EEN EDEEMARTER.
No, 55.
Drie en tachtigste Jaargang.
1881.
Onechte Zusters.
FEUILLETON.
ZONDAG
Dit nummer bestaal uit twee bladen.
EERSTE BLAd7
8 M E I.
Bttifenlanb.
Deze Courant wordt Dinsdag-, Donderdag- en
Zaterdagavond uitgegeven. Abonnementsprijs
per 3 maanden voor Alkmaar f 0,80; franco door
het geheele Rijk 1,
Prijs der gewone Advertentiën
ALkNAARSCHE COURANT
De 3 nummers 0.06.
„Elke deugd heeft onechte zustersdie de familie
schande aandoen," zei Multatuli (Dl. VII bl. 114), en 't is
soms moeilijk genoeg de echte van de onechte te onder
scheiden. Sommige menschen weten het masker der
huichelarij met zooveel takt te gebruikendat het on
mogelijk is te ontdekken hoever hun eerlijkheid en
oprechtheid gaat, tenzij men hen in hun intieme leven
kan gadeslaan. Hen te ontmaskeren is een weldaad
jegens de maatschappijwant er is geen gevaarlijker
kwaadgeen vreeselijker gif in het maatschappelijke
leven dan het onware het bedriegelijke het valsche.
Daardoor wordt de ernst, de eerlijkheid, de oprecht
heid de degelijkheid verbannen en een geslacht van
veinzaards gekweekt.
Men vindt ze reeds overalin staatin kerkin
schoolin huis. Zij geven voor, niets voor zich zei ven
te zijn of te beginnen alles voor anderen. Onder den
schijn 's lands belang te bevorderenjagen ze slechts
naar voldoening van eigen wenschenhun ijveren voor
't zielenheil van anderen wendt de verdenking van eigen
ongebondenheid af; geen cent hebben ze over voor het
onderwijsmaar wie dat tegenwoordig openlijk erkent,
loopt gevaar de meerderheid tegen zich te krijgen hun
schijnbare liefde en zorg voor hun huisgezin lost zich
slechts op in een onverdragelijke tyrannie. De menigte
is niet in staat zulke individu's te doorzien; ze worden
daardoor steeds gesterkt in hun kwade praktijken die
in den regel beter slagen dan de eerlijke en open han
delwijze van den rechtschapen man.
Daar zijn dezer dagen stemmen opgegaan tegen de
tentoonstelling van schilderijen als dat van Hans Makarts
„De jacht van Diana," en de uitstalling van afbeeldin
gen van naakte mannen en vrouwen voor de vensters
van sommige kunsthandelaren in groote steden. Enkele
van die handelaren hebben daaraan gehoor gegeven en
hun platen verwijderd. Een weekelijk verschijnsel ge
volg van valsche schaamte onechte zuster van een der
schoonste deugden. Noch de schilderij van Makart
noch de platen, die wij voor de winkels zagen, zullen
onedele en onreine gedachten of gevoelens opwekken
in het hart dat vatbaar is voor het waarachtig schoone.
Maar er zijn lage en gemeene zielen, die zelfs het hei
ligste niet onbezoedeld laten en op wie slechts het vuile
indruk maakt, hoewel zij den mond vol hebben van
vrome woorden en den schijn aannemen alsof zij gruwen
van alles wat naar onzedelijkheid zweemt. In het ge
niep koopen zij plaatjesdie geen fatsoenlijk man in
zijn uitstalling hangt, doch die bij hem worden gezocht
en zij doen dingen, waarop men in een beschaafden
Van 15 regels 0,75; iedere regel meer ƒ0,15.
Groote letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de Uitgevers HERMs. COS-
TER ZOON.
kring zelfs niet durft zinspelen. Dezulken veroorlooven
z?.ck den staf te breken over wat al of niet welvoege-
lijfe is; de domme menigte geeft hun gelijk en juicht
hun toe. Zij zeggen zich te ergeren aan de nymphen
van Makart, maar ontzien zich niet slachtoffers te ma
ken voor hun geheime lusten, waar zij er slechts ge
legenheid toe vinden, zonder openlijk bekend te worden.
