v Buitenland.
Bimtetilanb.
voer langs de spoorwegen verlagen en geschiedt het
vervoer van brievenmalen rijtuigen der postadministra
tie en ambtenaren van de posterijen kosteloosmaar
wanneer door die tariefsverlaging schade ontstaat voor
de ondernemers of aan de ondernemers van spoorwe
gen, die reeds voor 21 Augustus 1859 bestonden ver
plichtingen worden opgelegd, niet voorkomende in hunne
concessiënwaardoor hun schade wordt veroorzaakt
dan moet de Staat die schade vergoeden. Het bedrag
der schadeloosstelling wordt bij minnelijke schikking
vastgesteldof anders door den rechter bepaald. Min
nelijke schikking is te vergeefs beproefd en nu regelt
de Begeering de schadeloosstelling in de wet. Dat dit
in overeenstemming zou zijn met hetgeen in de spoor
wegwet is bepaaldkan bezwaarlijk worden beweerd.
Wanneer er sprake is van de invoering eecer pak-
ketpost in Nederland heeft men ten slotte niet
alleen te maken met het binnenlandschmaar daar
enboven met het internationaal verkeer. Op het
postcongres te Parijs van 1878 deed de Duitsche ver
tegenwoordiger het voorstel om een dienst tot stand
te brengen voor het internationaal vervoer van kleine
pakketten. De vertegenwoordiger van Nederland er
kende het groote nut van zulk een instellingmaar
verklaarde dat zijne Eegeering niet aan een overeen
komst met andere landen kon deelnemen, zoolang niet
het vervoer in het eigen land door de wet was geregeld.
In het vorige jaar kwamen de leden der Algemeene
Postvereeniging opnieuwte Parijs bijeenen werd
besloten tot het invoeren eener internationale pakket-
post tusschen alle Europeesche Staten behalve Eusland
en Griekenland Egypte Perzië en Britsch-Indië. De
vertegenwoordigers van Nederland Engeland, Britsch-
Indie en Perzië konden toen de overeenkomst nog
niet teekenenen daarom werd voor die Staten de
gelegenheid om toe te treden open gehouden tot 1
Juli 1881. Met 1 October van dit jaar zal het inter
nationale vervoer van pakketten tot een gewicht van
drie kilogram worden geopend tegen 50 centimes voor
eiken Staat, over welks grondgebied het pakket wordt
vervoerd. Vele leden wenschten op de Parijsche post-
conferentie het gewicht bepaald te zien op ten hoogste
vijf kilogram, en ofschoon men aanvankelijk niet ver
der is gegaan dan tot drie kilogram meent de Eegee
ring dat deze uitbreiding spoedig is te wachten. Dit
vooruitzicht was voor haar mede een reden om voor
de binnenlandsche pakketpost reeds aanstonds een ge
wicht van ten hoogste vijf kilogram aan te nemen.
Het belang voor Nederland om tot de internationale
pakketpost toe te treden, zal wel niet worden betwist
maar om dat te kunnen doen is noodig, dat het ven oer
van de pakketten dezer post door ons land behoorlijk
wordt geregeld. Neemt de Eegeering echter de zorg
op zich voor hetgeen van hier naar andere landen of
vandaar naar ons land wordt gezonden of wel eenvoudig
over ons land wordt vervoerd, dan kan zij moeilijk zich
geheel onttrekken aan het binnenlandsch vervoer. Ook
deze overweging wordt ten gunste van het voorgestelde
wetsontwerp aangevoerd; toch kan de mogelijkheid niet
worden ontkend dat de Staat de zorg voor dit inter
nationaal vervoer aan anderen opdraagt en wel aan de
bestaande spoorweg- en stoomboot-ondernemingen zoo
als in Erankrijk is geschied. Men kan zich zelfs beper
ken tot het vervoer van en naar die plaatsen, waarmede
deze ondernemingen rechtstreeks zijn verbonden. Een
dergelijke regeling zou ook hier kunnen plaats hebben,
maar dan vervalt weer het voordeel voor de minder gun
stig gelegen plaatsen. Wat ons algemeen belang eischt,
en vooral wat naast de belangrijke voordeelen van de
met spoorwegen gezegende streken de billijkheid vordert
ten behoeve van de daarvan misdeelde en afgelegene
plaatsen moet ten slotte den doorslag gevenbehou
dens de zorg voor een redelijk tarief, dat de concur
rentie van goede particuliere ondernemingen niet on
mogelijk maakt.
