No. 92.
Drie en tachtigste Jaargang.
1881
FEUILLETON.
12) Hee men geheimschrijver wordt.
V R IJ T> A G
5 AUGUSTUS.
Courant wordt Dinsdag-, Donderdag-en A jEBËA V Prij8r der,g,TSf ^dvert?tién;m^
(Dfïicicc! ©c&eclte.
1ATIOIALE MILITIE.
VEEN,
AIVTTI1IJS van «Ie WERKEN.
TEIJNIS SCIlEtókERMIN.
i5itücnUuï>
ALK1HAARSCHE COURANT.
Zaterdagavond Uitgegeven. Abonnementsprijs Van 1-5 regels 0,75, iedere regel meer 0,15.
per 3 maanden voor Alkmaar f 0,80; franco door jQJljp W OTV Gr®°.te lett®rS naaF Plaatsru'mte-
ff I Brieven franco aan de Uitgevers HUKJVls. LUS-
het geheele Eijk ƒ1-. jjK) iHU (MY TER ZOON.
De 3 nummers 0-06. 1/^ i4E^
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALK
MAAR brengen ter kennis der ingezetenen, dat met
ingang van 1 Augustus a.s. -
a het ophalen van asch, vuilnis, afval en fcecale stoften
zal geschieden door de werklieden bij de gemeente
reiniging in dienst
b. bet ophalen der fcecale stoffen bij hen die gebruik
maken van de door de gemeente verkrijgbaar gestelde
tonnen zal geschieden bij dag en bij hen, die daar
van geen gebruik maken des avondszullende met
het ophalen des avonds om half elf uren een aan
vang gemaakt worden
c. aanvragenom kuilen te ledigengerigt moeten
worden aan den directeur der gemeentereiniging;
wonende aan den KoningswegNo. 71zijnde drie
gulden verschuldigd voor het ledigen van eiken pri-
vaatkuil voor zooveel die door denzelfden persoon
meer dan eenmaal in het jaar wordt gevraagd.
Zij noodignn de ingezetenen dringend uit, voortaan
geene fooijen onder welken vorm ook te geven aan
de werklieden bij de gemeentereiniging in dienst, aan
wie het aannemen van foojen verboden is en de arti
kelen waarvan zij zich wenschen te ontdoen, aan die
werklieden aftegeven wanneer zjj zich daartoe aanmel
den. Daar die werklieden dagelijks de gemeente zullen
rondgaan zoo is het onnoodig die artikelen op nea
openbaren weg of in de grachten neder te werpen
zooals tot heden meermalen geschiedde, zullende zij.,
die zich daaraan blijven schuldig maken ten strengste
vervolgd worden. Zijdie geen gebruik wenschen te
maken van de tdoor de gemeente verkrijgbaar gestelde
tonnen zullen de fcecale stoffen op het uur dat de
werklieden zich aanmelden om ze aftehalen aan de
deur moeten afgeven, zijnde het uitdrukkelijk verboden
voortaan voorwerpengevuld met fcecale stoffen op de
straatden weg of de stoep te plaatsen.
Bij hendie van de bij de gemeente verkrijgbaar ge
stelde tonnen gebruik maken worden de tonnen van
de plaats waar zij staan door de werklieden der ge
meente weggehaald en door schoone vervangen.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
A. MACLAINE PONT.
Alkmaar, De Secretaris,
26 Juli 1881. NUHOUT VAN DER VEEN.
KENNISGEVING.
HetHGOED van het Plaatselijk Bestuur te ALKMAAR
brengt op grond van art. 1 der wet van 22 Mei 1845 (Staats
blad n°. 22) bij deze .ter kennis van de ingezetenen der ge
meente, dat het kohier voor de belasting op het Per
soneel, voor de wijken C. en D, dienst 1881/82, op 3 Augustus
1881 door den Heer Provincialen Inspecteur der directe be
lastingen in Noordholland executoir verklaardop heden aan
den Heer Ontvanger der Rijks directe belastingen binnen deze
gemeente ter invordering is overgegeven.
