No. 64.
Drie en tachtigste Jaargang.
1881.
FEUILLETON.
Alice's Geheim.
WOENSDAG
1 JUNI.
Deze Courant wordt Dinsdag-, Donderdag- en
Zaterdagavond uitgegeven. Abonnementsprijs
per 3 maanden voor Alkmaar f 0,80franco door
het geheele Eijk f 1,
Prijs der gewone Advertentiën
©dieted (Sebedte.
kennisgeving.
ttuttculaub
ALKMAARSCHE COURANT.
De 3 nummers f 0.06.
Van 1—5 regels 0,75; iedere regel meer ƒ0,15.
Groote letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de Uitgevers HERMs. COS-
TER ZOON.
Het HOOED van het Plaatselijk Bestuur te ALKMAAR
brengtop grond van art. 1 der wet van 22 Mei 1845 (Staats
blad n°. 22) bij deze ter kennis van de ingezetenen der ge
meente, dat het suppletoir kohier n°. 6 van het Patentregt over het
4e. kwartaal der dienst 1880/81, op 28 Mei 1881 door den Heer
Provincialen Inspecteur der directe belastingen in Noordholland
executoir verklaardop heden aan den Heer Ontvanger der
Rijks directe belastingen binnen deze gemeente ter invordering
is overgegeven.
Ieder ingezetendie daarbij belang heeftwordt vermaand
op de voldoening van zijnen aanslag behoorlijk acht te geven
ten einde alle geregtelijke vervolgingenwelke uit nalatig
heid zouden voortvloeijente voorkomen.
Allernaar, Het Hoofd van het Bestuur voornd.,
31 Mei 1881. A. MACLAINE PONT.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALKMAAR
brengen ter algemeene kennis:
Dat heden op de gemeente-secretarie ter visie is gelegd het
aan hen ingediende verzoek met de bijlagen, van W. KRIJ1
en C. M. TONNEMAN, alhier, om vergunning tot het oprig-
ten van een bakkersoven, in het perceel aan de Zoutsteeg, wijk
D, N°. 7, en dat op Dinsdag 14 Juni 1881, 's middags ten
twaalf uren, ten raadhuize gelegenheid wordt gegeven om tegen
het oprigten van dien oven bezwaren in te dienen.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
Alkmaar, A. MACLAINE PONT.
31 Mei 1881. De Secretaris
NUHOUT VAN DER VEEN.
De PATENTEN over het vierde kwartaal 1880/81 kun
nen ter secretarie worden afgehaald tot 14 Juni 1881.
De PATENTEN van TAPPERS, SLIJTERS, KOEEIJ-
HUISHOUDERS enz., dienst 1881/82 kunnen ter secretarie
worden afgehaald tot 14 Juni 1881, op vertoon van het
aanslag-billetwaaruit blijktdat de helft van den aanslag is
betaald.
P O L I C I E.
Ter terugbekoming is aan het Commissariaat van Policie het
navolgende voorhandeneen ring waaraan eenige sleuteltjes
een huissleutel, een wit beenen naaldenkoker, een halsketting] e
met gouden slotje, een ijzeren hoepel, een vrouwenzak waarin
portemonnaiemes, naaldenkoker en vingerhoeden.
ERRATUM. In ons hoofdartikel van 1.1. Zondag over
,,de drankwet" zijn een paar zinstorende fouten ingeslopen,
die de welwillende lezer alreeds zal verbeterd hebben:
Op de eerste bladzijde
in de 2' kolom, regel 32 gevallen in plaats van getallen,
in de 3' kolom, regel 17, bereiking in plaats van berekening.
DENEMARKEN. De in de afgeloopen week gehou
den verkiezingen voor leden der 2e Kamer, die, zooals
men zich herinneren zalonlangs ontbonden werd
hadden tot uitslagdat de gematigde partij 4 leden
verloor en de radicalen 3 leden wonnen. Zij zijn thans
23 en 29 man sterk. De rechterzijde bleef uit 33 leden
bestaan en de uitgetredenen uit de gematigde partij
uit 17. Te Kopenhagen werden alle leden herkozen.