examen afgelegd en eindelijk gelijkt hij in uiterlijk
op u als twee druppels water. Zijne vroegere verloofde,
miss Eobinsinheeft mij eene photographie van hem
geschonken, en zoowel hij als zekere graaf Osterloh
die in een duel tusschen een zieken hanoverschen offi
cier en uwen neef eens secondant van den eersten was,
hebben schriftelijk verklaard dat deze photographie
het portret van den beer v. Martens is. En zoozeer
gelijkt dit portret op u het is inderdaad een merk
waardige speling der natuur dat iedere oningewijde,
dien ik het portret vertoondehet onmiddelijk voor
het uwe verklaarde."
v. Martens beet zich op de lippen „Welk gebruik
wilt gij hier in Oostburg van deze photographie maken
vroeg hij en zijne grijze oogen schoten een onheil
spellend vuur.
Dat hangt van u zelf af,'' antwoordde Hugo, met
kalme vastberadenheid v. Martens aanziende. „Indien
gij niet volgens mijne wenschen en voorschriften han
delt zal ik het portret bij den heer v. Hainfeld depo-
neeren, die zeer nauwkeurige berichten heeft ingewon
nen aangaande den levenswandel van zekeren heer
Erich von Martens te Wiesbaden. Van dat oogenblik
zou uwe positie hier in Oostburg onhoudbaar zijnen
dat te minder dewijl deze neef alleen een produkt is
van uw brein en gij zelf hebt verklaard dat die man in
een kwaden reuk stond. Indien dat nog niet voldoende
is, zullen stellig uwe gewetenlooze kuiperijen in de zaak
tusschen v. Pleissenbach en Garolin een ieder de oogen
openen. En dit voert mij tot mijne allereerste voor
waarde. Gij hebt u de overtuiging verschaftdat de
heer v. Garolin een voortreffelijk schutter is, die nooit
zijn doel mist. Ik was er zelf getuige van hoe vast
en juist hij met uw revolver hier in uw huis schoot.
Daarop bouwdet gij uw plan, om uwen dierbaren vriend
v. Pleissenbach uit de wereld te helpenen spoedig
daarop zijne weduwe te kunnen trouwen. Tot dat doel
wektet gij v. Pleissenbach's jaloerschheid op tegen den
jongen musicus, gij organiseerdet die bewuste tableaux
vivants ook daarvan was ik getuigetoen gij me
vrouw v. Pleissenbach dat idee aan de hand deed
gij haaldet verder die dame op het feest van gisteren
DUITSCHLAND. De rijksdag nam den 27 het
wetsontwerp der commissie voor het Eijksland over de
openbaarheid der beraadslagingen en over de offieiëele
taal in Elzas-Lotharingen bij eerste en tweede lezing
onveranderd aan, met verwerping van alle voorgestelde
wijzigingen.
BELGIE. Met 22 tegen 7 stemmen en 1 onthou
ding heeft de gemeenteraad van Brussel verklaard, dat
met de benoeming van den burgemeester en van twee
schepenen (wethouders) gewacht moet worden tot na
de verkiezingen in October a.s.
ENGELAND. Stafford Northcote is benoemd tot
opvolger van wijlen Beaconsfield als leider der conser
vatieve partij terwijl de hertog van Eichmond zal op
treden als hoofd der oppositie in het Hoogerhuis.
