No. 78.
Drie en tachtigste Jaargang.
1881.
ZONDAG
3 JULI.
Stedelijk Museum.
FEUILLETON.
Iets over Zwemmen,
Europa en de Turken.
Prijs der gewone Advertentiën:
Dit nummer bestaal uit twee bladen.
EERSTE BLAD.
(fDtficiëel ©ebeelte.
UhMtAHSCIIK Clll «AM.
Deze Courant wordt Dinsdag-, Dondordag- en
Zaterdagavond uitgegeven. Abonnementsprijs
per 3 maanden voor Alkmaar f 0,80franco door
het gebeele Rijk f 1,
De 3 nummers 0.06.
Van 1—5 regels 0,75; iedere regel meer f 0,15.
Groote letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de Uitgevers HERMs. COS-
TER ZOON.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALK
MAAR vestigen nog de aandacht der ingezetenen op
de aan het gebruik van tonnen bij de invoering van
het tonnenstelsel met i Augustus a.s. verbonden voor-
deelen namelijkdat de gevulde tonnen door schoone
vervangen worden niet bij avond maar bij dag dat
de werklieden in dienst bij de gemeente-reiniging de
gevulde tonnen uit het privaat weghalen en de schoone
daarin plaatsen zonder dat daarvoor eeuige vergoeding
verschuldigd is dat de gevulde tonnen door het huis
vervoerd worden na behoorlijk met een deksel te zijn
gesloten dat het verwisselen der tonnen z >oveel malen
plaats heeftals noodzakelijk is met het oog op de
sterkte van het huisgezin.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
Alkmaar, A. MACLAINE PONT.
21 Juni 1881. De Secretaris,
NU HOUT VAN DER VEEN.
KONINKLIJKE NEDERLANDSCHE MARINE.
De BURGEMEESTER der gemeente ALKMAAR vestigt
de aandacht der belanghebbende ouders en voogden op de
weder opengestelde gelegenheid tot aanneming van jongelieden
beneden 16 jaren bij 's lands vloot, waarvan de voordeelen en
voorwaarden vermeld worden in eene circulairedie voor de
belanghebbenden ter gemeente-secretarie ter lezing ligt.
Alkmaar, De Burgemeester voornoemd,
27 Juni 1881. A. MACLAINE PONT.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALKMAAR
herinneren aan belanghebbendendat zoo zij aan hunne zorg
toevertrouwde kinderen na de zomervacantie de openbare bur
gerschool of de openbare school voor me'sjes willen laten be
zoeken zij zich vóór 15 Juli a.s. moeten wenden tot het
hoofd dezer scholenonder overlegging van het bewijs van
geboorte en van inënting of doorgestane natuurlijke pokziekte
der kinderen, die den leeftijd van zes jaren bereikt moeten
hebben of dien leeftijd moeten bereiken vóór 1 November J 881.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
Alkmaar, A. MACLAINE PONT.
28 Juni 1881. De Secretaris,
NUHüUT VAN DER VEEN.
Bezichtiging tegen 10 cents de persoon, ZONDAG,
3 JULI van 1 tot 3 uren.
KOSTELOOZE bezichtiging op ZONDAG, 10 JULI,
waarvoor toegangkaarten te verkrijgen ter vergadering
der Commissie van toezicht op WOENSDAG, 6 JULI,
's namiddags van 2 tot 3 uren ten stadhuize.
Verder wordt herinnerd, dat het Museum ie deren
MAANDAG en VRIJDAG, van één tot drie
uren des namiddags kan worden bezichtigd tegen
f 0,25 per persoon.
Dirk Kogerhuisschilder, 1. w. St. Pancras, wordt verzocht
zich ter gemeente-secretarie aan te melden.
P O L I C I E.
Ter terugbekoming is aan het Commissariaat van Polieie het
navolgende voorhandendrie zakken, gevuld met provinciehout,
een achterkrat van een wagen gemerkt Jb. M. Admiraal, een
klein geel hondjeeen gouden sloteen bloedkoralen oorbel
letje (handje), een grijze glacé handschoen, een bruin kieltje,
een kinder-kruiwagentje.
door
FRANQOIS A. VAN EL.
