No. 98 Drie en tachtigste Jaargang. 1881. V K IJ I) A G 19 AUGUSTUS. FEUILLETON. DE ONRUSTIGE HUURDER. Prijs der gewone Advertentiën tiuitculaub 3) (Novelle). ALKMAARSCHE (0IRAVI. Deze Courant wordt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagavond uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden voor Alkmaar f 0,80franco door het gekeele Rijk f 1, De 3 nummers 0 06. Van 15 regels 0,75; iedere regel meer 0,15. Groote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de Uitgevers HERMs. COS- TER ZOON. BELGIE Den 13 werd de nieuwe schietbaan nabij Antwerpen in tegenwoordigheid der tot den interna tionalen schiedwedstrijd uitgenoodigde en opgekomen gasten geopend. O. a. waren uitgenoodigd de neder- landsche schutterijen en de engelsche en fransche vrij- willigers-corpsen. Na de opening vereenigde men zich aan een maaltijd, waarbij de kolonel der Rotterdamsche schutterij, de beer Knight, de oudste in dienst der aanwezige Nederlanders, de tot hen gesproken woorden beantwoordde. Hij zeide o. a. „Wij zijn hier niet gekomen uit staatkundige berekening, noch door eigen belang gedreven, maar om u een bewijs van welwillend heid te geven. De gebeurtenissen hebben ons geschei den maar zij hebben de vriendschapsbanden die zoo lang Noord en Zuid aaneenhechtten niet kunnen ver breken. Naarmate de eeuw ouder wordt, begint men hoe langer zoo minder naar het verleden om te zien. De omstandigheden vergunnen ons, elkanders bijzijn met de grootste hartelijkheid en het oprechtste vertrouwen te genieten." De heer van Spengler voerde als afge vaardigde der nederlandsche officieren vereeniging het woord. Den 14 begon de wedstrijd, waaraan door acht neder landsche schutterij-corpsen werd deelgenomen. De le prijs een gouden medalje werd behaald door het 6de battaljon rustende schutterij van Kralingen Hillegers- berg enz. de 2e een zilveren door de dienstdoende schutterij van Gouda de 3e een bronzen door die van Nijmegen. De hollandsche club te Antwerpen had deze prijzen aangeboden. Bij den zeilwedstrijd aldaar op den 14 werden o. a. prijzen behaald door de Girofla van den heer P. A. Bundten van Amsterdam en de Hagenaar van den heer M. de Man te 's Gravenhagezelf bestuurder zijner boeier. Den 13 werd te Antwerpen mede een panorama ge opend voorstellende den slag van Worth op het oogenblik dat maarschalk Mac-Mahon met zijne kuras siers eene laatste poging waagt om de Pruisen terug te werpen. De schilder Cluysenaar die het vervaar digt moet zeer gelukkig geslaagd zijn. Op de Beurs te Antwerpen zijn de muurschilderin gen die het aardrijkskundig genootschap daar heeft laten maken plechtig aan de gemeente overgedragen. De 39 landkaarten zijn door kapitein Ghesquière ge- teekend. Den 15 zijn een congres en eene internationale ten toonstelling van tuinbouw aldaar geopend. DUITSCHLAND. De Nordd. Allg. Zeitung bevat, naar aanleiding der rededoor Gambetta te Belleville gehoudeneen artikelten betoogedat hij in die rede kennelijk zinspeelde op Elzas-Lotharingen toen hij sprak van de gescheiden broederen die als gevolg van de eindelijke zegepraal van recht en waarheid weder met Erankrijk vereenigd zouden worden. Gam betta liet het voorkomen, alsof Erankrijk onder de landen welke het vroeger aan zijne naburen ontrukt heeftmeer aanspraak en recht had op Elzas-Lotha- ringen dan bij voorbeeld op den linker Rijnoever en op Belgie. Dat blad komt daartegen op en beweert dat Gambetta in zijne invloedrijke hooge stelling geen jaar laat voorbijgaan zonder in openbare redevoeringen de gemoederen der Eranschen tegen Duitschland en den bestaanden toestand op te hitsen en te toonen dat hij door de Eranschen beschouwd wil worden als de man die zich de uitvoering der denkbeelden van wraak en wedervergelding tot levenstaak stelt. Op recht wenscht dat blad dat Duitschland op vriend- schappelijken voet met Erankrijk blijve en komt op tegen elke pogingom den bestaanden toestand als voorloopig voor te stellen. De benoeming van den Elzasser aartspriester Korum tot bisschop van Trier, hier en daar reeds als zeker ge noemd is thans een bepaald feit. Den 14 werd hij te Rome gewijd. Zoodra de pruisische regeering om trent zijne eedsaflegging een bepaald besluit genomen heeftkan hij ingewijd worden en zijn ambt gaan uit oefenen. ENGELAND. Lagekhttis Den 15 deelde minister Gladstone mede terwijl een talrijk publiek, waaronder vele leden van het Hoogerhuis de zitting bijwoonde dat de regeering ten aanzien der iersche landwet in enkele opzichten te gemoet kwam aan de wenschen van het Hoogerhuis, doch overigens de voordracht hand haafde of de voorgestelde