Het Transvaal-comité nam den 27 de volgende be
sluiten voor den vrede en welvaart van Zuid-Africa
is het dringend noodigdat de Transvaal hare volko
men onafhankelijkheid herkrijge. De suzereiniteit der
engelsche kroon eene inlijving van Transvaalgebied en
toezicht op de betrekkingen der Boeren met het bui
tenland zijn onvereenigbaar met de onafhankelijkheid
der republiek. Het stellen van eenige inlandsche dis
tricten onder het gezag der engelsche kroon is een
ongerechtvaardigd ingrijpen in de rechten der republiek.
Lageriiuts. Den 27 kwam weder de vraag omtrent
de eedsaflegging door Bradlaugh ter sprake. Minister
Gladstone wees den eisch van het hoofd der oppositie
Northcote af, dat de '-egeering zou voorstellen, de
moeielijkheid weg te nemen t die door de oppositie
zelve in het leven was geroepen niettegenstaande hij
zelf tot voorzichtigheid had aangemaand. Intusschen
gaf hij in overwegingom het voorstel van den heer
Labouchère waarbij het afleggen van' een eed of het
doen eener verklaringwelke den eed vervingvrij
gelaten werdin de eerstvolgende ochtendzitting te
behandelen. De heer Labouchère deelde daarop mede,
dat Bradlaughmet het oog op eene wetswijziging
voorloopig van zijn recht afzag.
Minister Gladstone kondigde vervolgens aan, dat hij
zou intrekken zijn voorstel tot afschaffing der belasting
op zilverwerk.
Den 28 kondigde het lid John Manners aandat
de conservatieve partij de tweede lezing der Iersche
landwet door amendementen zou bestrijden.
De onder-minister van buitenlandsehe zaken beant
woordde verscheidene vragen. Hij geloofde niet, dat de
engelsche belangen in Tunis op het oogenblik bedreigd
werden; hef adviesjacht Goletta was er heen gezonden, om
voor de verbinding met Europa te zorgen, in geval het ver
keer per telegraaf gestoord werd. Een oorlogsschip te Mal
ta was gereed om naar Tunis te vertrekken, indien be
scherming der engelsche onderdanen en hunne eigen
dommen noodig mocht zijn. Met Italië was van ge
dachten gewisseld over het zenden van een oorlogschip
ter bescherming der engelsche en italiaansche belangen.
Over den franschen veldtocht in het algemeen was met
Italië niet gesproken. Engeland was slechts tot be
middeling bereidingeval deze door partijen werd
verlangd. De Bey had de mogendheden die het
berlijnsche verdrag onderteekenden om bemiddeling
verzocht. De zienswijze der overige mogendheden was
nog niet bekend. Men wist ook niet, of'Erankrijk
meer in het oog heeft dan het rechtstreeksche doel
van den tocht. Wat de onderhandelingen tusschen
eenige mogendheden over het asylrecht en de uitleve
ring van staatkundige misdadigers betreftEngeland
had daarvoor geene uitnoodiging ontvangen.
Daarna werd de beraadslaging over de iersche land
wet hervat en ten slotte tot den 29 verdaagdnadat
het amendement tot verwerping der wet door den voor
steller was ingetrokken.
over Garolin een cotillonorde te schenkenen toen
gij aldus v. Pleissenbach in de geschikte gemoedstem
ming had gebracht, wist gij hem door allerlei gemeene
logens in uw huis te houden, om iedere verdere ver
standhouding tusschen de echtgenooten onmogelijk te
maken. Gij zietdat ik uwe plannen heb doorzien en
kunt overtuigd zijn dat ik ze in hun geheelen om
vang wereldkundig zal makenen welk effec-t deze
onthullingen bij ieder rechtgeaard mensch zullen te
weeg brengen kunt gij u zelf wel voorstellen.''