Ieder ingezeten, die daarbij belang heeftwordt vermaand
„Goed zeer goed Hij kan komen Maar dit zeg
ik u vooruitexcellentieals de ellendeling het
in het hoofd krijgt tegenover mij den aanmatigenden
actear te spelendan sta ik voor niets in
„Dat zal hij niet doen! Verlaat u op mij!" glim
lachte de maarschalk gerust gesteld. „Ik ga hem hier
halen
En met een jeugdigen elastisehen tred, verheugd over
den goeden uitslag zijner pogingen sprong de graaf
den trap van het toeneel af en ijlde door de zaal naar
de deur., waar Herbert van Hiller hem reeds wachtte.
„Mijn waarde, een .woordje in vertrouwen 1" fluisterde
de graaf. „De hertogin van Marlborough ik wil zeg
gen de gravin Sandershausen heeft een zeker wijze
van spreken
„Ik begrijp u ik begrijp u," zeide Herbert ironisch
lachend.
„Niet waar gij zult dat in aanmerking nemen en
eene dame uit een der oudste adelijke familiën van
ons land met de grootste beleefdheid bejegenen mijn
waarde
„Zeker zeide de regeeringsraad het eerste woord
zijner rol herhalende.
De maarschalk wreef zich van louter zelfvoldoening
de handen. Uwe inschikkelijkheid verbaast mijmijn
waarde f'
Toen de gravin de schoone indrukwekkende verschij
ning van haren medespeler in het oog kreeg, ontzonk
haar in zoover een deel van haar zelfvertrouwen als
zij vreesdedat zijne bekwaamheden de hare misschien
al te veel op den achtergrond dringen zouden.
Deze vrees dwong haar een nauwelijks merkbaar
knikje met het hoofd afen dadelijk daarop een ver-
op de voldoening van zijnen aanslag behoorlijk acht te geven,
ten einde alle geregtelijke vervolgingen, welke uit nalatigheid
zouden voor.tvloeijente voorkómen.
Alknuftir, Het Hoofd van het Bestuur voorn.,
3 A/1881. J. G. A. VERHOEEE, l. b.
De BURGEMEESTER van ALKMAAR gelast, krachtens
bekomen aanschrijving, de onderstaande personen, om zich tot
bijwoning der oefeningen, bij hun korps aan te melden, als volgt
verlofganger van de gemeente Edam, van het 7e reg. infanterie,
op 9 Augustus 1881, voormiddags 7 uur, op de plaats voor
het raadhuis aan de O. Z. Voorburgwal te Amsterdam.
verlofganger van de gemeente Winkel, van het 4e batt. 7e in
fanterie, 9 Augustus 18S1, namiddags voor 4 uur bij zijn korps
te Helder.
verlofganger van de gemeente Schermerhorn, van het 4e reg.
vesting-artillerie, op Woensdag 14 September 1881, namiddags
4 ure, bij zijn korps te Helder.
De opgeroepenen hebben recht op vrijen overtocht tot de
plaats van opkomst of hun korps, benevens daggeld, ter ge
meente-secretarie aan te vragen.
Alkmaar, De Burgemeester voorn.,
3 Aug. 1881. J. G. A. VERHOEEE, weth.
^aM^MIaHniTTW—H—W—11 WmriMHgO—B—M—
BELGIE Koning Kalakaua van de Sandwich-eilan-
den (Hawaï) bezocht in de afgeloopen week Brussel.
Koning Leopold, die ten gevolge van de bijwoning
der feestelijkheden te Luik hem na zijne aankomst
niet dadelijk had kunnen bezoeken bracht hem den
28, zoodra hij van Luik teruggekeerd was, in zijn
hotel een bezoek bij welke gelegenheid de twee
vorsten hoofdzakelijk bespraken de wenscheüjkheid van
het aanknoopen van handelsbetrekkingen tusschen
Hawaï en Belgie. Een kwartier later braeht Koning
Kalakaua een tegenbezoek. Des avonds vertrok
bij naar Berlijn. Hij woonde te Brussel op het stad
huis o.a. twee huwelijksvoltrekkingen bij. Hij schijnt
een beschaafd en innemend man te zijn die zich zeer
goed op de hoogte van alles kan stellen. Brussel was
hem zeer goed bevallen en h;j heeft te kennen gegeTen,
dat hij in 1885 Belgie nog eens bezoeken zal. Hij
zou dan ook naar Nederland gaan. De volgende aar
digheid wordt van zijnen kamerheer Judd verteld. De
rekening van het hotel, waar de Koning vertoefd had,
was vrij hoog. Judd zeide, toen die rekening hem aan
geboden werdwij zijn hier gekomen met den naam
van menscheneters te zijn doch wij vertrekken met
de overtuiging, dat men zich op ons heeft willen wre
ken en de eigenaar van het hotel ons op zijne beurt
heeft willen opeten. Wij zullen, teruggekeerd zijnde,
vertellen, dat de menscheneters in Belgie wonen, want
nergens zijn wij zoo meedoogenloos behandeld.
