No. 75. Drie en tachtigste Jaargang 1881 ZONDAG 26 J U N I. FEUILLETON. Alice's Geheim. Prijs der gewone Advertentiën Dit nummer bestaat uit twee bladen. EERSTE BLAD. ©ebeclte. Nationale Militie. JOHANNES GERARDUS KNAAP. De verbinding van Amsterdam met den Rijn. ALKMAARSCHE COURANT. Deze Courant wordt Dinsdag-, Dondsrdag- en Zaterdagavond uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden voor Alkmaar f 0,80franco door het geheele Eijk f 1, De 3 nummers f 0.06. Van 15 regels 0,75; iedere regel meer/1 0,15. Groote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de Uitgevers HERMs. COS- TER ZOON. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALK MAAR vestigen nog de aandacht der ingezetenen op de aan het gebruik van tonnen bij de invoering van het tonnenstelsel met 1 Augustus a.s. verbonden voor- deelen namelijk dat de gevulde tonnen door schoone vervangen wordenniet bij avond maar bij dag dat de werklieden in dienst bij de gemeente-reiniging de gevulde tonnen uit het privaat weghalen en de schoone daarin plaatsen zonder dat daarvoor eenige vergoeding verschuldigd isdat de gevulde tonnen door het huis vervoerd worden na behoorlijk met een deksel te zijn gesloten dat het verwisselen der tonnen zooveel malen plaats heeftals noodzakelijk is met het oog op de sterkte van het huisgezin. Burgemeester en Wethouders voornoemd, Alkmaar, A. MACLAINE PONT. 21 Juni 18S1. De Secretaris, NU HOUT VAN DER VEEN. De BURGEMEESTER der gemeente ALKMAAR roept, krachtens bekomen aanschrijving, op, de onderstaande personen om zichtot bijwoning der oefeningen bij hun korps aan te meldenals volgt 9 Augustus 1881, 's namiddags vóór 4 uur, garnizoen te Haarlemden verlofganger van het 4e batt., 4C reg. inf., ligting 1878, HENDRICUS JOSEPHUS PUTTENAAR. 9 Augustus 1881, 's nam. vóór 4 uur, garnizoen te Helder, 4e batt., 7e reg., inf., ligting 1878 GERRIT BAKKER JACOB VAN ZWOL. NICOLAAS HARDOREE, JOSEPH OSSEDORP, JOSEPHUS JOHANNES KE1JSPER, DIRK MIN, PIETER JOHANNES TROS, HENDRTK VEEL, WILLEM VAN HANXLEDEN. 9 Augustus 1881, voormiddags 7 uur, op de plaats voor het Raadhuis aan de Oudezijds Voorburgwal te Amsterdam, be stemming Naarden EREDRIK VAN DER KAMP, van het opgeheven depot van het 7e reg. infanterie. 5 Augustus 1881, 's nam. vódr 4 uur, garnizoen te Helder, ligting 1879, 9e komp., 4e reg. vesting-artillerie De opgeroepenen hebben regt op vrij transport tot de plaats van opkomst of tot hun korps, benevens op den dag der reis van een daggeld van 25 cents, een en ander ter gemeente-secretarie aan te vragen. Alkmaar, De Burgemeester voornoemd 22 Juni 1881. A. MACLAINE PONT. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALKMAAR brengen ter algemeene kennis dat wegens herstelling de doorvaart voor groote vaar tuigen door DE BRUG OVER DE TURFMAKKT van 27 Juni 1881 tot nadere kennisgeving zal zijn GESLOTEN en dat voor voetgangers en kleine vaar tuigen het verkeer niet gestremd zal zijn. Burgemeester en Wethouders voorn Alkmaar, A. MACLAINE PONT. 23 Juni 1881. De Secretaris NUHOUÏ van dek VEEN. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALKMAAR brengen ter openbare kennis dat het kohier der plaatselijke directe belasting over de dienst van 1881, op 22 Juni j.l. door Gedeputeerde Staten goedgekeurdop heden aan den gemeente ontvanger ter invordering is uitgereikt. Burgemeester en Wethouders voornoemd Alkmaar, A. MACLAINE PONT. 24 Juni 1881. De Secretaris, NUHOUT VAN DER VEEN. VERGADERING van den RAAD der gemeente ALK MAAR, op Woensdag, 29 Juni 1S81des namiddags kwar tier vóór één uur. Namens den Voorzitter van den Baad De Secretaris NUHOUT VAN DER VEEN. P O L I C I E. Ter terugbekoming is aan het Commissariaat van Policie het navolgende voorhandeneen americaansche hooivork, een bruin kieltje, een koperen lucifersdoosje gemonteerd met tien-cent stukken een sleuteleen damesbonteen klein glad zwart hondje met witte voorpooten. Een Staat, die er niet aan denkt en er om bijzondere redenen zelfs niet aan denben kan, door recktstreeksche of ziidelin?sche bescherming ^.jn handel te steunen, maar partij gekozen heeft en blijft kiezen voor vrijen handelbehoort zijn aanhoudende zo"g te wijden aan de havens die het met de zeeaan de rivieren ka nalen en spoorwegen die het met het buitenland in gemeenschap brengen opdat de vrije handel steeds de geschiktste wegen vinde om met dien van de nabu rige staten te wedijveren in den onderiingen