Door dergelijke huichelaars wordt tegenwoordig de
maatschappij verpest en zij vinden steun bij zooveel
edelen en reinen, die afgeschrikt worden door het stre
ven naar het realisme in kunst en litteratuur.
Gaat dit dan misschien te ver? Wij gelooven het wel.
Zoolang de kunstenaar opgevat in dien ruimen zin
dat ook de schrijver er onder is begrepen zich be
paalt tot het weergeven der natuur zal hij niet in het
lage of gemeene vervallen. De natuurj kan plat zijn;
zij is niet gemeen waar zij zich zóó vertoontheeft
de mensch het haar gemaakt. Ziedaar het verschil
aangegeven tusschen voorstellingen b. v. als van Zola
en Makart. De eerste geeft de realiteit van de men-
sehelijke maatschappij de tweede die der natuur. Bij
schilderingen van Zola hoewel de vorm zelve een
meesterstuk moge wezen walgt men van het lage
en gemeeneMakart wekt de lioogste bewondering op
voor de heerlijkheid van de natuurlijke vormen. De
-Parijsche auteur prikkelt de hartstochtende lusten
de Weensche schilder verheft het schoonheidsgevoel en
veredelt den kunstzin. Als men alle zaken en toestan
den die tegenwoordig in het openbare en intieme
leven van de menschen voorkomenwil weergeven
dan zal aan duizende gemoederen een onberekenbaar
kwaad worden berokkenddie zich aangelokt zullen
gevoelen om met vele dingen van nabij kennis te maken,
waardoor zij ten verderve zullen worden gesleept. De
geheime zonden der menschheid openlijk te willen aan den
dag brengen zal het kwaad vermeerderen de schoon
heden der natuur te ontsluieren en aan allen bloot te
'eëgen zal de gemoederen vatbaarder maken voor het
waarachtig schoone.
t Is daarom o. i. gemakkelijk de grens te trekken
ter beoordeeling wat al of niet geschikt is om aan het
publiek te worden voorgelegd of vertoond en de kunste
naar, die hierover nadenktzal nog hierop dienen te
letten dat hij in ontwikkeling en beschaving in den
regel veel hooger staat dan het grootste gedeelte van
zijn publiek zoodat wat op zijn gemoed geen nadeeligen
invloed zal uitoefenendit wel zal doen op dat van
velen die op een veel lageren trap staan en het oor
deel des onderscheids missen. Indien het hem dan ernst
is met zijne kunstzoodat hij haar wil dienstbaar ma
ken aan de veredeling en de verbetering der mensch
heid door edel en rein kunstgenotzal hij zich wachten
voor een realisme, dat zijn stof vindt in de modder
poelen en slijkholen van het menschelijke leven maar
wanneer de schoonheden der natuur hem treffen en
het hart doen gloeien mag hij niet terugdeinzen voor
de schijnheilige praatjes der valsche schaamte, die hei-
melijk met luste zou waden in het slijk en openlijk
den neus optrekken voor het schoone.
Er is geen krachtiger middel ter bestrijding van alles
wat slecht, laag en gemeen is dan opwekking en ver
edeling van het gevoel voor het schoone en goede.
Wat daartoe kan medewerken moet worden bevorderd
en gesteund; de maatschappij zal er rijke winst mede
doen. De onechte zusters, die der familie tot schande
verstrekken, zullen zeldzamer worden, indien de echte
slechts krachtig worden gehandhaafd en naar waarde
worden geschat. Hoe meer zij de macht over de ge
moederen verkrijgen, zal de maatschappij winnen in be
schaving en ontwikkeling. De valsche staatslieden en
kerkleeraars, de schijnheilige vromen en boetpredikers,
en dergelijken zullen allengs ontmaskerd en verbannen
worden en zoodoende ook het leven gezuiverd van vele
zaken en toestanden, die men thans best doet met den
sluier der geheimzinnigheid bedekt te laten. Opwek
king en leiding van het schoonheidsgevoel wordt nog
te veel veronachtzaamd, hoewel ook in dit opzicht beter
schap merkbaar is. Goede muziekuitvoeringenten
toonstellingen van kunst en nijverheid voor het volk
beoefening van teekenkunst, muziek enz. op de scholen
kunnen niet dringend genoeg worden aanbevolen en
zullen in hooge mate medewerken tot beschaving en
ontwikkeling.