„Niets ter wereld is mij meer onverschillig dan het
oordeel van die armzalige Oostburgersantwoordde
Erich op honenden toon. „Ik ben zelfs van plan Oost
burg weldra te verlaten."
„Ik begrijp zeer goeddat gij daartoe thans zult
overgaan," ging Hugo onverstoorbaar voort, „maar het
is noodzakelijk dat gij vooraf in mijne handen eenige
schriftelijke verklaringen aflegt. Gij zult vooreerst aan
v. Pleissenbach schrijvendat gij van Garolin's on
schuld volkomen overtuigd zijtsedert u ter oore is
gekomen wie de tableaux-vivants heeft op touw gezet
en wie mevrouw v. Pleissenbach heeft aangespoord Ga
rolin op het bal een teeken van onderscheiding te ver-
leepen. Hij kan dan aan zijne vrouw verdere ophel
deringen vragen maar zal in ieder geval van het on
zinnig duel afzien."
„Ik ben niet van plan zulk een krankzinnigen brief
op te stellen."
„Indien gij weigertzoudt gij u de onaangename
gevolgen van uwe bedriegerijen op den hals halen, want
ik zou dan verplicht zijn onverwijld de politie in den
arm te nemen."
„Maak u niet belachelijk met dergelijke dwaze drei
gementen."
„Zon het werkelijk zoo belachelijk zijnindien ik de
politie mededeelde, hoe gij met mijnen neef, den jeug
digen Eduard von Birzowski gehandeld hebt en haar
kennis gaf van de afzetterij en geweldenarij waaraan
gij u hier in uw huis tegenover Marie Mirski hebt
schuldig gemaakt?"
Wordt vervolgd.}
GEIEKENLAND. De gezanten gaven aan den pre
sident-minister Coumoundouros mondeling de verzeke
ring van de belangstelling der mogendheden voor de
onder turksch gezag blijvende grieken. Zij zijn voor
nemens voor hen bij de Porte op te komen wanneer
zich daartoe de gelegenheid voordoet. Men gelooft
dat op het verlangen dep gezanten zeiven op deze me-
dedeeling niet geantwoord zal worden om de diplo
matieke onderhandelingen niet te verlengen. De be
volking is niettegenstaande de ophitsing door sommige
heethoofden over het algemeen kalm.
ITALIË. Den 28 hervatte de Kamer der Afgevaar
digden haren arbeid. De minister-president Cairoli be
antwoordde de interpellatie van den heer Zeppa. Hij
zette de oorzaken der ministeriëele crisis uiteen en ver
zocht der Kamer om hare medewerkingom de kies-
hervorming tot stand te brengen het vraagstuk van het
muntstelsel (nauw aan de opheffing van den gedwongen
koers verbonden), op te lossen en het werk van de
wijziging der inkomende rechten te voltooien.
De heer Zeppa verklaarde dat de crisis niet over
eenkomstig de grondwettige regelen geëindigd was. Hij
diende eene motie in dien geest in.
De heer Odescalchi zeide door de verklaringen des
ministers niet voldaan te zijn en stelde eene motie in
dien zin voor.
Met toestemming van den minister stelde de Kamer
de behandeling dezer motiën tot den 29 uit.
De heer Damiani trok zijne motie over de buiten
landsclie staatkunde der regeering in.
OOSTENKIJK-HONGAKIJE. Het Oosteurijksche
Huis van Afgevaardigden maakte den 28 een aanvang
met de beraadslaging over de begrooting. Een ontwerp-
wetboek op de burgerlijke rechtsvordering is ingediend.
TDEKIJE. Derwisch-pacha kwam te Prizrend na
de albaneezen die de bergpassen bezetten te hebben
verslagen.
ALGEEIE. De colonne-Bitter verdreef den 26 de
Khroemirs uit hunne stellingen van Dsjebel Hadeda en
wierp hen tot in het dal van den Oued üjenan terug.