strijd staande te blijven en zoo mogelijk te overwinnen. Die plicht rust met bijzonder gewicht op ons vaderland, en zoowel de tegenwoordige als de vorige Regeering heb ben dien plicht erkend en getracht te vervullen. Sedert jaren is geklaagd over den slechten toestand van het vaarwater dat Amsterdam in verbinding brengt met den Rijn den zoogenaamden Keulschen vaart, en het is verklaarbaar datnadat de doorgraving van Holland op zijn smalst en de aanleg van de haven van IJmuiden met goed gevolg waren bekroond de aan drang op verbetering zich met vernieuwden nadruk deed hooren. Sedert 1870 had daarbij de meening veld gewonnen dat de verbinding van Amsterdam met den Rijn niet moest gezocht worden langs den ouden zij het ook veel verbeterden weg, maar in andere, nadere richting. Niet te Gorinchem moest de meest bevaar bare Rijntak de Waalworden opgezochtmaar in oostelijke richting door de Geldersche vallei naar de Gribbe dwars over de Lek en van daar door de Be tuwe tot Doodewaard. Onder den Minister Heemskerk werd een plan tot het graven van een kanaal in deze richting, in verband met de voorgenomen droogmaking van de Zuiderzeebij de Staten-Generaal ingediend. Het daarop volgend Ministerie, waarin de heer Tak van Poortvliet als Minister van Waterstaat, Handel en Nijverheid optrad, maakte het kanaalplan van de droog making der Zuiderzee loshet ontwerp kwam bij de Tweede Kamer in behandeling, maar het eerste artikel werd met een meerderheid van ééne stem verworpen. Een ander Ministerie trad op en de Minister van Waterstaat Klerck stelde de verbetering voor van de bestaande Keulsche vaart. De beslissing omtrent dit nieuwe plan was niet ge makkelijk. Het rapport door de commissie van hoofd ingenieurs en ingenieurs in 1878 over de verbetering van de Keulsche vaart uitgebracht klonk ongunstig. De raming van kostenten bedrage van 13,900,000, zou nog verhoogd moeten worden mot een som voor de onteigening van fabriekenbuitenplaatsen enz., die de commissie niet durfde begrooten. De kruising van twee spoorwegbruggen bij Utrecht en de gemeenschap van het kanaal met uitwateringskanalen van verschil lenden boezemstand waren bezwaren, waarop uitdrukke lijk werd gewezen en ten slotte zou men een water weg verkrijgen met tal van krommingen. Thans luidt het oordeel over het nieuwe ontwerp veel gunstiger. De kosten daaronder begrepen die van de onteigenin gen zijn begroot op f 11,950,003. Het bezwaar van de kruising der spoorwegen zal door vaste hooge spoor wegbruggen zes en een halve meter boven de hoogst^ kanaalstanden voorkomen worden. Van de nadeelen van het gemeen liggen met uitwateringskanaien en de velo krommingen wordt thans niet gewaagd en men beweertdat die nadeelen ongeveer in dezelfde mate aan een kanaal door de Geldersche vallei zijn verbon den. Daarentegen worden de bezwaren van den over gang van de Lek bij de Greb en van de sterke kwel bij de doorsnijding van de Betuwedie in 1879 niet van overwegend belang werden geachtthans met grooteren nadruk tegen het kanaal door de Geldersche vallei en elk ander kanaal in oostelijke richting aange voerd. Het kanaal door de Gelderscbe vallei was be groot op 17,700,000, en zou dus 5% millioen meer kosten dan het thans voorgesteldehet gedeelte de Waal van Dodewaard tot Gorinchem dat bij de ver betering van de Keulsche vaart als vaarwater voor de Rijnschepen behouden blijft, bevat echter verschillende ondiepten die verbetering van dit riviervak noodzake lijk makendoch dit werk zal toch niet achterwege 13) IX. Bijna twee jaren zijn sedert verloopen. Buiten welfde zich een tooverachtig schoone, door de maan helder verlichte hemel boven Nieuw-Orleans. Het meest aangrijpende liefdesdrama, Shakespeare's Romeo en Ju lia in een der grootste schouwburgen der stad, was bijna ten einde. Het gebouw was tot op de laatste plaats bezet niettegenstaande het stuk reeds voor de drieëntwintigste maal werd gespeeld. Er heerschte bijna eene tastbare stilte die vol verwachting tegemoet ziet wat komen zalin de uitgestrektestampvolle schouwburg. Ter zijde van het gebouw in het hooge portaal rolde een prachtige equipage binnen en hield stil. Yier ele gant gekleede jonge menschen sprongen lachend en vroolijk uit het rijtuig en spoedden zich langs de breede marmeren trappen naar de eerste loges. Gij zult haar zien George zult haar zienu verbazen, verstommen en een en al bewondering zijn George betooverd George 