BELGIE. Den 3, 's namiddags 5% uren vertrok
prinses Stephanie met hare moeder naarWeenen. Aan
het station waar eene groote volksmenigte zich ver
zameld hadbevonden zich de Graaf en de Gravin van
Vlaanderen de ministers met hunne echtgenooten, de
oostenrijksche gezant met zijne ecbtgenoote en verder
de overige gezanten. De prinsesin het blauw ge
kleed met een zwarten hoed met rozen trad binnen,
vergezeld van haren vader en hare moeder en van haar
Sjarig zusje Clementine. Zij nam van de verzamelde
menigte afscheid en bleef tot het laatste oogenblik
aan het portier van de waggon staan, de hoera's van
het volk steeds beantwoordende. Te Euikwaar de
trein 5 minuten stil hieldwas aan het station eene
groote menigte tegenwoordig en te Vervierswaar een
oponthoud van 2 uren plaats had werden de vorste
lijke personen bloemruikers aangeboden. Den 4 is de
Koning met den minister van buitenlandsche zaken
Erere Orban gevolgd te Augsburg zou hij zijpe vrouw
en dochter inhalen. Den 5 kwamen zij reeds te samen
te Salzburg aanwaar zij door prins Rudolf en de
plaatselijke overheidspersonen ontvangen werden. De
stad was in feesttooi gehuld en de bevolking vol geest
drift.
De Koning heeft ook namens de Koningin en de
prinses Stephanie een brief aan den minister van bui
tenlandsche zaken geschreven waarbij hij den innigsten
(Naar het Hoogduitsch.)
Zijn krachtig optreden had hem nu twee belangrijke
voordeelen aangebracht. Gelijk Hugo reeds vroeger
met zijn broeder Boguslaw had besprokenwas het in
hun belang niet vijandig met hunnen nieuwen onbe
kenden neef in aanraking te komen, maar hem integen
deel van den beginne af aan onder hunne bescherming
te nerten. Daartoe moesten zij echter vóór alles weten,
waar hij zich ophield. En dat had Hugo nu van v.
Martens vernomen. De broeders konden nu hunne
tegenstanders voorkomen en het eerst de justitie op
merkzaam maken op het bestaan van een zoon van
hunnen oom Dominicus von Birzowskiwien zij bereid
waren zijn wettig eigendom af te staan mits hij zijne
rechten behoorlijk bewijzen kon. Daardoor werd aan
deze erfkwestie al het hatelijke, dergelijke dingen eigen,
geheel ontnomen en de jonge erfgenaam zou zijne neven
leeren kennenniet als zijne vijanden maar als men
schen die, in plaats van hem te onthouden wat hem
toekwamhem met vriendschappelijke gezindheid te
gemoet kwamen. Plaatste de justitie hem dan onder
voogdijschap van Boguslaw, als zijnde het oudste lid van
het geslacht, dan onttrok men hem aan den invloed van
zijne tegenwoordige beschermers en Wolno bleet voor
de familie behouden in plaats van door politieke drij
vers te worden verbrokkeld en verdeeld.
Hetgeen voor Hugo echter nog meer waarde had
was het tweede voordeeldoor bem behaald. De be
trekking tusschen Alma en v. Martens was verbroken
en wel door v. Martens zelf. Ook dat zou nooit door
geweld bereikt zijn geworden slechts overredingge
steund door dreigementen en beloftenhadden v." Mar
tens tot dezen stap kunnen bewegen. En Erich was
de eenige, die Alma de oogen in dit opzicht vermocht
te openen. Zoo lang andere menschen haar zeiden
„uw geliefde is een gevaarlijk mensch," zou zij antwoor
den „Ik geloof u niethem geloof ik alleen dat
had Hugo immers zelf ondervonden. Nu echter nu
Erich het schriftelijk bekende, moest zij wel aannemen
dat zij hare liefde aan een onwaardige had geschonken.
