EEN EDEEMARTER. No. 44. Drie en tachtigste Jaargang. 1881. WOENSDAG S3 APRIL. Groote Veemarkt te Alkmaar FEUILLETON. Prijs der gewone Advertentiën op Dinsdag 19 April 1881. iSuitcuUnb UkVAARSCIIK COIIRANT. Deze Courant wordt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagavond uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden voor Alkmaar 0,80franco door het gehesle Rijk f 1, De 3 nummers O 06. Van 15 regels ƒ0,75; iedere regel meer ƒ0,15. Groote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de Uitgevers HERMs. COS- TER ZOON. ENGELAND. Lord Carlingford is benoemd tot opvolger van den hertog van Argylldie uit het mi nisterie trad om het verschil van gevoelen over de wet op het iersche grondbezit. Na Ierland zal Schot land waar hij vele bezittingen heeftmet hetzellde vraagstuk aan de orde komen en daarom kon hij zich met die wet om de gevolgen niet vereenigen. Den 9 werd te Northampton Bradlaugh, het lid, dat de eedsaflegging weigerdeals lid van het lagerhuis herkozen met 3378 stemmen tegen 3253 op Corbett uitgebracht. Lagerhuis. Den 8 kondigde het lid Hicks Beach een motie aan, de verklaring inhoudende, dat de staat kunde der regeering ten aanzien der Transvaal vele menschenlevens gekost had dat het gezag der kroon echter niet gehandhaafd was waaruit in de toekomst vele gevaren voor de rust in Zuid-Afnca zouden ont staan. De regeering was naar zijne meening in ge breke gebleven de verplichtingen te vervuden welke zij tegenover de europeesche kolonisten en inlanders aanvaard had. Lawson kondigde daarop aan dat hij als amendement zou voorstellen dat het huisover tuigd dat voortzetting van den oorlog met de boeren schadelijk was voor EngelaDd's belangen, met voldoening gezien had de tot stand gekomen vredelievende schik king. Minister Gladstone verklaarde geen dag voor de behandeling dezer motie te kunnen bepalen. De on der-minister van buitenlandsche zaken verklaarde daarna, dat het onwaar was, dat de Porte van Egypte troepen verlangd had, terwijl Frankrijk verzekerd had dat de krijgsverrichtingen op de grenzen van Tunis alleen be straffing der oproerige stammen ten doel hadden Aan den Bey van Tunis was de verzekering gegeven dat zoo overschrijding der grens noodig werd geacht, deze zou geschieden als vriend en bondgenoot van den Bey. Gladstone deelde mededat het bericht omtrent de aftreding van den hertog vau Argijll uit het ministerie juist was. Nadat de regeeringsvoordracht tot wijziging der wet op de faillissementen bij eerste lezing aange nomen was, ging het huis tot 25 April uiteen. Het hoogerhnis ging den 8 tot A Mei uiteen In die zitting werd door den minister van buitenlandsche zaken medegedeeld, dat do mogendheden te samen den vorigen dag een belangrijk schrijven aan de grieksche regeering ter hand gesteld hadden in de hoop den vrede te bewaren en eene bevredigende oplossing te verkrijgen. ERANKRIJK. De Senaat nam den 8 het wetsont werp op het algemeen tarief van invoerrechten aan met de daarin door de Kamer gebrachte wijzigingen alsmede dat, waarbij een crediet van bijna 3,000,000 werd aangevraagd voor den tocht tegen de Kroumirs. Over laatstgenoemd ontwerp werd geene beraadslaging gevoerd. De leden der Kamer voor Parijs hebben na Let houden van verscheidene vergaderingen in een waar van gehoord werd het bureau van den gemeenteraad, den 6 besloten na eene beraadslaging van 3 uren de regeering te ondervragen over het bekende ge schil tusschen den Raad en den prefect