J
EEN EDEEMARTER.
No. 48.
Drie en tachtigste Jaargang.
1881.
FEUILLETON.
V R IJ I) A G
22 APRIL.
Prijs der gewone Advertentiën
(Scbceltc.
Buitenland.
Btmtettlattb.
De edelmarter als bemiddelaar.
ALKMAABSCHE COTRAIVT
Deze Courant wordt Diosdag-, Donderdag- en
Zaterdagavond uitgegeven. Abonnementsprijs
per 8 maanden voor Alkmaar f 0,80franco door
het geheele Rijk f 1,
De 3 nummers 0 06.
Van 1—5 regels 0,75; iedere regel meer f 0,15.
Groote letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de Uitgevers HERMs. COS-
TER ZOON.
BURGEMEESTER eu WETHOUDERS van ALKMAAR
brengen ter algemeene kennis dat zij in hunne vergadering
van 19 ADril i 1 a fwiizend hebben beschikt op het aan hen
Ingediende" verzoek vi LOUIS JACOB JAN VAN DER
KLOESfabrikant alhier, om vergunning tot het oprichten
van eene inrichting tot het bereiden van olie en loog in een
pakhuis gelegen achter het perceel aan het Verdronkenoord,
Wijk D, No. 55.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
Alkmaar, A. MACLAINE PONT.
20 April 1881. De Secretaris
NUHOUT VAN DER VEEN.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALKMAAR.
In ervaring gekomen, dat hier en daar wederom schade wordt
toegebracht aan de Plantsoenen en dat vooral losloopende hon
den door de bloemperken gaan
Roepen bij deze bij vernieuwing de medewerking der inge
zetenen in, om die beschadiging in het algemeendoch in het
bizonder bij bet nieuw aangelegde Plantsoen nabij bet K'el°"
Nieuwland 'te keer te gaan, door hunne honden in de Plant
soenen niet los te laten loopenniet twijfelende of zij zullen
bereid zijn mede te werken om de bloemperken in de Plant
soenen in netten staat te houden.
Burqemeester en W ethouders voornoemd,
AlkmaarA. MACLAINE PONT.
21 April 1881. Ue tafcra
NUHOUT van der VEEN.
derzocht worden." Er werd eene commissie benoemd
en men wachtte het rapport dier commissie voor de
nieuwe bijeenkomst af.
Overeenkomstig haar voorstel heeft de volgende zit-
ting den 23 plaats. De gemachtigden van eiken staat
benoemen een commissaris voor de samenstelling eener
commissie van vijftien leden.
GRIEKENLAND. De vertegenwoordigers der mo
gendheden verklaarden in ^antwoord op het laatste
schrijven der regeering dat zij dat schrijven beschou
wen als een vorme'ijk aannemen der voorsteilen. Zij
beloven hunne goede diensten ten aanzien van Epirus.
De regeering riep haren gezant te Konstantinopel
Conduriotis terug omdat hij naar men zegtaan do
Porte toezeggingen deed zonde^ daartoe door de re
geering gemachtigd te zijn.
des
ENGELAND. Den 18 verergerde Beaconsfield's
gezondheid en wekte zij bij zijne geneesheeren groote be
zorgdheid. Een telegram van 10 uur des avonds meldde
het" onbevredigende van zijnen toestand. Hoewel hij
in den loop van den dag eenig voedsel kon gebruiken,
nam de zwakte steeds toetotdat hij den 19 even voor
5 uren 's morgens overleed.
Yolgens de" Times is Engeland tot de munt-bijeen-
komst toegetreden op de verzekering van fransehe en
americaansche zijde dat deelneming niet bindt tot den
dubbelen standaard.
