fiuitettlanb. ftittuculaub. waartoe een onzer eigen auteurs haar bij uitstek geschikt acht n.l. die van „opvoedster der menschheidbewaar ster van het zedelijk leven der volken." ENGELAND. Te Greenwich had den 17 de ge bruikelijke vischmaaltijd plaats. Bij die gelegenheid boden de liberale kiezers aan hunnen oud-vertegen woordiger Gladstone een fraaien armstoel met een adres van hulde aan. In de door Gladstone aan tafel gehouden toespraak verklaarde hij dat in den loop dezer zitting van het Lagerhuis de noodzakelijkheid gebleken was van maatregelen, om het wetgevend ver mogen van het Huis te bevorderen en het voortdurend een waarborg te doen zijn voor de vrijheden van het engelsche volk. Zoodra de gelegenheid gunstig was, zou de regeering daartoe overgaan. Eene staats-commissie bestaande uit eenige leden van het Lagerhuis en onderwijs-mannen zal in Octo ber of November een onderzoek gaan instellen naar verschillende inrichtingen van onderwijs op het vaste land, om daarvan verslag uit te brengen. Laoehhuis. Den 18 werd door den onder-minister van buitenlandsche zaken verklaard dat de regeering in het hervatten der onderhandelingen over een han delsverdrag met Frankrijk toegestemd had onder voor waarde dat de duur van het bestaande verdrag 3 maanden verlengd werd. Na langdurige gedachten wis seling had de fransche regeering die verlenging gewei gerd waardoor Engeland buiten staat was de uitnoo- diging tot eene nieuwe bijeenkomst der commissie aan te nemen. De beraadslaging over Parnell's motie tot afkeuring der wijze, waarop de regeering de iersche dwangwet toepastewerd voortgezet. Ten slotte werd die motie verworpen met 83 tegen 30 stemmen. Mi nister Gladstone verklaarde bij de beraadslaging dat op de regeering de heilige plicht rustte tot handhaving der wet en der goede orde. Geene bedreiging zou de gevangenissen één dag vroeger doen openen. Hij wenschte niets liever dan beperking en intrekking dier wet maar hij zou hetgeen hij verkregen had zoo lang gebruikenals hij noodig achtte ter verhindering dat eene beschaafde maatschappij in de oogen der we reld onteerd werd. FRANKRIJK. Koning Kalakaua van de Sandwich eilanden is den 17 van Parijs waar hij zich ook zeer vermaakt en alles bezichtigd heeftnaar Madrid ver trokken. In het einde dezer maand komt hij waar schijnlijk te Parijs terugom den president Grévy, die thans op zijn buiten is te ontmoeten. Uit de latere berichten omtrent het mislukte optre den van Gambetta te Belleville blijkt nog dat hij en het comité stonden in eene eenigzins versierdehalf met electrische lampen verlichte loods, ongeveer 30 el len lang maar ondiepwelke loods aan eene zijde geheel open was. Van de tienduizend opgekomen per sonen stonden meer dan twee derde onder den bloo- ten hemel in den regen. Onder hen bevonden zich naar berekening niet meer dan 500, die het voornemen hadden de bijeenkomst te doen mislukkenzij hadden zich daartoe in groepjes van 15 a 20 hier en daar ver deeld en waren voorzien van fluitjes. Alle door Gam betta aangewende pogingen om stilte te verkrijgen mislukten zelfs sloeg hij met zijn rotting op de tafel doch het hielp niet. De bijeenkomst moest gesloten worden. Dat dit voorval druk besproken wordt in de bladen laat zich begrijpen. Juichen de radicale bladep in die gebeurtenis ook de bonapartistische en monar chale bladen maken met ingenomenheid daarvan mel ding. Sommige van de eerstgenoemde bladen zijn zeer scherp Rochefort noemt haar in zijn blad Gambetta's terechtstellingeen ander Gambetta vindt eindelijk zijne belooning omdat hij zich niet hield aan het programma gezet hadhoorde hij te vergeefs naar eenig storend geluidhet huis was in diepen rust gedompeldhij ergerde zich bijna over deze rustzij beschaamde hem en bewees hem zijn onrecht. Daar hoorde hij boven zich zachte voetstappen. Een stoel werd opgelicht en voorzichtig weer neergezet. Weinige minuten later hoorde hij stappen op den trap, twee personen betraden de bovenwoninghet ware stevige luide voetstappen, maar spoedig daarop werden zij gedempthet was alsof men de schoenen uitgetrok ken had en op kousen ging. Hij schaamde zich dit hinderde hem zulke voorzorgsmaatregelen kon hij niet eischen en de gedachte troostte hem dat namelijk deze overdreven voorzichtigheid niet om zijnentwil maar op het strenge