van politie Andrieux. Nadat dit besluit genomen was, ondertee kenden ook de tegenstemmers op één na de aanvrage tot het houden dier ondervraging Aan Paul Duprat behoorende tot het meer gematigde deel der linkerzijde en nooit lid van den raad van Parijs of van den alge- meenen raad der Seine geweest is opgedragen het woord te voeren. Op verzoek jVan den minister van binnenlandsche zaken beeft deze interpellatie den 11 plaats. De dagbladen keuren eenparig goed de oorlogstoe rustingen tegen de stroopers bij de Tunesische grens. Vóór de goedkeuring in de Kamer van de d >or het ministerie aangevraagde credieten voor den oorlog aan de tunesiscbe grenzen had het lid Delafosse onder op merking dat naar het algemeen gevoelen het moeielijk bij eene tuchtiging der Kroumirs blijven kon uitdruk kelijk doen uitkomen dat de krijgsverrichtingen geen oorlog tegen Tunis uitmaakten; dat de credieteu uit sluitend ter bestraffing der Krournirs bestemd waren en dat hij in geen geval geacht wilde worden verdere regeeringsplannen goed te keuren zonder ze ie kennen. GRIEKENLAND. Alle gezanten begaven zich den 7 's namiddags naar den minister-president Coumoun- douros. De duitsche gezant las de eensluidende nota voor, waarin Griekenland dringend uitgenoodigd wordt het voorstel der mogendheden betreffende de grensre geling aan te nemen. Nam Griekenland het aan de mogendheden beloofden voor de eerlijke uitvoering van het voorstel te zullen wakenwees Griekenland bet voorstel af, dan moest het alleen de verantwoordelijk heid en de daaruit voortspruitende gevaren dragen. Coumoundouros antwoordde dat hij het voorstel zorg vuldig overwegen en zoo spoedig mogelijk een bepaald besluit mededeeleu zou. De president-minister Coumoundouros heeft beloofd het schrijven der mogendheden den 11 te zullen be- antwoor en. De eensgezindheid der mogendheden had zoowel op de regeering als op de bevolking grooten indruk gemaakt. Bij aanneming van het voorstel waaraan volgens sommige berichten niet te twijfelen valtzou Coumoundouros aftreden en door Delyannis opgevolgd worden Hij zou zich verbinden, geen op positie tegen zijn opvolger te maken. ITALIË. De Senaat nam met 115 tegen 8 stem men het wetsontwerp aan tot afschaffing van den ge dwongen koers der bankbiljetten. De Koning nam het ontslag van het ministerie Caï- roli volgens sommige bladen reeds aan. De 192 stemmendie zich tegen het ministerie Caïroli verklaarden, waren samengesteld uit 123 van de rechterzijde, 47 van de groepen Crispi en Nicotera en 22 van het centrum. RUSLAND. Uit de acte van beschuldiging tegen Rys- sakoff, 19 jaar, Sheljaboff, 30 jaar, Sofie Perowskaja, 27 jaar, Michaïloff, 20 jaar en Jesse Helffmann, 26 jaar, blijkt, dat zij vervolgd worden wegens: 1°. deelneming aan een geheim genootschap zich noemende russische sociaal- revolutionaire partij, met het doel, door gewelddadige handelingen de in het rijk bestaande staats- en maat schappelijke orde omver te werpen, en waarbij de mis dadige werkzaamheid zich uitte in eene reeks van aan slagen tegen het geheiligde leven des Keizers moord en aanslagen tegen staatsdienaren en in gewapend ver zet tegen de overheid2°. het als leden van dat ge nootschap en werkende voor zijn doel besluitenmet hulp van anderen den Keizer te vermoorden, waartoe a. uit de kelderwoning van het huis van graaf Mergden in de kleine Tuinstraat eene mijn onder die straat ge graven werdgevuld met dynamietdat ontploffen moest bij het voorbij rijden