ERANKRIJK. De minister van financiën Magnin
opende den 19 de muntbijeenkomst met eene redevoe
ring waarin hij de buiten'andsche gevolmachtigden
welkom heette. Hij werd door de vergadering op
voorstel van den amerikaanscbe gevolmachtigde, den
heer Evarts, tot voorzitter benoemd. Daarop gaf die
minister een overzicht van den stand van het vraagstuk;
hij bracht de muntconferentien van 1867 en 1878 in
herinnering en uitte de hoop dat deze beraadslaging
zou aantoonen dateen internationale dubbele stan
daard het eenige stelsel iswaardoor aan het munt
stelsel in de geheele wereld regelmatigheid kan hergeven
worden. „Wij willen echter,'' zeide hij ten slotte „onze
meening niet aan anderen opdringen. Elk stelsel kan
voorgesteld en zal in volle vrijheid ontwikkeld en on-
ITALIE. De Koning nam hét verzoek van het mi
nisterie om ontslag niet aan. Hij had den 18 een on
derhoud met den president-minister Caïrolidie einde
lijk toestemde minister te blijven en zich met het
ministerie op nieuw voor de Kamer te vertoonen. I óór
dien tijd had hij een onderhoud gehad met deu heer
Sellahoofd der rechterzijdevoornamelijk met_ het
doel om een beroep te doen op hare vaderlandsliefde
en haar aan te sporen tot meer gematigdheiddaar de
laatste crisis bewezen had van hoe groot belang het
aanblijven van het ministerie was en welke moeielijk-
heden de rechterzijde zou ondervindenmocht zij het
gezag aanvaarden en waarin Sella mede bezwaar zag.
RUSLAND. De Agence Russe een blad, dat min
of meer als een orgaan der regeering kan worden be
schouwd, zegt, dat het door buitenlanusche bladen ver
spreid bericht omtrent de in hechtenisneming van groot
vorst Nicolaas Konstantinowitsch ten stelligste tegen
gesproken kan worden. Die jonge grootvorst, die sedert
eenigen tijd reeds aan stoornis dt!.i' geestvermogens leed
en gedurende den winter in een landhuis nabij de
station Sablino was gehuisvestbad kennis gemaakt
met een gewezen kolonel, die eigenlijk een oplich
ter was. Deze kolonel had het vertrouwen van den
grootvorst weten te verwerven en misbruik makende
van zijn toestand hem tot handelingen verleiddie
aan oplichterij grensden. Zoodra de omgeving van den
grootvorst dat ontdektewerd de kolonel naar zijne
woonplaats teruggezonden en onder toezicht der politie
gesteld. De berichtgever der Köin. Zeitung houdt
echter zijne mededeeling vol en beweertdat dit ver
haal alleen verzonnen is, omdat men met de zaak ver
legen is. Die prins moge de lichtzinnigste zijn hij is
zeker de verstandigste en ontwikkeldste van alle groot
vorsten.
Het geruchtte Odessa verspreid dat op de Paasch-
dagen ongeregeldheden en eene vervolging der joden
te "wachten waren desd de gouverneur-generaal eene
verordening uitvaardigen waarbij ieder inwoner aange
maand werd mede te werken tot handhaving der orde
en tot het opvolgen der bevelen van den plaatselijken
bevelhebber waarbij elke samenscholing op straatop
pleinen of voor kerkgebouwen verbaden werd. Te
Gradnowaar dergelijke geruchten mede in omloop
waren werden door de overheid gelijke voorzorgsmaat
regelen genomen.
ZUID-AERICA. Yolgens de Times zullen drie trans-
valerswaaronder Joubert en Jorissen deel uitmaken
van de koninklijke commissie.
De verslaggever der Standard in de Transvaal zegt
van Joubert te hebben vernomen dat hij het voorne
men had bij den Yolksraad een voorstel in te dienen,
om de landerijen door engelsche kolonisten te goeder
trouw sinds de inlijving gekochtdoor de transvaalsche
republiek te doen terugkoopen. De aanvoerders der
boeren zouden overigens eenigzins ongerust zijn over
de pianneu der koninklijke commissie. Zij beschouwen
volgens hem de suzereiniteitsrechten der engelsche
Kroon als eene sehijnvertooning.