bevel van den huisheer geschiedde. Daar Wolf in den afgeloopen nacht niet geslapen had vond hij in deze een des te verkwikkender rust en toen hij den volgenden morgen zich aan het werk zetteom te beproeven of hij niettegenstaande de storende muziek zijne gedachten bij elkaar kon hou den bevond hij dat ook dit mogelijk waswel is waar niet in de voorkamerwaar hij behalve het spel van den virtuoos ook nog het gehak van beneden en het gezang van zijne buurvrouw hoordemaar in zijne slaapkamerwaar slechts dofle tonen klonken. Er was geen week verloopen of Albertus had zich aan deze storingen gewend zijn werk was verder ge vorderd dan hij voor zes dagen had kunnen verwach ten en hierbij kwam nog dat hij tevreden was. Het was weder vrijdag. De hoop van Albertus, om het ideaal zijner droomen weder in den schouwburg te zien was slechts zwak daar hij toch de vorige week de overtuiging gekregen had, dat zij niet geregeld eiken vrijdag in de loge te zien waswie zich evenwel ooit in een dergelijk geval bevonden en de school der liefde doorleefd heeftweetdat zulk een twijfel een aan- genamen prikkel is voor het smachtend verlangen. De zoete pijnen tochmeer dan de vreugde der liefde zijn het die het ware voedsel en de kracht ge ven, want de gevoelens van ongeluk en bangen twijfel zijn onontbeerlijk voor het romantische der liefde Het ongeduld dreef "Wolf reeds vroeg naar den schouw burg. Hij bevond zich onder de eerstendie hunne van 1869 weder een ander den val van den kroonprins der Republiek.- nog een ander het Sédan der gelegenheids- staatkunde. De bladendie met Gambetta ingenomen zijn, verklaren allen, dat de stemming den 21 bewij zen zal hoe gezien Gambetta bij de republikeinen is. De République Franfaise (Gambetta's orgaan) zegt van de door Clémenceau, zijnen tegenstander, in Mont- martre gehouden rededat zij zeer boeiend en wel sprekend was, maar eene eigen staatkunde miste. Bijna zeven achtste gedeelten dier rede zijn gewijd aan eene scherpe beoordeeling der handelingen van de Kamer van den president-minister Ferry en Gambetta, en het overige is alleen gewijd aan de uiteenzetting van eigen denkbeelden waarin slechts enkele zeer nevelachtige denkbeelden ontdekt kunnen worden. Inmiddels heeft Clémenceau die evenals Gambetta tegen menigvuldige candidaturen is zich ook te Arlès in het departement der Monden aan de Rhone candi- daat gesteld en eene zelfde rede gehouden als te Mont- martre. Hij meende het aannemen dezer candidatuur aan de door hem voorgestane zaak verschuldigd te zijn. Gambetta heeft eene kaart gereed laten maken waarop departementsgewijze de hoegrootheid der be zittingen in de doode hand is aangewezen. Die kaart is vervaardigd van 1 streep op 2000 el. Op den kant zijn de bezittingen der geestelijken zoo mannelijke en vrouwelijke, als erkende en niet erkende orden, in op pervlakte te samen geteld met opgave tevens der verkoopwaarde. Daaruit blijkt, dat die bekende bezit tingen eene oppervlakte van 405 vierk. mijlen beslaan, een 1305e deel van het geheele Rijk. Hunne waarde wordt geschat op 712 miljoen. ALGERIE. Bou-Amema is naar Marokko gevlucht, waardoor de opstand onder de verschillende stammen wel spoedig bedwongen zal zijn. Te Sfai was alles rustig. Met den arbeid aan den ontworpen Kreüderspoor- weg wordt zonder ophouden voortgegaan. Uit de gevangenis van Galetta te Tunis zijn den 14 50 dwangarbeiders ontvlucht. Zij hebben de boeienwaarin zij steeds gesloten zijn weten los te maken en toen 's avonds de deuren geopend werden liepen zij de wachters omver en snelden met de gewe ren pistolensabels enz., waarvan zij zich meester gemaakt haddendoor de stad. Er ontstond vooral onder de europeesche bevolking groote schrik waar toe veel bijdroeg het gerucht dat het Bedouïnen wa ren. De vluchtelingen deden echter niemand kwaad en trachtten zoo spoedig mogelijk buiten de stad te komen. Zoodra de eerste schrik voorbij wasgingen eenige inlandsche soldaten hen achterna doch door de inmiddels ingevallen duisternis konden zij slechts 2 hunner inhalen. De overige ontkwamen eenige fran sche soldaten die mede uitgerukt waren om hen te zoeken kwamen op verzoek van den Bey onmiddelijk terug. Men vermoedt dat zij medeplichtigen hadden daar men nog niet verklaren kan, hoe zij hunne boeien los konden krijgen en in het