De Koning van Belgie ontving van hem het groot-
zoek aan den maarschalk, om, daar Zijne Hoogheid nog
niet aanwezig was, snel de groote scène met den markt-
graaf van Bolingbroke nog eens te mogen doorspelen.
„Een voortreffelijk denkbeeld, gravin,'' riep de maar
schalk recht in zijn schik over den goeden afloop van
zijn werk. „Uwe wenschen zijn voor mij een bevel!
Mijn waarde met deze woorden wendde hij zich tot
den regeeringsraad die overal rondkeek zonder Con
stance te kunnen ontdekken die zich achter de cou
lissen verborgen hield „mijn waarde de gravin ver
zoekt of gij het laatste gedeelte uwer rol voor dat de
vorst komt, nog eens met haar doorspelen wilt!"
„Het vijfde tooneel?" riep de regeeringsraad verschrikt,
daar hij juist dit zeer onvolkomen kende.
„Juist 1"
„O God welk noodlot vervolgt mij 1" steunde Her-
bert vol vertwijfeling een blik op het souffleurskastje
werpende.
„Lk moet den souffleur verzoeken niet zoo luid te
spreken als gisteren want toen was zijn stem veel te
luid
„Mijn hemel, ook dat nogWat moet ik nu beginnen F"
Tot zijn geluk geraakte de kanten van het kleed der
hertogin vast aan den arm harer stoelen scheurde
een goed gedeelte daarvan af en bracht dus bij Herbert
een kleine verademing te weeg.
Daar keek een blondlokkig hoofdje achter de coulis
sen uit. Dit te zien, alle zorgen te vergeten, elkander
toe te knikken en te naderen was het werk van een
oogenbiik.
Alleen en ongezien stonden zij naast elkander.
„Herbert 1" riep Constance en onuitsprekelijke ver
wondering was nog boven hare vreugde merkbaar.
„Herbertom Gods wilwat voert u hierheen in
dit costuum
„Constance vraagt gij dat nog F" Hij nam hare
kleine hand en drukte die innig aan zijn lippen. Gij zijt
het uwe groote stijfhoofdigheid uwe hardheid die
mij in deze hachelijke stelling bracht 1"
kruis zijner orde en schonk hem wederkeerig het groot
kruis der Leopoldsorde.
De in de vorige week door het ongunstige weder
niet doorgegane optocht der 14000 schoolkinderen te
Luik had den 31 onder gunstig weder plaats. Ook
het uitgestelde venetiaansche feest had den avond van
dien dag plaats. Het fraaiste van dat feest was de
aanblik op de Maghinbrug. Door middel eener stoom
machine van 250 paardenkracht was het water der
rivier opgestuwd tot de hoogte der brug waarvan het
als een waterval van 40 meter nederbrniste met elee-
trisch licht verlicht en waarboven nog 3 hooge fontei
nen hare waterstralen opzonden. Ten slotte werd een
groot vuurwerk afgestoken.
De hoofd-commissaris van politie te Brussel, de heer
Lenaerdie zooals men zich herinneren zal, op naam
van zijnen zoon wijn aan de onder zijn toezicht staande
bordeelen leverde, is ontslagen. Daardoor is afwijzend
beschikt op zijn verzoek om ontslag en pensioen.
DUITSCHLAND. Koning Kalakaua der Sandwich
eilanden is tijdens zijn verblijf te Berlijn o. a. naar
Essen gegaan om de fabriek van Krupp te bezoeken.