„Zwemmen is nuttig tot bevordering van kracht.'
R ec1 a m.
Slot.
Toen de grootvader van Frits jong was, dacht men er
zeker niet anders over dan in mijne jeugd, misschien nog
meer bekrompen, en ook mijn vader was opgevoed in
die meening, zoodat ook bij mijne opleiding niet gedacht
werd aan zwemmen, en eerst teen ik zelf in groot gevaar
was geweest om te verdrinken, begreep mijn vader het
noodzakelijke er van. „En hoe werdt u gered Dokter?"
vroeg Frits. „Ik had mij aan de palen onder een brug
weten vast te houden en gelukkig kwamen er nog in
dien laten avond eenige mannen daarheendie mijn
roepen hoorden en mij tegen de brug optrokken, zoo
dat ik er afkwam met een doornat pak bibberend van
d? kou en eenige oogenblikken van vreeselijke angst,
spanning en benauwdheid. Men zegt wel eens ver
drinken is zulk een zachte dood, maar die 't bijna onder
vonden heeftoordeelt er anders over Wie zwemmen
kanen dus vertrouwd is met het waterkan zich
geen denkbeeld maken van den schrikdie den onge
oefende bevangtals hij plotseling in het water valt.
Ik herinner mij alles nog zoo duidelijk Het was een
buiige avond koud en donker, toen wij in de huis
kamer de klok van een naburig dorp meenden te hoo-
ren. Vader dacht, dat daar brand kon wezen, en
terstond liep ik naar het einde van onzen tuin van
waar men een vrij uitzicht had. Ik zag een gloed aan
De Sultan van Turkije heeft onlangs weer ervaren
hoe weinig de Europeesche mogendheden zich om zijne
werkelijke of vermeende rechten bekreunen en zich
over zijn protesten bekommeren. Sedert 1595 werd
Tunis gerekend tot de staten, die onder het opperge
zag van de Porte staan. Ongetwijfeld bestond dit ge
zag in de laatste jaren alleen in naam. De Porte be
zat macht noch invloed genoeg om het te doen gelden.
Frankrijk, de machtige nabuur in Algerië en Italië
dongen bij den Bey van Tunis alleugs sterker om den
voorrang in de leiding der zaken. Eerstgenoemde staat
had steeds geweigerd eenige souvereiniteit of suzereini-
teit van Turkije ten aanzien van dit Regentschap te erken
nen en wanneer de Sultan door eenig machtsvertoon
zijn bedreigd gezag wilde steunen door tijdige maat
regelen de zending van Turksche schepen naar Afrika's
noordkust belet. In 1871 meende echter de Porte
gebruik te kunnen maken van de machteloosheid en
verwarring door de veroveringen der Dnitschers en den
val van het Keizerrijk ontstaanen werd te Konstan-
tinopel een firman uitgevaardigd waarbij het gezag
van den Sultan nader werd geregeld. De Bey van
Tunis moest, ofschoon de regeering bij erfopvolging
overging steeds door den Sultan in zijne waardigheid
worden bevestigd zonder maekiiging van den Sultan
zou hij geen oorlog mogen verklaren of vrede sluiten
noch eenig grondgebied mogen afstaan. Met vreemde
mogendheden zon hij geen onderhandelingen mogen
voeren dan over binnenlandsche aangelegenheden alleen
in naam van den Sultan zon hij munt mogen slaan
en in geval van oorlog zijn troepen ter beschikking
van de Porte moeten stellen. Het is evenwel gemak
kelijker een dergelijke regeling voor te schrijven dan
haar te doen eerbiedigen. Toen dan ook de Fransche
Regeering aan de wanordelijkheden en de rooverijen
van den Tnnesischen stam der Khroemirs op de gren
zen van Algeiië zelf een einde ging maken nadat de
Bey daartoe onmachtig of onwillig was gebleken en
ondanks zijn protest de grenzen van het Regentschap
overschreedverhief de Porte daartegen wel met den
meesten nadruk hare stemmaar zonder eenig gevolg.