ZUID-AMERICA. Het voorloopig bestuur van Peru,
bestaande uit eenige der voornaamste ingezetenen met
Rrancisco Garcia Calderon tot voorzitterheeft den
eed afgelegd en zijn zetel te Magdalenatwee mijlen
van de hoofdstad Lima gevestigd.
ALGERIE. Uir, Tunis wordt gemeld dat de Bey
en de Italiaansche consul tot de overtuiging schijnen
gekomen te zijn dat het Frankrijk ernst is met zijnen
tocht tot tuchtiging der Khroemirs. De Muzelmansche
geestdrijverij wordt door de daarover in omloop gebrachte
geruchten nog meer geprikkeld, zoodat de houding der
bevolking een dreigend aanzien krijgt, niet slechts voor
de Eranschen, maar ook voor de europeesche Israëlieten.
STATEN-GENERAAL.
De 2e. Kamer is tot hervatting barer werkzaamheden
bijeengeroepen tegen Dinsdag, 26 April. Volgens „het
Vaderland" is het verzoek daartoekrachtens het re
glement van orde gedaan door eenige leden die, ook
al verlangt de regeering de behandeling der rentewet
niet dadelijk te hervatten de afdoening van andere
belangrijke voordrachten wenschelijk achten.
Bij de Kamer zijn ingediend wetsontwerpen tot wij
ziging van hoofdstuk VI (marine) der étaatsbegrooting
voor" 1880, zonder verhooging van het eindcijfer; tot
machtiging van het departement van oorlog om op de
dienst "van 1881 te beschikken over f 243,544, ontvan
gen ter zake van door dat departement gedane ver
strekkingen en tot vaststelling van uitgaven wegens
verstrekkingen door het departement van marine, dienst
1881, aan het departement van koloniën en aan par
ticulieren.
(47) (Naar het Hoogduitsch.)
Erich wisselde nog een welbeteekenenden blik met
Walsing, daarna spoedde hij zich in de danszaal terug,
waar hij Georgine weer op hare plaats vond. „Waar
zijt gij toch zoo lang geweest?" riep zij hem toe, zon
der eenig vermoeden te hebben van hetgeen er was
voorgevallen.
„Bij uwen man mevrouw."
„Waar blijft Max toch? Sedert hij mij goedenavond
heeft gezegdheeft hij zich niet meer om mij bekom
merd. Ik heb hem ook niet zien dansen."
„Neen, hij heeft ook werkelijk niet gedanst," begon
v. Martens vmet gemaakte verlegenheid, „hij voelt zich
niet wel."
„En daarvan zegt Max mij niets. Misschien is hij
reeds te huis."
„O neen dat was helaas niet meer mogelijk."
„Niet meer mogelijkGij doet mij vreeselijk onge
rust worden. Wat is hem overkomen
„Eigenlijk niets van beteekenis. De vermoeidheid
van het rijden de verdere inspanning bij de regeling
van het feest ook heeft hij wat snel getrokken
misschien wel wat te veel
„Verder
„Hoe het zij," ging v. Martens schouderophalend voort,
„wij hebben hem bij een naburig kameraad te bed ge
bracht en vóór morgen ochtend zal hij stellig niet te
huis komen."
De tranen stonden Georgine in de schoone oogen.
„Dat is verschrikkelijk. Wat zal men daarvan denken?"
„Daarvoor behoeft ge niet bevreesd te zijn, mevrouw,
indien gij slechts uwe zelfbeheersching blijft bewaren
en zonder verder naar uwen man te vragen alleen
naar huis rijdt, alsof gij dat zoo met Max hadt afge
sproken. Zóó zal het niemand opvallen daartoe is het
gezelschap te groot."