Den 4 gaat hij van Berlijn naar Weenen, om van
daar uit Keizer Wilhelm te Gastein te bezoeken.
Prins Bismarck heeft een tweeden dreigbrief ontvan
gen, die met den eersten gesteld is in handen van den
minister van justitie, om de naamlcoze afzenders zoo
mogelijk te ontdekken. In dien tweeden brief wordt
gemeld, dat 13 mannen zi;h verbonden hebben om
hem het leven te benemen en vast besloten zijn, beur
telings zoolang pogingen daartoe aan te wenden, totdat
zij gelukt zijn.
ENGELAND. De Times is niet zeer ingenomen met
de overeenkomst, gesloten met de Boeren: dat blad acht
de daarbij door Engeland verkregen rechten zonder
waarde en de verplichtingen daarentegen talrijk en van
beteekenis. Maar dat blad erkentdat na al de mis
stappen die gedaan waren er niet veel anders over
schoot. Het begroet de overeenkomst als het einde
eener worsteling, die nooit begonnen had moeten wor
den en het hoopt slechts dat er nooit aanleiding
zal ontstaan om Engelands nu erkende suzereiniteit
over de Transvaal uit te oefenen.
De Globe en andere conservatieve bladen zijn van
oordeeldat de overeenkomst nog nadeeliger en ontee-
render voor Engeland is, dan de somberste en zwaar-
tillendste man had kunnen voorspellen. De Globe is
van oordeeldat het toezicht van Engeland over de
buitenlandsche betrekkingen tot allerlei moeielijkkeden
met de naburige stammen zal leiden. Behalve den
engelschen resident zal geen engelschman iets in de
Transvaal te zeggen hebben. En dat gezag is zeer nevel
achtig en onbestemd het zal hetzelfde zijn als dat van
een consul-generaalmaar juist het gezag van zulk een
ambtenaar is zeer rekbaar. Het blad voorziet niets
„Ik F Ik begrijp geen woord van dit alles Wanneer
ik liefdeloos en hard was, wat heeft dit in Gods naam
met dit costuum te maken Spreek toch Herbert en
zie mij niet zoo verwijtend aan de angst doet mij
verstijven
„Ja, die kleine straf hebt gij wel verdiend," fluisterde
hij glimlachend. „Maar wees gerust mijn lievelingdeze
toestand is slechts die eener larve, die weldra de cocon
zal verlaten."
„De Vorst is mijn beschermer
„Uw beschermer F" Zaagt gij hem F O, zeker, gij zijt
bij hem geweest 1"
„Neen! Ik deed alle moeite, gij weet wel uit welke
oorzaak aan het bureau van den maarschalk om een
ambt aan het hof te bekomen en wel niets meer of
minder dan de post van geheimsecretaris van Zijne
Hoogheid
„Achdeed gij dat En voor mij F" riep zij en hare
blauwe oogen vulden zich op nieuw met tranen. „Zij
koD het niet nalatenal was het dan ook voor een
oogenbiikhem in de armen te zinken.
„JaConstance zijne lippen beroerden even bare
wangen, „dat deed ik voor u! Maar men wees mij af!"
„Arme Herbert
„Integendeel. Zeg liever gelukkige HerbertDoeh
met eenig voorbehoud. Nauwelijks had ik mijn schrif
telijk verzoek aan het bureau van den hofmaarschalk
afgegeven, toen de hofmaarschalk graaf Ereibergmij
persoonlijk in mijn hotel opzocht
„Niet mogelijk
„Toch waar Hij bracht mij ik was in de wolken
van vreugde de boodschap dat Zijne Hoogheid mijne
wenschen bekend waren en hij ze dadelijk vervuld had.
Daarentegen verwachtte hij van mijne dankbaarheid,
dat ik bereidwillig de rol van den zieken baron Heim-
brod op mij nemen zou. Ik gaf na een zwaren twee
strijd toe. Maar de hoop u weldra als bruidegom en
echtgenoot zij lachte stil voor zich heen en een
opstijgende blos kleurde haar schoon gelaat - te om-