1" riep Elootman. „En nu moet gij ons eens zeggen," riep Laird Elixdown met luide stem waarin de invloed van den wijn. niet te miskennen viel »of gij ooit in Parijs Londen of Berlijn of waar ook op een uwer reizen door de oude wereld een diva gezien hebt, als „En ik zeg uKearny viel hem Baron de Eain in de rede „ja wat wilde ik ook zeggen iets ge niaals iets meesterlijks wilde ik u zeggen „Natuurlijk als altijdmijn waarde baronwierp George Kearny hem tegen, luid lachende, ,,'t is dood jammer voor deze beklagenswaardige wereld dat u telkens uwe geniale ideën ontsnappen. Maar daar zijn wij er Eensklaps hield hij op. Het publiek was door het rumoer der vier jonge lieden die blijkbaar juist van een schitterend diner kwamen opmerkzaam geworden en in zijn genot gestoord. Van alle kanten keerden zich de hoofden als korenaren door een windvlaag in beweging gebracht, naar de loge der jongelieden. „Stil, stil daarboven 1" hoorde men roepen. „Zie haar aan George fluisterde Elootman „en zeg mij of gij ooit in uw leven een prachtiger vrouw gezien hebt. Die natuurlijke bevalligheid, die jeugdige, -onweerstaanbare lieftalligheid." Maar George antwoordde niet. Hij scheen niets meer te hooren. Het bloed steeg hem naar het gelaat. „Zie George fluisterde hem Elootman opnieuw in 't oor, „die prachtige donkerblauwe oogen, schitterend van gloed en telkens van uitdrukking wisselend al naar dat haar spel het meebrengt. Nog antwoordde George niet. Strak staarde hij naar het tooneel. „En haar spelfluisterde Laird Elixdown hem aan de andere zijde in het oor„men verhaaltdat zij in het noorden bij de Dacotah-indianen een baardeloos ventje het leven heeft gered en dat hij wien zij met een dweepende liefde aanhinghaar verlaten heeft en de zee is overgestoken, die dwaas! Vandaar haar koelheidhaar spot jegens ieder die haar nadert en haar aangrijpend spel in rollen als Julia." „Annabel steunde George. „Juist, Annabel Monvalzoo heet zij onze diva sinds drie weken de verklaarde afgod der groote wereld vooral ook van de dames, daar zij geen rede tot jalouzie geeft maar hoe kent gij haar vroeg Elixdown verbaasd. „Annabel," steunde George nogmaals te midden der ademlooze stilte maar zoo luide dat aller oogen zich weder van alle zijden op hem richtten en menig dreigend woord hem werd toegeroepen. Op hetzelfde oogenblik viel het scherm een storm achtig en langdurig applaus brak los en deed het gebouw op zijn grondvesten schudden. „Annabel schreeuwde George nogmaals en vóór dat zijne makkers het be merkten laat staan het vermochten te belettenwas hij de loge uitgesneld en ijlde de trappen af, maar de stroom van toeschouwers uit het parket en parterre, die zich in den foijer verdrong, bracht hem weldra tot staan. Ondanks zijn bovenmenschelijke, niet altijd met geduld gedragen krachtsinspanning gelukte het hem nietda zijdeur van het uitgestrekte gebouw die den tooneel- spelers tot uitgang diendetijdig te bereiken. Toen hij eindelijk door het gedrang was heengekomen zag hij juist nog Annabel's slanke gestalte in het rijtuig stijgen en haar wegrijden. Onmiddelijk sprong ook hij in een der vigelantes die aan lange rijen ter zijde van den weg geposteerd waren en gaf lasthet rijtuig der diva zoo snel mogelijk te volgen. Annabel's rijtuig hield in het portaal van haar hotel stil. Zij steeg uit en klom snel de trap op. Ook George steeg uit. Maar hij bleef eenige minu ten wachten om door zijn komstonmiddelijk na haar, geen opzien te baren. Onrustig ging hij voor het hótel op en neêr. Hij zag Annabel's schaduw op de vensters van haar kamer voorbijzweven. Zijn hart klopte hoorbaar. Eindelijk ging hij de trap naar haar kamer op en trok aan de bel om zich te laten aandienen. De kame nier wees hem kortweg af, omdat hare meesteres, ver moeid als zij was op dit late uur voor niemand was te spreken. Terwijl hij echter zijn verzoek om hem aan te melden levendig en dringend herhaaldesloeg Annabel zelf de purperkleurige portière van haar salon terug en stonddoor den klank zijner stem onweer staanbaar aangetrokkengeen tien schreden van hem verwijderdin het lange, witte kleed dat zij indertijd bij het souper in Howitt's hótel gedragen had, met de krans van witte rozen in haar loshangend haar en in het volle heldere licht van het portaal. George stootte de kamenier ter zijde en stond in een oogenblik voor

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1881 | | pagina 1