De dansmuziek zweeg de cotillon was uit en daar
mee ook het bal. Er blijft mij niets anders over J'
snikte Georgine, met tranen in de oogen. „Wilt gij
even naar mijn rijtuig gaan zien
„Volgaarne. Indien in mijne afwezigheid iemand naar
uwen man vraagt, antwoordt gij eenvoudig, dat hij
door ongesteldheid genoodzaakt is geworden het feest
reeds vroeg te verlaten."
Georgine knikte, terwijl v. Martens zich haastig ver
wijderde. Spoedig was hij weer terug. „Alles is gereed,"
fluisterde hij haar toe. „Veroorlooft gij dat ik u naar
de garderobe geleid? Uw koetsier wacht u daar met
hoed en shawl."
Met een zucht nam mevrouw v. Pleissenbach den
aangeboden arm aan en weinige muniten later zat zij
in hare coupé en reed geheel alleen naar hare wo
ning terug.
Spoedig daarop verliet ook haar echtgenoot aan v.
Martens'" arm de kazame. De weg naar de Apostel
kerk was niet lang en werd door beiden zwijgend af
gelegd. Erich opende de huisdeur en liet Pleissenbach
binnengaan. Toen hij de deur weder sloot, lag er een
wilde triumf over zijn gelaat verspreid. Iedere verkla
ring tusschen de beide echtgenooten was thans onmo
gelijk gemaaktevenals de tusschenkomst van derden.
Zijn offer was geheel in zijn macht
SS.
Theodoor v. Garolin was ten hoogste verwonderd
toen zich den volgenden morgen reeds zeer vroeg
de jonge musicus was juist opgestaan de heer v.
Martens bij hem liet aandienen. De sombere ernst
die Erich's gelaat verduisterde deed Garolin op den
eersten blik vermoeden dat dit bezoek niets goeds
voorspelde.
En inderdaad had Erich nauwelijks plaats genomen
toen hij begon „Ik kom met een hoogst onaangename
boodschap tot u, waarde vriend. Gij zult u herinneren,
wat ik u gisteren omtrent mevrouw Pleissenbach zeide."
„Zeker. U we opmerking heeft mij zeer ontsteld en
ik ben zeer verlangend om thans de beloofde ophelde
ringen te hooren."
„De zaak is mij zelf niet geheel helder," antwoordde
v. Martens de schouders ophalend. „Het geheel berust
op tallooze praatjes die zeer geschikt zijn om iemands
goeden naam te bevlekken, en wier oorsprang vaak
moeielijker te ontdekken is dan de bronnen van de
Nijl. Ongelukkig zijn echter ook den luitenant v. Pleis
senbach die geruchten ter oore gekomen en hebben
hem zooals gij denken kunt in niet geringe
woede doen ontsttken."
„Hoe ongegrond die praatjes zijnriep Garolin uit,
kan stellig niemand beter beoordeelen dan luitenant
v. Pleissenbach zelf, die dagelijks mijn komen en gaan
in zijn huis kan gadeslaan."
v. Martens vertrok zijn gelaat in een bedenkelijken
plooi. Toen antwoordde hij „Mijn waarde Garolin
ik vrees, dat gij u vergist. Ik ken onzen vriend v. Pleis
senbach beter dan gij en weetdat hij buitengewoon
ergdenkend is. Ook behoort hij tot die ondoorgronde
lijke menschen die altijd even gesloten blijvenin
plaats van ronduit te zeggen wat hun op het hart ligt.
Wordt evenwel in zulk een karakter de ijverzucht wak
ker geschuddan is het ergste te vreezen. En ^dit
schijnt met v. Pleissenbach te hebben plaats gehad."
„Dat zou ongehoord zijn! Hebt gij dan geen in
vloed op hem Kunt gij hem niet duidelijk maken
hoezeer hij zich bedriegt."
v. Martens haalde weer de schouders op. „Ik heb
het beproefdmaar het was olie in het vuur. Het
feest van gisteren heeft zijn jalousie nog meer aange
wakkerd beweerde hij
S