des Keizersb. Ryssakoff den 13 Maart aan het Katharinakanaal eene bom onder het rijtuig des K.izers wierp, die ontplofte, waarna een door een ander persoon nedergeworpen bom den Keizer zoo ernstig verwondde, dat zijn dood het gevolg daarvan was dat Sheljaboff de daad bedacht en voorbe reidde en de uitvoering aan Ryssakoff opdroegc. Perows kaja, na Sh-ljaboff's gevangenneming op 11 Maart de ver dere leiding op zich nam d. Michaïloff aan de toebereidse len der te samen volbrachte daad deel nam en gewapend ir:eo eene derde bom zich op de plaats van den aanslag bevond om daaraan deel te nemen e. vrouw Helffman als gastvrouw aan het hoofd stond van het kwartier der samenzweering, waarover de toebereidselen voor de samenzwering beraadslaagd en tot hare uitvoering be sloten werd. Sheljaboff wordt bovendien beschuldigd van deelneming aan den mislukten moordaanslag bij Alexan- drowsk op 30 November 1879 waar men den trein in de lucht had willen laten vliegen Perowskaja aan dien op 1 December 1879 bij Moskon waar de mijn ontplofte zonder letsel te veroorzaken Michaïloff, van het kwetsen der politieagenten, die hem den 15 Maart gevangen namen. Uit de opsomming der feiten die hoofdzakelijk overeenkomen met hetgeen vroeger ver meld isblijken slechts enkele nadere bizonderheden. De commissaris van politiedie achter bet rijtuig des Keizers reed, wilde, zoodra hij zag, dat Ryssakoff ge vat wasden Keizer zulks mededeelen en ging daarom naar zijn rijtuig toe. De Keizer verliet het rijtuig om naar den dader te gaan, toen een officier, door den schrik den Keizer niet herkennendeaan den toesnellenden commissaris van politie vroeg, hoe gaat het den Keizer? Deze antwoordde Goddank ik ben ongedeerdmaar zie daardaarbij wijzende op den getroffen Kozak en op (43) (Naar het Hoogduitseh.) De broeders waren onder dit gesprek de brug ten einde geloopen en sloegen de Brugstraat inin de richting van het plein. Het was totaal donker. Hugo had zijne rechterhand in den arm van zijne broeder geschoventerwijl zijn linker hand een zwaren stok hield omkneld, dien hij, met 't oog op de kwade reuk, waarin de poolsche voorstad stond uit voorzorg had medegenomen. Plotseling liet hij dien vallen en hield tegelijkertijd Boguslaw met een forschen ruk stilzoodat deze ver baasd vroeg wat de reden was van Hugo's onver wachte agitatie. De officier bukte snel om zijn stok op te rapen, zoo dat Boguslaw het gloeiend rood niet opmerkte dat op eens 't gelaat van zijn jongeren broeder overtoog. Toen Hugo zich spoedig daarna oprichtte zeide hij „Blijf hier een oogenblik staan, ik moet mij eens overtuigen, of de mandien ik daar ginds het huis heb zien ver laten eene bepaalde persoon is of niet." En eer nog Boguslaw had kunnen antwoorden was Hugo reeds met groote schreden vooruitgeijld. Hij liep aan de zijde der straattegenover die waar het huis stond door Wanda Sumiroff bewoond en bereikte den hoek van het ruime plein nog eerder dan de lange heer, dien hij uit Wanda's huis had zien komen. Daar door was het hem mogelijk het gelaat van dien man te onderscheidentoen deze de gaslautaren op den te- genovergestelden hoek voorbijging. Het was Erich von Martens. Een zuchtdie uit het diepst zijns harten voort kwam, vlood over Hugo's lippen, toen hij langzaam naar zijn broeder terugkeerde. „Dus ook hier komt die man mij in den wegmompelde hij „hij is hetwien Wanda's hart behoort, en bij wien ik moet achterstaan. Neen neen dat kan niet zijn. En toch heb ik