in welke stad, en dat moet ik thans weten, om te kum en vernemen, of zij zich reeds voor eeuwig heeft verhonden, of er nog niet een kans be taat voor haar om terug te treden en de mijne te worden. Een schitterende positie in de maatschappij kan ik haar helaas niet meer aanbieden want het groot-te deel van mijn vermogen heb ik moeten opofferen om mijne vrijheid terug te krijgen maar toch ben ik in staat haar aan mijne zijde eene onbezorgde toe komst te gemoet te doen gaan. Iu de hoop dat gij mejuffrouw indien niet mij ter willedan toch ter wille uwer arme zuster deze regelen niet onbeantwoord zult latenheb ik de eer te zijn Uw zeer dienstw. dien., Erich von Mariens.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1881 | | pagina 1