Den 27 hield de nieuwe.2e. kamer hare eerste zit
ting. Met 39 stemmen tegen 31 op het hoofd der radi
calen Berg werd de heer Krabbe tot voorloopig
voorzitter gekozen. De rechterzijde bleef buiten stemming.
DU1TSCHLAND. Den 27 verlieten de leden van
den Bondsraad weder de zaalzoodra de rijksdag de
behandeling voortzette van de verschillende voorstellen
ingediend betreffende Hamburg en keerden eerst terug,
toen na vérwerping of intrekking van alle andere
voorstellen van conservatieve of liberale zijde ot van
de Hamburgsche afgevaardigden het voorstel Windt-
horststrekkende om den rijkskanselier te verzoeken in den
bestaanden toestand geene verandering te brengenvoordat
de onderhandelingen tussclien het rijk en Hamburg over de
aansluiting afgeloopen toaren, aangenomen was.
ENGELAND. Den 27 had te Mitchelstown in Ier
land eene botsing plaats tusschen het volk en de politie
met de troepen die behulpzaam waren bij het uitzet
ten van pachters. Nadat twee uitzettingen plaats had
den gehad met behulp van 250 man politie en dragon
ders klom de bijeen geschoolde menigte tot 12000
personendie steenen op de politie begonnen te wer
pen. Verscheidene agenten en manschappen werden
daarbij gekwetst. De dragonders maakten daarop meer
malen ruimte onder de menigte. De wet op de samen
scholingen werd tweemaal voorgelezen. De overige ge
rechtelijke uitzettingen werden tot later uitgesteld.
ERANKRIJK. Gambetta ontving den 25 te Cahors
don generaal-commandant en de officieren van het gar
nizoen, de leden der rechtbank de handelsreizigers en
eenige wijnbouwers. Bij een aan het Lijceum gebracht
bezoek werd hij ontvangen zoo door de leeraren als de
leerlingen. Het slot der i .spraak van een der leer
lingen luidde wij zweren ude republiek lief te hebben.
In zijn antwoord wees Gambetta op de ernstige betee-
kenis van dezen eed. Den 27 hield hij eene rede bij
de onthulling van een gedenkteeken ter nagedachtenis
van de in 1870 gesneuvelde gardes mobiles uit het
departement Lot. Daarin komt o. a. het volgende voor.
„Het eer en der nagedachtenis van hen die door moed en
vaderlandsliefde uitblonkenis een der schoonste karakter
trekken van een volk en het is vooral bij rampen bij een
nederlaagdat men de gesneuvelden moet eerenwant zij
stortten hun bloed zonder hoopzonder verwachting. Bit
gedenkteeken moet eene les voor volgende geslachten leveren.
Boch stelt u gerustdie les moet niet leiden tot eene aan
vallendeeene avontuurlijke staatkundeof zucht naar over
winning doen ontstaan. Heen Zoo dit gedenkteeken iets be-
teekentzoo het met onweerstaanbare kracht tot ons gemoed
spreektdan ligt de les alleen hierin dat deze dapperen
voor het vaderland gevallen zijn omdat te kwader ure het
lot van het volk zich in handen van een enkel man bevond
(Toejuiching f)
Hij wees verder op de eensgezindheid onder alle partijen
gedurende den oorlog en betreurdedat die eensgezindheid
niet was blijven bestaan bij de bespreking over den regeeringsvorm.
Bagelijks kwam daarin evenwel verbetering ondanks het ver
zet van verschillende partijendie onmachtig zijn om den
stroom te keer en.
Wij behooren ons steeds onze rampen te herinnerenmaar
tevens toegevend voor elkander te zijnwant het is zeker, dat
rampen als die, welke ons getroffen hebben, niet op een volk
neerdalen en het op den rand van zijn verderf brengen, zon
der dat gemeenschappelijke fouten zijn begaan, door overgroote
zioakheid aan de eene door eigenwaan en dwingelandij aan
de andere zijde; meestal echter door laakbare onverschillig
heid. Maar in de maatschappij en in de geschiedenis vindt
alles zijn loon."