Generaal Bitter is echter ernstig ongesteld geworden
en zal dientengevolge vervoerd worden.
De colonne-Vincendon bezette de hoogten aan den
rechteroever der rivier en vestigde zich na verschil
lende ontmoetingen met de Khroemirs, op de hoog
vlakte. Tal van tunesische ruiters en infanteristen
werden onder den vijand opgemerkt. Van fransche zijde
werden twee man gedood en tien gewond.
Het legerkorpsdat op het eiland Tabarca vasten
voet verkreeg bezette een fort daartegenover, op het
vasteland. De Khroemirs schoten op de troepen maar
werden spoedig door de artillerie verjaagd.
In berichten uit Oran wordt gemeld dat de stam
der Ouled-sidi-Sjeikh onder bevel van Si-Hamza na
den moord op den officier van het Arabisch bureau te
Geryvilleeen beweging tegen die stad beproefde
maar dat dit plan door de genomen voorzorgsmaatre
gelen verijdeld werd. De gemeenschap tusschen de
muitelingen en de stammen die zij hoopten mede te
sieepenwas verbroken. De meeste stammen bleven
getrouw.
De telegraafdraad tusschen Tunis en Algerie werd
hersteld.
Er bestond volstrekt geen vrees, dat de Orde in Tu
nis gestoord zou worden. In berichten uit die hoofd
stad wordt gemeld dat de Bey door den gouverneur
van Beja van het binnenrukken der Eranschen op Tu-
nesisch gebied onderricht was. Hij had daarom den
heer Eoustan een nieuw protest overhandigd, houdende
verklaring dat deze handeling in strijd was met het
volkenrecht. Van dit protest werd aan de andere mogend
heden kennis gegeven in een schrijven waarin gezegd
werddat de Bey bereid is om het geschil aan de
scheidsrechterlijke beslissing der mogendheden te onder
werpen. Hij deed daarbij een beroep op de edelmoe
digheid en onpartijdigheid der groote mogendheden.
ZUID-AFKICA. In eene druk bezochte bijeenkomst
van engelschen en trouw gebleven boeren te Pretoria
werd besloten, minister Gladstone te verzoeken, schade
loosstelling te vragen voor de verliezen bij de trouw
gebleven bevolking door den weder afstand der Trans
vaal geleden.
Na eene beraadslaging gedurende elf dagen verwierp
de Kamer de voorgestelde motie van wantrouwen in
het ministerie der kaapkolonie.
Den 30 zou de gouverneur der kaapkolonie aan boord
van het schip Orontes naar Durban vertrekkenom
van daar naar Newcastle te gaan en bij te wonen de
beraadslagingen der Koninklijke commissie voor de
Transvaal.
Den 28 's avonds is binnen een uur afgebrand de
fabriek voor machinale veerenzuivering en kapokberei
ding van de firma Gebr. Peters op het Hekelveld te
Amsterdam welke in 1868 gebouwd, ook in Septem
ber 1. 1. aanmerkelijk en op nieuw in December door
brand had geleden. De brand ontstond op den kapok
zolder, waar nimmer licht ontstoken werd en zelfs geene
gasleiding aangebracht was. 2 Oppassende meisjes van
17 en 20 jaren op de derde verdieping boven dien
zolder met 8 andere meisjes werkzaam, zijn in de vlam
men omgekomen en hare lijken vermoedelijk onder de
puinhopen bedolven. Door de werking van 3 stoom-en
6 handspuiton, alsmede van de Jan van der Heiden is
het gelukt, een naast de fabriek staand oliepakhuis en
andere naburige perceelen te behouden. De eigenaren
bezigden stoomkracht en een personeel van ongeveer
50 personen waaronder een 30tal meisjes. Eene tweede
fabriek is voor hen buiten de "Willemspoort in aanbouw.
Vervolg der binennlandsche berichten in het ticeede blad.