bezit kwamen van wapenen. YEREENIGDE-STATEN. Volgens het middagver- slag der geneesheeren van den 17, was de toestand van den President geruststellender. Hij genoot eene kalme rust en de toestand zijner maag was beter. Des avonds te half zeven bevond hij zich nog beter dan 's morgens. In den loop van den dag had hij niet meer overgegeven het op kunstmatige wijze in de maag gebrachte voedsel bleef daarinevenals de bouillon op gewone wijze genuttigd. De wond stond gunstig de pols sloeg 112, de temperatuur was 98'/u, de ademhaling 18. Van den 17 's avonds half elf tot den 18 's morgens 2 uren sliep hij. Den 18 was hij des middags over het geheel iets beter alleen leed hij aan ontsteking der oorklieren. De heersehende droogte is oorzaak, dat de opbrengst der katoen steeds achteruit gaat. Op het einde van plaatsen innamen en met elk kwartier, steeg zijn onge duld haar te zien. Eindelijk het orchest speelde reeds eene ouver ture werd de deur van de loge No. 3 geopend en traden ditmaal eerst twee oude dames binnen die de voorste plaatsen innamen daarop volgden twee jonge meisjes en geheel op het laatst kwam de lang ver nachtte, die op zoodanige wijze achterin plaats nam, dat zij dat gedeelte van het parterrewaarin Wolf zatbijna geheel den rug toekeerde. Zonder twijfel was zij met opzet zoo gaan zitten. De oudere dame die regelmatig hare plaats in de loge innam, keek naar het parterre en dadelijk zochten de oogen harer gezellin den persoon daarin die men haar vermoedelijk beschreven had. De jonge meisjes op de tweede rei begonnen te lachen en zagen ook in het geheim naar Wolf, om daarna eene plagerij aan hare vriendin op de derde rei te zeggen want deze draaide haar hoofd nog verder naar het tooneel en wierp geen enkele blik in het parterre. Zij behield deze houding gedurende de voorstelling en de pauze was het de plagerij harer vriendinnen of de toorn over den man die haar tot het voorwerp zijner belangstelling gemaakt had zij vergunde ten minste Wolf niet eenmaal iets meer van hare lieftallige persoon te zien dan haren haartooi en de witte kan ten kraag die haren hals omkransde. Wolf gevoelde, dat hij op eene te opvallende wijze zijne belangstelling verraden haddat de schoone moeielijk anders handelen konzij het ook dat zij toornig op hem was of niethij deed zich geweld aan, het hoofd naar het tooneel gericht te houden en nu en dan slechts een blik in de loge te werpen maar het hielp niets de schoone behield hare houding. Reeds dacht hij er aan een biljet voor een andere plaats te koopen want het was hem ondragelijk den schouwburg te moeten verlaten zonder een blik met haar gewisseld of haar lief gelaat aanschouwd te hebben, maar de gedachte, dat hij daardoorwanneer hare be geleidster het bemerkte haar geheel uit den schouw burg zou verdrijven hield hem van dit plan terug. Maar was het dan een misdaad, eene dame te laten bemerkendat men haar aanbad Wanneer men hem Juli werd zij op 95% gesteld en op 15 Augustus op 880/o, zijnde 14°/0 minder dan op gelijk tijdstip in 1880. Uit de verder door het departement van landbouw openbaar gemaakte berichten blijkt, dat de opbrengst der zomertarwe geschat wordt op 81°/0 tegen 88 °/0 in 1880 de mais-oogstin het begin van Juli nog 90°/o, °P 77%, tegen 98°/0 in 1880. Ook de tabaksoogst zal lager zijn. De ontstane oorlog op spoorweggebied namelijk de voortdurende tarieven-verlaging, welke men hoopte dat spoedig een einde zou nemen gaat nog steeds voort en ontaardt bovendien in een persoonlijken strijd tusschen den bekenden Spoorwegkoning Van der Bilt en Gar rett voorzitter van de Baltimore en Ohio spoorweg maatschappij. Zij beschuldigen elkander wederkeerig dezen strijd te hebben uitgelokt en laatstgenoemde voegt daarbij, dat hij bewijzen zal dat Van der Bilt uit zuiver eigenbelang de belangen van Nieuw-York en andere aan den Oceaan gelegen steden op de erger lijkste wijze benadeelt. Tevens zal hij de middelen aan wijzen, waarop die strijd tot een goed einde kan worden gebracht, met behartiging zoowel van de belangen van het geheele land als van de bij dezen strijd betrokken partijen. GuiteauGarfield's moordenaar, geraakte den 17, 's morgens, aan het worstelen met zijnen bewaker, die een onderzoek in zijn cel was gaan instellen om zijne verdachte bewegingen. Onder de worsteling