„Er bestaan tegenwoordig twee waarborgen dat de degen
van Frankrijk niet in handen zal komen van een avonturier,
en geen werktuig tot verdrukking van het binnenland en tot
onwettigen aanval naar buiten zal zijn. Be eerste bestaat in
den verplichten militairen dienstde tweede hierin, dal tegen
woordig niets, wat oorlog of vrede betreft, kan beslist worden
dan door den wil van het volk.
Toejuiching
Het leger is de eerste zorg van Frankrijk, maar Frankrijk
heeft besloten zijn waardigheid te handhaven door middel van
den vrede. Wat Frankrijk wil, wenschen ook de republikeinen,
namelijkorde en vrede door vrijheid en vooruitgangdoor
ontwikkeling van den franschen geest."
Zoodra zijne rede geëindigd waswerden van alle
kanten luide toejuichingen en opgewonden kreten ge
boord van leve Gambettaleve de republiek leve
Eranknjkleve het leger In de bij het feestmaal
van den 28 gehouden rede kwam bij op tegen de poging
om vijandschap tusschen hem en den president Grévy
te verwekken. Hij prees de persoonlijke hoedanigheden
van den president zeer, sprak vervolgens over de wijzi
ging der grondwet en verklaarde, dat daaraan behoefte
bestond maar het uur daarvoor nog niet geslagen was,
omdat men gevaar zou loopen de republiek te verzwak
ken. Den 29 hield hij bij de uitdeeling van prijzen
naar aanleiding der tentoonstelling weder eene rede
waarin hij o.a. zeide dat de welvaart der plattelands
bevolking een der grootste zorgen moest zijn van hen,
die de hedendaagsche democratie op onwrikbare grond
slagen willen vestigen. Geen ander stelsel kon daartoe
naar zijn inzien meer bijdragen dan het tegenwoordige.
Hij was niet tegen vermindering van grondbelasting,
maar meende dat alleen zij ontlast moesten worden
die daaraan werkelijk behoefte hadden.
Den 27 lichtte Bardoux in de Kamer zijn amende
ment toe om in het wetsontwerp betreöende den mili
tairen dienstplicht de oude bepaling ten gunste der
seminaristen te herstellen. Minister Ferry verklaarde
namens de regeering zich met het amendement te ver
eenigen toch werd het met 316 tegen 51 st. verwor-
Peinzend zag zij een oogenblik naar den grond.
„O, doe dat nog niet George wacht hiermeê tot
een anderen dag", vleide zij met zachte liefelijke stem.
„O, het is zulk een onuitsprekelijk gevoel dat wij beide
alleen het geheim slechts kennendat mijn gemoed
met zaligheid vervult. Ik huiver op het denkbeeld, het
anderen prijs te geven. Als een kostbaar edelgesteente
in den schoot der aarde ligt onze liefde nog verbor
gen in ons hart. Trotsch op zijn waarde en zich zelf
genoeg in het bewustzijn van zijnen schitterenden glans,
wordt het ongaarne aan het licht gebrachtwaar de
menschen het wegen en dingen om zijn bezit.
O, Georgelaat mij nog eenige dagen dat genot
zonder vrees, dat de wereld het mij ontnemen kan
Ontroerd en sprakeloos drukte hij haar een kus op
bet voorhoofd.
Toen zij onder aan den trap van de veranda waren
gekomen namen zij afscheidwaarna Alice naar hare
woning en hij weder naar de balzaal ging.
Het was inmiddels 2 uur geworden. De dans was
opnieuw begonnen. Slechts nu en dan had Howitt zijn
plaats in de vensterbank verlatenwanneer hij als
hoofd der inrichting het noodig achttevoor de goede
orde van het feest te zorgen. Men had hem wel ver
zekerd dat zijne dochter reeds sinds lang naar huis
was gegaanmaar rust gaf hem dit niet. Een sombere
gedachte scheen hem te kwellenhij scheen te vreezen
voor ietsdat hij niet van zich kon afzetten. Toen
George de trap, die Howitt van zijne schuilplaats kon
overzien opkwam en langzamerhand naderdeen ein
delijk geen tien schreden verwijderd in het volle licht
in de deur stondvoer hem een siddering door de
leden. Bewegingloos staarde hij den jongen man aan,
als zag hij een spook uit den grond oprijzen en bracht
toen heide handen voor het gelaat.