hem met eigen oogen gezien, toen hij het huis verliet. Wat zocht of deed hij daar P Daaromtrent moet ik zeker heid hebben." „Wat scheelt u? Gij schijnt niette best geluimd," riep Boguslaw, die gehoorzaam was blijven staan en de terugkeer van zijn broeder had afgewacht. „Ik heb daar een onaangename ontdekking gedaan die in zeker opzicht in verband staat met onze zaken do.'h voor 't oogenblik z >u ik er liever niet verder over spreken antwoordde Hugo „overigens heb ik voor heden genoeg van die geschiedenis met Wolnolaat ons over iets anders praten. Hoe denkt gij er over, heden avond naar het circus te gaan Boguslaw schudde ffèt hoofd. „Neen, daartoe ben ik niet gestemd. Laat ons liever in een niet al te druk café gaan zitten en er op ons gemak een glas bier drinken." „En den geheelen avond hetzelfde onderwerp behan delen viel hem Hugo in de rede. „Dat is bet juist, wat ik vermijden wilde. Probeer eens hoe het u in het circus bevalt." „Gij zijt zoo op dat circus gesteld dat men meenen zou dat een soort van magneetin welken vorm dan ook er u heentrok." „Geen sprake van riep Hugo met gedwongen lach, ,,'t is me alleen te doen mij die erf kwestie voor een paar uur uit het hoofd te zetten. Maar indien ge niet wilt „Nu u ter wille zal ik het doenzeide Bogus law. „Moet gij u nog verkleeden Hugo ging naar huis en Boguslaw zocht een café op, waar zij afspraken elkaar na verloop van een uur te zullen vinden. Toen Hugo terugkwam viel 't Boguslow op dat zijn broeder buitengewoon veel zoig aan zijn toilet had be steed. Ofschoon 't nog vroeg wasoordeelde Hugo 't beter niet langer te wachten om spoedig een goede plaats in het circus in te nemen. Zooals Hugo verwacht had, trof hij er een paar ka meraden aanaan wie hij Boguslaw overlietterwijl hij zelf, on Ier voorwendsel den direkteur Eürst te moe ten spreken over den koop van een paard achter de portières der manege verdween. Het zag daar even bont en verward uit als bij het bezoek van v. Martens, maar gelukkiger als deze, vond Hugo dadelijk wie hij zocht, mejuffrouw Wanda Sumiroff, die bij den ingang stond in gesprek met den direkteur. De jonge officier sprak beiden aan en toen weldra Eürst geroepen werd maakte hij dadelijk van het tête a tête gebruik om datgene ter sprake te brengen wat zijn ziel zoo lang had bezwaard. „Bij ons laatste onderhoud," begon hij, „veroorloofdet gij mij uw vriend te blijven, en van verre, waar 't noo dig was uw beschermer. Daaruit heb ik voor mij zelf het recht afgeleid, u eene waarscuwing te doen hooren. Wilt gij mij dat( toestaan Om voor nieuwsgierige ooren veilig te zijn, bediende Hugo zich van de russische taal, die hij veronderstelde, dat Wanda machtig was, maar tot zijne verbazing merkte hij, dat het meisje hem blijkbaar niet verstond. Zij zag hem met groote oogen aan en op haar lief ge laat kwam een blos van verlegenheid te voorschijn. „Verstaat gij geen russisch vroeg Hugo nader bij haar komend in de duitsche taal. Wanda schudde ontkennend het hoofd nog sterker kleurende. „Maar naar uwen naam te oordeelen „Moest ik eene russin zijnvoleindde het jonge mesje fluisterend. „Wanda Sumiroff is slechts een aan genomen naam. Ik wil aan uwe bescheidenheid mijn waren naam wel toevertrouwen, dien ik uit achting voor mijne familie niet in het circus heb durven voeren. Ik ben een engelsche en heet Alma Robinson." Deze woorden werden zoo zacht geuit, dat zelfs Hugo

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1881 | | pagina 1