Frankrijk stoorde zich niet aan hare vertoogen zond
zijn troepen naar Tunis en legde den Bey een trac-
taat voor. Deze was verstandig genoeg om het weinige
uren later te teekenen, en behield daardoor zijn troon,
waarvan het bezit hem uitdrukkelijk door Frankrijk
werd gewaarborgd. Daartegen heeft Frankrijk voor
zich het recht bedongen om al die plaatsen in bezit
te nemen die het militair bestuur noodig zai achten
voor de veiligheid van de grenzen en het kustland
een FVansche minister-resident zal te Tunis verblijf
houden en steeds geraadpleegd worden omtrent alle
overeenkomsten die de Bey met andere mogendheden
zou willen aangaan. Frankrijk stelt zich borg voor alle
tractaten tot nog toe door den Bey gesloten en be
last zich met de diplomatieke zorg voor de belangen
van Tunis in den vreemde. Wat de Porte alzoo in
1871 op het papier deed heeft Frankrijk in dit jaar
in werkelijkheid gedaan het heeft Tunis onder zijn
oppergezag en zijne beschermingonder zijne voogdij
gesteld.
En Italië Italië heeft in de zaak berust waar-
tegen het trouwens niet bij machte noch gerechtigd
was iets te doen. Het was dan ook niet zoozeer de
Italiaansche Regeeriug die zich inzonderheid ergerde
over de maatregelen van Frankrijk maar het waren
vooral de Italiaansche handelaars en industrieëlen, die
hunne belangen in Tunis bedreigd zagenden Bey
sterkten in zijn aanvankelijk verzet en bij hunne Regee
ring aandrongen om zoo mogelijk te voorkomen dat
Frankrijk alleen meester bleef van het terrein. De
ongeregeldheden te Marseille, ontstaan ten gevolge van
de houding der vele daar gevestigde Italianen bij de
terugkomst van Fransehe troepen zijn dan ook wel
door oploopen in enkele Italiaansche steden beantwoord,
maar overigens geheel zonder verder gevolg gebleven.
En wie zal zich tegen Frankrijk verzettenwanneer
het de voogdij aanvaardt over een land, dat reeds sinds
lang alleen in naam onder het oppergezag van de Porte
stond Engeland zeker niet, dat Cyprus in bezit heelt
genomen zonder eenige andere Europeeschu mogendheid
te raadpleger. en dat daardoor zijn standpunt heelt
prijs gegeven van geen deel te verlangen in de nalaten
schap van het Turksche Rijk in Europa. Die misgreep
wordt thans in Engeland meer en meer ingezien en
zelfs beginnen zich stemmen te verheffen die op terug
gave van het eiland aan Turkije aandringen gelijk
men zich reeds uit Afghanistan heeft teruggetrokken
en bezig is aan de Transvaalsche Republiek haar be
staan ennaar wij hopen ook hare zelfstandigheid
terug te geven.