George had Howitt niet opgemerkt. Langzaam ging
hij hem voorbij de zaal in juist toen het muziekkorps
de prachtige polka van Oginsky begon te spelenom
nog een oogenblik als toeschouwer te vertoeventot
hij zijne aandoening was meester geworden.
Terzelfder tijd trad van de tegenovergestelde zijde
een bediende naar Howitten overhandigde hem het
vurig begeerde telegram uit Nieuw York.
Howitt's handen trilden zoo heftig, dat hij nauwelijks
in staat was het couvert open te breken. Snel door
liep hij het papier en zijne lippen lazen halfluidnu
en dan afgebroken
„Den heer Barnaby Howitt Pithole Pensyl-
vanië. Hij ging naar 't westen misschien
naar Pithole hier is hij niet Heb meer geld noodig."
Broughton.
Howitt stond snel op. Zijn gelaat was doodsbleek.
Wankelend ging hij de zaal door en langzaam met
voorzichtige schreden schrijlings langs de muren als
had hem plotseling een duizeling overvallen naar zijn
kantoor.
II.
Het dienstpersoneel van het hotel had een ver
moeiende nacht. Howitt's kantoor was de geheele
nacht verlicht gebleven. Hij was niet naar zijne wo
ning geweestom ter ruste te gaan maar had aan
houdend en ongeduldig de kamers en zalen doorloopen,
waar de bedienden van 6 uur in den morgen toen de
laatste gasten het locaal hadden verlatenmet oprui
men en schoonmaken bezig waren. Zwijgend somber
en met slependen tredliep hij met gebogen hoofd
rondals zocht hij naar ietsdan weder keek hij
schuw om zich heen als meende hij het te vinden in
een of ander slecht verlichte hoek. Gewoon, als zij
waren aan zijn meestal ruwe bejeganingscheen het
toch of de lieden nu den opkomenden storm bij hun
meester met zorg tegemoet zagen. En toch was juist
ditmaal hun vrees onnoodig. Voorzeker zou het hun
een verlichting geweest zijnindien zij geweten had
den dat hij rondliep als 't ware ziende blind en door
een even onverklaarbare als onwederstaanbare macht
gedreven. Hij kwam eerst tot zichzelf, toen, zooals
gewoonlijk om 10 uur 's morgens, de kellner kwam zeg
gen dat het ontbijt gereed was en zijne zuster Ellen
en zijne dochter Alice op hem wachtten. Toen eerst
scheen hij uit zijne sombere gepeinzen te ontwaken en
ging hij met aarzelende schreden naar de eetkamer.
Zijn zuster Elleneen oude magere dame van het
voorkomen en het karakter eener barmhartige zuster,
had, in de plaats zijner reeds lang overleden vrouw, de
opvoeding van Alice op zich genomentot deze vóór
2 jaar naar een der grootste kostscholen van Nieuw-
York werd gezonden zij had toen het bestuur over
het hotel naast haar broeder aanvaard.
Het niet voor betamelijk houdende vóór zijne komst te
gaan zittenstond zij hem ook nu voor het venster
op te wachten. Alice echter lag in haar ochtendge
waad op de canapédie voor de tafel stond. Haar
bleek gelaat en de lichtblauwe kringen om haar groote
donkerbruine oogen toonden genoegzaamdat ook zij
in den afgeloopen nacht nietof althans zeer onrustig
geslapen had.
Howitt kwam weldra binnen schonk zijne zuster en
Alice slechts een vluchtigen hoofdknik en ging aan
de tafel zittenwaar hij zich dadelijkzonder een
woord te sprekenmet zijn kop thee en een paar
sneden geroosterd brood begon bezig te houden. Hij
vermeed blijkbaarAlice in de oogen te zien, en eerst,
na tot groote verbazing van tante Ellen drie a vier
glazen madeira naar binnen te hebben geslagen, scheen
zijne kalmte teruggekeerd en zijn besluit genomen.
„Gisteren veel gedanstAlice begon hijhaar
slechts even aanziende.