ging het pistool van den bewaker af, zonder hen te treffen; andere bewakers schoten dadelijk toe en scheidden de vechtenden. Deze aanval van den gevangene wordt toe geschreven aan opgewondenheid als gevolg van zijn prikkelbaar zenuwgestel. Hartmann meldt in een brief in de Herald dat hij naar Nieuw-York terug gekomen is om het recht van asvl voor de rechtbanken te beproeven. Hij beklaagt er zich over, dat voortdurend spionnen hem bewaken. Den 18 gaf hij aan het Hoog-Gerechtshof kennis van zijn voornemen, om Americaanseh burger te worden. ZUID-AFRICA. Uit de rechtstreeksche tot 26 Juli loopende berichten blijkt, dat toen reeds vrij al gemeen de goede afloop van de werkzaamheden der commissie voor de transvaalsche zaken verwacht werd. Een te Port-Elizabeth uitgegeven blad eindigde eene daaraan gewijde beschouwing met het uitspreken van zijn oordeel, dat, al was deze vrede niet al te voldoende, hij toch altijd verkieselijk was en dat ieder, die het met Zuid-Africa goed meende ernstig het behoud van dien vrede zou wenschen. Volgens het Kaapsche Volks blad zou de vrede waarschijnlijk aau alle partijen beter voldoen dan engelschen aan de Kaap zich verbeelden, maar daargelaten of men liever al dan niet gelijk heeft, ging het voeren van een oorlog tusschen engelsche en hollandsche Zuid-Afrikaanders niet aau welk gevoelen ook meer en meer aanhangers scheen te winnen daar, waar vroeger eene oorlogzuchtige stemming heerschte In den avond of nacht van den 10 is op de Eems met de bemanning verongelukt het kofschip Martha kapitein J. Dijkstra, van Appingedam. Een loodsboot, die in de nabijheid was, heeft geen hulp kunnen bieden, dewijl de bemanningwegens den orkaan op eigen levensbehoud bedacht moest zijn. Zij zag den volgenden dag het wrak bet onderste boven drijven. De kapitein laat eene weduwe met 7, de stuurman K. Ohlsen eene met 4 kinderen achter. Aan het verslag, uitgebracht in de jaarvergade ring van het Nederlandsch Bijbelgenootschap, den II dezer te Amsterdam gehouden, is het volgende ontleend: „Van den bijbel in royaal 8vo. is een dubbele uitgaaf ter perse, de eene in doorloopende perikopen, de an- iets te verwijten had zou het slechts dat zijn, dat hij de schoone op eene te in het oog vallende wijze had aangezien en hij kon dit weder goed maken door het verder achterwege te latenmaar niemand bon hem beletten eene ontmoeting met de dame te zoeken. „Gij zijt dwaas" dacht hij bij zich zeiven, „inplaats van haar in den schouwburg aan te gapen kunt gij ge legenheid zoeken, haar in een gezelschap aan te treffen vorsch haar adres uit en de rest zal wel volgen." Hij verliet het parterre, nam een geldstuk uit zijne beurs en naderde aldus gewapend maar toch een weinig aarzelend, den portier. Het kwam hem als wilde hij een ambtenaar omkoopen en liep hij gevaar, wanneer hij ontdekt werdals spion te worden ge straft. Bevend en met onzekere stem vroeg hij den mandien hij schuchter een gulden in de hand stopte, wie in de loge No. 3 plaats genomen had. De portier, w'en de aangeboden belooning voor een antwoorddat hij ook gratis gegeven zou hebben vreemd voorkwam, vroeg, toen hij geantwoord had, dat de loge heden als naar gewoonte eiken vrijdag door den uitgever Almer bezet was of mijnheer ook wenschte binnen te treden. „Het spijt mij zeer," zeide hij, „maar ik mag u niet binnen laten wanneer gij niet door de familie uitgenoodigd zijt; de geheele loge behoort voor vandaag aan den heer Almer en ik mag de ledige plaats daarin aan niemand geven. Maar"zeide hij plotse ling en wees naar een in den corridor naderend heer. „daar komt mijnheer Almer wil ik het hem vragen „Neen! Verraad mij niet!" zeide Wolf haastig en verwijderde zich als een op heeter daad betrapte mis dadiger. Hij was tevreden gesteld hij wist waar hij het schoone meisje vinden konmet een van vreugde stralend gezicht, als had hij een gewichtig geheim ont dekt verliet hij den schouwburg hij waagde het niet zich weder in het parterre te laten zien, want mijnheer Almer zou hem daar gezien hebben en waarschijnlijk ook gehoord dat hij het wasdie zijne dochter met zijn oplettendheden had lastig gevallen of hij kon van den portier ook vernomen hebben wat de vreem deling van hem gemeld had. Wordt vervolgd.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1881 | | pagina 2