amendementen wijzigde. Deze verklaring deed dadelijk het vermoeden ontstaan dat de regeering op offieieuse wijze met de leiders van het Hoogerhuis in schikking was getreden. Parnell en zijne aanhangersalsmede enkele radicalen verzetten zich tegen elke wijziging maar het regeeringsvoorstel werd toch met groote meerderheid van stemmen aangekomen, 's Nachts om 2 uur was de behandeling afgeloopen. De wet werd daarop naar het Hoogerhuis teruggezon den, om den 17 in behandeling te worden genomen. Het Hoogerhuis nam haar toen onveranderd aan, waar door het gevreesde verschil vervallen is. Het voornaamste door de regeering toegegeven punt is de aanneming van het voorsteldat den landeigenaar het recht geeft zici; tot het in te stellen hof te wenden met verzoek eene billijke pacht te bepalen ook zonder dat hij verhooging van pacht ge vraagd heeft. Kan hij met zijnen pachter het niet eens worden dan kan hij zich dadelijk tot het Hof wenden. Ook werd geschrapt de op voorstel van bet iersche lid Parnell in de wet opgenomen bepaling dat alle rechts gedingen ter inning van schulden geschorst zouden worden gedurende 3 maanden nadat aan het Hof ge vraagd was eene billyke pacht te bepalen. Parnell verklaarde het gedrag der regeeringom dit voorstel te laten vervallenverachtelijk te vinden. De Times is van oordeeldat de regeering terecht toegaf, want dat de beginselen der wet onaangetast zijn gebleven terwijl de Daily News betreurtdat de regeering nog zooveel toegaf. Al de wijzigingen waarin zij toegestemd heeft, zullen zoovele verminkin gen te zijn. Alleen acht dat blad het natuurlijk dat zij liever iets toegaf, dan een geheel zittingjaar on vruchtbaar te maken. De in verband met de gevreesde ministeriëele crisis geschorste onderhandelingen met Erankrijk over een handelsverdrag zullen nu wel weder spoedig hervat worden. De onder-minister van buitenl. zaken verklaarde den 16 nog in het Lagerhuisdat met de uitvoering van art. 61 van het berlijnsche verdrag tot heden geen aanvang was gemaakt. De gezant te Konstantinopel had daarover vertoogen gerichtzoo tot den Sultan als zijn eersten minister en beiden schenen het ernstige van dien toestand te beseffen. Hij had aangedrongen op de aanstelling van een behoorlijk bestuur in Armenië, in afwachting van de voltooiing van het hervormings plan. Afwezigheid van sommige gezanten had een ge meenschappelijk optreden der mogendheden belet. De gezantdie met dit vraagstuk goed bekend was zou het ernstig behartigen. Den 17 stelde Parnell eene motie voor, inhoudende, dat de toepassing der uitzonderingswet voor Ierland niet overeenstemde met de verklaringen en beloften der ministers bij de behandeling dier wet. De beraadslaging daarover duurde den geheelen namiddag en werd ten slotte verdaagd. Herbert Gladstone zoon des ministers is tot lord der schatkist benoemd Balfour in plaats van Mac La ren t >t lord-advokaat en Asher tot fiskaal-generaal van Schotland. FRANKRIJK. Op denzelfden avond dat Gambetta optrad voor zijne kiezers van Bellevilletrad Clémen- ceau niet minder toegejuichtop voor die van Mont- martre te Parijs. Hij bestreed Gambetta zeer heftig en niet minder de door hem geleide Kamer, vooral om hetgeen zij nagelaten had. Zij had niets gedaan voor de individueele vrijheid en in de wet op de druk pers-misdrijven gehandhaafd, zooals de beleediging van buitenlandscbe vorsten welke daarin niet meer moes ten voorkomen. Verder beschuldigde hij de regeer ing van met de rechterzijde een monsterverbond te hebben ge sloten ter handhaving van een deel der voorrechten van de seminaristen den prefect Andrieux onder alle omstandigheden verdedigd te hebben en zich het recht van oorlog en vrede te hebben aangematigddat alleen aan het Souvereine volk toekwam en dat alles, terwijl de Kamer niet in staat bleek een ernstig ministerie te vormen. De République Eran9aise noemt Gambetta's rede van den 13 het belangrijkste feit uit den geheelen ver kiezingsstrijd. Daarin werd een volledig plan van re- Wanneer hij niettegenstaande het helsche leven, dat bem kwelde, zich dwong den roman te voltooien, kon hij zelfs in het gunstigste gevaldoor de groote ge jaagdheid waarin hij verkeerde niets goeds leveren en hierdoor zou hij zijnen naam als schrijver bederven. Een enkel reddingsmiddel bleef hem nog over, hij moest de laatste uren van den nacht gebruiken om te werken en beproeven bij dag te kunnen siapen. De huis houdster kwam die hij de lampen liet vullen. „Ik moet bij nacht werkenzeide hij tot haar. „Hoor slechts die drommedarissen daar boven." De vrouw schudde berispend het hoofd en zeide „Juffrouw