Een vreeselijk harde waarheidvoorzekermaar die
noodzakelijk moest worden geuit, wilde men Alma niet
met v. Martens het verderf te gemoet zien gaan.
Het was daarom ook geen gevoel van zegepraal, dat
Hugo bezieldetoen hij de smalle trap naar Alma's
kamer beklom maar integendeel hartelijk medelijden
met dit lieftallig en zwaar beproefd meisje. Hij vond
haar ernstig en stilduidelijk zag men in hare oogen
de sporen van sedert kort vergoten tranen. Hoe? Zou
zij reeds weten wat er was gebeurd? Ook toonde zij
zich in 't minst niet verrast bij Hugo's komst. Zou
zij hem verwacht hebben Zou zij voorbereid zijn od
zijn bezoek
Met een vriendelijken hoofdknik begroette zij hem en
nadat hij op haar verzoek had plaats genomen zeide
zij„Ik kan mij voorstellen wat gij mij brengt. Een
groet van Ethelredaniet waar?"
„Heeft uwe zuster u geschreven?"
Alma knikte en een diepe zucht welde op uit haar
borst. „Zij smeekt miju te vertrouwenfluisterde
zij „u meer dan mijn verloofde."
De laatste woorden vermocht Alma nauwelijks uit te
spreken, maar met geweld weerhield zij hare tranen en
ging met vaste stem voort„Dat Ethelreda zoo vree
selijk op Erich verbitterd isdaarvan ben ik zelf de
schuld want zij weet niet, dat hij zich eerst toen met
mij verloofd heeftnadat hij zich de overtuiging had
verschaftdat mijne zuster voor altijd voor hem verlo
ren was. Dat heb ik haar thans geschreven en haar
tevens verzochtmij niet weer met zulke onrechtvaar
dige aanklachten tegen Erich hard te vallen zooals in
haar laatsten brief. Het doet iemand zoo pijnlijk aan,
van alle kanten niet dan ongunstig te hodren spreken
over den man dien men 't liefst heeft op aarde."
„En toch is het de plicht van uwe zuster en van
uwe vrienden u altijd weer hunne waarschuwende stem
te doen hooren antwoordde Hugo „zoolangtotdat
gij er geloof aan schenkt."
„Dat zal ik nimmer. Niemand heeft het recht zich
tusschen mij en Erich te plaatsenwant niemand kent
hem zoo goed als ik."
„Dat is juist de allergrootste dwaling van uwe zijde,"
begon Hugo weer, maar Alma liet hem niet uitspreken.
„Laat ons een einde maken aan dit onaangenaam on
derhoud zeide zij opstaande. „Ik doe mijn verloofde
onrecht aan door toe te latendat men hem voort
durend in mijne oogen tracht zwart te maken."
„Ook dan nog als hij uw verloofde niet meer is
„Wat beteekent dat?"
„Wat uwe vrienden reeds lang hebben zien aanko
men, is eindelijk geschied, v. Martens heeft Oostburg
plotseling moeten verlaten en heeft zelf zijne betrekking
tct u verbroken."
„Alma ging weer zittenzij zocht naar woorden
maar hare ontroering was haar te machtig om te kun
nen spreken. Hugo ging voort, „v. Martens heeft mij
opgedragen u dezen brief te overhandigen waarin hij
voor altijd afseheid van u neemt. Ik leg dien in uwe han
den maar smeek u daarom niet op mij vertoornd te
zijn, want geloof mij, Alma, ik lijd met u en ook mijn
hart bloedt bij den aanblik van uwe smart."
Zij nam werktuigelijk het papier, dat Hugo haar gaf
en vouwde het open. De letters dansten voor hare
oogen en niet dan met moeite las zij de woorden v Het
was een schoone droom lieve Alma, die wij te zamen
hebben gedroomd. Thans komt het ontwaken. Ik moet
Oostburg verlaten en u voor eeuwig vaarwel zegden.
Vergeet en vergeef mij. Erich."
Waarom is hij weg vroeg zij, het papier tusschen
de vingers verkreukelend.
„Wilt gij het weten