Minder gelukkig dan in Tunis Waren de Fransche
troepen in Algeriewaar de zuidelijke stammendoor
hun ouden strijdlust en ingewortelde roofzucht vervoerd,
de kans schoon zagen om eenige moord- en plunder
tochten te doen en den teugel der steeds gehate
Franschen af te werpen. De pogingen om hen te be
dwingen, zijn tot nog toe niet gelukt, en hebben reeds
meer bloed gekost dan de expeditie naar Tunis. Vol
gens berichten van de laatste dagen zouden daaren
boven de Turken in Tripoli, ten oosten van Tunis,
zeer oorlogzuchtig gestemd zijn en troepen te veld
de luchten om nog beter te kunnen onderscheiden
klom ik op het kippenhokhield mij vast aan een
boomtakboog mij te ver voorover, gleed van de
schuine planken van het hokde tak brak af en met
een vaart kwam ik midden in de beek terechtdie
achter den tuin liep, en in dien tijd van het jaar
steeds gezwollen was. Ik begreep terstond het gevaar
volle van mijn toestand en in één oogenblik vlogen
allerlei gedachten door mijn geest. Te huis zou men
zich niet ongerust maken al bleef ik lang weg van
daar kon dus geen hulp komen roepen zou mij niet
batenwant hoogst zelden kwamen op dat uur nog
mensehen langs den weg; voor een goed zwemmer zou
het niets te beduiden hebben gehad om naar de brug
te komendoch ik wist mij niet te redden tegen de
schoeiing van den tuin op te komen daar was geen
denken aanik zou mij misschien aan de planken van
het kippenhok kunnen vasthouden maar hoe kwam ik
bij het kippenhok Zou ik door veel beweging te maken
het gevaar nog niet vermeerderen Mijn arme vader
Hij die zoo gaarne in het priëelnaast het kippenhok
zathij zou voortaan het gezicht van dat plekje niet
meer kunnen verdragen noch van de beekwaarin ik
den dood gevonden hadHet water kwam mij aan
de lippen ik dacht te stikken ondanks mijn besluit
om niet te schreeuwenontsnapte mij een luide kreet,
daardoor meerder water binnenkrijgende voelde ik mij
zinkenonwillekeurig worstelde ik en plompte met
armen en beenen nog eens snakte ik naar lucht en
doodsbenauwd scheen alles voor mijn gezicht te ver
dwijnen toen ik op eens iets hards voelde waaraan
ik mij krampachtig wist vast te klemmen Het was
een paal bij de brugdaaraan en geholpen door een
latdie er dwars aan vast was gehechtkon ik mij
half uit het water tillen en boven houdentot er
hulp opdaagdeDoch hoe weinig ware er verder
noodig geweest om mij reddeloos te doen zijn. Alleen
de schok door het breken van den tak de snelle vaart
door het glijden langs de glibberige schuine planken
van het kippenhokhadden met den vrij feilen wind
meê geholpen om mij tot dicht bij de brug te doen
drijvendoch een goed zwemmer had zich dadelijk
zonder veel moeite kunnen helpen „Maarwonder,
dat u toen niet genezen waart van uw lust om zwem
men te leeren mij dunkt men moest een schrik van
het water krijgen na zulk eene ondervindingen ei
genlijk papakan ik mij nog veel minder uwe voort
durende ingenomenheid daarmee begrijpen na al wat
ge er later door geleden hebten daar ge er zelfs
uwe betrekking niet meer door kunt uitoefenen. Mama
denkt er anders over.'' „En dat is zoo geheel onbe
grijpelijk nietWillem Als mama denkt hoe ik vroe
ger vlug en krachtig washoe ik nu gebrekkig en
ziekelijk ben hoe ik met lust en ijver mijne praktijk
uitoefendegelukkig door het vertrouwen mijner pa
tiënten en menig goed geslaagde operatie 'en hoe ik
helaasna mijne ziekte dit moest opgevenals zij
zich herinnert hoe ik hulpeloos werd te huis gebracht
en hoeveel angst en zorg zij daarna voor mij heeft
uitgestaan dan is 't geen wonder, dat uwe mama hare
tegenzin met moeite kan overwinnen. Toch moet zij'
toegeven aan mijne redeneeringen en kan zij evenmin
tegensprekendat één ongeluk één bijkomende aan
gelegenheid aanleiding zou mogen worden om de zaak
zelve te keuren." „En dan nog welk eene voldoening
voor uiemand gered te hebben met eigen levensge
vaar", riep Karei opgewonden uit. „Nu dat levensge
vaar, mijn beste jongen was zoo erg nietmaar toch
was het genot van die vrouw gered te hebben zoo
grootdat ik eerst de pijn en het treurige van mijn
toestand niet gevoelde Alweer een van de vele be
wijzen was dat ongelukhoe noodig het isdat de
zwemkunst meer algemeen beoefend wordt. De vrouw
was van de kade in de haven gevallende havenmuur
was hoog en steilgeen schuit of bootje lag in den
omtrekveel menschen stonden op den walzooals
gewoonlijk schreeuwende lamenteerende maar verge
tende om het noodzakelijkste ter redding te beproeven;