Marie is heden jarig. De dames Bandier hebben bezoek en gij moogt het de jonge meisjes niet kwalijk nemen dat zij een weinig vroolijk zijn. Kunnen zij het helpen dat het huis zoo zwak gebouwd is." De tegenspraak verbitterde Albertus nog meer. „Fat soenlijke meisjes kunnen het niet zijn of zij moeten horrelvoeten hebben. Zij stampen als olifanten." De vrouw nam deze woorden erg kwalijk „De dames Bandier," zeide zij driftig„zijn zeer fatsoenlijke dames en hebben zeer sierlijke kleine voeten. Ik bedien hen reeds driejaar lang en wil geen kwaad van haar hooren." Men verplaatste boven een tafel en trok die door het gansche vertrek. Het dreunende geluid, dat hier door veroorzaakt werd bracht den verbitterden jongen man tot nog onvoorzichtiger woorden hij schepte er genoegen in de vrouw, die het gezelschap boven in bescherming namiets bitters over haar toe te voegen. „Nu", hernam hij, „dan heb ik nog liever een regi ment dragonders of een paardenstal boven mij dan deze fatsoenlijke dames. Maar waarschijnlijk zijn zij allen beschonken." „Mijnheer Wolf, wanneer ik dit Mevrouw Bandier ging vertellen „Doe dat. Ik verzoek het u. Waarschijnlijk zullen de dames zich dan voortaan gedragen zooals het zwakke geslacht betaamt." Wolf greep zijn hoed en verliet zijne woning zonder eenig antwoord af te wachten. Hij kon zich niet meer bedwingen van woede hij was in eene gemoedsstemming, waarin het hem volkomen onverschillig was, of hij zich door heftige woorden nog meer wederwaardigheden bezorgde of niet. II. De oorlog, waartoe de vrienden van Wolf dezen geraden hadden was spoedig in vollen gang. Wolf was laat in den nacht thuis gekomen en had tot den morgen toen de instrumenten weer hoorbaar werden ingespannen gewerkt. De zenuwachtige opwinding waarin hij zich bevond was erger geworden en niettegenstaande hij zeer afge mat was was het hem onmogelijk te midden der mu ziek in te slapen. Hij vroeg vrouw Tosig zoo heette de huishoudster toen deze kwam opruimen of zij zijne groeten aan de dames op de derde verdieping gedaan hadhij zeide dit op een spottenden toon ofschoon hij in zijn hart wenschte een ontkennend antwoord te ontvangen. Yrouw Tosig gevoelde zich door het spottende in zijn toon beleedigd. „Ik zal mij wel wachten te klikken antwoordde zij „ik heb alles niet gezegd maar Me vrouw Bandier wilde ook dat weinige niet hooren. Zij is hiervoor te wel opgevoed. Zij zeide dat alleon een onopgevoed mensch zoo beleedigend over vreemden kon spreken en verbood mij verder iets te zeggen." Albertus kreeg een kleur, hij gevoelde zich beschaamd, maar tegelijkertijd uitgedaagd en beleedigd. Ook heden had hij zich reeds over het voortdurend stappen en het verzetten van stoelen in de bovenwoning geërgerd en in zijne verbittering twijfelde hij er niet aandat men het deed om hem te plagen. In de vaste overtuigingdat men bij eenige oplet tendheid voor den onderwonenden huurder bij het loo- pen en het verplaatsen der stoelen minder leven kon makenmeende hij het slachtoffer van eene groote plagerij te zijn en de bedenkingen die hij vroeger ge koesterd had tegen het nemen van doortastende maat regelen verdwenen. Albertus kocht eene viool en daar hij die als krijgs werktuig dacht te bezigen natuurlijk geen die #aange- name tonen gaf. Toen hij voor de eerste maal schuch ter, als beschaamd over zijn eigen gedragover de snaren streekverstomde de muziek eensklaps om hem heen er ontstond eene doodelijke stilte het was alsof de gansche wereld die vreemdsoortige tonen hoorde. Wolf schaamde zich aan den eenen kant zich door zulk een begin aan zijne huisgenooten voor te stellen, maar aan den anderen kant gevoelde hij ook dat hij wan keimoedigheid noch vrees moest verradenwilde zijn werk vruchten dragen en allen moed samenvattend streek hij met de gelatenheid van een ter dood ver oordeelde over de snarendat zijne eigen ooren ervan schrokken deze muziek was waarlijk om het trommel vlies te doen scheuren. De schijnbaar meest juiste berekeningen kunnen soms verkeerd afloopen, zoo was het ook met die van Wolf: hij had gedachtdat ieder, die ooren had, om genade zou smeeken en dat hij nu de vredesvoorwaarden voor schrijven en verdragen sluiten konhij vergiste zich echter leelijk. Was het krijgswerktuig, dat hij gebruikte, niet nieuw meer in dit huis was men reeds door dergelijke voor vallen daarop voorbereid of daartegen gehard ge noeg zijn buurman de virtuoos nam het pedaal en speelde een daverenden marsch, de zangeres begon een furioso te spelen en lachte zoo hartelijk daarbij, en

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1881 | | pagina 1